„Mijn werk kan ik nauwelijks voorlezen zonder te huile KUNSTRTV Honderd jaar Kasteel De Haar Schrijfster Sera Anstadt D'Ancona opent tentoonstelling 'De Grote Utopie' in Amsterdam Toen in 1982 Sera Anstadts eerste boek verscheen, 'Al mijn vrien den zijn gek - de dagen van een schizofrene jongen', dachten velen dat het bij dit ene zou blijven. Het bleek echter het begin van een schrijverscarrière waarin zij tot nu toe enkele autobiografische ge schriften en romans heeft gepubliceerd. In de meeste daarvan staat haar eigen leven of dat van andere Pools-joodse bannelingen en oorlogsslachtoffers centraal. Haar onlangs verschenen bundel 'Een stevig glas - verhalen van drinkers' gaat echter over alcoholisme, een ziekte waarvan ze de destructieve uitwerking veertien jaar lang heeft kunnen meemaken toen ze als creatief therapeut in de Jelli- nekkliniek werkte. Sera Anstadt is de zus van de publicist/roman cier Milo Anstadt en de vriendin van schrijver-psycholoog Manuel van Loggem. ba 1'IIIIIIH IHPH— liv door JEROEN KUYPERS h; Amsterdam - Twee mannetjes zitten de handen over de mop van hun stok gebo den wat te kletsen op een lankje. Een dorps tafe- sijeel, en dat midden in Am sterdam. Misschien dat d"t»et hofje waar Sera An- jtadt woont daarom zo ge riefd is bij kunstenaars. Je Aunt er rustig werken en lent toch letterlijk een paar stappen in het vlle stadsleven. schrijfster heeft zich bin- 9 en haar woning nog extra af tscheiden van het stadsru- Rjoer. Achter een kamer- therm staat haar computer. ligt een Van Dale „Meer heb ik iet nodig", verklaart de klei- G£, voor haar leeftijd zeer jong itziende schrijfster. „Als ik 9 jet voor het scherm zit lees ik chfzit te denken in een zetel. Zo chreng ik mijn werkdagen door. vt schrijf eigenlijk altijd, niet ïgaeen omdat ik het graag doe, laar ook om te voorkomen dat Dtijn gedachten met me op de n op gaan. Als ik niet meer zou 9-thrijven zouden die vrij spel en alle herinneringen anln de oorlog en andere slech- episoden uit mijn leven voortdurend naar boven ko men". De personages in 'Een stevig glas' hebben een doeltreffen der methode om hun geheu gen in toom te houden: ze drin ken zich zat of zelfs bewuste loos en weten dp volgende dag vaak niet meer wat ze de avond daarvoor gedaan hebben. Het zijn drinkers, maar van een heel wat steviger kaliber dan de gemiddelde drinkebroeder. „De mensen over wie ik schrijf zijn niet zomaar dronkaards. Je wordt geen alcoholist omdat je veel drinkt, je drinkt veel omdat je alcoholist bent. Ie mand die aan die ziekte lijdt - want dat is het - weet het meestal al bij zijn eerste borrel. Er valt iets van hem of haar af als de alcohol zijn werk begint te doen, het wordt hem 'lichter om het hart', zoals ik schreef. Terwijl een ander drinkt voor de gezelligheid heeft een alco holist drank nodig om niet de pressief te worden". De meeste (levens)verhalen hoorde Sera Anstadt in de Jel- linekkliniek, maar niet alle. „Ik kwam in die tijd geregeld in de kunstenaarssociëteit 'De Kring'. Omdat ze wisten dat ik in de Jellinek werkte, kwamen er soms schilders en schrijvers naar mij toe om over hun drankprobleem te vertellen. Ik zei dan dat ik creatief thera peut was en geen arts, maar ze wilden hoe dan ook hun ver haal kwijt. Het is trouwens meer dan eens gebeurd dat ik ze naderhand als patiënt in de kliniek tegenkwam". Veel alcoholisten worden ver scheidene malen voor een ont wenningskuur opgenomen. „Je zag iemand na%drie maan den gezond weggaan en twee jaar later weer als een wrak worden binnengedragen. Dan had hij of zij het een tijdje vol gehouden en was daarna weer begonnen. Een eindeloze cir kelgang. Je moet echt wat heb ben om de fles te laten staan een gezin, een goede baan maar de meesten hebben dat niet. Het zijn er maar weinigen die het drinken echt kunnen opgeven". Schizofrenie De meeste verhalen in 'Een stevig glas' weerspiegelen dit sombere realisme. Het geeft het boek iets treurigs, maar vooral iets overtuigends. Het zelfde geldt voor haar debuut, 'Al mijn vrienden zijn gek', waarin zij beschrijft hoe zich bij haar zoon de ziekte schizo frenie openbaart en hoe hijzelf en zijn omgeving hiermee in de loop der jaren omgaan. Ook dit verhaal eindigt niet met een wonderbaarlijke genezing, maar met een min of meer lijd zaam aanvaarden. „Ik wil niet moraliseren of de dingen mooier maken dan ze zijn. Ik beschrijf het zoals ik het heb meegemaakt. Zo is ook 'Al mijn vrienden zijn gek' ont £eidóe&oivuvnt VRIJDAG 5 JUNI 1992 staan. Ik las in Der Spiegel een stuk over de Engelse anti-psy chiater Laing, de man die vond dat schizofrenen niet ziek wa ren, maar slechts op een be paalde manier reageerden op de ziek-makende maatschap pij, en dus niet behandeld of verzorgd moesten worden. Kort daarvoor was ik boven dien in Italië geweest waar in het kader van die visie de psy chiatrische inrichtingen waren geopend en alle patiënten op straat gezet. Het was vreselijk om te zien hoe die mensen doelloos rondliepen of gewoon in zichzelf zaten te mompelen en ondertussen maar achter uitgingen, omdat niemand naar ze omkeek, want van eni ge genezing was geen sprake. Dat te zien en dan weer de on zin van Laing te lezen maakte me woedend. Mijn eigen zoon was enkele malen behandeld door psychiaters _van die school, met uitsluitend een verslechtering van zijn ziekte beeld als gevolg. Ik begon toen aan een brief die als aanklacht tegen de zogenaamde anti-psy- chiatrie bedoeld was, maar ik schreef en schreef en de brief werd steeds langer. 'Die kun je nu niet meer versturen,' zei Manuel tegen me. 'Waarom maak je er geen boek van?' Toen ben ik opnieuw begon nen en heb ik dat gedaan". Succes 'Al mijn vrienden zijn gek' werd een enorm succes. In middels zijn er twaalf drukken verschenen en het boek is de bij 'Piper' gepubliceerde Duit se vertaling aan zijn tweede druk toe. „Mijn zoon is nu bij na veertig en heeft het goed naar zijn zin in de inrichting waar hij al jaren verblijft. Door de medicijnen gaat het vaak redelijk goed met hem en is hij helder, maar soms heeft hij een inzinking. Ik heb me er bij neergelegd dat hij zo is en dat dit nooit meer zal veranderen, maar niet helemaal, want soms fantaseer ik nog weieens over wat er van deze begaafde jon gen terecht had kunnen ko men. Je went er alleen aan om dat het stap voor stap is ge beurd, anders zou je zelf sta pelgek worden". Het geleide lijke, het feit dat je tevoren niet weet wat er allemaal gaat gebeuren, ziet Sera Anstadt ook als één van de voornaam ste mechanismen die het men sen zoals zijzelf mogelijk maakte de verschrikkingen van de oorlog te overleven. Joden verkocht „Ik was aspirantlid van de communistische partij. Ik had een onderduikadres gevon den, maar toen een partijfunc tionaris dringend ergens moest worden ondergebracht moest ik mijn plaats aan hem afstaan. Ik ben toen bij Ans van Dijk terechtgekomen, de beruchte verraadster die zo'n negenhonderd joden a zeven vijftig gulden per stuk aan de Duitsers verkocht, onder wie ik. Toen ik werd opgepakt kwam ik eerst in de Hollandse Schouwburg terecht. Daar za ten de mensen gemoedelijk met elkaar te praten: 'Hoe is het met Sam?' en 'Ken jij die- en-die?'. Later in de trein naar- Westerbork waren er zelfs mensen aan het zingen en gi taarspelen. Niemand wist wat er zou gebeuren en ieder dacht: Mij zal niets overko men, ik glip er wel tussen door". Sera Anstadt glipte er inder daad tussendoor. Ze ontsnapte voor de trein in Westerbork aankwam en overleefde, net als haar broer Milo, de oorlog. Hun ouders keerden niet uit Polen terug. In 1930 kwamen de Anstadts naar Nederland. Ze waren niet gevlucht voor het Duitse nazis me, dat nog in opkomst was, maar voor het Poolse anti-se- mitisme dat ook in het aan de Sovjetunie grenzende Lov (Lemberg) heel levendig was. „Milo heeft in 'Kind in Polen' over onze vooroorlogse tijd ge schreven. Als hij in een ver volg door was gegaan met de bezetting zou ik er niet over geschreven hebben, maar om dat hij dat niet deed ben ik in 'Een eigen plek - verhalen van een opgejaagde jeugd' verder gegaan waar hij gestopt is". Nadien is de thematiek van de beide Anstadts steeds meer uit elkaar gaan lopen. „Milo is vaak naar Polen teruggegaan. Hij spreekt de taal ook vloei end en voelt zich Pools, terwijl ik het nauwelijks nog beheers en ook geen enkele binding voelde met Lemberg toen ik er jaren geleden terugkwam". Identiteit Zoals ze zich niet Pools voelt, zo beschouwt ze zichzelf ook niet uitgesproken joods. „En kele weken geleden zat ik in een forum met joodse auteurs als Durlacher, De Winter en Lewin en werd me gevraagd waarom ik zoveel over joden schrijf, of dat met identiteit te maken had. Ik ben weliswaar een jodin en ik schrijf vaak over joden en specifiek joodse problemen, maar dat heeft vooral te maken met het feit dat ik die mensen zo goed ken en aanvoel wat er in hen om gaat. Ik zou ook over protes tanten en katholieken kunnen schrijven, maar mensen met zo'n achtergrond staan toch iets verder van me af dan jo den, met wie ik een hele ge schiedenis en talloze ervarin gen deel. Het joodse geloof speelt daarin echter nauwe lijks een rol. Mijn grootvader was weliswaar koster in een sy nagoge, maar mijn vader was socialist en niet meer gelovig en heeft ons ook niet zo opge voed". Onder andere door het ontbre ken van een echte joodse iden titeit wil Sera Anstadt ook niet op een bepaalde doelgroep vastgepind worden. „Evenmin als mijn romans niet uitslui tend voor joodse lezers be stemd zijn, hoeven 'Al mijn vrienden zijn gek' en 'Een ste vig glas' niet alleen door men sen die met schizofrenen te maken hebben en alcoholisten gelezen te worden". Ondanks het feit dat ze het me rendeel van wat er in haar le ven en om haar heen heeft plaatsgevonden te boek heeft gesteld kan Sera Anstadt niet zeggen dat ze alles ook werke lijk van zich af heeft geschre ven. „Het helpt natuurlijk wel. Het schrijven van 'Een Eigen Plek' bij voorbeeld heeft de herinnering aan mijn jeugd minder schrijnend gemaakt. Ik kan echter nog steeds geen andere romans over de joden vervolging lezen, evenmin al^ andere boeken over schizofre nie zoals dat van mij. Zelfs mijn eigen werk kan ik nauwe lijks voorlezen zonder er door te gaan huilen. De oorlog is al bijna vijftig jaar voorbij, maar in mijn herinnering is het alsof hij gisteren pas geëindigd is". Sera Anstadt: De oorlog is al bij na vijftig jaar voorbij, maar in mijn herinnering is het alsof hij gisteren pas geëindigd is". FOTO: SP kunstenaars erstoren ergadering raadscommissie M ^STERDAM Naar schat tig vijftig kunstenaars heb- onn gisteravond korte tijd de rgadering van de Amster- mse gemeenteraadscom- issie voor kunst en cultuur derbroken. Zij deden dat uit otest tegen de voorgenomen zuiniging van acht ton op t hoofdstedelijk museum idor. Als die korting door at, moet het museum slui- n. In het pand van Fodor zou n het nieuwe vormgevings- stituut moeten worden ge- stigd. Gewapend met een si ne stelde beeldend kunste- ar Peter Giele dat er ruimte oet zijn. voor een stedelijk aseum voor de kunsten in idor. Na de onderbreking rlieten de kunstenaars de al. „Maar we komen terug", lus de actievoerders, jdens de vergadering be- rak de raadscommissie nst en cultuur het eerste ofdstedelijke Kunstenplan, t op 1 januari 1993 voor een riode van vier jaar van acht moet worden. De bij- nkortist werd bezocht door n 150 mensen. In tegenstel- g tot bij eerdere hoorzittin- n, bleef de zaal na de protest- tie niet stil. Uit alle opmer- ngen bleek afkeuring over gang van zaken rondom Fo- 3 0 ltwethouder Bakker zei in er actie op de protesten van de nstenaars dat hij „goed be liep wat er leeft". Hij heeft 3^ arom. afspraken gemaakt a de conservator van Fodor, Wagemans, en de directeur in het Stedelijk Museum, W. gieren, die tevens directeur is in Fodor. Zij zullen nader Jerleggen over de mogelijk- Men voor de voortzetting van functie van Fodor. Gezicht op Kasteel De Haar HAARZUILENS - Haarzui- lens bij Utrecht staat dit jaar in het teken van het 100-jarig be staan van Kasteel De Haar. Het kasteel is gebouwd door de be roemde architect P.J.H. Cuy- pers (1827-1920) die onder meer ook het Rijksmuseum en het Centraal Station in Am sterdam eri kerken heeft ont worpen. Op maandag 15 juni is er een ontvangst in de kasteeltuinen. Baron en baronesse Van Zuy- len van Nyevelt rijden dan, vergezeld door leden van het provinciaal bestuur en van het gemeentebestuur van Vleu ten/De Meern, met koetsen vanaf het gemeentehuis in Vleuten naar het kasteel. Voor de koetsen uit rijdt een door paarden getrokken malle jan met een boom erop. Op de zelfde manier werden honderd jaar geleden de bomen aange voerd voor de aanleg van het kasteelpark onder leiding van tuinarchitect Henri Copijn. Het jubileumprogramma ver meldt verder bomenexcursies met lezingen en een concert door het Trompetterskorps van de Cavallerie (13 juni), een tuinconcert door het Utrechtse kamerorkest Camera ta (14 juni) en een expositie in het souterrain van het kasteel. La ter dit jaar volgen een serie Cuypers-lezingen voor archi tecten en kunsthistorici en een Kerstshow op het Stalplein van het kasteel. AMSTERDAM - Minis ter d'Ancona van WVC heeft gisteren in Amster dam de tentoonstelling 'De Grote Utopie - de Rus sische avant-garde 1915- 1932' in het Stedelijk Mu seum officieel geopend. In haar openingstoespraak zei de minister dat de tentoonstel ling in menig opzicht een sym bool vormt voor de nieuwe ver houdingen in Europa. Dat de expositie, die nog tol; en met 23 augustus duurt, in Amsterdam is te zien, is volgens haar te danken aan de spontane mede werking van de Russische au toriteiten. Ook is het volgens d'Ancona te danken aan het beleid van het Stedelijk Mu seum dat met de grote Male- vich-tentoonstelling in 1988 goede contacten met de colle ga's in uc voormalige Sovjetu nie opbouwde. Dat het museum kon 'De Grote Utopie' kon krijgen is een toe vallige samenloop van omstan digheden. De tentoonstelling was eerder te zien in de Schim Kunsthalle in Frankfurt, en zou daarna doorreizen naar het Guggenheim Museum in New York. Het was de bedoeling dat de expositie de opening zou in luiden van de nieuwe uitbrei ding van het museum. Maar omdat de nieuwbouw vertra ging opliep en het zonde leek om de Russische meesterwer ken op te slaan, kon 'De Grote Utopie' in Nederland worden getoond. In september reist de tentoon stelling alsnog naar het Gug genheim. In 1993 zal een groot deel van de kunstwerken te zien zijn in de Staats Tretjakov Galerie in Moskou en het Minister D'Ancona FOTO-DIJKSTRA Staats Russisch Museum in St. Petersburg. Een groot aantal van de schilderijen is afkom stig uit deze twee musea. Retrospectief De tentoonstelling bestaat uit ongeveer duizend werken, waarvan circa 800 afkomstig zijn uit de voormalige Sovjetu nie. De meeste waren nog niet eerder in het westen te zien. Bekende Russische kunste naars als Chagall, Kandinsky, El Lissitzky, Malevich en Rod- chenko zijn op de tentoonstel ling vertegenwoordigd. Ook is werk te zien van Exter. Filo- nov, Gabo, Kliun, Melnikov, Pevsner, Popova, Puni, Stepa- nova en Tatlin te zien. Over de laatste kunstenaar organiseert het Stedelijk Museum in 1993 een retrospectief. Museumdirecteur W. Beeren maakte, voorafgaand aan de tentoonstelling, bekend dat met het gehele project een be drag van 2,5 miljoen gulden is gemoeid. De meeste schilderij en zien er volgens hem „bui tengewoon fris" uit, omdat de werken die zo briljant waren, ook „briljant werden be waard". Dat laatste onder streepte ook de directeur van het Staats Tretjakov Galerie. Yuri Korolyov. Degenen die de werken hebben bewaard heb ben volgens hem een helden daad verricht, omdat ze gevaar liepen te worden opgepakt. De tentoonstelling noemde hij een „explosie van de menselij ke geest". De tentoonstelling heeft het jaar 1915 als startpunt. In dat jaar waren zowel Vladimir Tat lin als Kazimir Malevich op de laatste futuristische tentoon stelling '0.10 in St. Petersburg met hun werk vertegenwoor digd. Malevich exposeerde er zijn eerste suprematische schilderijen. Tatlin bracht ab stracte reliëfs, gemaakt uit ij- zerdraad, glas, gips en andere onconventionale materialen. Als eindjaar van 'De Grote Uto pie' is het jaar 1932 gekozen, omdat het Centrale Comité van de Communistische Partij toen alle kunstenaars-vereni gingen verbood. De jaren daar voor werd nog volop (werk van de Russische avant-gardisten getoond, maar kregen de rea listisch werkende kunstenaars de overhand. Schilderijen waarin de verworvenheden van de revolutie werden be zongen, voerden de boven toon. Schadelijke formalisme Hoewel Tatlin in 1931 nog de officiële titel van „verdienste lijk kunstenaar van de USSR" kreeg, werd hij aan het eind van de jaren dertig beschul digd van „schadelijk formalis me". Aan de tentoonstelling en bijbehorende catalogus is door een team van 20 wetenschap pers uit de voormalige SU, Duitsland en de VS gewerkt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 17