Toveren met licht
n de geneeskunde
Slechtste leven beter dan een goede dood
Vragen van lezers
LEVEN WELZIJN woensdag 20 MEI 1992 19
Toepassing van de laser in de geneeskunde
begint zo opvallend te worden dat er weieens
uitdagend wordt gesproken over 'toveren met
licht'. Maar betekent dat ook dat er werkelijk
een grote toekomst is weggelegd voor de laser
in het ziekenhuis? Prof. M.J.C. van Gemert,
hoofd van het Laser Centrum van het Acade-
mish Medisch Centrum in Amsterdam, ge
looft van wel. „De laser in de geneeskunde
wordt nog lang niet volop benut".
user steeds meer gebruikt in het ziekenhuis
Dveren met licht' wordt het
•leens genoemd: het werken
et laserstralen in de genees-
uride. „Een klein beetje
erdreven natuurlijk", relati-
ert prof. M.J.C. Van Gemert,
ofd van het Laser Centrum
n het Academisch Medisch
jntrum in Amsterdam,
laar het is niet te veel ge-
gd dat de laser zich leent
or vele verschillende toe-
ssingen. De laser kan wor-
n gerangschikt onder de
eest wonderbaarlijke giften
nde natuur".
>t was Van Gemert zelf die
zijn rede bij de aanvaarding
n het hoogleraarschap in de
ïdische Toepassing van de
serfysica aan de Universi-
t van Amsterdam eind no-
mber vorig jaar uitdagend
term 'toveren met licht' ge-
uikte, niet alleen om hij ly-
jch is over de mogelijkhe-
Jn van de laser, maar ook
idat hij vindt dat de laser
ig lang niet ten volle wordt
Jnut.
ogheelkunde
isers ofwel Light Amplifica-
in by Stimulated Emission
Radiation (lichtversterking
gestimuleerde emissie
in lichtstraling) zijn nu 30
ar beschikbaar, maar in de
ineeskunde is hun plaats
ig relatief bescheiden. De
kendste en meest succes-
11e toepassing is tot nu toe
de oogheelkunde, waar la
irs onder meer worden ge
buikt voor de netvliesbehan
deling van suikterpatiënten
(de zogenoemde nastaar) en
het reduceren van glaucoom
(te hoge druk in de oogbol).
Relatief nieuw, en eveneens
succesvol, is gebruik van de
laser bij het minder zichtbaar
maken of zelfs laten verdwij
nen van wijnvlekken, te grote
bloedvaten die sterk rood
kleuren en die vaak al vanaf
de geboorte aanwezig zijn.
Meestal zijn ze te vinden in
het gezicht, vrijwel altijd zijn
ze een bron van frustratie en
schaamte.
„Het vervelende is dat wijn
vlekken nooit vanzelf verdwij
nen. Ze groeien mee met een
persoon", licht Van Gemert
toe. „Wijnvlekken kunnen
een vervelende bijwerking
hebben, omdat het weefsel
eronder soms sneller groeit
dan normaal. Iemand met een
wijnvlek bij de mond kan bij
voorbeeld een grotere mond
krijgen".
Met behulp van een laser van
5 millimeter doorsnee die geel
licht afgeeft („dat dringt diep
door in de huid") kunnen de
bloedvaatjes als het ware 'ka
pot worden gekookt'. De
'wond' zal genezen en de vaat
jes zullen kleiner van diame
ter worden, waarna de thera
pie wordt herhaald. Een totale
behandeling kan daardoor al
les bij alles wel enkele jaren
duren. Van de toepassing van
laserstralen merkt een ont
spannen patiënt niet zo veel.
„Je kunt het vergelijken met
het gevoel van een elastiekje
op je huid", zegt Van Gemert.
Hoe het resultaat is van de be
handeling? „Lichte wijnvlek
ken reageren meestal goed.
Het komt voor dat een wijn
vlek helemaal verdwijnt."
„Maar", zegt hij er eerlijk ach
teraan, „het gebeurt ook dat-
ie toch blijft zitten. Waarom
weten we niet". Evengoed ziet
de Amsterdamse prof de toe
komst op dit terrein zonnig in.
„Ik geloof erin dat als je er op
tijd bij bent een kind nog voor
de kleuterschool van een
wijnvlek afgeholpen kan wor
den". Bij volwassenen moet
'een inhaalslag' op dit terrein
volgen. „Ik verwacht binnen
enkele jaren betere resulta
ten".
Kanker
Behalve in de oogheelkunde
en bij wijnvlekken wordt de
laser ook nuttig geacht bij de
bestrijding van kanker. Dat
laatste geldt onder meer voor
bepaalde vormen van levertu
moren. Onderzocht wordt, in
het buitenland, of die nauw
keuriger behandeld kunnen
worden met laserlicht, via een
stukje glasfiber dat in het aan
getaste orgaan wordt aange
bracht. Van Gemert verheelt
niet dat de laser in de kanker-
geneeskunde niet de defini
tieve oplossing zal kunnen
bieden, omdat laserlicht
slechts een beperkte 'indring-
diepte' heeft in weefsel en
slechts lokaal inzetbaar is.
„Toch heeft de laser unieke
mogelijkheden. Ten eerste
kan hij een groot oppervlak
intensief belichten, nuttig bij
bijvoorbeeld behandeling van
een blaas, wanneer die is aan
gedaan met een oppervlakki
ge maar wijd verspreide vorm
van kanker. Ook zou je in
principe met behulp van la
sers tumorresten verwijderen
Prof. Van Gemert: „Over tien jaar weten we wat de laser kan in de geneeskunde" foto dijkstra
van delikate structuren, zoals
zenuwen. Maar dit is nu nog
slechts theorie".
Verder kan met de laser slag
vaardig worden opgetreden
bij de behandeling van be
paalde afwijkingen van
kransslagaderen, waarbij het
wonderlijke licht een aanvul
ling kan bieden op een dotter
behandeling bij hart- en vaat
ziekten. Ook de de aanpak
van stenen in de ureter (buis
tussen nier en blaas), blaas,
nieren of in de galwegen is
met de laser mogelijk.
In de toekomst zal daar, is de
optimistische verwachting
van Van Gemert, ongetwijfeld
bijkomen het vakgebied or
thopedie. Inzet van lasers zou
bijvoorbeeld mogelijk zijn tij
dens een kijkoperatie voor
meniscuslijders. „Een andere
klinische toepassing die voor
de deur staat is het lokalise
ren en mogelijk zelfs karakte
riseren van afwijkend weefs
el, wellicht in combinatie met
andere al bestaande diagnose
technieken".
Of er straks echt getoverd zal
kunnen worden met licht?
„Nee. dat zal niet kunnen",
lacht Van Gemert, „maar het
is wel duidelijk dat de laser
heel veel mogelijkheden
heeft. Hoeveel weten we ech
ter nog niet. Zeker is dat het
effect van licht op weefsel be
antwoordt aan de wetten van
de natuur, alleen hebben wij
nog niet al de wetmatigheden
daaromheen kunnen ontdek
ken. Over pakweg tien tot 20
jaar zal zijn gebleken hoever
we kunnen komen met laser
licht".
Grote mensen houden van cijfers.
Antoine de Saint-Exupéry
Baat de gezondheidszorg?
De Franse schrijver Antoine de Saint-Exupéry
heeft misschien wel gelijk gehad, maar toch heb ik
vorige week ontdekt dat niet alleen grote mensen,
maar ook duivels van cijfers houden. Vooral
maar dat lijkt me, zo niet hun taak, dan toch ten
minste hun satanische lust - als ze daarmee
iemand in zijn hemd kunnen zetten. Tot op zekere
hoogte is het mijn eigen schuld. Tijdens het
componeren van mijn verhaal bedacht ik al, dat
het verstandig zou zijn het guldenteken apart en
duidelijk aan te geven. Je weet maar nooit hoe de
verwarring anders toeslaat. In mijn vorige
bijdrage had ik een reactie geschreven op iemands
tegenwerpingen over mijn bijdrage van 6 mei. In
die reactie was sprake van 1500. Daar sta ik nou
in mijn hemd. Daar ga ik dan onderuit. De
duivel, de zetduivel wel te verstaan, heeft me op
de hielen gezeten. Dat is ook zijn duivels werk. Ik
zou de goegemeente hebben gesuggereerd dat de
draagkrachtigen onder ons (om hen alleen was het
begonnen, dat heb ik daarna nog eens
uitdrukkelijk betoogd) in opperbeste
voorjaarsstemming wellicht, zich maar eens van
de royale kant moesten laten zien rondom dat
enorme bedrag. Nee, ik heb hen niet ertoe
aangespoord eens diep in de beurs te tasten.
Integendeel. Ik opperde als plan nu juist royaal
de hand óp de portemonnee te houden. Zodat zij,
ik herhaal de draagkrachtigen, elk vijfhonderd
ik durf nu helemaal geen cijfers meer op dit
papier te produceren) uit konden sparen. En dat
door het kopen van nieuwe kleren dit jaar eens
over te slaan. Zodat elders in de wereld
behoeftigen eens niet dankbaar hoefden te zijn
voor onze afdankertjes, maar ook gloednieuw
onder de zon konden lopen. En nu krijg ik de
komende dagen vermoedelijk de volle laag.
Tenslotte, prachtig al dat idealisme, maar dat
mag niet ontaarden in een gemis aan
realiteitszin. Dus, geachte lezers van de voorbije
columns, duidt het mij niet euvel, maar de duivel,
dat de suggestie is gewekt, dat ik zoiets als
vijftienhonderd gulden nee hoor, mij n iet meer
gezien met cijfers in de krant!) uit de zak van
welgestelde lezende Nederlanders heb willen
kloppen.
Wie journalistiek bedrijft, kan het weten. Altijd
ligt de duivel (de zetduivel dus) op de loer. Het
probleem daarbij is echter, dat je in de meeste
gevallen niet eens kunt vermoeden, laat staan
voorspellen, wanneer hij je te grazen zal nemen.
Zo duivels is hij. Maar ik wil de lezers dezes eerlijk
bekennen, dat ik zelf dom ben geweest; en
ongehoorzaam. Tenminste te goed van
vertrouwen. Want toen ik die vijfhonderd gulden
op mijn schrijfpapier vlijde, zei een heel dun
stemmetje in mij - o gestrafte ben ik, die niet
naar mijn engelbewaarder heb geluisterd - „Pas
op, dat gaat mis. Zo moetje dat niet schrijven"
Mijn jongste zoon, juist hier aangewaaid, heeft
om deze geschiedenis hartelijk moeten lachen.
Gelukkig. Dat hielp me over mijn duivelse woede
heen.
Idoor
GERRIT JAN VAN OCHTEN, apotheker
Vraag: kunt u mij meer informatie geven
over het middel Twardy (tegen artrose)
en overChien Pu Wan?
Antwoord: Twardy zou gebruikt kunnen
worden voor de opbouw van gewrichts
kraakbeen. Chien Pu Wan zijn kruiden
die worden aanbevolen voor stramme en
stijve spieren. Aangezien ik beide pro-
dukten niet kan aanbevelen, omdat er
naar mijn idee te weinig onderzoek naar
is gedaan, verwijs ik lezers door naar de
fabrikant. Het gaat hier om niet-geregis-
treerde produkten. Dat betekent dat we
praten over niet-geneesmiddelen. Twar
dy: 020-6156262 en Chien Pu Wan: tel.
04242-84976. Persoonlijk vind ik dat dit
soort produkten te veel beloven en dus
valse hoop geven.
Vraag: ik gebruik schildklierhormonen,
maar dit zou af te raden zijn. Zijn kelpta-
bletten die jodium bevatten beter?
Antwoord: Als men problemen heeft met
de schildklier en de arts schrijft schild
klierhormoon voor dan is het noodzake
lijk deze hormonen in te nemen. In zo'n
geval maakt het lichaam te weinig of
geen hormoon meer aan. Dit tekort kan
via medicijnen op peil worden gebracht.
Kelptabletten zijn onvoldoende werk
zaam en mogen nooit ter vervanging die
nen van schildklierhormonen. Dit kan
zelfs levensbedreigend zijn.
Vraag: wat zijn de oorzaken van hoofd
roos en wat is er aan te doen?
Antwoord: (pytiriasis capitis) is een
stoornis in de hoofdhuid met overmatige
schilfering en een verhoogde talgklieraf-
scheiding. Vaak is er sprake van jeuk.
Krabben moet worden vermeden omdat
de huid dan nog meer gaat schilferen. Is
de hoofdroos een onderdeel van een vet
te huidaandoening dan is een goede
haarverzorging van groot belang. Hoofd
roos kan het beste worden behandeld
met een anti-roosshampoo. Voorkeur
hebben de produkten met zinkpyrithion
of eventueel seleensulfide. Merken zijn
Zinkan Shampo en Selsun. De werking
berust op remming van de celgroei en
schimmeldodende werking. Lees de bij
sluiters goed!
Vraag: zijn Becelprodukten in deze tijd
van hart- en vaatziekten beter voor de
mens?
Antwoord: hart- en vaatziekten kennen
zeer veel oorzaken: roken, te weinig be
weging, hoge bloeddruk, te veel choleste
rol in het bloed, enzovoort. Becelproduk
ten bevatten meervoudig onverzadigde
vetzuren die een positief effect hebben
op het cholesterolgehalte van het li
chaam. Ze passen in een cholesterol ver
lagend dieet. Ze zijn echter een klein on
derdeel van alle maatregelen die een
mens moet nemen om gezond te blijven:
bewegen, gezond eten, niet roken, enzo
voort. In de apotheek zijn folders te ver
krijgen over gezond eten, bijvoorbeeld
over de actie Let op Vet.
Idoor
JAN PAALMAN, arts
De Goede Oude Tijd is
vooral een produkt van
ons slechte geheugen.
Een dikke honderd jaar
geleden, zo rond 1875,
leefden mensen gemid
deld niet langer dan 40
jaar. Kom er nu eens om.
De gemiddelde man heeft
nu een levensverwach
ting van 73,5 jaar, en
vrouwen het echt ster
ke geslacht leven nu
gemiddeld 79,5 jaar.
Daarvoor stoppen we van elke
gulden die we verdienen bijna
een dubbeltje in de pot van de
gezondheidszorg, met 50 mil
jard gulden de op een na
grootste portemonnee van Ne
derland. Krijgen we ook waar
voor ons geld? Dat nu is in
medische kringen een tame
lijk omstreden zaak. Vreemd,
want je zou toch denken dat
ons lange leven voornamelijk
het gevolg is van het enorm
toegenomen medisch kunnen
en kennen. Dat is niet zo. De
Engelse sociaal-geneeskundi
ge McKeown toonde in 1976
aan, dat de gezondheidszorg
maar een beperkt aandeel
heeft gehad in de dramatische
sterftedaling tussen 1850 en
1970.
Driekwart van die sterfteda
ling kwam op rekening van
een gedaalde sterfte aan infec
tieziekten en die werd niet
veroorzaakt door betere medi
sche zorg. Door wat dan wel?
Zo'n honderdvijftig jaar gele
den heerste er grote armoede,
mensen leefden opeengepakt
in krotten, riolering was er na
genoeg niet, net zo min als
schoon water. In 1872 schreef
de geneeskundig inspecteur
Ali Cohen: „We hebben in Ne
derland alom publieke wate
ren, die ook tot drinkwater
strekken en waarin krengen
en excrementen ronddrijven,
paarden- en menschenurine
afvloeit, privaten en riolen
zich ontlasten".
Tyfus, cholera, tbc en ook ma
laria kwamen toen in Neder
land rijkelijk voor. Aan deze
„meer dan half-barbaarschen
toestand" kwam een einde
door betere behuizing, de aan
leg van riolering en door
schoon water uit de kraan.
Duivels
Het eten van 'lijnprodukten' is maar een klein onderdeel van alle maatregelen die een
mens moet nemen om gezond te blijven: bewegen, gezond eten, niet roken, enzovoort.
foto:pr
Kortom, gezondheid is vooral
een gevolg van welvaart.
McKeown kon dat ook met cij
fers aantonen. Driekwart van
de daling in sterfte aan infec
tieziekten, de grote 'killers'
van die tijd, vond plaats voor
dat men er medisch echt iets
aan kon doen.
Toen inentingen en de ziekte
kiem-dodende antibiotica hun
intrede deden was het groot
ste leed eigenlijk al geleden.
Een paar jaar geleden kreeg
het geloof in het medische al
vermogen een nieuwe klap. In
onze moderne tijd hebben
hart- en vaatziekten het vaan
del van de infectieziekten
overgenomen als doodsoor
zaak nummer één. En ziekten
van hart en vaat, maar dat
weet u al, krijg je door te wei
nig bewegen, en te veel en te
vet eten. Dus minder vet eten,
lichaamsbeweging en het te
rugdringen van het te hoge
cholesterol zou die sterfte
moeten kunnen terugdrin
gen.
Dat doet het ook, maai', zo be
weerden de onderzoekers
McCormick en Skrabanek in
een geruchtmakend artikel in
een Amerikaans vakblad,
daarmee verandert de totale
sterfte niet. „Bij de discussie
over cholesterol", zei onlangs
de voedingsdeskundige prof.
Katan, „gaat het voor een deel
over de keuze of iemand op
zijn 76ste sterft aan een hart
infarct of op zijn 77ste aan
kanker". Dit noemt men wel
'vervangende sterfte': word je
niet gebeten door de hond van
het hartinfarct, dan krijgt de
kat van de kanker je wel te
pakken.
Voordat u nu alle geloof in de
medische wetenschap ver
liest, de nieuwe professor in
de sociale geneeskunde aan
de Erasmusuniversiteit in
Rotterdam, dr. J.P. Macken-
bach, heeft een wat zonniger
visie. Volgens hem heeft de
gezondheidszorg meer bijge
dragen aan het verlengen van
de levensduur dan algemeen
wordt gedacht. In 1988 promo
veerde hij op net zo'n onder
zoek als de sombere Mcke-
own. Maar terwijl Mckeown's
analyse van de sterftecijfers
eindigde in 1970, gaat Mac-
kenbach door tot 1984, en in
die tijd heeft de geneeskunde
niet stil gestaan.
Daling
Wat leverde dat op? Vooral
een daling van 'vermijdbare
sterfte', sterfte die nu wel (of
beter) kan worden behandeld
en vroeger niet. Operaties aan
de galwegen zijn stukken vei
liger geworden, een gebroken
heup kan men beter opereren,
men kan nu hartkleppen ver
vangen, aangeboren hartge-
breken repareren en bij een
aantal kankers is het sterfte
cijfer drastisch teruggelopen.
Enzovoort. Vooral bij de be
handeling van jeugdkanker
heeft men spectaculaire resul
taten geboekt. Neem leuke
mie. Dat Jkomt bij kinderen
gelukkig niet veel voor (400
gevallen per jaar), maar elk
kind dat met succes wordt be
handeld krijgt er zo'n 70 jaar
aan leven bij. Sinds 1950 heb
ben mannen 2,5 jaar langer te
leven en vrouwen 6,5.
Mackenbach becijferde dat bij
mannen die winst geheel door
een verbeterde gezondheids
zorg veroorzaakt wordt. Bij
vrouwen kun je 4 van de 6,5
jaar op de rekening van de ge
zondheidszorg schrijven. Ook
van die 'vervangende sterfte'
(geen hartinfarct, dan kanker)
kon hij geen aanwijzingen in
de statistieken terugvinden.
Mackenbach schat, anders
dan McKeown, dat de gezond
heidszorg sinds 1875 voor zo'n
10 tot 20 procent, aan de ver
lenging van onze levensduur
heeft bijgedragen. De rest was
het gevolg van welvaart en al
gemeen hygiënische voorzie
ningen. McKeown had dus
niet zozeer ongelijk, hij was
alleen veel te somber.
Zieke jaren
Maar daarmee zijn we er nog
niet. „Hoewel een stijging van
de levensverwachting tot voor
kort zonder meer als vooruit-
„Meer
gezonde
jaren erbij,
maar ook nog
meer zieke".
foto:
stephen
evenhuis
gang werd gezien", zo stond er
een half jaar in het Neder
lands Tijdschrift voor Genees
kunde te lezen, „lijkt men de
laatste tijd wat minder zeker
hiervan te zijn, want de ouder
dom komt met gebreken. Is
die vrees terecht? Zijn de ex
tra jaren die ons ten deel val
len inderdaad voor een (groot)
deel 'ongezonde'jaren?"
Het lijkt er op dat de 'gezonde
levensverwachting', de jaren
dat je zonder invaliderende
kwalen door het leven kunt
stappen, inderdaad toeneemt.
Maar, helaas, het aantal jaren
van minder goede gezondheid
neemt iets méér toe. „Dat be
tekent bij een stijgende totale
levensverwachting: meer ge
zonde jaren erbij maar nog
meer zieke jaren erbij." Dit
gegeven is een nachtmerrie
voor de gezondheidsstrate
gen. Want Nederland vergrijst
dubbel: er zijn steeds meer
oudere mensen, oudere men
sen worden steeds ouder, dus
Nederland wordt steeds meer
ziek en wie zal dat betalen?
„Zou het niet beter zijn om le
ven aan de jaren toe te voegen
in plaats van jaren aan het le
ven?", zo vroeg een deskundi
ge zich af. „Bijt de geneeskun
de zich niet in eigen staart?".
Daar kun je heel verschillend
over denken. Ik troost me
maar met het joodse spreek
woord dat het slechtste leven
beter is dan een goede dood.