ïeuwe roman van ard Ruyslinck rwekt schandaal Vlaanderen Leven en persoon van Mahler getekend door tijdgenoten Huwelijkssatire in briefvorm BOEKEN/PLATEN 19 LueGoivta/ni IEN KUYPERS rel Ward Ruyslinck al als een 'oude rot' in laamse letteren mag n, kunnen zijn boe- steeds voor heel ipschudding zorgen, nieuwe roman, 'De Ituin', die hij samen ijn vriendin, de dich- Monika Lo Cascio, ef, vertelt in brief- het verhaal van de ide auteur Simon en xie-journaliste Clau- ie een verhouding aar hebben. ikelijk is deze geheim, ze beiden getrouwd zijn ■""^Jtvan plan zijn hun part- verlaten, maar na ver in tijd lekt uit dat ze iets kaar hebben en raken V* huwelijken pas goed in I van ontbinding. Simon udia worden zo op den vel gedwongen met el- e gaan samenleven. Op :OTO it eindigt het boek. kt de vervolmaking van rjn ote liefde, maar het zou 5 <4 -t begin van een nieuwe gen-oorlog tussen twee iwde mensen kunnen i da ant 'De Speeltuin' is in ist m 5te plaats een aanklacht om het huwelijk als insti- i ko| [en thema dat eerder in jezelm zestig dan negentig n h oort, maar dat veel re nd i iten toch hun pen in gif i eei doen dopen, omdat die nek en Lo Cascio hun ei- es v levenissen als uitgangs- /an ebben genomen en één ide scheidingen in wer- le ca ieid eindigde met zelf- izet .namelijk die van Ruys- •taal vrouw. adii leeltuin' is een schan- on worden, maar om rede- weinig met het boek maken hebben. De uit vindt het allemaal pri- nnen een maand na ver is er al een tweede p de markt. zusters enlang in het bosrijke e Putte, nabij Antwer- hebben gewoond, deelt nek nu met Lo Cascio mgalow in Meise, een ijk voorstadje ten noor- Brussel. Her en der eid in de woonkamer zit- liggen zeven katten, ider één bonkige Siame- er en drie kittens die e drie zusters van Tsje- ijn genoemd, ïuyslinck en Monika Lo ontvangen me zeer ij met licht alcoholische jes en zware Gauloises. ifdzakelijk niet-literaire Ügst van 'De Speeltuin' Ruyslinck weinig zor- naar Lo Cascio des te ebben kort na het ver in van de roman de hele edenis, zoals die zich in ykheid heeft afge- uit de doeken gedaan tijdens een interview op de Vlaamse commerciële televi sie, en verder wilden we er dan niet meer over praten", zegt ze. „Dat interview heeft echter het balletje aan het rollen gebracht en sindsdien wordt in bijna elk vraaggesprek of artikel de fic tie gelijkgesteld aan de reali teit. Op veel punten lopen die echter volledig uit elkaar. De man van Claudia is bijvoor beeld een Siciliaan, net als mijn ex-man. maar in tegen stelling tot mijn vroegere echt genoot ook een macho van de ergste soort". De vrouw van Simon lijkt zelfs helemaal niet op zijn ex- vrouw, zegt Ruyslinck. „Mijn vrouw was van het zorgzame, rustige type, die in het boek is echter een zelfingenomen ou der wordende actrice die er de ene na de andere minnaar op nahoudt. De enige overeen komst is dat Simon met een vrouw samenleeft met wie hij al jaren geen enkel fysiek of geestelijk contact meer heeft". Soort therapie De klassieke manier waarop beide auteurs elkaar leerden kennen en in de jaren daarna hun verhouding gestalte ga ven, klopt echter wel met die in het boek. In 1980 interview de Lo Cascio Ruyslinck voor het door haar uitgegeven lite raire blad 'Anderland' en raak te in meer dan één opzicht in zijn ban. In de negen jaar na dien zagen ze elkaar op onge regelde tijden, meestal wan neer Monika Ward met haar auto naar een lezing bracht. „We hadden het zo kunnen la ten", zegt Ruyslinck, „maar mijn vrouw ontdekte op een gegeven moment dat deze re latie veel verder ging dan een onschuldige platonische ver liefdheid en dat kon ze niet verdragen. Ik had nog gehoopt dat ze genoegen zou nemen met een LAT-relatie tussen Monika en mij, maar helaas, ze maakte aan alles een einde". De zelfmoord kwam onver wachts en als een grote schok. „Dat boek zijn we dan ook be gonnen om alles van ons af te schrijven, als een soort thera pie. De zelfmoord hebben we er echter uitgelaten, niet al leen omdat we er niet over konden schrijven, maar ook omdat het van 'De Speeltuin' een draak van een melo-drama zou hebben gemaakt. De critici die ons dat kwalijk nemen, zien dat eenvoudigweg niet". Wat het schrijven zelf betreft was de overgang van werke lijkheid naar fictie zeer vloei end. „We schreven elkaar spo radisch liefdesbrieven", ver telt Lo Cascio, „en toen we het concept voor 'De Speeltuin' hadden, hebben we de volgen de brieven gewoon met Simon en Claudia ondertekend. We kropen zogezegd letterlijk en figuurlijk in de huid van onze personages". Prozadebuut Voor Lo Cascio is 'De Speel tuin' haar prozadebuut. Ze heeft de afgelopen tien jaar echter reeds drie dichtbundels gepubliceerd, waarvan de laat ste, 'Slapeloze Nachten', in 1989 bij uitgeverij Houtekiet verscheen. De last van de ge heimhouding en de schaars heid van het contact is duide lijk in deze gedichten te be speuren, bij voorbeeld wan neer de schrijfster klaagt dat ze haar geliefde zo slecht kent: 'Ik ken alleen/de rook van je si garet/en je bezorgde stem/er gens op een snelweg/wanneer er nog steeds/geen benzinesta tion in zicht is'. De 47-jarige Lo Cascio studeer de Frans en Italiaans in Leu ven en werkte vele jaren als mode-journaliste. „Als zodanig probeerde ik af en toe mode met literatuur te verbinden. Zo liet ik eens gedichten op T- shirts aanbrengen, wat me in de pers het dubieuze compli ment opleverde dat ik de 'meestgelezen boezem van Vlaanderen' had". Het ergert haar dan ook dat veel recensenten en intervie wers geen oog meer voor haar hebben. „Sommigen beweer den ronduit dat Ward hele de len van mijn tekst geschreven heeft of dat ik me in mijn stijl volledig door Ward liet inspire ren. In werkelijkheid heeft ie der evenveel geschreven en heeft Ward er juist voor ge waakt mij te corrigeren of dic teren. In de meeste tot nog toe verschenen interviews wordt alle informatie over de samen werking weggelaten, vaak kom ik er zelfs helemaal niet in voor, terwijl ik wel heel de tijd aan het gesprek had deel genomen. Op de één of andere manier dirigeren die journalis ten mij in hun artikel al na en kele zinnen naar de keuken". Geëngageerd Het is dan ook niet makkelijk naast een bekend schrijver als Ward Ruyslinck te staan. Met Jos Vandeloo en Jef Geeraerts hoort hij al jaren tot de top van de na-oorlogse Vlaamse litera tuur. De in 1929 als Raymond de Belser ter wereld gekomen Antwerpenaar debuteerde in 1948 met een in eigen beheer uitgegeven poëziebundel en brak negen jaar later met zijn novelle 'De Ontaarde Slapers' door bij kritiek en publiek. 'Het reservaat' (1964), 'De Paardevleeseters' (1965), maar vooral het beroemd geworden 'Wierook en Tranen' (1958) ver stevigden zijn reputatie. Veel van zijn romans en verha lenbundels werden in het Frans en Engels vertaald, en kele door de BRT verfilmd. Het werk van Ruyslinck is sterk sociaal geëngageerd. In veel van zijn verhalen spelen maatschappelijke outcasts de hoofdrol, paria's die het tel kens weer afleggen tegen de onderdrukkingsmechanismen van de gevestigde orde. In een novelle als 'Wierook en Tranen', die beschrijft hoe twee Antwerpse kinderen hun huis en ouders en tenslotte el kaar verliezen in de chaos van de oorlogsdagen van mei 1940, is zijn stijl nog zeer realistisch, in later werk ontpopt hij zich Ward Ruyslinck. steeds meer tot een satiricus. In het onlangs als pocket her drukte 'De Karakoliërs' (1969) bij voorbeeld, beschrijft hij aan de hand van een staatsbezoek van een president van een fic tief Derde-Wereldland aan Bel gië op uiterst komische, maar ook bijtende wijze hoezeer de westerlingen nog steeds op hun vroegere kolonialen neer kijken. „Het feit dat ik mijn engage ment altijd uitdrukkelijk als sociaal en niet als politiek heb ervaren was de oorzaak voor mijn terughoudendheid in po litiek opzicht. Vooral links heeft mij geregeld proberen in te lijven, maar ik heb me daar steeds tegen verzet omdat ik het als een inperking van mijn schrijverschap beschouwde. Het weerhield me er echter niet van me te blijven inzetten voor typisch linkse acties, zo als die tegen de censuur". Van censuur heeft Ruyslinck zelf trouwens ook eenmaal ernstige schade ondervonden, en wel omdat iemand meende dat hij zich politiek geënga geerd had. In 1970 maakte hij samen met de filmer Jan Pol- laert een reis naar de Argen tijnse hoofdstad Buenos Aires. Ze filmden er zowel de rijke buurten als de krottenwijken. „Het was een zeer contrastrij ke film geworden die tijdens de boekenbeurs vertoond zou worden. Ik nam deze zolang mee naar huis. Een paar dagen voor de vertoning belden er twee kerels aan die zeiden dat ze van het ministerie van justi tie waren en dat dit de film opeiste. Ik gaf hem mee, maar werd naderhand toch wat wan trouwig en deed navraag bij het ministerie. Er bleek dat niemand tot die inbeslagname opdracht had gegeven. De twee mannen waren er onbe kend. Ik heb de film nooit meer teruggezien". Kniezen Ruyslincks politieke terug houdendheid heeft hem geen windeieren gelegd. Hij wordt in alle maatschappelijke kam pen gelezen, inclusief in dat van de katholieken, ondanks het feit dat veel van zijn boe ken een uitgesproken anti-cle- ricaal karakter hebben. In feite kan hij al vele jaren van zijn pen leven. Toch heeft hij tot zijn vervroegde pensionering als curator van het Antwerpse Plantin Moretusmuseum, en kele jaren geleden, gewerkt. Waarom bleef hij ambtenaar terwijl het niet nodig was? „In de eerste plaats was het een prettige baan, die me ge noeg tijd en energie voor het schrijven liet, en in de tweede plaats was ik bang dat ik de één of andere dag bij het pu bliek uit de gratie zou zijn. Er zijn tenslotte genoeg schrij vers in de vergetelheid ge raakt. Dan kon ik altijd nog met mijn pensioentje zitten kniezen". Het ziet er echter niet naar uit dat dit met Ward Ruyslinck zo snel zal gebeuren. De literaire toekomst van Monika Lo Cas cio lijkt wat onzekerder. „Ik heb tot voor kort gewerkt als pers-attaché voor verschei dene ambassades, omdat ik de mode-journalistiek hartgron dig beu was geworden, maar de komende jaren wil ik me meer aan het schrijven wijden. Het liefst zou ik dat weer sa men met Ward doen. Ik heb bij voorbeeld ideeën voor een ro man, samengesteld uit dag boekfragmenten, waarin ieder van ons weer vanuit een man nelijk of vrouwelijk personage schrijft". Ruyslinck is echter alweer met een nieuw boek bezig. „Hoe wel het samen schrijven mij goed bevallen is, zie ik 'De Speeltuin' toch in de eerste plaats als een experiment. Ik sluit niet uit dat we nog eens samen een boek zullen schrij ven, maar voorlopig zit het er wat mij betreft niet in". Ondanks het samenwonen blijven het dus gescheiden li teraire carrières, tenzij het duo Ruyslinck Lo Cascio zich toch ontpopt tot een soort Vlaamse Sjöwahl-Wahlloo. Dan zou 'De Speeltuin' de wieg van een hele reeks romans worden. Prachtig begin nieuwe componistenserie vensfase daarvóór allesverkla- rend 'Kindertotenlieder' heet. Een mooi, helder, origineel boek heeft samensteller Nor man Lebrecht ervan gemaakt, in die prachtige Engelse bio grafietraditie. Zelf zegt Le brecht in principe niet zo veel, maar hij stuurt de lezer door het leven van Gustav Mahler via brieven, krantenartikelen, biografieën, persoonlijke aan tekeningen, van mensen die Mahler van zeer dichtbij of soms bij toeval hebben ge kend. In het voorwoord ver klaart hij het aldus: „Zijn com plexiteit heeft psychiaters, bio grafen, romanschrijvers gefas cineerd. Dit boek is bedoeld als een simpele handleiding tot de persoonlijkheid van Mahler, een hulpmiddel om dit nog maar half ontgonnen terrein met zijn adembenemende con touren wat uitvoeriger te ver kennen". Zoals al aangegeven, is het boek ingedeeld naar aan aan tal levensperioden van Gustav Mahler. Een heel reële en alge meen wel aanvaarde methode. Per levensperiode begint Le brecht met een chronologisch overzicht van die periode. Links de data Mahler betref fende, rechts de parallele his torische gebeurtènissen. Al leen zulke overzichten al ge ven je de mogelijkheid een le ven als een film op te roepen in zijn historische contekst. In verbinding met oorlog en vrede, andere beroemde tijd genoten, gebeurtenissen in de culturele wereld. Voorbeeld uit het eerste deel, getiteld 'Lieder eines fahrenden Gesellen': 1876 links - Mahler wint in juni op het conservatorium, met de Sonate in a van Schu bert, een prijs voor zijn piano spel; 1876 rechts - Eerste op voering van de Ring van Wag ner in Bayreuth, Mark Twain: Tom Sawyer. Dan volgt bij elk citaat een annoterende plaats bepaling van de geciteerde persoon in het leven van Mah ler. En natuurlijk achterin be halve het register een redelijke annotatie omtrent het 'aange sneden materiaal'. Het boek levert ongelofelijk veel prachtige citaten kunnen opleveren en voor een knies oor natuurlijk ongelofelijk veel kritiek. Want Norman Le brecht kiest natuurlijk, kiest ook partij, die van Mahler om precies te zijn, en dat is zijn goed recht. Wat hem niet 'doof maakt voor kritiek op de com ponist: hier en daar mag ook iemand kritisch zijn. Mag ani mositeit doorschemeren, mag een collega zeggen Mahlers muziek maar niks te vinden. En Alma Mahler komt niet aan bod alvorens is vastgesteld 'dat nu wel algemeen aanvaard is dat haar biografie behoorlijk gekleurd en weinig objectief is'. Bij die citaten ook nog nim mer gepubliceerd materiaal, zodat ingesleten platitudes kunnen worden gewogen door geheel nieuwe opinies en erva ringen. In dat opzicht is Nor man Lebrecht succesvol aan het snuffelen geweest. Duidelijk moge zijn, dat de se rie 'In de Spiegel van zijn Tijd' de andere luxe componistense rie van Gottmer niet in de weg loopt. Waar de zuurtjeskleuri- ge componistenreeks een vol ledig geannoteerde en geïnter preteerde muziekencyclopedi- sche muziekstudie omtrent één componist is, daar is 'In de Spiegel' een prettig leesboek, met wetenschappelijke waar de, over de persóón van de componist. Hier dus geen an noterend overzicht van zijn oeuvre, geen lexicon met pla ten en cd's, maar 'Meer dan tachtig vrienden, collega's, cri tici, zangers, musici en familie leden' aan het woord, om de achterflap even te citeren. De oorspronkelijke uitgave ver scheen overigens bij Faber Faber. Het lezen van 'Mahler' in stuk jes en beetjes deert nauwe lijks. De opzet leent zich er voor: 's avonds in bed bijvoor beeld die prachtige schilder achtige en vermakelijke Mah- ler-beschrijving van Alfred Roller consumeren. En wat zei Stephan Zweig ook alweer? Register: 17, 18, 249. We pak ken bladzijde 249; dat bete kent de laatste periode van Mahler, getiteld in het boek 'Ich bin der Welt abhanden ge- ARCHIEFFOTO kommen'- Z°als MahlCTS Ie" Norman Lebrecht; In de Spiegel van zijn Tijd - Mahler; Uitgeverij J.H. Gott- mer/H.J.W. Becht BV, Bloemendaal; prijs 37,50. Het kennelijke succes van de fraaie en erudiete com ponistenreeks van Gott mer heeft de uitgever ge ïnspireerd tot een nieuwe serie over componisten. Titel van de serie: 'In de Spiegel van zijn Tijd'. Het zij gelijk maar gezegd: als de komende delen over Satie, Gershwin, Bartók en Debussy net zo won derschoon worden als het eerste deel over Mahler, worden het 'hebbedinge tjes'. VRIJDAG 15 MEI 1992 Ward Ruyslinck Monika Lo Cascio: 'De Speeltuin' (roman), Uitgave Man- teau, 1992,149 blz. Prijs 24,90. I Wanneer een doorgewinterd auteur met een onervaren schrijfster gaat samenwerken, lopen ze het gevaar dat het re sultaat ofwel beneden het peil van de andere werken ligt of wel de inbreng van de begin nelinge volledig wordt wegge drukt. De kans op een even wichtig boek lijkt in ieder ge val gering. Toch is 'De Speeltuin' niet uit sluitend Ward Ruyslincks ro man geworden. Zeker, de maatschappijkritiek en de soms wat bittere humor zijn ty pisch als de zijne te herken nen, maar ook de inbreng van Monika Lo Cascio is eruit te destilleren. De brieven van Claudia, die zij geschreven heeft, hebben een duidelijk andere stijl dan die van Simon, die Ruyslinck voor zijn reke ning nam. Haar humor is wat milder, terwijl tegelijkertijd haar beschrijvingen van perso nages juist wat ironischer zijn. Ze heeft zich hoe dan ook aar dig kunnen handhaven in dit eerste werk van hen beiden. De succesvolle schrijver Si mon heeft aan het begin van het verhaal al een tijdlang een verhouding met de veel jonge re mode-journaliste Claudia. Hoewel beiden erg verliefd op elkaar zijn, koesteren ze toch niet de wens om te gaan sa menwonen, niet alleen omdat ze al getrouwd zijn, maar ook omdat ze elk hebben meege maakt hoe het instituut van het huwelijk de romantische liefde uiteindelijk kan doen af sterven. De vrijheid die ze in hun huwelijk zo missen, ho pen ze in hun verhouding te kunnen vinden en vooral be houden. Zowel Simon als Claudia is ge trouwd met iemand die het niet kan verkroppen dat er een derde in het spel is. Jozefa, de vrouw van Simon, is een ouder wordende actrice, wier carrière over haar hoogtepunt heen is. Ze geeft niets meer om haar man, maar is verkikkerd op de status van kunstenaarsvrouw en vreest bovendien de een zaamheid van de ouderdom. Claudia's echtgenoot, Sandro, is een Italiaanse macho die na bijna twintig jaar nog altijd geen Vlaams spreekt en vindt dat zijn vrouw zich te zelfstan dig gedraagt en te weinig aan dacht aan hem schenkt. Jozefa wisselt bovendien de ene na de andere minnaar af, terwijl San dro op elk feestje een nieuwe scharrel opduikt. Het even wicht tussen de karakters is zeer goed gevonden. Op het eerste gezicht nemen Jozefa en Sandro totaal andere stand punten in dan Claudia en Si mon, maar in wezen hebben ze meer met hen gemeen dan dat ze van hen verschillen. De twee hoofdpersonen nemen hun vrijheid zonder hun huwe lijk te verbreken, de twee bij personen doen in principe het zelfde. Ze zitten alle vier in hetzelfde zinkende (huwelijks) bootje. Met elke brief blijkt er meer haat en nijd tussen de vier huwelijkspartners en wordt het verlangen van Simon en Claudia toch maar met elkaar te gaan samenwonen evenre dig groter. Tot op het laatst in beide huisgezinnen de bom barst en met veel geschreeuw en gesmijt van deuren de laat ste band verbroken wordt. Aanklacht 'De Speeltuin' lijkt in de eerste plaats een romantisch verhaal over een grote liefde, maar is eigenlijk vooral een aanklacht tegen het huwelijk. Wie het in terpreteert als een romance zal de uiteindelijke beslissing van Simon en Claudia om te gaan samenwonen als een happy end zien, wie het boek vooral als satire beschouwt, begrijpt dat de ogenschijnlijke over winning in feite het begin van de volgende nederlaag is. De romantische liefde is een ide aal dat niet bestand is tegen de kaalslag van de dagelijkse schermutselingen waaruit een huwelijk bestaat, een inzicht dat gesymboliseerd wordt door de miskraam die Claudia heeft als ze in verwachting is van een kind dat Simon bij haar verwekt heeft. De briefroman is niet de gemakkelijkste vorm en als het dan ook nog om lief desbrieven gaat, is het risico dat ze vervelend worden nog groter. Desondanks zijn de bei de auteurs erin geslaagd een vlot leesbare satire te schrij ven. Het zal zeker niet de lite ratuurgeschiedenis ingaan als Ruyslincks belangrijkste werk en ook niet geboekstaafd wor den als het debuut van het jaar, maar een geslaagd experi ment mag het worden ge noemd. Dave Hole mist juiste sfeer De vanuit Australië opereren de Engelse bluesgitarist Dave Hole was een van de smaakmakers op het recente bluesfestival in Groningen. Hole is zeker geen vernieu wer, maar maakt dankbaar gebruik van de sporen, die mensen als John Lee Hooker en B.B. King hebben achter gelaten. Live, als hij druk in de weer is met zijn slide-gi- taar levert dat prachtige mo menten op, maar op zijn de- buut-cd Short Fuse Blues (Provogue) kost het hem meer moeite de juiste sfeer te scheppen. Nutteloze covers als Fleetwood Mac's Alba tross en Hendrix' Purple Haze zijn daar mede de oor zaak van en het te voor de hand liggende repertoire van giganten als Elmore James en Robert Johnson doet de rest. Gelukkig heeft-ie nog z'n gitaar. Chris Daniels Hetzelfde manco doet zich 'n beetje voor bij Chris Daniels The Kings, hoewel hun me lange van blues, soul en funk op de derde cd In Your Face (Provogue) feestelijker klinkt dan op de voorganger That's What I Like About The South. Zanger/gitarist Chris Daniels weet nu beter weer te geven waarom zuidelijke mu ziek zo swingend kan zijn (al is hij nog geen Southside Johnny...), mede dankzij de inzet van een drietal horny guys, maar je kunt je er bin nenkort zelf van verzekeren dat Chris Daniels live 'n stuk- kie leuker is. They Might Be Giants Wat doe je als je vrolijk van lijf en leden bent en jezelf en je omgeving vooral niet al te serieus neemt? Dan zoek je een gelijkgestemde makker en noem je jezelf'They Might Be Giants'. En inderdaad: twee jaar terug zou dit duo ei genlijk reusachtig beroemd moeten zijn geworden met hun prachtsingle Birdhouse In Your Soul en de opvolger Istanbul (Not Constantino ple). Maar de verdiende faam bleef vrijwel uit. They Might Be Giants heeft zich inmid dels uitgeroepen tot Musical Ambassadors for Internatio nale Space Year en vliegt op de nieuwe cd Apollo 18 (Elek tra/Warner Music) de ruimte in. Dat geeft weer aanleiding voor veel vrolijkheid. Het vlijmscherpe karakter van de harmonieus gezongen liedjes is dan ook onveranderd, en daar zit 'm nou net het pro bleem. Het klinkt, met de vo rige cd Flood in je hoofd, alle maal zo bekend, dat het al snel neigt tot geforceerde lol broekerij. Bovendien zijn de melodieën nauwelijks pak kend te noemen, zodat je slechts kunt hopen dat de band tijdens een volgende ruimtereis meer ideeën op doet. I FOTO: PROVOGUE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 19