ïeuwe roman van
ard Ruyslinck
rwekt schandaal
Vlaanderen
Leven en persoon van Mahler
getekend door tijdgenoten
Huwelijkssatire
in briefvorm
BOEKEN/PLATEN
19
LueGoivta/ni
IEN KUYPERS
rel Ward Ruyslinck al
als een 'oude rot' in
laamse letteren mag
n, kunnen zijn boe-
steeds voor heel
ipschudding zorgen,
nieuwe roman, 'De
Ituin', die hij samen
ijn vriendin, de dich-
Monika Lo Cascio,
ef, vertelt in brief-
het verhaal van de
ide auteur Simon en
xie-journaliste Clau-
ie een verhouding
aar hebben.
ikelijk is deze geheim,
ze beiden getrouwd zijn
■""^Jtvan plan zijn hun part-
verlaten, maar na ver
in tijd lekt uit dat ze iets
kaar hebben en raken
V* huwelijken pas goed in
I van ontbinding. Simon
udia worden zo op den
vel gedwongen met el-
e gaan samenleven. Op
:OTO it eindigt het boek.
kt de vervolmaking van
rjn ote liefde, maar het zou
5 <4 -t begin van een nieuwe
gen-oorlog tussen twee
iwde mensen kunnen
i da ant 'De Speeltuin' is in
ist m 5te plaats een aanklacht
om het huwelijk als insti-
i ko| [en thema dat eerder in
jezelm zestig dan negentig
n h oort, maar dat veel re
nd i iten toch hun pen in gif
i eei doen dopen, omdat
die nek en Lo Cascio hun ei-
es v levenissen als uitgangs-
/an ebben genomen en één
ide scheidingen in wer-
le ca ieid eindigde met zelf-
izet .namelijk die van Ruys-
•taal vrouw.
adii leeltuin' is een schan-
on worden, maar om rede-
weinig met het boek
maken hebben. De uit
vindt het allemaal pri-
nnen een maand na ver
is er al een tweede
p de markt.
zusters
enlang in het bosrijke
e Putte, nabij Antwer-
hebben gewoond, deelt
nek nu met Lo Cascio
mgalow in Meise, een
ijk voorstadje ten noor-
Brussel. Her en der
eid in de woonkamer zit-
liggen zeven katten,
ider één bonkige Siame-
er en drie kittens die
e drie zusters van Tsje-
ijn genoemd,
ïuyslinck en Monika Lo
ontvangen me zeer
ij met licht alcoholische
jes en zware Gauloises.
ifdzakelijk niet-literaire
Ügst van 'De Speeltuin'
Ruyslinck weinig zor-
naar Lo Cascio des te
ebben kort na het ver
in van de roman de hele
edenis, zoals die zich in
ykheid heeft afge-
uit de doeken gedaan
tijdens een interview op de
Vlaamse commerciële televi
sie, en verder wilden we er dan
niet meer over praten", zegt ze.
„Dat interview heeft echter het
balletje aan het rollen gebracht
en sindsdien wordt in bijna elk
vraaggesprek of artikel de fic
tie gelijkgesteld aan de reali
teit. Op veel punten lopen die
echter volledig uit elkaar. De
man van Claudia is bijvoor
beeld een Siciliaan, net als
mijn ex-man. maar in tegen
stelling tot mijn vroegere echt
genoot ook een macho van de
ergste soort".
De vrouw van Simon lijkt zelfs
helemaal niet op zijn ex-
vrouw, zegt Ruyslinck. „Mijn
vrouw was van het zorgzame,
rustige type, die in het boek is
echter een zelfingenomen ou
der wordende actrice die er de
ene na de andere minnaar op
nahoudt. De enige overeen
komst is dat Simon met een
vrouw samenleeft met wie hij
al jaren geen enkel fysiek of
geestelijk contact meer heeft".
Soort therapie
De klassieke manier waarop
beide auteurs elkaar leerden
kennen en in de jaren daarna
hun verhouding gestalte ga
ven, klopt echter wel met die
in het boek. In 1980 interview
de Lo Cascio Ruyslinck voor
het door haar uitgegeven lite
raire blad 'Anderland' en raak
te in meer dan één opzicht in
zijn ban. In de negen jaar na
dien zagen ze elkaar op onge
regelde tijden, meestal wan
neer Monika Ward met haar
auto naar een lezing bracht.
„We hadden het zo kunnen la
ten", zegt Ruyslinck, „maar
mijn vrouw ontdekte op een
gegeven moment dat deze re
latie veel verder ging dan een
onschuldige platonische ver
liefdheid en dat kon ze niet
verdragen. Ik had nog gehoopt
dat ze genoegen zou nemen
met een LAT-relatie tussen
Monika en mij, maar helaas, ze
maakte aan alles een einde".
De zelfmoord kwam onver
wachts en als een grote schok.
„Dat boek zijn we dan ook be
gonnen om alles van ons af te
schrijven, als een soort thera
pie. De zelfmoord hebben we
er echter uitgelaten, niet al
leen omdat we er niet over
konden schrijven, maar ook
omdat het van 'De Speeltuin'
een draak van een melo-drama
zou hebben gemaakt. De critici
die ons dat kwalijk nemen,
zien dat eenvoudigweg niet".
Wat het schrijven zelf betreft
was de overgang van werke
lijkheid naar fictie zeer vloei
end. „We schreven elkaar spo
radisch liefdesbrieven", ver
telt Lo Cascio, „en toen we het
concept voor 'De Speeltuin'
hadden, hebben we de volgen
de brieven gewoon met Simon
en Claudia ondertekend. We
kropen zogezegd letterlijk en
figuurlijk in de huid van onze
personages".
Prozadebuut
Voor Lo Cascio is 'De Speel
tuin' haar prozadebuut. Ze
heeft de afgelopen tien jaar
echter reeds drie dichtbundels
gepubliceerd, waarvan de laat
ste, 'Slapeloze Nachten', in
1989 bij uitgeverij Houtekiet
verscheen. De last van de ge
heimhouding en de schaars
heid van het contact is duide
lijk in deze gedichten te be
speuren, bij voorbeeld wan
neer de schrijfster klaagt dat
ze haar geliefde zo slecht kent:
'Ik ken alleen/de rook van je si
garet/en je bezorgde stem/er
gens op een snelweg/wanneer
er nog steeds/geen benzinesta
tion in zicht is'.
De 47-jarige Lo Cascio studeer
de Frans en Italiaans in Leu
ven en werkte vele jaren als
mode-journaliste. „Als zodanig
probeerde ik af en toe mode
met literatuur te verbinden. Zo
liet ik eens gedichten op T-
shirts aanbrengen, wat me in
de pers het dubieuze compli
ment opleverde dat ik de
'meestgelezen boezem van
Vlaanderen' had".
Het ergert haar dan ook dat
veel recensenten en intervie
wers geen oog meer voor haar
hebben. „Sommigen beweer
den ronduit dat Ward hele de
len van mijn tekst geschreven
heeft of dat ik me in mijn stijl
volledig door Ward liet inspire
ren. In werkelijkheid heeft ie
der evenveel geschreven en
heeft Ward er juist voor ge
waakt mij te corrigeren of dic
teren. In de meeste tot nog toe
verschenen interviews wordt
alle informatie over de samen
werking weggelaten, vaak
kom ik er zelfs helemaal niet
in voor, terwijl ik wel heel de
tijd aan het gesprek had deel
genomen. Op de één of andere
manier dirigeren die journalis
ten mij in hun artikel al na en
kele zinnen naar de keuken".
Geëngageerd
Het is dan ook niet makkelijk
naast een bekend schrijver als
Ward Ruyslinck te staan. Met
Jos Vandeloo en Jef Geeraerts
hoort hij al jaren tot de top van
de na-oorlogse Vlaamse litera
tuur. De in 1929 als Raymond
de Belser ter wereld gekomen
Antwerpenaar debuteerde in
1948 met een in eigen beheer
uitgegeven poëziebundel en
brak negen jaar later met zijn
novelle 'De Ontaarde Slapers'
door bij kritiek en publiek.
'Het reservaat' (1964), 'De
Paardevleeseters' (1965), maar
vooral het beroemd geworden
'Wierook en Tranen' (1958) ver
stevigden zijn reputatie.
Veel van zijn romans en verha
lenbundels werden in het
Frans en Engels vertaald, en
kele door de BRT verfilmd.
Het werk van Ruyslinck is
sterk sociaal geëngageerd. In
veel van zijn verhalen spelen
maatschappelijke outcasts de
hoofdrol, paria's die het tel
kens weer afleggen tegen de
onderdrukkingsmechanismen
van de gevestigde orde.
In een novelle als 'Wierook en
Tranen', die beschrijft hoe
twee Antwerpse kinderen hun
huis en ouders en tenslotte el
kaar verliezen in de chaos van
de oorlogsdagen van mei 1940,
is zijn stijl nog zeer realistisch,
in later werk ontpopt hij zich
Ward Ruyslinck.
steeds meer tot een satiricus.
In het onlangs als pocket her
drukte 'De Karakoliërs' (1969)
bij voorbeeld, beschrijft hij aan
de hand van een staatsbezoek
van een president van een fic
tief Derde-Wereldland aan Bel
gië op uiterst komische, maar
ook bijtende wijze hoezeer de
westerlingen nog steeds op
hun vroegere kolonialen neer
kijken.
„Het feit dat ik mijn engage
ment altijd uitdrukkelijk als
sociaal en niet als politiek heb
ervaren was de oorzaak voor
mijn terughoudendheid in po
litiek opzicht. Vooral links
heeft mij geregeld proberen in
te lijven, maar ik heb me daar
steeds tegen verzet omdat ik
het als een inperking van mijn
schrijverschap beschouwde.
Het weerhield me er echter
niet van me te blijven inzetten
voor typisch linkse acties, zo
als die tegen de censuur".
Van censuur heeft Ruyslinck
zelf trouwens ook eenmaal
ernstige schade ondervonden,
en wel omdat iemand meende
dat hij zich politiek geënga
geerd had. In 1970 maakte hij
samen met de filmer Jan Pol-
laert een reis naar de Argen
tijnse hoofdstad Buenos Aires.
Ze filmden er zowel de rijke
buurten als de krottenwijken.
„Het was een zeer contrastrij
ke film geworden die tijdens
de boekenbeurs vertoond zou
worden. Ik nam deze zolang
mee naar huis. Een paar dagen
voor de vertoning belden er
twee kerels aan die zeiden dat
ze van het ministerie van justi
tie waren en dat dit de film
opeiste. Ik gaf hem mee, maar
werd naderhand toch wat wan
trouwig en deed navraag bij
het ministerie. Er bleek dat
niemand tot die inbeslagname
opdracht had gegeven. De
twee mannen waren er onbe
kend. Ik heb de film nooit
meer teruggezien".
Kniezen
Ruyslincks politieke terug
houdendheid heeft hem geen
windeieren gelegd. Hij wordt
in alle maatschappelijke kam
pen gelezen, inclusief in dat
van de katholieken, ondanks
het feit dat veel van zijn boe
ken een uitgesproken anti-cle-
ricaal karakter hebben. In feite
kan hij al vele jaren van zijn
pen leven. Toch heeft hij tot
zijn vervroegde pensionering
als curator van het Antwerpse
Plantin Moretusmuseum, en
kele jaren geleden, gewerkt.
Waarom bleef hij ambtenaar
terwijl het niet nodig was?
„In de eerste plaats was het
een prettige baan, die me ge
noeg tijd en energie voor het
schrijven liet, en in de tweede
plaats was ik bang dat ik de
één of andere dag bij het pu
bliek uit de gratie zou zijn. Er
zijn tenslotte genoeg schrij
vers in de vergetelheid ge
raakt. Dan kon ik altijd nog
met mijn pensioentje zitten
kniezen".
Het ziet er echter niet naar uit
dat dit met Ward Ruyslinck zo
snel zal gebeuren. De literaire
toekomst van Monika Lo Cas
cio lijkt wat onzekerder.
„Ik heb tot voor kort gewerkt
als pers-attaché voor verschei
dene ambassades, omdat ik de
mode-journalistiek hartgron
dig beu was geworden, maar
de komende jaren wil ik me
meer aan het schrijven wijden.
Het liefst zou ik dat weer sa
men met Ward doen. Ik heb bij
voorbeeld ideeën voor een ro
man, samengesteld uit dag
boekfragmenten, waarin ieder
van ons weer vanuit een man
nelijk of vrouwelijk personage
schrijft".
Ruyslinck is echter alweer met
een nieuw boek bezig. „Hoe
wel het samen schrijven mij
goed bevallen is, zie ik 'De
Speeltuin' toch in de eerste
plaats als een experiment. Ik
sluit niet uit dat we nog eens
samen een boek zullen schrij
ven, maar voorlopig zit het er
wat mij betreft niet in".
Ondanks het samenwonen
blijven het dus gescheiden li
teraire carrières, tenzij het duo
Ruyslinck Lo Cascio zich toch
ontpopt tot een soort Vlaamse
Sjöwahl-Wahlloo. Dan zou 'De
Speeltuin' de wieg van een
hele reeks romans worden.
Prachtig begin nieuwe componistenserie
vensfase daarvóór allesverkla-
rend 'Kindertotenlieder' heet.
Een mooi, helder, origineel
boek heeft samensteller Nor
man Lebrecht ervan gemaakt,
in die prachtige Engelse bio
grafietraditie. Zelf zegt Le
brecht in principe niet zo veel,
maar hij stuurt de lezer door
het leven van Gustav Mahler
via brieven, krantenartikelen,
biografieën, persoonlijke aan
tekeningen, van mensen die
Mahler van zeer dichtbij of
soms bij toeval hebben ge
kend. In het voorwoord ver
klaart hij het aldus: „Zijn com
plexiteit heeft psychiaters, bio
grafen, romanschrijvers gefas
cineerd. Dit boek is bedoeld als
een simpele handleiding tot de
persoonlijkheid van Mahler,
een hulpmiddel om dit nog
maar half ontgonnen terrein
met zijn adembenemende con
touren wat uitvoeriger te ver
kennen".
Zoals al aangegeven, is het
boek ingedeeld naar aan aan
tal levensperioden van Gustav
Mahler. Een heel reële en alge
meen wel aanvaarde methode.
Per levensperiode begint Le
brecht met een chronologisch
overzicht van die periode.
Links de data Mahler betref
fende, rechts de parallele his
torische gebeurtènissen. Al
leen zulke overzichten al ge
ven je de mogelijkheid een le
ven als een film op te roepen in
zijn historische contekst. In
verbinding met oorlog en
vrede, andere beroemde tijd
genoten, gebeurtenissen in de
culturele wereld. Voorbeeld uit
het eerste deel, getiteld 'Lieder
eines fahrenden Gesellen':
1876 links - Mahler wint in
juni op het conservatorium,
met de Sonate in a van Schu
bert, een prijs voor zijn piano
spel; 1876 rechts - Eerste op
voering van de Ring van Wag
ner in Bayreuth, Mark Twain:
Tom Sawyer. Dan volgt bij elk
citaat een annoterende plaats
bepaling van de geciteerde
persoon in het leven van Mah
ler. En natuurlijk achterin be
halve het register een redelijke
annotatie omtrent het 'aange
sneden materiaal'.
Het boek levert ongelofelijk
veel prachtige citaten kunnen
opleveren en voor een knies
oor natuurlijk ongelofelijk
veel kritiek. Want Norman Le
brecht kiest natuurlijk, kiest
ook partij, die van Mahler om
precies te zijn, en dat is zijn
goed recht. Wat hem niet 'doof
maakt voor kritiek op de com
ponist: hier en daar mag ook
iemand kritisch zijn. Mag ani
mositeit doorschemeren, mag
een collega zeggen Mahlers
muziek maar niks te vinden.
En Alma Mahler komt niet aan
bod alvorens is vastgesteld 'dat
nu wel algemeen aanvaard is
dat haar biografie behoorlijk
gekleurd en weinig objectief
is'. Bij die citaten ook nog nim
mer gepubliceerd materiaal,
zodat ingesleten platitudes
kunnen worden gewogen door
geheel nieuwe opinies en erva
ringen. In dat opzicht is Nor
man Lebrecht succesvol aan
het snuffelen geweest.
Duidelijk moge zijn, dat de se
rie 'In de Spiegel van zijn Tijd'
de andere luxe componistense
rie van Gottmer niet in de weg
loopt. Waar de zuurtjeskleuri-
ge componistenreeks een vol
ledig geannoteerde en geïnter
preteerde muziekencyclopedi-
sche muziekstudie omtrent
één componist is, daar is 'In de
Spiegel' een prettig leesboek,
met wetenschappelijke waar
de, over de persóón van de
componist. Hier dus geen an
noterend overzicht van zijn
oeuvre, geen lexicon met pla
ten en cd's, maar 'Meer dan
tachtig vrienden, collega's, cri
tici, zangers, musici en familie
leden' aan het woord, om de
achterflap even te citeren. De
oorspronkelijke uitgave ver
scheen overigens bij Faber
Faber.
Het lezen van 'Mahler' in stuk
jes en beetjes deert nauwe
lijks. De opzet leent zich er
voor: 's avonds in bed bijvoor
beeld die prachtige schilder
achtige en vermakelijke Mah-
ler-beschrijving van Alfred
Roller consumeren. En wat zei
Stephan Zweig ook alweer?
Register: 17, 18, 249. We pak
ken bladzijde 249; dat bete
kent de laatste periode van
Mahler, getiteld in het boek
'Ich bin der Welt abhanden ge-
ARCHIEFFOTO kommen'- Z°als MahlCTS Ie"
Norman Lebrecht; In de Spiegel van
zijn Tijd - Mahler; Uitgeverij J.H. Gott-
mer/H.J.W. Becht BV, Bloemendaal;
prijs 37,50.
Het kennelijke succes van
de fraaie en erudiete com
ponistenreeks van Gott
mer heeft de uitgever ge
ïnspireerd tot een nieuwe
serie over componisten.
Titel van de serie: 'In de
Spiegel van zijn Tijd'. Het
zij gelijk maar gezegd: als
de komende delen over
Satie, Gershwin, Bartók
en Debussy net zo won
derschoon worden als het
eerste deel over Mahler,
worden het 'hebbedinge
tjes'.
VRIJDAG 15 MEI 1992
Ward Ruyslinck Monika Lo Cascio:
'De Speeltuin' (roman), Uitgave Man-
teau, 1992,149 blz. Prijs 24,90.
I
Wanneer een doorgewinterd
auteur met een onervaren
schrijfster gaat samenwerken,
lopen ze het gevaar dat het re
sultaat ofwel beneden het peil
van de andere werken ligt of
wel de inbreng van de begin
nelinge volledig wordt wegge
drukt. De kans op een even
wichtig boek lijkt in ieder ge
val gering.
Toch is 'De Speeltuin' niet uit
sluitend Ward Ruyslincks ro
man geworden. Zeker, de
maatschappijkritiek en de
soms wat bittere humor zijn ty
pisch als de zijne te herken
nen, maar ook de inbreng van
Monika Lo Cascio is eruit te
destilleren. De brieven van
Claudia, die zij geschreven
heeft, hebben een duidelijk
andere stijl dan die van Simon,
die Ruyslinck voor zijn reke
ning nam. Haar humor is wat
milder, terwijl tegelijkertijd
haar beschrijvingen van perso
nages juist wat ironischer zijn.
Ze heeft zich hoe dan ook aar
dig kunnen handhaven in dit
eerste werk van hen beiden.
De succesvolle schrijver Si
mon heeft aan het begin van
het verhaal al een tijdlang een
verhouding met de veel jonge
re mode-journaliste Claudia.
Hoewel beiden erg verliefd op
elkaar zijn, koesteren ze toch
niet de wens om te gaan sa
menwonen, niet alleen omdat
ze al getrouwd zijn, maar ook
omdat ze elk hebben meege
maakt hoe het instituut van
het huwelijk de romantische
liefde uiteindelijk kan doen af
sterven. De vrijheid die ze in
hun huwelijk zo missen, ho
pen ze in hun verhouding te
kunnen vinden en vooral be
houden.
Zowel Simon als Claudia is ge
trouwd met iemand die het
niet kan verkroppen dat er een
derde in het spel is. Jozefa, de
vrouw van Simon, is een ouder
wordende actrice, wier carrière
over haar hoogtepunt heen is.
Ze geeft niets meer om haar
man, maar is verkikkerd op de
status van kunstenaarsvrouw
en vreest bovendien de een
zaamheid van de ouderdom.
Claudia's echtgenoot, Sandro,
is een Italiaanse macho die na
bijna twintig jaar nog altijd
geen Vlaams spreekt en vindt
dat zijn vrouw zich te zelfstan
dig gedraagt en te weinig aan
dacht aan hem schenkt. Jozefa
wisselt bovendien de ene na de
andere minnaar af, terwijl San
dro op elk feestje een nieuwe
scharrel opduikt. Het even
wicht tussen de karakters is
zeer goed gevonden. Op het
eerste gezicht nemen Jozefa
en Sandro totaal andere stand
punten in dan Claudia en Si
mon, maar in wezen hebben ze
meer met hen gemeen dan dat
ze van hen verschillen. De
twee hoofdpersonen nemen
hun vrijheid zonder hun huwe
lijk te verbreken, de twee bij
personen doen in principe het
zelfde. Ze zitten alle vier in
hetzelfde zinkende (huwelijks)
bootje.
Met elke brief blijkt er meer
haat en nijd tussen de vier
huwelijkspartners en wordt
het verlangen van Simon en
Claudia toch maar met elkaar
te gaan samenwonen evenre
dig groter. Tot op het laatst in
beide huisgezinnen de bom
barst en met veel geschreeuw
en gesmijt van deuren de laat
ste band verbroken wordt.
Aanklacht
'De Speeltuin' lijkt in de eerste
plaats een romantisch verhaal
over een grote liefde, maar is
eigenlijk vooral een aanklacht
tegen het huwelijk. Wie het in
terpreteert als een romance zal
de uiteindelijke beslissing van
Simon en Claudia om te gaan
samenwonen als een happy
end zien, wie het boek vooral
als satire beschouwt, begrijpt
dat de ogenschijnlijke over
winning in feite het begin van
de volgende nederlaag is. De
romantische liefde is een ide
aal dat niet bestand is tegen de
kaalslag van de dagelijkse
schermutselingen waaruit een
huwelijk bestaat, een inzicht
dat gesymboliseerd wordt door
de miskraam die Claudia heeft
als ze in verwachting is van
een kind dat Simon bij haar
verwekt heeft. De briefroman
is niet de gemakkelijkste vorm
en als het dan ook nog om lief
desbrieven gaat, is het risico
dat ze vervelend worden nog
groter. Desondanks zijn de bei
de auteurs erin geslaagd een
vlot leesbare satire te schrij
ven. Het zal zeker niet de lite
ratuurgeschiedenis ingaan als
Ruyslincks belangrijkste werk
en ook niet geboekstaafd wor
den als het debuut van het
jaar, maar een geslaagd experi
ment mag het worden ge
noemd.
Dave Hole mist juiste sfeer
De vanuit Australië opereren
de Engelse bluesgitarist
Dave Hole was een van de
smaakmakers op het recente
bluesfestival in Groningen.
Hole is zeker geen vernieu
wer, maar maakt dankbaar
gebruik van de sporen, die
mensen als John Lee Hooker
en B.B. King hebben achter
gelaten. Live, als hij druk in
de weer is met zijn slide-gi-
taar levert dat prachtige mo
menten op, maar op zijn de-
buut-cd Short Fuse Blues
(Provogue) kost het hem
meer moeite de juiste sfeer te
scheppen. Nutteloze covers
als Fleetwood Mac's Alba
tross en Hendrix' Purple
Haze zijn daar mede de oor
zaak van en het te voor de
hand liggende repertoire van
giganten als Elmore James
en Robert Johnson doet de
rest. Gelukkig heeft-ie nog
z'n gitaar.
Chris Daniels
Hetzelfde manco doet zich 'n
beetje voor bij Chris Daniels
The Kings, hoewel hun me
lange van blues, soul en funk
op de derde cd In Your Face
(Provogue) feestelijker klinkt
dan op de voorganger That's
What I Like About The
South. Zanger/gitarist Chris
Daniels weet nu beter weer te
geven waarom zuidelijke mu
ziek zo swingend kan zijn (al
is hij nog geen Southside
Johnny...), mede dankzij de
inzet van een drietal horny
guys, maar je kunt je er bin
nenkort zelf van verzekeren
dat Chris Daniels live 'n stuk-
kie leuker is.
They Might Be Giants
Wat doe je als je vrolijk van
lijf en leden bent en jezelf en
je omgeving vooral niet al te
serieus neemt? Dan zoek je
een gelijkgestemde makker
en noem je jezelf'They Might
Be Giants'. En inderdaad:
twee jaar terug zou dit duo ei
genlijk reusachtig beroemd
moeten zijn geworden met
hun prachtsingle Birdhouse
In Your Soul en de opvolger
Istanbul (Not Constantino
ple). Maar de verdiende faam
bleef vrijwel uit. They Might
Be Giants heeft zich inmid
dels uitgeroepen tot Musical
Ambassadors for Internatio
nale Space Year en vliegt op
de nieuwe cd Apollo 18 (Elek
tra/Warner Music) de ruimte
in. Dat geeft weer aanleiding
voor veel vrolijkheid. Het
vlijmscherpe karakter van de
harmonieus gezongen liedjes
is dan ook onveranderd, en
daar zit 'm nou net het pro
bleem. Het klinkt, met de vo
rige cd Flood in je hoofd, alle
maal zo bekend, dat het al
snel neigt tot geforceerde lol
broekerij. Bovendien zijn de
melodieën nauwelijks pak
kend te noemen, zodat je
slechts kunt hopen dat de
band tijdens een volgende
ruimtereis meer ideeën op
doet.
I FOTO: PROVOGUE