Opsplitsing T sjechoslowakije niet langer 'doemdenkerij' 'finale 58 29 Speurtocht naar collaborateurs van de Praagse Lente van 1968 „Ik weet echt niet of ik hier wel blijf £cidóc0ouocwit ZATERDAG 9 MEI 1992 PRAAG Het Oude Stads- )|ein van Praag ligt in vrolijke jeuren in de warme voorjaars zon. Verspreid over het plein en de straten staan kraampjes, ijscokarren, en 'verkoopgrage' lieden. Op een podium dat is versierd met felgekleurde vlag gen, speelt een Praagse pop groep. En zoals het een nieuw westers land betaamt, weerklin ken de covers van Bob Dylan, de Beatles en de Rolling Stones te- de gevels. Terwijl grote spandoeken in het Tsje chisch en Engels aankondigen welke kledingzaken dit moois hebben gespon sord, zoekt een trage massa van Duitse, Franse, Italiaanse en Nederlandse toe risten zich een weg door de oude straat jes. Aangedaan kijkt men rond hoe het nieuwe democratische Praag zich in ra zend tempo herstelt van een grijs en modeloos tijdperk. „Deze zomer kan je bijna niet meer door de straten", verze kert een trotse Tsjech die armbanden verkoopt. „Het is hier goed zaken doen". Maar hoe goed het economisch ook lijkt te gaan in de hoofdstad Praag, dat zelfde geldt niet voor de politieke toe stand in het land. Sinds de 'fluwelen re volutie* van 1989, heeft het land te ma ken met een aanscherpend etnisch con flict tussen de voornaamste bevolkings groepen: de Tsjechen en de Slowaken. En elke dag wordt de roep vanuit de Slowaakse politiek om een „zelfstandig Slowakije" sterker. .Het uiteenvallen van Tsjechoslowakije is begonnen", zei een maand geleden voorzitter van het federale parle ment, de Slowaak Marian Calfa, nadat opnieuw de onderhandelingen over de toekomstige staatsstructuur van Tsjechoslowakije had zien vastlopen. Calfa's woorden werden toen in Praag als doemdenkerij gezien, sommigen meenden er zelfs wat 'stemmingmake rij' in te herkennen. Natuurlijk, er wa ren poblemen, en grote ook, maar om dat als „het uiteenvallen van Tsjecho slowakije" te betitelen ging te ver. In hoeverre de situatie nu is gewijzigd, bleek vorige week toen president Va- :lav Havel in een toespraak in het fede rale parlement in Praag aangaf dat hij zelfstandigheid voor de Slowaken niet langer ondenkbaar acht. „De roep om soevereiniteit vanuit Slowakije is de laatste twee jaar steeds sterker gewor- len", zei hij. En: „Alle naties hebben echt op soevereiniteit, dus ook het Slo- raakse volk". ils na de verkiezingen in juni vol- ende politieke wil aanwezig is, dan ?/e ik geen reden waarom het Slowaak se en het Tsjechische parlement geen 'erdrag kunnen aannemen waarin de koevereiniteit van beide landen is gere- PR geld. De Slowaken willen niet in de schaduw van de Tsjechen leven, en dat rullen ze ook niet". lavel sprak daarbij de hoop uit dat een zelfstandig Slowakije een hechte fede- atie zal blijven vormen met het Tsje chische deel. Investeringen Al sinds 1989 proberen Tsjechische en Slowaakse onderhandelingsdelegaties e komen tot een ontwerp voor een lieuwe grondwet, waarin de positie van de Tsjechen en de Slowaken is gere- ;eld. Voorstellen voor een concept zijn ot nu toe altijd door de Slowaken van afel geveegd, omdat zij menen dat de Tsjechen te veel worden bevoordeeld. de Slowaken heerst grote wrevel over het beleid zoals dat wordt bepaald door het in meerderheid Tsjechi sche federale parlement. Onver- cropbaar vinden zij het dat de federale egering veel meer geld investeert in iet Tsjechische Moravië en Bohemia, dan in Slowakije. In Slowakije heerst 'ittere armoede. De werkloosheid ligt op zo'n achttien procent, in het Tjechi- iche deel is dat nog geen vier procent. iedere buslading met Slowaken die n Praag gaat winkelen, is eerst de ver- )azing en dan de verbittering van de ge zichten af te lezen. Terwijl de Slowaak- ie steden oorden vol grijze schaduwen zijn, veroorzaakt door de vervuilende zware industrieën, worden in Praag weer dunne goudlagen op de gevels aangebracht en is er geen straat waar De verwarring in Tsjechoslowakije is groot. Begin juni zijn er verkiezingen en de kans dat het land daarna uiteenvalt in een Tsjechisch en een Slowaaks deel is groot. De Tsjechen staan daar niet meer zo afwijzend tegenover. „De Slowaken kosten ons meer geld dan ze in het laatje brengen. Laat ze alsjeblieft zelfstandig worden". Vaclav Havel: „De roep om soevereiniteit vanuit Slowakije is de laatste twee jaar steeds sterker geworden. Alle naties hebben recht op soevereiniteit, dus ook het Slowaakse volk niet hard gewerkt wordt aan de restau ratie van een der panden. Om deze reden kunnen de Slowaakse nationalistische partijen die zich keihard opstellen tegen Praag reke nen op veel steun. Steeds vaker wijzen zij er op dat „hun" land, Slowakije of Slovensko, in 1918 noodgedwongen een huwelijk is aangegaan met Bohe mia en Moravië na eeuwenlange over heersing door de Hongaren. Hoezeer het oude nationalistische sen timent herleeft, bleek nog eens toen alle westerse staatslieden een telegram ontvingen, waarin de Slowaakse Natio nale Eenheidspartij hen uitnodigde om in de Slowaakse hoofdstad Bratislawa „feestelijk" de geboortedag van de Slo waakse onafhankelijke staat te vieren, die bestond van 1939 tot 1945. Tevens zou het feest, aldus parlementariër Sta- nislav Panis, aangegrepen worden om te herdenken dat in 1945 hun land werd bezet door de Tsjechen en de Sovjets. Misschien was het de toonzetting van het telegram, misschien riepen de jaar tallen 1939-1945 nare herinneringen op. In ieder geval lieten alle genodigde staatslieden de feestelijkheden aan zich voorbijgaan. Wel demonstreerden dui zenden demonstranten in de Slowaakse hoofdstad Bratislawa, voor zelfstandig heid van Slowakije. De Slowaken, zo wordt steeds duidelij ker, bevinden zich op een pad dat leidt tot splitsing. En een weg terug lijkt er niet. Een onderzoek door het Praagse Instituut voor Opinie Onderzoek, dat vorige week in de Praagse kranten werd gepubliceerd, wijst uit dat zeventig pro cent van alle Slowaken „geen enkel ver trouwen" heeft in de federale regering. Daarbij vindt de helft van alle Slowa ken dat de relatie tussen Tsjechen en Slowaken beschouwd moet worden als „onvriendelijk". Opmerkelijk daarbij is dat in dezelfde enquête de Tsjech Ha- vel het vertrouwen genoot van bijna de helft van de Slowaken. Het is een van de mysteries van Slowakije. Rodina Denikova, een jonge Slowaakse studente aan de universiteit van Praag, is ook van mening dat de Slowaken hun eigen weg moeten gaan. Elke keer als ze naar huis gaat, zo vertelt ze, wordt ze verdrietig bij de aanblik van haar fami lie en waar ze wonen. „Je ziet gewoon dat de federale regering in Praag niets voor ons wil doen. Dat is altijd al zo ge weest. Sinds de Slowaken en Tsjechen in een staat leven, hebben de Tsjechen ons zelfs geen broodkruimels gegund". Volgens Denikova zou Slowakije dui delijk beter af zijn als het zelfstandig zou zijn. „Natuurlijk zullen wij het geld uit Praag missen, maar wat we nu krij gen stelt ook weinig voor. Als Slowakije zelfstandig is, kan het als staat zefstan- dig leningen afsluiten in het Westen en om hulp vragen. Dat kan nu niet, want alles gaat via Praag". Aan de andere kant van de Slowaakse grens, in het Tsjechische Bohemia en Moravië, is de stemming milder. De klachten van de Slowaken worden ge hoord, maar gaan vaak verloren tussen de andere alledaagse problemen. Be richten dat in het Slowaakse parlement al tot drie keer toe tevergeefs is ge poogd de zelfstandigheid uit te roepen (wat telkens slechts door een klein ge brek aan stemmen mislukte) worden schouderophalend aangehoord. Ingenieur Petr Zarubuva, een Tsjech die werkzaam is in een fabriek even buiten Praag: „Laten we wel wezen, de Slowaken kosten meer geld dan ze in het laatje brengen". Een collega van hem is feller: „De Tsjechen en Slowa ken storten beide geld in de centrale pot. Maar terwijl de Tsjechen met vijf tien miljoen zijn en zij maar met vier. vinden de Slowaken dat ze precies de helft van al het geld moeten krijgen. Ze brengen nog geen vijfde van alle op brengsten binnen! Laat ze alsjeblieft Duitse, Franse, Italiaanse en Nederlandse toeristen zoeken zich een weg door het drukke centrum van zelfstandig worden, dan merken ze het wel". Volgens de opiniepeilingen is op dit moment bijna veertig procent van de Slowaken voor zelfstandigheid. Dat is ook de reden dat een uitermate popu listische leider als Vladimir Meciar van de partij Demokratisch Slowakije steeds meer aanspreekt bij de Slowaken die inmiddels murw zijn van de werk loosheid, armoede, en hoge prijzen. Met een programma dat als hoofdpunt een zelfbestuur voor Slowakije heeft en als neven-punten gelijke behandeling voor Slowaken en Tsjechen, verlaging van de pensioengerechtigde leeftijd en het langer vrijaf geven aan moeders met een ziek kind, kan de partij reke nen op een forse stemmenwinst in juni. Naar verwachting zal na deze verkie zing duidelijk worden hoe het verder moet met Tsjechoslowakije; of het uit eenvalt, één staat blijft of een federatie wordt. Waarnemers achten het echter uitgsloten dat het meningsverschil zal leiden tot een 'tweede Joegoslavië'. Willen de Slowaken weg, dan mag dat. En krijgen de nationalisten aan Slo waakse zijde een meerderheid in hun parlement, dan heeft Europa er een na tie bij. PRAAG De jacht op Tsjechi sche en Slowaakse politici om vermeende banden met de vroe gere geheime politie is nog nau welijks geluwd, of in Praag is de speurtocht begonnen naar nieu we 'foute elementen': de colla borateurs van de Praagse Lente van 1968. Over de opstand van 1968 tegen het communistische regime en hoe die door Sovjet-troepen werd onderdrukt, is in Tsjechoslowakije weinig bekend. De kort na de staatsgreep door de Sov jets geïnstalleerde regering dekte al het feitenmateriaal zorgvuldig af. Tsjechen en Slowaken konden slechts door des tillatie van getuigenverslagen, officiële informatie en geruchten zich een beeld vormen wat er destijds heeft plaatsge vonden. Om voor eens en altijd duidelijkheid te (krijgen over de Praagse Lente, stelde de regering onlangs een speciale onder zoekscommissie in. Onder leiding van de vooraanstaande Tsjechische histori cus Vojtech Mencl speurt nu een select aantal historici in de archieven van de voormalige Sovjetunie en andere War- schaupact-landen naar documenten aan de hand waarvan de loop van de ge beurtenissen kan worden gerecon- strueeerd. De pers en politici volgen de de verrich tingen en vorderingen van de commis sie op de voet. Toen de troepen van Oost-Duitsland, Bulgarije, Polen en de Sovjetunie in de nacht van 20 augustus 1968 de Tsjechische grenzen overschre den, gebeurde dat volgens de officiële Sovjet-informatie namelijk „op ver zoek". Onder de verzoeken, zoals geci teerd door toenmalig president Leonid Brezjnev en later in de pers gepubli ceerd, was ondermeer een brief van „communistische leiders" en een peti tionnement van „99 arbeiders". De verzoekbrief van de 99 arbeiders, die enkele uren voor de inval aan de Sovjet-soldaten 'ter inspiratie' werd voorgelezen, is inmiddels legendarisch. Misschien wel vooral omdat de arbei ders - van een vrachtwagenfabriek even buiten Praag - enkele dagen na de eer ste officiële lezing een pamflet ver spreidden, waarin ze ontkenden te heb ben verzocht om een inval. Zij hadden wel een brief tegen de hervormingen ondertekend, maar waren misleid door de inhoud, aldus het strooibiljet. doos documenten Het is echter vooral de brief van de po litieke leiders die nu de gemoederen bezig houdt. Het grote probleem is dat van deze brief wel kopieën voorhanden zijn, maar dat het origineel ontbreekt. Met andere woorden: het is wel bekend wat er in stond, maar niet wie het pa pier hebben ondertekend. Het vermoe den dat die 'collaborerende' ex-com- munisten nu gewoon zitting hebben in het parlement, werd door commentato ren in de kranten onlangs nog „onver draaglijk" genoemd. Een recent bezoek van president Va clav Havel aan Moskou wierp een nieuw licht op de zaak. De Russische president Boris Jeltsin gaf Havel een grote doos met documenten mee, waar in, zo deelde Jeltsin mee, de Tsjechen alles zouden kunnen vinden over de 19e, 20e en 21e augustus 1968. De onderzoekscommissie die de doos direct na terugkomst navlooide, vond naast papieren over de inval tot grote verrassing ook documenten en notulen van de beruchte 'Mei'68-vergadering' van het Warschaupact. Tijdens deze vergadering gingen alle Warschaupact- landen - uitgezonderd Tsjechoslovakije en Roemenië - akkoord met een invasie in Tsjechoslowakije als de hervormin gen daar „ongewenste vormen" zouden aannemen. Hervormingen, die waren ingezet door de eerste secretaris van de communistische partij, Alexander Dub- cek. De nieuwe documenten geven aanwij zingen die een nieuwe veronderstelling staven: namelijk dat de brief van de lei ders eerst in Moskou is geschreven en daarna naar Praag is gestuurd voor cor rectie en handtekeningen van de partij bonzen. Voldoende bewijs daarvoor ontbreekt vooralsnog. Reden voor het „nieuwe gezichtspunt" is dat van de vele versies die in de archieven rond zwerven, het merendeel is opgesteld in het Russisch. Van alle gevonden mate riaal is maar een derde in het Tsje chisch of het Slowaaks. Toch blijven de historici zoeken naar het origineel. De verwachting is dat ver dere documenten uit Bulgarije en Rus land het antwoord zullen geven op de vraag welke leiders verantwoordelijk waren voor het verzoek. Als de com missie haar zoektocht heeft voltooid, zal daarover een rapport verschijnen. Velen hopen dat daarmee een groot aantal - soms bij voorbaat al verdachte - ex-communisten geconfonteerd zal worden met hun verleden. Want de wrok, na tientallen jaren communisti sche overheersing, is groot. PRAAG De fles wodka staat half aangebroken op tafel en in het tafelkleed zitten vale, sleetse plekken. De 46-jarige Pjotr reageert luchtig op de vraag hoe het op zijn werk gaat. Terwijl hij een glaasje inschenkt, trekt hij een grimas en zegt „ik weet niet of ik volgende week nog werk. Het gaat niet zo goed op de fabriek". Met zijn ogen dicht slaat hij zijn borreltje weg. Pjotr is een van de vele Tsjechen die aan den lijve ondemndt hoe pijnlijk en moeizaam de metamorfose van een plan-economie naar een marktgerichte westers economie is. Hij woont in een grijze, sobere woonkazerne op een heuvel aan de rand van Praag. „Het probleem op de fabriek is dat we geen werk meer hebben", verzucht hij. „Alle orders blijven uit. Vroeger maakten we veel toestellen voor Rusland en andere landen van de Sovjetunie. Maar die hebben geen geld meer. Verkopen aan andere landen gaat niet. Onze modellen zijn toegespitst op het vliegen in moeilijke gebieden. Daarnaast kunnen de modellen niet concurreren in prijs". Hoewel Pjotr ingenieur is en zijn vrouw arts in het ziekenhuis van Praag, heeft het gezin het niet breed. Het meeste van beide lonen gaat op aan huur. Ze hebben een zwaar leven „a hard life", zegt-ie. Vroeger had hij een auto, maar vorig jaar heeft het karretje het begeven. Door de vele prijsstijgingen was er geen geld voor een andere. Nu staat het voertuig naast de woonkazerne, ontdaan van alles wat hij nog dacht te kunnen verkopen. Zonder veel succes. „Skoda-orulerdelen leveren niet veel meer op", zegt hij spijtig. Vreemd vindt hij het als iemand uit het Westen tegen hem over politiek en economie in zijn land wil praten. Met zijn hand verbeeldt hij de spreekwoordelijke babbels van de politici. „Ze praten, overleggen, vergaderen, en het duurt maanden voor eindelijk duidelijk wordt wat er nou precies is besloten. En als er iets uitkomt, kan hel zijn dat het weer teruggedraaid wordt. Onlangs nog werden in het parlement twee tegenovergestelde wetten aangenomen. In de ene wet mogen ex-communisten niet worden vervolgd en in de andere wel". Vragend blikt hij op. „Gebeurt dat bij jullie ook"? Kladno Markt in Kladno, op veertig kilometer van Praag. Hard snerpen de vele radiocassetterecorders van Japanse makelij. Alle marktkooplieden hebben er een of twee op hun tafeltje of kleed staan. „In Kladno is alles goedkoper, en daarom komen uit het dure Praag verschillende mensen hier boodschappen doen", vertelt Rodina, een Tjecliische van 26 jaar oud. Het echtpaar Jan en Rodina Slovitsj, woont nog geen tweehonderd meter van het koude, winderige pleintje. Op de twaalfde en bovenste verdieping van een flat die aan de hoofdweg grenst, kijkt hun woning uit over een groot deel van het stadje. Slechts met een smal, schokkend liftje kan men naar boven. Hun woonkamer is opmerkelijk. Een wand wordt gevuld met behang, waarop het avondleven van het Londense Piccadilly-circus zich afspeelt. In de kast staat voor Tsjechische begrippen uitzonderlijk een grootbeeld Grundig- televisie. Rodina heeft namelijk gewerkt in Duitsland als gastarbeidster. „We hebben de tv in Duitsland gekocht", zegt ze achteloos, maar onmiskenbaar met verholen trots. Rodina komt oorspronkelijk uit Praag. Belangstellend vraagt ze hoe de stad er nu uit ziet en vertelt dat ze er tot haar zeventiende heeft gewoond. „Pas nadat ik met Jan trouwde, zijn we hier komen wonen Ze heeft pas een kind, twee maanden oud. „Kladno is verschrikkelijk", zegt ze. „Er is hier niets, geen café en zelfs geen echte winkels". Een kans op een woning in Praag is echter te verwaarlozen. „Daar zijn geen woningen te krijgen, iedereen wil naar Praag. En zelfs als je wat kunt krijgen, zijn de woningen veel te duur. Sinds de revolutie zijn de prijzen omhoog geschoten Jan, die een baan heeft bij de staatsbank in Praag, werkt 's avondsom „in te spelen op de veranderingen met een vriend aan een cafeetje of winkeltje, dat ze willen openen in Kladno. Al maanden zijn ze aan het verbouwen. Maar het gaat niet goed. „De spullen worden steeds duurder", zegt hij, „en je moet toch een voorraad hebben om mee te beginnetf- Hij is misleid door de grote vlucht van de handel en commercie in Praag. Wij dachten dat dat hier in Kladno ook zou gebeuren. Maar de toeristen komen hier niet. Het is hier bijna onmogelijk wat van de grond te krijgen. Hier zijn nog steeds staatswinkels waar irreëel lage prijzen worden gehanteerd. Bovendien worden de mensen hier steeds armer doordat alles duurder wordt en de lonen gelijk blijven Eigenlijk heeft alleen de 19-jarige Jitka, economiestudente aan de Praagse universiteit, een optimistische kijk op de nabije toekomst. Ze hoopt op een beurs in Amerika. „Maar Nederland is ook goed", verzekert ze haastig. Al twee keer is ze er geweest. Erg mooi vond ze het. „Ik geef toe", zegt ze lachend, „ik ben erg materialistisch. Ik weet daarom ook niet of ik hier wel blijf voor de rest van mijn leven". Ze laat trots de foto's zien van haar zus, die net na de revolutie met een Zweed is getrouwd. Haar zwager heeft een prachtig huis „met een wijnkelder".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 29