Baby's weten wat ze willen
Nieuwe ruimteveer Endeavour gaat fungeren als een wegenwacht
BINNENLAND BUITENLAND
CcidócSouocuit
ZATERDAG 2 MEI 1992
DEN HAAG - 'De meest ingewik
kelde missie tot nu toe', zo om
schrijft NASA de voor komende
week geplande vlucht van het nieu
we ruimteveer Endeavour. Het veer
mag vanaf maandag als 'wegen
wacht' door de ruimte vliegen.
De zevenkoppige bemanning heeft
de taak de 265 miljoen gulden kos
tende communicatiesatelliet Intel
sat 6-F3 in de ruimte te repareren.
Deze satelliet is eigendom van de
internationale organisatie Intelsat,
waarvan 121 landen lid zijn. De son
de werd op 14 maart 1990 gelan
ceerd door een onbemande Titan 3-
raket. De lancering was een succes,
totdat de tweede rakettrap en de sa
telliet losgekoppeld zouden wor
den. Door een foutieve aansluiting
van de bedrading kwam het ont
koppelingssignaal niet over.
Intelsat 6-F3 zat met zijn hulpmotor
vast aan de tweede trap en dreigde
in de atmosfeer te verbranden,
maar dat vond de organisatie te
kostbaar. Ze gaf er de voorkeur aan
de (niet verzekerde!) satelliet los te
koppelen van zijn hulpmotor: zo
bleef hij in elk geval behouden, al
zou hij nimmer zijn beoogde baan
op 36.000 kilometer hoogte kunnen
bereiken. Hij zweeft nu circa 480 ki
lometer boven de aarde.
Intelsat herinnerde zich echter hoe
in april '84 de Solar Max-satelliet en
in augustus '85 de Syncom-4 in de
ruimte vanuit een space-shuttle wa
ren gerepareerd: het plan om iets
soortgelijks voor de '6-F3' uit te ha
len was dus snel geboren.
Intelsat heeft ruim 250 miljoen gul
den neergeteld voor de komende
missie. Na de lancering vliegt En
deavour naar een hoogte van circa
360 kilometer. Tegelijk zullen tech
nici de nog werkende Intelsat-satel-
liet van 480 kilometer laten afdalen
naar de hoogte van de shuttle. Dit
kan niet eerder gebeuren dan na de
lancering van de shuttle, omdat In
telsat de sonde niet aan het ruwere
ruimteklimaat wil blootstellen dat
zich op de lagere hoogten bevindt.
Vervolgens manoeuvreert gezag
voerder Dan Brandenstein de
shuttle tot op twaalf meter van de
satelliet, waarna op de vierde dag
van de vlucht de moeilijke klus kan
beginnen. Hiervoor stappen de as
tronauten Pierre Thuot en Richard
Hieb met hun ruimtepakken het
laadruim van de shuttle binnen.
Thuot klimt boven op de lange
robotarm van de shuttle en wordt
hiermee door zijn collega Bruce
Melnick naar de satelliet getild,
met de bedoeling deze op te pikken
en in het laadruim te brengen.
Dat gaat echter niet zomaar, want
eerst moet Thuot de langzaam
draaiende satelliet tot stilstand
brengen. Hiervoor moet hij aan de
onderzijde van de sonde een stang
bevestigen met daaraan een wiel,
waarmee het draaien kan worden
gestopt.
Zodra de Intelsat stil hangt wordt
hij in het laadruim getrokken. Daar
proberen Thuot en Hieb een nieu
we hulpmotor onder aan de satelliet
te monteren, waarmee hij uiteinde
lijk in de juiste omloopbaan kan
worden gebracht. Dat gebeurt ech
ter pas drie weken nadat de sonde
uit het laadruim is geduwd.
Op papier klinkt het allemaal heel
simpel, maar de handelingen die
Thuot en Hieb moeten verrichten
zijn zeer ingewikkeld en bepaald
niet zonder risico. Vooral het mon
teren van de stang onder aan de
sonde kan een lastige klus worden,
waarbij de kans bestaat dat de satel
liet gaat tollen. In dat geval zal
Brandenstein snel moet handelen
om te voorkomen dat de Intelsat en
de shuttle botsen.
Om niets aan het toeval over te la
ten hebben de astronauten maan-
delang getraind in een groot zwem
bad, waarin de omstandigheden
overeen komen met die in de ge-
wichtsloze ruimte. Naar verwach
ting Zullen de astronauten zeker
acht tot negen uur nodig hebben
om de reparatie uit te voeren.
Challenger
Deze 47e vlucht van een ruimteveer
wordt de eerste voor Endeavour
('Inspanning'), dat voor circa drie
miljard gulden in ruim drie en een
half jaar is gebouwd als opvolger
voor de in 1986 ontplofte Challen
ger, Daarmee bestaat de vloot weP
uit vier shuttles. Discovery heeft i[
middels veertien vluchten gp
maakt. Columbia en Atlantis eP
elf. P
i
Hoewel Endeavour gelijk oogt a^u
de andere veren, zijn er toch b|°
langrijke verschillen. Zo is der5
shuttle standaard uitgerust mPc
een elf meter grote remparachutr
die bij de landing de remweg aa|E
zienlijk moet bekorten. In de toP1
komst kan het veer - voorzien va/
de nieuwste computers - vlucF
ten van maximaal 28 dagen makerr
Op 6 april werden de hoofdmotore|n
van Endeavour 22 seconden getest'
Na een klein probleem zijn ze ii?r
middels vervangen. !e
Schrijver/bioloog Desmond Morris windt er geen doek
jes om. In zijn boek 'Baby's' stelt hij met veel overtui
ging vast, dat de mens zijn nageslacht te veel alleen
laat. Wiegjes, aparte babykamertjes en kinderwagens
zouden afgeschaft moeten worden, zo meent hij. Ba
by's horen dichtbij hun moeder of vader, zowel overdag
als 's nachts. Morris, ook de auteur van 'De Naakte Aap'
en 'De Naakte Mens', observeerde al eerder het gedrag
van katten en honden en schreef daarover boeken. In
aanvulling daarop keek hij ook geruime tijd naar het
gedrag van baby's en daaruit kwam het boekje 'Baby-
watching' voort, in de Nederlandse vertaling simpel
weg 'Baby's' getiteld. Morris doet een aantal boute be
weringen, die overigens zeker de moeite waard zijn,
maar hij meldt er niet bij waar hij zijn wijsheden van
daan haalt. Is hij het allemaal door eigen onderzoek ge
waar geworden, baseert hij zijn stellingen op weten
schappelijke uitspraken of vindt hij gewoon van alles?
Veel van zijn uitspraken komen overeen met wat ande
ren al eerder aan het papier toevertrouwden. Niet echt
nieuw dus allemaal, maar het aardige van Morris is, dat
hij het overzichtelijk, in korte en soms komische be
woordingen te boek heeft gesteld, zonder te vervallen
in onleesbaar vakjargon of zware psychologentaal.
Toch zou je hier en daar wel wensen, dat hij iets dieper
op de materie was ingegaan. Bijvoorbeeld zoals de ont
wikkelingspsychologe Aletha Solter. Haar boek 'The
aware baby' kwam nog niet zo lang geleden op de Ne
derlandse markt onder de veelzeggende titel 'Baby's
weten wat ze willen' en zij gaat veel verder op zaken in.
Eén van de vertaalsters van dit boek is kinderpsycho
loge Hanneke van Hasselt-Mooy. We spraken met haar
over baby's èn over volwassenen.
DEN HAAG - Op haar
keukentafel ligt het boek
'Op zoek naar het verloren
geluk' van de in Londen
woonachtige psychothera
peute Jean Liedloff. Han
neke van Hasselt leest het
boek, omdat het veel raak
vlakken heeft met het
werk van Solter. Liedloff
woonde twee en een half
jaar diep in de jungle van
Zuid-Amerika bij india
nenstammen, die nog in
het stenen tijdperk leven.
De psychotherapeute
kreeg daar totaal andere
inzichten over de werke
lijke aard van de mens.
Evenals Solter en Morris con
stateert ook Liedloff, dat de
mensheid en met name die in
de, wat genoemd wordt, wes
terse beschaving, in veel op
zichten moet veranderen.
Vooral in de omgang met ba
by's. (Voor de duidelijkheid:
Solter bedoelt met baby's kin
deren in de leeftijd van nul tot
tweeënhalf jaar).
Een voorbeeld van een onder
werp, waarover de drie schrij
vers het roerend eens zijn: een
baby leg je niet in een steriel
wiegje in een apart slaapka
mertje te slapen. Morris zegt:
„Feit is dat een fraaie babyka
mer de moeder meer plezier
doet dan het kind. Iedere baby
geeft er de voorkeur aan in een
bouwvallig holletje in de ar
men van zijn moeder te liggen
boven alleen te zijn in de
pracht van zijn design-kamer
tje".
Solter schrijft: „Kooi-achtige
bouwsels, die men wiegen
noemt, zijn in de plaats van het
familiebed gekomen. Van ba
by's werd verwacht dat ze te
vreden waren met het knuffe
len van speelgoedbeesten en
knuffeldoekjes in plaats van in
de liefdevolle armen van de
ouders te zijn en met het luis
teren naar muziekdoosjes in
plaats van naar de stemmen
van hun ouders. Het is nauwe
lijks te verwonderen, dat ou
ders op zoek gingen naar ad
viezen in verband met een hele
nieuwe reeks problemen. Ook
opvoedkundigen waren bezig
oplossingen te zoeken voor ba
by's die 's avonds niet wilden
gaan slapen, voor kinderen die
heen en weer rolden of opzette
lijk met hun hoofd sloegen,
voor peuters die uit hun bedje
klommen of steeds in het bed
van hun ouders bleven komen
en voor jonge kinderen die in
hun bed plasten, nachtmerries
hadden of bang waren in het
donker. Veel van deze proble
men met het slapen zijn waar
schijnlijk het gevolg van het
feit, dat de baby gedwongen
wordt om alleen te slapen.
Helaas worden soms radicale
en in wezen gevaarlijke maat
regelen genomen, zoals baby's
vastbinden in een tuigje in de
wieg, opsluiten in hun kamer
of slaapmiddelen geven".
Liedloff gaat nog een stapje
verder en beschrijft bladzijden
lang de kwellingen die een
baby volgens haar doormaakt,
als het kindje alleen in een stil
kamertje wordt achtergelaten.
Een stukje daaruit: „Het pas
geboren kind, wiens huid het
uitschreeuwt om de aloude
aanraking van zacht, warm, le
vend vlees, wordt in een droge
levenloze stof gewikkeld. Het
wordt in een hokje neergelegd
waar men het -(...)- hoe hard
het ook huilt, achterlaat in een
soort vagevuur, ontdaan van
alle beweging".
Veel gehoord argument om het
niet te doen, is dat ouders bang
zijn bovenop hun kind te gaan
liggen, niets merken en de
baby aldus dood te drukken.
Bewusteloos
Als de ouders niet dronken
zijn of zwaar onder de medicij
nen of drugs zitten of anders
zins bijna bewusteloos, zal dit
niet gebeuren, zo blijkt. Het
kind zal namelijk luid en dui
delijk tegensputteren en spar
telen. Een moeder vertelt in
het boek van Solter: „In het be
gin was ik wel zó zenuwachtig.
We legden onze baby tussen
ons in en ik werd echt nerveus.
De geringste beweging maakte
me al wakker. Ik was de hele
tijd volledig op hem gericht.
Zelfs wanneer hij niet huilde
werd ik toch vaak wakker en
keek of alles in orde was. Ik
probeerde hem ter hoogte van
onze hoofden te houden, bo
ven de dekens uit. Toen op een
keer mijn echtgenoot zich om
draaide en over hem heen lag,
begon hij onmiddellijk te hui
len en te kronkelen! Daardoor
merkte ik dat hij bijdehand ge
noeg was. Hij zou daar niet zo
maar blijven liggen en gewond
raken. Hij zou huilen en reage
ren en ik zou onmiddellijk
wakker worden. Na <Jit voorval
hield ik op me zoveel zorgen te
maken."
Hanneke van Hasselt over het
samen slapen: „Je kind bij je
in bed, dat is in Nederland een
heet hangijzer. Het is eigenlijk
pas sinds zo'n honderd jaar.
dat we kinderen niet meer bij
ons in bed laten slapen. En ei
genlijk is het ook heel raar; een
klein kwetsbaar kindje moet
alleen slapen, terwijl de ouders
gezellig bij elkaar liggen en
het niet fijn vinden als de an
der er niet is".
Toch willen de meeste ouders
het beste voor hun kind. Dat
blijkt bijvoorbeeld uit opmer
kingen als: „Ik zal het heel an
ders doen dan mijn ouders" of
„Het zal mijn kind aan niets
ontbreken". Maar in tegenstel
ling tot deze plannen, blijven
heel veel dingen precies zo
gaan als in de tijd dat hun ou
ders hen opvoedden en ont
breekt het menig baby nogal
aan voldoende warmte, liefde,
koestering en de mogelijkheid
zichzelf te zijn als het daar be
hoefte aan heeft. Want hoewel
het inmiddels door de meeste
mensen wordt geaccepteerd,
datje een baby in de eerste le
vensjaren niet kunt verwen
nen door hem op te pakken als
hij huilt of aandacht te geven
als hij erom vraagt, is het nog
wel een wijdverbreid misver
stand dat een baby afhankelijk
en onzelfstandig wordt van
dag en nacht bij de ouders (of
andere vaste verzorgers) zijn.
Terwijl het tegendeel waar is,
zo blijkt uit de boeken van de
drie schrijvers, maar ook uit de
praktijk. Want een baby die
zich veilig voelt, uit de erva
ring dat er altijd iemand dicht
bij hem is, vooral op momen
ten dat hij zich niet prettig
voelt, wordt eerder zelfstandig
en krijgt meer zelfvertrou-
Geluksvogeltjes
Morris (over baby's die con
stant door hun ouders worden
meegedragen in een draagzak
of draagdoek): „Deze geluks
vogeltjes worden constant ge
borgen en kalmerend gewiegd.
Dat soort kinderen slaagt er la
ter veel makkelijker in zich
open en zelfbewust op te stel
len. Ze zijn 'verzadigd aan ge
borgenheid' en dat maakt hen
allerminst zwak. Het zijn kin
deren met een stevig funda
ment die de wereld met open
vizier tegemoet treden". Solter
en Liedloff laten zich gelijk
soortig uit.
Van Hasselt: „Het is maar een
SUSKE EN WISKE - DE SCHERPE SCORPIOEN
0 Standaard Uitgeverij/Wavery Productions
korte periode dat je de baby bij
je laat slapen. Veel mensen
zijn bang, omdat ze denken dat
het zo blijft. Maar alles in het
leven wordt langzamerhand
geleerd, praten, netjes eten, lo
pen, dus ook slapen op een ei
gen kamertje. Als je op de lan
ge termijn denkt, zie je dat je
een goede basis legt, dat het
kind zich veilig voelt en meer
zelfvertrouwen -krijgt. Deze
kinderen leren goed voor zich
zelf opkomen, zijn later veel
opener, stellen veel gemakke
lijker vragen, bijvoorbeeld in
de collegebanken maar ook
aan gevestigde autoriteiten".
Een en andere wordt onder
streept door de opmerking van
Solter, dat vrijwel alle volwas
senen van tegenwoordig be
perkt zijn in hun mogelijkhe
den door negatieve gevoelens,
die het resultaat zijn van de
manier waarop ze als baby en
jong kind gekwetst zijn. „Eén
van deze negatieve gevoelens
is het veel voorkomende ge
voel van machteloosheid (bij
voorbeeld: 'Je kunt niet tegen
een gemeenteraad op' of 'De
milieuverontreiniging gaat ge
woon door, het maakt niet uit
wat ik doe'). Andere algemene
gevoelens zijn die van minder
lief, minder mooi of minder in
telligent te zijn dan anderen
(bijvoorbeeld: 'Wiskunde zal ik
nooit leren', 'Niemand houdt
echt van me'). Veel volwasse
nen hebben irrationele ang
sten die ze niet durven toege
ven (sommige mensen durven
niet te gaan slapen zonder
eerst onder hun bed te kij
ken)",. aldus Solter. Die daar
mee, zoals inmiddels ook vele
anderen hebben geconsta
teerd, aangeeft dat de eerste ja
ren van iemands leven heel be
palend zijn voor de rest van de
tijd, die hij- op aarde door
brengt. En dat pijnlijke erva
ringen in de babytijd de oor
zaak kunnen zijn van gewicht
sproblemen, seksuele proble
men, verslavingen, slapeloos
heid, gebrek aan verstandelij
ke vermogens en onvermogen
om langdurige relaties aan te
gaan.
Ontladen
Baby's moeten, vindt Solter,
de kans krijgen de hen aange
dane kwetsingen kwijt te ra
ken. Dat betekent, dat een
klein kind (maar ook een vol
wassene, zo blijkt tegelijker
tijd in het boek) zich moet kun
nen afreageren, ontladen zoals
ze dat noemt. Dit kan door hui
len, trillen, lachen, schreeu
wen of gapen. Solter is van me
ning, dat je een baby moet la
ten huilen als ze daar behoefte
aan heeft. Nadrukkelijk voegt
ze hier aan toe,- dat dit 'laten
huilen' niet betekent, de baby
in haar wiegje laten liggen krij
sen, maar dat de ouder als het
kind huilt eerst moet kijken of
aan mogelijke oorzaken iets te
doen valt. Zoals een vieze
broek, honger of eenzaamheid.
Pas als al die problemen zijn
opgelost en niet de oorzaak
van de huilbui blijken, kan het
volgens Solter zinnig zijn de
baby flink te laten huilen. Dat
wil zeggen, op schoot nemen,
dicht tegen je aan drukken en
lekker laten uithuilen. Want
menig volwassene weet uit ei
gen ervaring, dat een fikse
huilbui meestal behoorlijk op
lucht en waarom zou dat voor
zo'n heel klein mensje niet gel
den.
Het aardige van Solter is, dat
zij alle hoofdstukken van haar
boek besluit met een aantal
vragen aan de ouders. Ze
noemt het oefeningen, die
partners samen kunnen doen.
Waarin zij zich moeten afvra
gen hoe ze bepaalde dingen
zelf zouden vinden, zoals altijd
Veilig bij je
vader of
moeder op de
buik Baby's
hebben dag en
nacht behoefte
aan
geborgenheid
en gezelschap.
Om hieraan
tegemoet te
komen, zouden
de ouders het
kind óverdag
bij zich kunnen
dragen en 's
nachts bij zich
in bed kunnen
laten slapen.
FOTO:
GERARD
HASSING
op dezelfde tijd naar bed, ook
als je geen slaap hebt, of
moeten eten terwijl je geen
honger hebt, of bezig zijn met
iets te leren, te onderzoeken,
waarbij dan een ander onge
vraagd komt 'helpen'. Ook
geeft de ontwikkelingspsycho
loge veel voorbeelden uit de
praktijk. Zoals bij de paragraaf
over problemen bij het slapen:
„We hadden veel problemen
rond het naar bed gaan, maar
het gaat nu beter. Ik denk dat
wat er mis was, dat Gloria het
niet leuk vond dat haar gezegd
werd dat ze naar bed moest. En
nu ik er op terugkijk, denk ik
ook niet dat het zin had. Als we
zeiden: „Het is tijd om naar
bed te gaan", dan verzette ze
zich ertegen. En volgens mij
was het verstandig dat ze dat
deed. Ze voelde zelf dat ze daar
niet aan toe was. En het bleek
ook, dat toen we haar de ruim
te gaven om ons te zeggen dat
ze slaap had, ze dat ook deed.
Ze zei dan dat ze slaperig was
en naar bed wilde". Daarmee
wordt aangegeven dat de ene
baby meer slaap nodig heeft
dan de andere. Bovendien kan
het van dag tot dag verschil
len, afhankelijk van de om
standigheden.
Andere aanpak
Hoe je het ook wendt of keert,
feit blijft, dat op deze manier
omgaan met baby's een heel
andere aanpak vereist dan die
tegenwoordig gebruikelijk is.
Het is bijvoorbeeld voor moe
ders al niet altijd gemakkelijk
hun eigen gevoelens te erken
nen en zich te ontladen, voor
veel vaders is dit helemaal een
probleem.
Hanneke van Hasselt: „Je
moet de opvoeding anders dan
anders gaan aanpakken. Dat
vraagt nogal wat. Je moet je
zelf uiten. Vooral voor vaders
is dat vaak moeilijk. Moderne
vaders laten al meer hun tra
nen zien, maar het blijft een
zware taak. Toch moeten ze
het blijven proberen. Hoe ga je
met je verdriet om, hoe kom je.
tot elkaar als een van beiden
het moeilijk heeft. En ga eens
na op welke manieren en waar
je in huis echt boos mag zijn.
Als je daarover nadenkt, ko
men er eerst dingen in je hoofd
die niet mogen: niet met ser
vies gooien, niet met de deu
ren slaan, geen boeken kapot
scheuren. Maar wat mag wel?
Ikzelf ga bijvoorbeeld altijd
heel hard takken staan zagen
als ik boos of verdrietig ben".
Ze lacht. „Mijn man en kinde
ren zeggen soms wel, nu is er
genoeg gezaagd in de tuin".
Het zal lang niet altijd gemak
kelijk gaan, want: „Het bete
kent bovendien dat je als ou
der soms dwars door allerlei
normen en gevoelens van je
zelf en van je familie en vrien
den moet breken. Niet alleen
wanneer je je kind bij je in bed
neemt, maar ook bijvoorbeeld
als je je kinderen laat helpen
bij het eten klaarmaken, waar
door het een grote puinhoop
wordt en je eigenlijk van jezelf
heel netjes bent. En niet 'hoe
pel op' tegen een kind roepen
als het je komt helpen een
band plakken, ook al gaat het
zonder die hulp drie keer zo
snel. Want je moet de nieuws
gierigheid en het willen leren
van kinderen aanmoedigen.
Het onderzoeken van een kind
belonen en niet afleren".
Belonen wil overigens niet
zeggen, dat dit ook letterlijk
moet gebeuren in de vorm van
kleine cadeautjes of snoeperij
tjes. Het betekent wel, dat het
kind de ruimte moet krijgen
om te onderzoeken en te pro
beren. Een complimentje op
z'n tijd is nooit weg, maar over
dreven is met z'n allen een
vreugdedans uitvoeren rond
om het kind dat haar eerste
stapjes zet. Want het is heel ge
woon dat een kind een keer
gaat lopen.
Verschillen
Lichamelijk contact en het
kwijtraken van spanningen
spelen een belangrijke rol. Li
chamelijk contact als gezellig
tegen elkaar aanzitten of el
kaar stevig vasthouden, span
ningen ontladen door eens
goed uit te huilen of juist eens
lekker hard te lachen. Want
niet alleen lachen is gezond,
ook huilen, zo blijkt uit het on
derzoek van biochemicus Wil
liam Frey in 1981. Hij ontdekte
chemische verschillen tussen
door emoties veroorzaakte tra
nen en tranen veroorzaakt
door prikkeling (bijvoorbeeld
het snijden van een ui). Tranen
helpen de spanning te verlich
ten, doordat ze uit het lichaam
bepaalde - ongezonde - stoffen
afscheiden. Frey (aangehaald
door Solter): „In onze maat
schappij hebben mannen lan
ge tijd geleerd hun tranen te
onderdrukken. Bij hen komen
ziekten die met stress verband
houden ook meer voor dan bij
vrouwen en ze leven gemid
deld korter. Als we de functie
van emotioneel huilen beter
begrijpen, dan kunnen we ook
beter begrijpen waarom te wei
nig huilen tot deze problemen
heeft bijgedragen". Frey, wijst
er bovendien op, dat geen en
kele andere afscheiding uit het
lichaam nutteloos is. Uitade
men, plassen, ontlasten en
zweten hebben allemaal een
bepaalde functie, dus waarom
de afscheiding van tranen niet,
zo meent hij.
Het wordt kinderen echter al
heel vroeg ingeprent, dat hui
len niet goed is. Volwassenen
zijn snel geneigd een kind te
sussen als het huilt: „Stil
maar. zoet maar" alsof je niet
zoet bent als je huilt. Of: „Niet
huilen, doe niet zo kinderach
tig'. Of: '(Grote) jongens huilen
niet".
Er zal in dit opzidht heel wat
moeten veranderen in de we
reld en de vraag is of het ooit
zover komt, dat huilen (c.q. je
emoties uiten) in onze wester
se wereld volledig geaccep
teerd wordt. In andere cultu
ren ligt dat vaak heel anders,
daar wordt bijvoorbeeld da
genlang luidkeels geweend als
er iemand overleden is. Bij ons
beperkt zich dat, in het open
baar, tot een wat onderdrukt
gesnik, zelfs door de directe
nabestaanden. We zullen een
heel eind terug moeten, om
weer op de juiste manier met
onze kinderen om te gaan en.
niet te vergeten, met onszelf
en onze mede-volwassenen)
Zonder dat je de kans
voor 'softie' versleten te worj
den.
Van Hasselt: „Aletha Solter gaflj
daar een prima antwoord op|s
toen ze hier was voor haafE
boek. Ze zei: „Je kunt kiezeni
je hebt softies of je hebt men-j-
sen die weten hoe ze zicW
moeten afreageren". MenseiJ
die ervoor kiezen hun emotie:
de vrije loop te laten, worder
geen softie, maar worden men
sen vol zelfvertrouwen, dié
zich niet schamen om vooj
hun gevoelens uit te komen
maar die zich ook niet in eer
hoekje laten drukken en heel
goed voor zichzelf kunnen op
komen".
Belangrijk is, dat ouders letten
op de signalen van hun kind:
en erop vertrouwen dat baby's:
inderdaad weten wat ze willen
Dat zorgt voor zelfverzekerde
zelfstandige, evenwichtige)
vrolijke, creatieve mensen vol
zelfvertrouwen. En dat is toch
het doel waarnaar veel ouder§ I
streven, want op de vraag» I
„Hoe stel je je kind voor als he1:|
groter is?" zegt toch niemandj I
„Ik hoop dat het een onzeker I
agressief, afhankelijk, saai,
s loom type wordt'
Vooral Solter en Morris be
handelen in hun boeken aller-'
lei opvoedkundige problemen
en situaties, van niet willen
eten tot leren spelen, van
hechtingsgedrag tot kinder- j
dagopvang. De gegevens van!
de drie hierboven besproken!
boeken zijn:
Baby's. Auteur Desmond Mor
ris. Uitgever Unieboek in
Houten. ISBN 90 269 6454 4.
Prijs 24,90.
Baby's weten wat ze willen)
Auteur Aletha Solter. Uitge
ver De Toorts in Haarlem.
ISBN 90 6020 649 5. Prijs)
39,90.
Op zoek naar het verloren ge
luk. Auteur Jean Liedloff. Uit-
gever Servire in Katwijk aan
Zee. ISBN 90 6325 260 9. Prijs i
32,50.
A