Baby's weten wat ze willen Nieuwe ruimteveer Endeavour gaat fungeren als een wegenwacht BINNENLAND BUITENLAND CcidócSouocuit ZATERDAG 2 MEI 1992 DEN HAAG - 'De meest ingewik kelde missie tot nu toe', zo om schrijft NASA de voor komende week geplande vlucht van het nieu we ruimteveer Endeavour. Het veer mag vanaf maandag als 'wegen wacht' door de ruimte vliegen. De zevenkoppige bemanning heeft de taak de 265 miljoen gulden kos tende communicatiesatelliet Intel sat 6-F3 in de ruimte te repareren. Deze satelliet is eigendom van de internationale organisatie Intelsat, waarvan 121 landen lid zijn. De son de werd op 14 maart 1990 gelan ceerd door een onbemande Titan 3- raket. De lancering was een succes, totdat de tweede rakettrap en de sa telliet losgekoppeld zouden wor den. Door een foutieve aansluiting van de bedrading kwam het ont koppelingssignaal niet over. Intelsat 6-F3 zat met zijn hulpmotor vast aan de tweede trap en dreigde in de atmosfeer te verbranden, maar dat vond de organisatie te kostbaar. Ze gaf er de voorkeur aan de (niet verzekerde!) satelliet los te koppelen van zijn hulpmotor: zo bleef hij in elk geval behouden, al zou hij nimmer zijn beoogde baan op 36.000 kilometer hoogte kunnen bereiken. Hij zweeft nu circa 480 ki lometer boven de aarde. Intelsat herinnerde zich echter hoe in april '84 de Solar Max-satelliet en in augustus '85 de Syncom-4 in de ruimte vanuit een space-shuttle wa ren gerepareerd: het plan om iets soortgelijks voor de '6-F3' uit te ha len was dus snel geboren. Intelsat heeft ruim 250 miljoen gul den neergeteld voor de komende missie. Na de lancering vliegt En deavour naar een hoogte van circa 360 kilometer. Tegelijk zullen tech nici de nog werkende Intelsat-satel- liet van 480 kilometer laten afdalen naar de hoogte van de shuttle. Dit kan niet eerder gebeuren dan na de lancering van de shuttle, omdat In telsat de sonde niet aan het ruwere ruimteklimaat wil blootstellen dat zich op de lagere hoogten bevindt. Vervolgens manoeuvreert gezag voerder Dan Brandenstein de shuttle tot op twaalf meter van de satelliet, waarna op de vierde dag van de vlucht de moeilijke klus kan beginnen. Hiervoor stappen de as tronauten Pierre Thuot en Richard Hieb met hun ruimtepakken het laadruim van de shuttle binnen. Thuot klimt boven op de lange robotarm van de shuttle en wordt hiermee door zijn collega Bruce Melnick naar de satelliet getild, met de bedoeling deze op te pikken en in het laadruim te brengen. Dat gaat echter niet zomaar, want eerst moet Thuot de langzaam draaiende satelliet tot stilstand brengen. Hiervoor moet hij aan de onderzijde van de sonde een stang bevestigen met daaraan een wiel, waarmee het draaien kan worden gestopt. Zodra de Intelsat stil hangt wordt hij in het laadruim getrokken. Daar proberen Thuot en Hieb een nieu we hulpmotor onder aan de satelliet te monteren, waarmee hij uiteinde lijk in de juiste omloopbaan kan worden gebracht. Dat gebeurt ech ter pas drie weken nadat de sonde uit het laadruim is geduwd. Op papier klinkt het allemaal heel simpel, maar de handelingen die Thuot en Hieb moeten verrichten zijn zeer ingewikkeld en bepaald niet zonder risico. Vooral het mon teren van de stang onder aan de sonde kan een lastige klus worden, waarbij de kans bestaat dat de satel liet gaat tollen. In dat geval zal Brandenstein snel moet handelen om te voorkomen dat de Intelsat en de shuttle botsen. Om niets aan het toeval over te la ten hebben de astronauten maan- delang getraind in een groot zwem bad, waarin de omstandigheden overeen komen met die in de ge- wichtsloze ruimte. Naar verwach ting Zullen de astronauten zeker acht tot negen uur nodig hebben om de reparatie uit te voeren. Challenger Deze 47e vlucht van een ruimteveer wordt de eerste voor Endeavour ('Inspanning'), dat voor circa drie miljard gulden in ruim drie en een half jaar is gebouwd als opvolger voor de in 1986 ontplofte Challen ger, Daarmee bestaat de vloot weP uit vier shuttles. Discovery heeft i[ middels veertien vluchten gp maakt. Columbia en Atlantis eP elf. P i Hoewel Endeavour gelijk oogt a^u de andere veren, zijn er toch b|° langrijke verschillen. Zo is der5 shuttle standaard uitgerust mPc een elf meter grote remparachutr die bij de landing de remweg aa|E zienlijk moet bekorten. In de toP1 komst kan het veer - voorzien va/ de nieuwste computers - vlucF ten van maximaal 28 dagen makerr Op 6 april werden de hoofdmotore|n van Endeavour 22 seconden getest' Na een klein probleem zijn ze ii?r middels vervangen. !e Schrijver/bioloog Desmond Morris windt er geen doek jes om. In zijn boek 'Baby's' stelt hij met veel overtui ging vast, dat de mens zijn nageslacht te veel alleen laat. Wiegjes, aparte babykamertjes en kinderwagens zouden afgeschaft moeten worden, zo meent hij. Ba by's horen dichtbij hun moeder of vader, zowel overdag als 's nachts. Morris, ook de auteur van 'De Naakte Aap' en 'De Naakte Mens', observeerde al eerder het gedrag van katten en honden en schreef daarover boeken. In aanvulling daarop keek hij ook geruime tijd naar het gedrag van baby's en daaruit kwam het boekje 'Baby- watching' voort, in de Nederlandse vertaling simpel weg 'Baby's' getiteld. Morris doet een aantal boute be weringen, die overigens zeker de moeite waard zijn, maar hij meldt er niet bij waar hij zijn wijsheden van daan haalt. Is hij het allemaal door eigen onderzoek ge waar geworden, baseert hij zijn stellingen op weten schappelijke uitspraken of vindt hij gewoon van alles? Veel van zijn uitspraken komen overeen met wat ande ren al eerder aan het papier toevertrouwden. Niet echt nieuw dus allemaal, maar het aardige van Morris is, dat hij het overzichtelijk, in korte en soms komische be woordingen te boek heeft gesteld, zonder te vervallen in onleesbaar vakjargon of zware psychologentaal. Toch zou je hier en daar wel wensen, dat hij iets dieper op de materie was ingegaan. Bijvoorbeeld zoals de ont wikkelingspsychologe Aletha Solter. Haar boek 'The aware baby' kwam nog niet zo lang geleden op de Ne derlandse markt onder de veelzeggende titel 'Baby's weten wat ze willen' en zij gaat veel verder op zaken in. Eén van de vertaalsters van dit boek is kinderpsycho loge Hanneke van Hasselt-Mooy. We spraken met haar over baby's èn over volwassenen. DEN HAAG - Op haar keukentafel ligt het boek 'Op zoek naar het verloren geluk' van de in Londen woonachtige psychothera peute Jean Liedloff. Han neke van Hasselt leest het boek, omdat het veel raak vlakken heeft met het werk van Solter. Liedloff woonde twee en een half jaar diep in de jungle van Zuid-Amerika bij india nenstammen, die nog in het stenen tijdperk leven. De psychotherapeute kreeg daar totaal andere inzichten over de werke lijke aard van de mens. Evenals Solter en Morris con stateert ook Liedloff, dat de mensheid en met name die in de, wat genoemd wordt, wes terse beschaving, in veel op zichten moet veranderen. Vooral in de omgang met ba by's. (Voor de duidelijkheid: Solter bedoelt met baby's kin deren in de leeftijd van nul tot tweeënhalf jaar). Een voorbeeld van een onder werp, waarover de drie schrij vers het roerend eens zijn: een baby leg je niet in een steriel wiegje in een apart slaapka mertje te slapen. Morris zegt: „Feit is dat een fraaie babyka mer de moeder meer plezier doet dan het kind. Iedere baby geeft er de voorkeur aan in een bouwvallig holletje in de ar men van zijn moeder te liggen boven alleen te zijn in de pracht van zijn design-kamer tje". Solter schrijft: „Kooi-achtige bouwsels, die men wiegen noemt, zijn in de plaats van het familiebed gekomen. Van ba by's werd verwacht dat ze te vreden waren met het knuffe len van speelgoedbeesten en knuffeldoekjes in plaats van in de liefdevolle armen van de ouders te zijn en met het luis teren naar muziekdoosjes in plaats van naar de stemmen van hun ouders. Het is nauwe lijks te verwonderen, dat ou ders op zoek gingen naar ad viezen in verband met een hele nieuwe reeks problemen. Ook opvoedkundigen waren bezig oplossingen te zoeken voor ba by's die 's avonds niet wilden gaan slapen, voor kinderen die heen en weer rolden of opzette lijk met hun hoofd sloegen, voor peuters die uit hun bedje klommen of steeds in het bed van hun ouders bleven komen en voor jonge kinderen die in hun bed plasten, nachtmerries hadden of bang waren in het donker. Veel van deze proble men met het slapen zijn waar schijnlijk het gevolg van het feit, dat de baby gedwongen wordt om alleen te slapen. Helaas worden soms radicale en in wezen gevaarlijke maat regelen genomen, zoals baby's vastbinden in een tuigje in de wieg, opsluiten in hun kamer of slaapmiddelen geven". Liedloff gaat nog een stapje verder en beschrijft bladzijden lang de kwellingen die een baby volgens haar doormaakt, als het kindje alleen in een stil kamertje wordt achtergelaten. Een stukje daaruit: „Het pas geboren kind, wiens huid het uitschreeuwt om de aloude aanraking van zacht, warm, le vend vlees, wordt in een droge levenloze stof gewikkeld. Het wordt in een hokje neergelegd waar men het -(...)- hoe hard het ook huilt, achterlaat in een soort vagevuur, ontdaan van alle beweging". Veel gehoord argument om het niet te doen, is dat ouders bang zijn bovenop hun kind te gaan liggen, niets merken en de baby aldus dood te drukken. Bewusteloos Als de ouders niet dronken zijn of zwaar onder de medicij nen of drugs zitten of anders zins bijna bewusteloos, zal dit niet gebeuren, zo blijkt. Het kind zal namelijk luid en dui delijk tegensputteren en spar telen. Een moeder vertelt in het boek van Solter: „In het be gin was ik wel zó zenuwachtig. We legden onze baby tussen ons in en ik werd echt nerveus. De geringste beweging maakte me al wakker. Ik was de hele tijd volledig op hem gericht. Zelfs wanneer hij niet huilde werd ik toch vaak wakker en keek of alles in orde was. Ik probeerde hem ter hoogte van onze hoofden te houden, bo ven de dekens uit. Toen op een keer mijn echtgenoot zich om draaide en over hem heen lag, begon hij onmiddellijk te hui len en te kronkelen! Daardoor merkte ik dat hij bijdehand ge noeg was. Hij zou daar niet zo maar blijven liggen en gewond raken. Hij zou huilen en reage ren en ik zou onmiddellijk wakker worden. Na <Jit voorval hield ik op me zoveel zorgen te maken." Hanneke van Hasselt over het samen slapen: „Je kind bij je in bed, dat is in Nederland een heet hangijzer. Het is eigenlijk pas sinds zo'n honderd jaar. dat we kinderen niet meer bij ons in bed laten slapen. En ei genlijk is het ook heel raar; een klein kwetsbaar kindje moet alleen slapen, terwijl de ouders gezellig bij elkaar liggen en het niet fijn vinden als de an der er niet is". Toch willen de meeste ouders het beste voor hun kind. Dat blijkt bijvoorbeeld uit opmer kingen als: „Ik zal het heel an ders doen dan mijn ouders" of „Het zal mijn kind aan niets ontbreken". Maar in tegenstel ling tot deze plannen, blijven heel veel dingen precies zo gaan als in de tijd dat hun ou ders hen opvoedden en ont breekt het menig baby nogal aan voldoende warmte, liefde, koestering en de mogelijkheid zichzelf te zijn als het daar be hoefte aan heeft. Want hoewel het inmiddels door de meeste mensen wordt geaccepteerd, datje een baby in de eerste le vensjaren niet kunt verwen nen door hem op te pakken als hij huilt of aandacht te geven als hij erom vraagt, is het nog wel een wijdverbreid misver stand dat een baby afhankelijk en onzelfstandig wordt van dag en nacht bij de ouders (of andere vaste verzorgers) zijn. Terwijl het tegendeel waar is, zo blijkt uit de boeken van de drie schrijvers, maar ook uit de praktijk. Want een baby die zich veilig voelt, uit de erva ring dat er altijd iemand dicht bij hem is, vooral op momen ten dat hij zich niet prettig voelt, wordt eerder zelfstandig en krijgt meer zelfvertrou- Geluksvogeltjes Morris (over baby's die con stant door hun ouders worden meegedragen in een draagzak of draagdoek): „Deze geluks vogeltjes worden constant ge borgen en kalmerend gewiegd. Dat soort kinderen slaagt er la ter veel makkelijker in zich open en zelfbewust op te stel len. Ze zijn 'verzadigd aan ge borgenheid' en dat maakt hen allerminst zwak. Het zijn kin deren met een stevig funda ment die de wereld met open vizier tegemoet treden". Solter en Liedloff laten zich gelijk soortig uit. Van Hasselt: „Het is maar een SUSKE EN WISKE - DE SCHERPE SCORPIOEN 0 Standaard Uitgeverij/Wavery Productions korte periode dat je de baby bij je laat slapen. Veel mensen zijn bang, omdat ze denken dat het zo blijft. Maar alles in het leven wordt langzamerhand geleerd, praten, netjes eten, lo pen, dus ook slapen op een ei gen kamertje. Als je op de lan ge termijn denkt, zie je dat je een goede basis legt, dat het kind zich veilig voelt en meer zelfvertrouwen -krijgt. Deze kinderen leren goed voor zich zelf opkomen, zijn later veel opener, stellen veel gemakke lijker vragen, bijvoorbeeld in de collegebanken maar ook aan gevestigde autoriteiten". Een en andere wordt onder streept door de opmerking van Solter, dat vrijwel alle volwas senen van tegenwoordig be perkt zijn in hun mogelijkhe den door negatieve gevoelens, die het resultaat zijn van de manier waarop ze als baby en jong kind gekwetst zijn. „Eén van deze negatieve gevoelens is het veel voorkomende ge voel van machteloosheid (bij voorbeeld: 'Je kunt niet tegen een gemeenteraad op' of 'De milieuverontreiniging gaat ge woon door, het maakt niet uit wat ik doe'). Andere algemene gevoelens zijn die van minder lief, minder mooi of minder in telligent te zijn dan anderen (bijvoorbeeld: 'Wiskunde zal ik nooit leren', 'Niemand houdt echt van me'). Veel volwasse nen hebben irrationele ang sten die ze niet durven toege ven (sommige mensen durven niet te gaan slapen zonder eerst onder hun bed te kij ken)",. aldus Solter. Die daar mee, zoals inmiddels ook vele anderen hebben geconsta teerd, aangeeft dat de eerste ja ren van iemands leven heel be palend zijn voor de rest van de tijd, die hij- op aarde door brengt. En dat pijnlijke erva ringen in de babytijd de oor zaak kunnen zijn van gewicht sproblemen, seksuele proble men, verslavingen, slapeloos heid, gebrek aan verstandelij ke vermogens en onvermogen om langdurige relaties aan te gaan. Ontladen Baby's moeten, vindt Solter, de kans krijgen de hen aange dane kwetsingen kwijt te ra ken. Dat betekent, dat een klein kind (maar ook een vol wassene, zo blijkt tegelijker tijd in het boek) zich moet kun nen afreageren, ontladen zoals ze dat noemt. Dit kan door hui len, trillen, lachen, schreeu wen of gapen. Solter is van me ning, dat je een baby moet la ten huilen als ze daar behoefte aan heeft. Nadrukkelijk voegt ze hier aan toe,- dat dit 'laten huilen' niet betekent, de baby in haar wiegje laten liggen krij sen, maar dat de ouder als het kind huilt eerst moet kijken of aan mogelijke oorzaken iets te doen valt. Zoals een vieze broek, honger of eenzaamheid. Pas als al die problemen zijn opgelost en niet de oorzaak van de huilbui blijken, kan het volgens Solter zinnig zijn de baby flink te laten huilen. Dat wil zeggen, op schoot nemen, dicht tegen je aan drukken en lekker laten uithuilen. Want menig volwassene weet uit ei gen ervaring, dat een fikse huilbui meestal behoorlijk op lucht en waarom zou dat voor zo'n heel klein mensje niet gel den. Het aardige van Solter is, dat zij alle hoofdstukken van haar boek besluit met een aantal vragen aan de ouders. Ze noemt het oefeningen, die partners samen kunnen doen. Waarin zij zich moeten afvra gen hoe ze bepaalde dingen zelf zouden vinden, zoals altijd Veilig bij je vader of moeder op de buik Baby's hebben dag en nacht behoefte aan geborgenheid en gezelschap. Om hieraan tegemoet te komen, zouden de ouders het kind óverdag bij zich kunnen dragen en 's nachts bij zich in bed kunnen laten slapen. FOTO: GERARD HASSING op dezelfde tijd naar bed, ook als je geen slaap hebt, of moeten eten terwijl je geen honger hebt, of bezig zijn met iets te leren, te onderzoeken, waarbij dan een ander onge vraagd komt 'helpen'. Ook geeft de ontwikkelingspsycho loge veel voorbeelden uit de praktijk. Zoals bij de paragraaf over problemen bij het slapen: „We hadden veel problemen rond het naar bed gaan, maar het gaat nu beter. Ik denk dat wat er mis was, dat Gloria het niet leuk vond dat haar gezegd werd dat ze naar bed moest. En nu ik er op terugkijk, denk ik ook niet dat het zin had. Als we zeiden: „Het is tijd om naar bed te gaan", dan verzette ze zich ertegen. En volgens mij was het verstandig dat ze dat deed. Ze voelde zelf dat ze daar niet aan toe was. En het bleek ook, dat toen we haar de ruim te gaven om ons te zeggen dat ze slaap had, ze dat ook deed. Ze zei dan dat ze slaperig was en naar bed wilde". Daarmee wordt aangegeven dat de ene baby meer slaap nodig heeft dan de andere. Bovendien kan het van dag tot dag verschil len, afhankelijk van de om standigheden. Andere aanpak Hoe je het ook wendt of keert, feit blijft, dat op deze manier omgaan met baby's een heel andere aanpak vereist dan die tegenwoordig gebruikelijk is. Het is bijvoorbeeld voor moe ders al niet altijd gemakkelijk hun eigen gevoelens te erken nen en zich te ontladen, voor veel vaders is dit helemaal een probleem. Hanneke van Hasselt: „Je moet de opvoeding anders dan anders gaan aanpakken. Dat vraagt nogal wat. Je moet je zelf uiten. Vooral voor vaders is dat vaak moeilijk. Moderne vaders laten al meer hun tra nen zien, maar het blijft een zware taak. Toch moeten ze het blijven proberen. Hoe ga je met je verdriet om, hoe kom je. tot elkaar als een van beiden het moeilijk heeft. En ga eens na op welke manieren en waar je in huis echt boos mag zijn. Als je daarover nadenkt, ko men er eerst dingen in je hoofd die niet mogen: niet met ser vies gooien, niet met de deu ren slaan, geen boeken kapot scheuren. Maar wat mag wel? Ikzelf ga bijvoorbeeld altijd heel hard takken staan zagen als ik boos of verdrietig ben". Ze lacht. „Mijn man en kinde ren zeggen soms wel, nu is er genoeg gezaagd in de tuin". Het zal lang niet altijd gemak kelijk gaan, want: „Het bete kent bovendien dat je als ou der soms dwars door allerlei normen en gevoelens van je zelf en van je familie en vrien den moet breken. Niet alleen wanneer je je kind bij je in bed neemt, maar ook bijvoorbeeld als je je kinderen laat helpen bij het eten klaarmaken, waar door het een grote puinhoop wordt en je eigenlijk van jezelf heel netjes bent. En niet 'hoe pel op' tegen een kind roepen als het je komt helpen een band plakken, ook al gaat het zonder die hulp drie keer zo snel. Want je moet de nieuws gierigheid en het willen leren van kinderen aanmoedigen. Het onderzoeken van een kind belonen en niet afleren". Belonen wil overigens niet zeggen, dat dit ook letterlijk moet gebeuren in de vorm van kleine cadeautjes of snoeperij tjes. Het betekent wel, dat het kind de ruimte moet krijgen om te onderzoeken en te pro beren. Een complimentje op z'n tijd is nooit weg, maar over dreven is met z'n allen een vreugdedans uitvoeren rond om het kind dat haar eerste stapjes zet. Want het is heel ge woon dat een kind een keer gaat lopen. Verschillen Lichamelijk contact en het kwijtraken van spanningen spelen een belangrijke rol. Li chamelijk contact als gezellig tegen elkaar aanzitten of el kaar stevig vasthouden, span ningen ontladen door eens goed uit te huilen of juist eens lekker hard te lachen. Want niet alleen lachen is gezond, ook huilen, zo blijkt uit het on derzoek van biochemicus Wil liam Frey in 1981. Hij ontdekte chemische verschillen tussen door emoties veroorzaakte tra nen en tranen veroorzaakt door prikkeling (bijvoorbeeld het snijden van een ui). Tranen helpen de spanning te verlich ten, doordat ze uit het lichaam bepaalde - ongezonde - stoffen afscheiden. Frey (aangehaald door Solter): „In onze maat schappij hebben mannen lan ge tijd geleerd hun tranen te onderdrukken. Bij hen komen ziekten die met stress verband houden ook meer voor dan bij vrouwen en ze leven gemid deld korter. Als we de functie van emotioneel huilen beter begrijpen, dan kunnen we ook beter begrijpen waarom te wei nig huilen tot deze problemen heeft bijgedragen". Frey, wijst er bovendien op, dat geen en kele andere afscheiding uit het lichaam nutteloos is. Uitade men, plassen, ontlasten en zweten hebben allemaal een bepaalde functie, dus waarom de afscheiding van tranen niet, zo meent hij. Het wordt kinderen echter al heel vroeg ingeprent, dat hui len niet goed is. Volwassenen zijn snel geneigd een kind te sussen als het huilt: „Stil maar. zoet maar" alsof je niet zoet bent als je huilt. Of: „Niet huilen, doe niet zo kinderach tig'. Of: '(Grote) jongens huilen niet". Er zal in dit opzidht heel wat moeten veranderen in de we reld en de vraag is of het ooit zover komt, dat huilen (c.q. je emoties uiten) in onze wester se wereld volledig geaccep teerd wordt. In andere cultu ren ligt dat vaak heel anders, daar wordt bijvoorbeeld da genlang luidkeels geweend als er iemand overleden is. Bij ons beperkt zich dat, in het open baar, tot een wat onderdrukt gesnik, zelfs door de directe nabestaanden. We zullen een heel eind terug moeten, om weer op de juiste manier met onze kinderen om te gaan en. niet te vergeten, met onszelf en onze mede-volwassenen) Zonder dat je de kans voor 'softie' versleten te worj den. Van Hasselt: „Aletha Solter gaflj daar een prima antwoord op|s toen ze hier was voor haafE boek. Ze zei: „Je kunt kiezeni je hebt softies of je hebt men-j- sen die weten hoe ze zicW moeten afreageren". MenseiJ die ervoor kiezen hun emotie: de vrije loop te laten, worder geen softie, maar worden men sen vol zelfvertrouwen, dié zich niet schamen om vooj hun gevoelens uit te komen maar die zich ook niet in eer hoekje laten drukken en heel goed voor zichzelf kunnen op komen". Belangrijk is, dat ouders letten op de signalen van hun kind: en erop vertrouwen dat baby's: inderdaad weten wat ze willen Dat zorgt voor zelfverzekerde zelfstandige, evenwichtige) vrolijke, creatieve mensen vol zelfvertrouwen. En dat is toch het doel waarnaar veel ouder§ I streven, want op de vraag» I „Hoe stel je je kind voor als he1:| groter is?" zegt toch niemandj I „Ik hoop dat het een onzeker I agressief, afhankelijk, saai, s loom type wordt' Vooral Solter en Morris be handelen in hun boeken aller-' lei opvoedkundige problemen en situaties, van niet willen eten tot leren spelen, van hechtingsgedrag tot kinder- j dagopvang. De gegevens van! de drie hierboven besproken! boeken zijn: Baby's. Auteur Desmond Mor ris. Uitgever Unieboek in Houten. ISBN 90 269 6454 4. Prijs 24,90. Baby's weten wat ze willen) Auteur Aletha Solter. Uitge ver De Toorts in Haarlem. ISBN 90 6020 649 5. Prijs) 39,90. Op zoek naar het verloren ge luk. Auteur Jean Liedloff. Uit- gever Servire in Katwijk aan Zee. ISBN 90 6325 260 9. Prijs i 32,50. A

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 4