ollicitatiegesprek js doorslaggevend Vier dagen bouwen, één dag op school 'Geen poespas, geen James Bond' Schoolverlaters Tips voor sollicitanten m Detective zijn vraagt vooral engelengeduld Leidse Courant j zaterdag 2 mei 1992 I etagdr Yvonne Keunen -915,-iortH je solliciteert, moet je aller- DlEREtgt weten wat je capaciteiten zijn, jffffjent Ad Besems. Hij raadt aan voor g-st uit te vinden over welke kennis 't M vaardigheden je beschikt en wat eigenlijk wil. De mogelijkheden 39Ó04 e daaruit naar voren komen, jjeten worden uitgebuit. „De ge- TE [ddelde sollicitant wacht af wat -soneelsadvertenties te bieden iben. En reageert daar dan op. lijk met tien andere sollicitan- of twintig, of honderd. Waarom u een organisatie waar u graag willen werken, dit niet laten we- Een open sollicitatie is vol- is Besems een goed initiatief. jommige mensen krijgen altijd op het juiste moment een baan aangeboden en hoeven nooit te ijfl^tlliciteren. Zij zijn goed af. Want solliciteren is inspannend en de afloop ongewis." Dat schrijft Ad I£Z%sems in het voorwoord van zijn onlangs verschenen boek 'Werven en solliciteren', waarin hij Iviezen geeft om sterk uit een sollicitatie naar voren te komen. kan heel wat gehaald worden. Bij de Kamers van Koophandel zijn van ie dere onderneming gegevens ter in zage en tegen een kleine vergoeding verkrijgbaar. Verder weegt iemands houding en uiterlijk sterk mee in het beeld dat men van hem of haar heeft. „In het algemeen kunt u zich het beste hul len in de kleding zoals u die ook in de betrokken functie zult dragen. En dan eerder wat conservatiever en chiquer dan buitenissig". Het gesprek begint met jezelf voor stellen. Dat moet correct gebeuren met een handdruk niet te slap en niet te stevig, want dat wordt vaak vervelend gevonden. Hoffelijkheid is volgens Besems het uitgangspunt, dat wil zeggen voorkomend en be leefd zijn en de ander in zijn waarde laten. door Gert Onnink Vier dagen per week werken in de bouw en verder nog maar één dag naar school voor de theorie. Met die combinatie hopen diverse leerling aannemers een felbegeerd baantje te kunnen bemachtigen in de bouw. Zo ook Marcel de Kruyff en Robert Kui per, die voor het tweede jaar werk zaam zijn bij een zogeheten leerling bouwplaats van een bouwbedrijf in Ridderkerk. Een ideale combinatie", vindt de 19- jarige Marcel de Kruyff, die na de LTS te hebben gevolgd bij dit bedrijf terecht kwam. Hij zit nu in het twee de en laatste jaar van zijn opleiding. „In het begin was het wel even las tig. Maar als je eenmaal de slag te pakken hebt, dan gaat het wel", al dus de leerling-metselaar, die vol gendjaar in militaire dienst moet en zijn werk niet kan voortzetten. Zijn maatje Robert Kuiper (17), ook met selaar in het tweede jaar, plakt er nog wel twee jaar aan vast. Leermeester J. J. Wallaart is tevre den met de leerling-bouwers. ,,Ze doen het prima, al hebben ze wel toe zicht nodig. Vooral diegenen die nog maar net zijn begonnen, weten vaak niet wat of hoe ze iets moeten doen". Wallaart, zelf een aannemer van de oude stempel, noemt de leerling bouwplaats de juiste kweekvijver voor aanstaande bouwers. „Je moet het vak in de praktijk leren. Op school lukt dat niet". Volgens Wal laart krijgen de leerling-bouwers voor hun 32-urige werkweek goed betaald. „Zeker als je het vergelijkt met het loon dat ze in de metaal zou den krijgen". De leerlingen, veelal in leeftijd varië rend van 16 tot 21 jaar, draaien vol ledig mee met hun „oudere" colle ga's. Voor hun werk, timmer- of metselklussen, krijgen ze een beoor deling van de leermeester. Uiteinde lijk is het de bedoeling dat de scholie ren na de opleiding twee of vier jaar vast werk vinden in de bouw. „We bieden ze na afloop meestal een baan aan", zegt Hennie van Aken van het bouwbedrijf Fraanje, een be drijf dat al sinds 1978 succesvol is met leerlingbouwplaatsen. De jonge aannemers werden onder meer ingezet in nieuwbouwwijken. „Aanstaande bewoners keken nog wel eens vreemd op als ze in hun wo ning van die jonge knapen aan het werk zagen. Maar ze doen het net zo goed als de anderen. Zo niet, dan wordt de zaak er gelijk uitgesloopt", aldus Van Aken. In de ogen van Van Aken hebben de huidige leerling-bouwers een groot voorbeeld: Peter Hansier. Hij begon destijds in 1978 in Capelle aan den IJssel op een leerling-bouwplaats. Inmiddels heeft hij het al geschopt tot hoofd-uitvoerder van een groot bouwproject in het centrum van Rid derkerk. sems, directeur van het Rotter- mse adviesbureau voor loopbaan- inagement BMC, schreef zijn ndboek primair voor sollicitanten, lar geeft ook tips aan personeel- ïctionarissen voor wie werving en ictie geen dagelijks werk is. Het irtepunt van het boek wordt ge- id door een handleiding van het licitatieproces zelf, van het mo- jent dat een organisatie de beslis- ig neemt een vacature te gaan op- illen en een werknemer besluit te an solliciteren, tot aan het mo- ent dat zij samen een arbeidsove- enkomst aangaan, in andere stap is het benaderen Handboek voor werkzoekers en - gevers van organisaties. De meeste werk zoekenden zijn niet gewend zichzelf aan te prijzen en vinden het moeilijk zichzelf te verkopen. Als sollicitant moet je echter laten weten je bent en watje kan. „Vaak vormt de sollicitatiebrief de eerste en enige mogelijkheid van entree tot een organisatie. Daarom moet hij goed zijn. Slaagt u als sollicitant er niet in uw boodschap over te brengen, dan is er meestal geen herkan sing. Uw sollici tatie is dan defi nitief mislukt." Hoe een sollicitatiebrief eruit hoort te zien, is afhankelijk van de functie. Er gelden wel een aantal overeenko mende kenmerken. Brieven kunnen het beste geschreven worden in een stijl en woordgebruik die bij de orga nisatie passen, maar ook bij de solli citant zelf. Maak duidelijke, korte zinnen en vermijd vaktaal en ge zwollen taalgebruik, is het devies. Richt de brief altijd aan iemand in persoon. Wanneer geen naam be kend is, probeer die dan te achterha- Als een brief van een curriculum vi- tae vergezeld gaat en' dat is meestal het geval dan moet de brief kort zijn. In feite kan de brief twee zaken van waarde toevoegen aan de c.v. Allereerst kan hij laten zien waarom iemand solliciteert. Ten tweede kan hij de persoonlijk heid van de sollicitant naar voren brengen. Het curriculum vitae ver telt daar immers niets over. Naast personalia mogen ook oplei dingen, kennis en vaardigheden in een c.v. niet ont breken. Verder horen ook ar beidsverleden en eventuele refe renties erin thuis. Gevolgde cursussen die nen alleen ver meld te worden wanneer die voor de werkgever van belang zijn. Het belangrijkste in een sollicitatie procedure is het gesprek zelf. Het verloop daarvan is meestal doorslag gevend: „Daar gebeurt het, daar klikt het of niet daar wordt ge selecteerd". De eerste indrukken in een gesprek zijn daarom heel belangrijk. Op tijd komen speelt een rol. Voorbereiding op het gesprek is essentieel. Een slechte voorbereiding wordt al snel als desinteresse gezien. De sollici tant dient zoveel mogelijk over de or ganisatie te weten te komen. Uit jaarverslagen, die gratis bij de on derneming zelf verkrijgbaar zijn, fanneer je op zoek bent naar een aan is 'solliciteren onvermijdelijk. Ir zijn tal van boeken of bureaus die op weg kunnen helpen en je leren i beter te presenteren. Maar waar itten werkgevers nou werkelijk; op? en enquête onder personeelsfunc- onarissen van een aantal grote be- rijven in .de Randstad leverde een ele reeks tips op. Waar moet je als ollicitant op letten en wat moet je ooral niet doen I Stuur geen standaardbrief. I Laat zien dat je je in het bedrijf erdiept hebt, toon interesse. iDe brief moet er representatief litzien, zonder taalfouten en ge- tras. I Een handgeschreven brief is per- oonlijker. I Schrijf leesbaar, kort en bondig, il te lange brieven worden snel opzij [eschoven. Blijf eerlijk, blaas bijbaantjes niet op. Vermeld altijd waar je bereikbaar bent. Wanneer je op je werk gebeld wordt, zal dat altijd discreet gebeu ren. Solliciteer alleen als je aan de ge stelde eisen voldoet. Je moet jezelf verkopen, maar voor alles jezelf blijven. Een ervaren personeelsman prikt al snel door to neelspel heen. De kleding die je draagt moet niet alleen bij de functie, maar ook bij je zelf passen. I Kom op tijd, wanneer je verhin derd bent, geef dat dan tijdig door en geef een goede reden. Bereid je goed voor en weet watje in je eigen brief geschreven hebt. Onvoorbereid zijn, wordt al gauw als desinteresse gezien. Vertel geen dingen die niet ter zake doen. Luister goed naar de vraag die ge steld wordt. Als je niet begrijpt wat er wordt gezegd, gewoon vragen. Als je wordt afgewezen, bel dan al tijd en vraag om een toelichting. Daar kun je van leren. Je houding moet corresponderen met de boodschap. Als je zegt dat je stressbestendig bent moetje niet na gelbijten. Begin niet over andere sollicita ties. Vermijdt cliché's, geef geen stan daard antwoorden, maar wees crea tief. 'Wenen en solliciteren', handboek voor werkgevers en sollicitanten, door Ad Besems. Uitgeverij Bosch Keuning, Baarn. Prijs 27,90. Het heeft geen zin om tijdens een sollicitatiegesprek irrelevante dingen te vertellen. Steeds meer scholieren stappen in het leerlingwezen: vier dagen werken, één dag naar school. Landelijk steeg het aantal deelnemers vorig jaar met drie procent, in het Rijndelta-gebied kozen twintig procent meer scholieren voor een traject in het leerlingwezen. Een heel aantrekkelijke weg, vinden de betrokkenen die pleiten voor nog meer mogelijkheden. Niet alleen LBO'ers weten het zogenoemde duale schooltraject te vinden. Ook het bedrijfsleven, dat schreeuwt om goed geschoolde vakkrachten, heeft 'de leerling' ontdekt. Simpelweg omdat die leerling gemotiveerd is, graag het vak wil leren en dus ook uiterst aantrekkelijk is als toekomstig werknemer. Momenteel overtreft in bepaalde regio's het aantal leerlingplaatsen zelfs het aanbod. foto Haroy Vehkuylek Leerling-metselaars Robert Kuiper (links) en Marcel de Kruyff werken in de Ridderkerkse wijk Het Zand aan een schuurtje. Over een paar jaar hopen zij een vaste baan te krijgen. door jolande van der graaf Detective, zonder twijfel het tot in de meest walgelijke clichés verfilm de en beschreven beroep ter wereld. In A-, B- en C-kwaliteitsfilms, in flutboekjes, paperbacks of adembe nemende romans maken we kennis met no-nonse kerels. De ruwe bolster, blanke pit-types, die steevast kunnen zuipen als een ketter, bijna altijd uiterst aantrek kelijk zijn, elke vrouw het bed in krijgen en tussendoor nog even le vensgevaarlijke stunts uithalen. De tective is de job waarover het meest gefantaseerd wordt, het beroep dat iedereen aanspreekt omdat het bol lijkt te staan van avontuur. Maar hoe zit het met de werkelijkheid „Die is natuurlijk totaal anders", zegt de Rotterdamse detective Al- phons J. van Kronenburg droog. Binnen een half uur prikt hij de bal lon lek, tot er niets overblijft dan een gewone baan, waarvoor je logisch moet kunnen nadenken. Waarbij weinig fantasie mag worden ge bruikt en waarvoor vooral engelen geduld moet worden opgebracht. Het posten in auto's, urenlang tot een collega het overneemt, beslaat ruim de helft van alle werkzaamhe den. Verder, onder meer verdachten schaduwen, contacten leggen, rap porten schrijven, regelmatig verga deren en overleg voeren met colle ga's. Zijn recherche- en informatiebureau FIF 33 is niet gevestigd boven een smoezelig bordeel, staat niet blauw van de rook en ziet er gewoon en keurig uit. Geen rommelig bureau, geen lege flessen, geen kapstok met gleufhoed en regenjas, wél een ko peren bureaulamp. Van Kronenburg zit al 23 jaar 'in het vak' en heeft een opleiding gevolgd die niets maar dan ook niets met zijn huidige beroep te maken heeft. „Ik heb op de Zeevaartschool in Delfzijl gezeten, werd tweede stuurman op de grote vaart. Zo rond '51 moest ik een bril gaan dragen en destijds mocht je dan niet meer op de brug staan. Ik ben ermee opgehouden, heb samen met een vriend een be drijfje in de elektronische branche gehad en ben daarna in antiek ge gaan", vertelt hij. Een partij van zijn ikonen werd ge stolen. Dat ging Van Kronenburg zo aan het hart, dat hij zelf op onder zoek ging. Via andere handelaren, kunstveilingen en duistere kroegen kwam hij de ikonen op het spoor. „En nog veel meer andere gestolen kunstwerken van mijn collega's. Het werk lag me wel; ik maakte veel con tacten met mensen en het verdiende leuk. Zo ben ik erin gerold. Detective word je namelijk niet, daar rol je in. Soms is het werk net een grote puz zel die je stukje bij beetje legt, meest al is het een kwestie van oogkleppen voor en doorbuffelen. Domweg er gens met de auto gaan staan, wakker blijven en wachten tot er iets ge beurt". De baas van FIF 33 en zijn zeven as sistenten richten zich op allerlei za ken. Van onderzoeken naar compu terfraude, ontwettig ziekteverzuim of misbruik van de alimentatierege ling. Overspelige echtgenoten in de gaten houden, is er niet meer bij. „Zeker niet. Maar ik kan het me na 23 jaar dan ook veroorloven om zul ke mensen de deur te wijzen. Toen ik net begon was dat uiteraard an ders". De leukste, meest interessante on derzoeken? „Het zijn er zoveel. Een verdachte scheepsramp voor de Franse kust die zaak loopt nu al tien jaar een ontvoerd kindje weghalen bij haar vader in Marok ko". Hij vertelt verder: „In elke zaak vind je het gelijk en het ongelijk: beide partijen vinden immers dat ze in hun recht staan. Het is het werk aan het eind van de pijplijn: het werk dat niemand kan of wil doen. De politie niet, de advocaten niet. Wij dragen de bewijzen aan die justi tie kan gebruiken. Mijn mensen zijn allemaal boven de 35 jaar, hebben dus wat levenservaring en een ge temperd enthousiasme. Geen poes pas. Geen James Bonds. Geen kogels die je om de oren vliegen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 35