SCHOOLVERLATERS
Heilige koe roept om hulp
D
Horeca
Zelf ook
afwassen
en de zaak
aanvegen
Na dienst
Toch weer
studeren
najaar
van afzien
De auto mag dan onze heilige koe zijn, als 'ie kapot is zijn er maar weinig vakbekwame
monteurs die hem met eerbied en zorg kunnen repareren. In de garages wordt het
steeds stiller rond het glimmend blik met mankementen.
Verplicht
vrijwillig
aan een
baan komen
IA2j
LEIDSE COURANT ZATERDAG 2 MEI 1992
BaB&MIliWT—Hi* 1—IWriM
door Carel van der Velden
Zo langzamerhand hebben ze
veelal een keurige baan van negen
tot vijf, de jongeren die hun
schoolcarrière medio jaren tachtig
inruilden voor een leven in de
bijstand. Sommigen konden
eenvoudigweg geen werk vinden,
anderen kozen bewust voor een
leven zonder baan.
De tijden zijn veranderd, want
tegenwoordig kunnen
schoolverlaters zich een dergelijke
vrijblijvendheid niet meer
veroorloven. 'Verplicht vrijwillig'
worden zij uiterlijk een halfjaar
na het beëindigen van de
schoolopleiding aan een baan
geholpen. Het ministerie van
Sociale Zaken heeft alle
Nederlandse gemeenten verplicht
deze jeugd werkgarantiewet
(JWG) per 1 januari van dit jaar
uit te voeren.
Hans Verlinde van het
Schiedamse Buro voor werk en
scholing (een onderdeel van de
sociale dienst) is onder meer met
de uitvoering van de maatregel
belast. Hij is blij met de nieuwe
aanpak, die hij in eerste instantie
ziet als 'vangnet' voor
schoolverlaters met weinig
kansen. „Eigenlijk had deze
maatregel er jaren terug al
moeten zijn", blikt hij terug op de
massale werkloosheid onder
jongeren in met name de jaren
tachtig.
Na het verlaten van de
schoolbanken zullen jongeren het
eerste halfjaar weinig merken
van de nieuwe wet. Net als in het
verleden komen ze na enkele
maanden werkloosheid in
aanmerking voor een RWW-
uitkering. In eerste instantie
kunnen de schoolverlaters met
behulp van het arbeidsbureau
werken aan hun toekomst. Een
deel van de mensen vindt in dit
eerste halfjaar daadwerkelijk een
baan, een andere groep start in
deze periode een beroepsgerichte
scholing.
„Na dit halfjaar komt de
jeugdwerkgarantiewet in beeld",
zegt Verlinde. „In samenspraak
met het arbeidsbureau wordt
bepaald wat er met de jongeren
moet gebeuren die nog geen baan
hebben of die een opleiding
volgen. Sommigen krijgen een
verlengde zoektijd. Dat betekent
dat ze met behoud van uitkering
opnieuw een halfjaar de tijd
krijgen om werk te zoeken of een
opleiding te starten. Anderen
krijgen te maken met de
jeugdwerkgarantiewet". Hij
vervolgt: „Deelname is vrijwillig,
maar er zit een addertje onder het
gras. Wie weigert, verliest het
recht op een uitkering. Er wordt
alleen een uitzondering gemaakt
voor mensen met een medische
indicatie".
De jongeren krijgen een
arbeidscontract bij het Bureau
voor werk en scholing. Dit bureau
zoekt de werkplekken voor de
schoolverlaters. Met onwillige
jongeren is Verlinde in de eerste,
maanden van de JWG nog niet
geconfronteerd. „In deze
gemeente doen er nu 31 mensen
mee en de meesten zijn behoorlijk
gemotiveerd". Tegen betaling van
het minimumjeugdloon
verrichten de jongeren
werkzaamheden bij de gemeente,
bejaardentehuizen en andere
gesubsidieerde instellingen.
Sommigen plaatsen vraagtekens
bij het dwmgende karakter van de
maStregel, maar Hans Verlinde
ziet het positiever. „Het draait
erom dat jongeren werkervaring
opdoen, waardoor zij later een
grotere kans maken op een
reguliere baan. Financiële
voordelen zijn er ook. Een
thuiswonende jongere van 19 jaar
krijgt een uitkering van 400
gulden. Met een betaalde baan
van 32 uur verdient hij 900
gulden.
foto's Theo Böhmers
Genoeg auto's voor een beurt of reparatie in deze Citroën-garage irt s'-Gravenzande, maar ook hier is het steeds moeilijker om gekwalificeerd
personeel te vinden.
moeilijkheid is dat het al gauw vijf, zes
jaar duurt voordat zo iemand volledig is
ingewerkt in alle facetten van het on
derhoudswerk. En als hij dan eindelijk
ervaren is, vertrekt hij naar elders".
Weglopen
Niet langgeleden heeft de BOVAG een
onderzoek gedaan naar de oorzaak
waarom ervaren monteurs op relatief
jonge leeftijd uit de autobranche weglo
pen. Doen ze dit omdat ze in het garage
bedrijf te weinig verdienen
Schmidt denkt van niet, maar nuan
ceert: „Garagehouders beseffen onvol
doende dat ze met een goed geschoolde
en ervaren monteur een aantrekkelijk
stuk vakmanschap in huis hebben. Er
wordt hard aan zo'n man getrokken".
„Zeker in een tijd als deze waarin je ziet
dat er over de hele linie een groot tekort
is aan geschoolde vakmensen. In Am
sterdam weet ik dat Fokker een grote
aantrekkingskracht heeft. Maar auto
monteurs kom je ook wel tegen bij de
onderhoudsdiensten van ziekenhuizen.
De concurrentie om vakmensen binnen
te halen is moordend. Dat het puur een
kwestie van geld is lijkt mij daarom te
simpel gesteld".
Wat volgens Schmidt wel een oorzaak
zou kunnen zijn is dat er in het garage
bedrijf niet veel ruimte is om een glans
rijke carrière op te bouwen. „Je begint
als leerling-monteur. Na een aanvul
lende cursus kun je opklimmen tot
monteur eerste klas en uiteindelijk tot
APK-keurmeester. Maar daar houdt
het dan ook wel mee op. In feite leiden
wij de mensen op die elders kunnen
gaan werken. Voor de werknemers zelf
is dat niet onvoordelig, maar wel voor
de autobranche. We hebben die mensen
nodig, vooral nu we in een overgangsfa
se zitten".
Met ruim 70.000 mensen-werkzaam in
meer dan 12.000 bedrijven is de auto
branche een van de belangrijkste werk
gevers in Nederland. Monteurs en gara
ges vormen hierin traditioneel de groot
ste groep.
Constant
Hoewel het autopark steeds voller
raakt blijft de behoefte aan monteurs
vrijwel constant. Auto's worden tegen
woordig namelijk beter in elkaar gezet;
reparatie en onderhoud maken steeds
meer plaats voor het vervangen van
versleten onderdelen. Dat bespaart ar
beidskrachten.
Om het vak van automonteur te leren
kunnen jongeren terecht bij de lts en de
mts. Binnen het hoger onderwijs is de
Hogeschool Gelderland in Apeldoorn de
enige met de studie autotechniek.
Als aanvulling hierop organiseert Inno-
vam via het leerlingwezen een speciale
tweejarige opleiding voor automonteur.
Volgens dit systeem krijgen de cursis
ten een praktijkopleiding van vier da
gen in de week terwijl ze één dag in de
week een daarop aansluitende school
opleiding volgen.
Onder de cursisten zitten jongens en
meisjes met een lbo- of mavo-diploma,
maar er zijn er ook bij die na vier jaar
havo het algemeen voortgezet onder
wijs wel gezien hebben en liever met
hun handen aan de slag willen. De leer
lingen moeten zelf op zoek gaan naar
het bedrijf waar ze de praktijkopleiding
willen volgen. Zijn ze eenmaal bij een
bedrijf aangenomen, dan begint de In-
novam-opleiding.
Het leerlingstelsel heeft zowel voor ga
ragebedrijven als leerlingen belangrijke
voordelen. Zo maken ondernemers die
een cursist aannemen aanspraak op een
speciale premie die betaald wordt door
het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds
Motorvoertuigenbedrijf en Tweewie-
lersbedrijf (OOMT), een gezamelijke
stichting van werknemers en werkge
vers in deze branche. Bovendien krijgen
ze korting op bepaalde werkgeverspre
mies. Voor cursisten betekent deelna
me uitzicht op een vaste baan.
Omscholingsproject
In samenwerking met de overheid en de
Regionale Bureaus voor Arbeidsbemid
deling (RBA) is het Innovam gestart
met een speciaal omscholingsproject
voor langdurig werklozen, het zoge
naamde Weer Werk-plan.
„Driejaar geleden zijn we schoorvoe
tend begonnen met vijftig cursisten. In
middels zijn dit er nu 200. Het rende
ment is redelijk hoog;. 60 procent van
degenen die aan de cursus beginnen,
maakt de opleiding uiteindelijk ook af'.
Desondanks is Schmidt niet echt tevre
den over het project: „Het arbeidsbu
reau selecteert in eerste instantie de
kandidaten die geschikt zouden zijn
voor de opleiding. Helaas krijgen we
steeds meer te maken met mensen uit
de bak 'onbemiddelbaar'. In principe
kan iedereen, ook zonder technische
vooropleiding, de cursus volgen. Maar
als je mensen krijgt die de Nederlandse
taal niet beheersen wordt het ook voor
ons moeilijk".
Oude, ervaren, monteurs zijn
de garagewereld na enige tijd
zat en zoeken een beter
betaalde job, met meer
toekomstmogelijkheden.
Er zijn nog wel jongeren, die in
de garage willen werken, maar
het duurt enige jaren voordat
zij echt vakbekwaam zijn.
Bovendien tobt de garage
wereld met een slecht image:
veel mensen denken dat het
vies en smerig werk is.
Een goede automonteur wordt
schaars. Veel vakbekwame
mensen zoeken elders werk.
ommercieel directeur
D. Schmidt van het
Innovatie- en onder
wijscentrum motor
voertuigen- en twee-
wielersbranche, Inno
vam vat de koe gelijk
bij de horens: „Een
volslagen verkeerd
beeld. Wie denkt dat
automonteurs nog in een met olie be
smeurde, donkerblauwe overall en in
een lawaaierige omgeving wat aan au
to's sleutelen, heeft het goed mis'
i En ongevraagd vervolgt hij: „De auto
branche ondergaat de laatste jaren een
enorme gedaanteverwisseling. Vroeger
was het zo datje als monteur kon horen
en voelen wat er met een auto mis is.
Even trekken en duwen en hij deed het
j weer. Tegenwoordig zijn auto's uitge
rust met allerlei vernuftigheden die
vragen om een meer geavanceerde tech
nologie. Het monteursvak is in feite een
schone high-tech aangelegenheid ge
worden",
Als autoliefhebber vindt Schmjdt deze
ontwikkeling prachtig. Aan de andere
kant ziet hij dat het garagebedrijf bij
deze technologische ontwikkeling is
achtergebleven. Leerling-monteurs
hebben steeds langer de tijd nodig om
alle facetten van het vak onder de duim
te krijgen terwijl ervaren monteurs zich
constant moeten bijscholen om alle ont
wikkelingen te kunnen blijven volgen.
Als ze al blijven.
„Het grootste probleem voor de auto
branche is momenteel het snelle ver
loop van ervaren vakmensen. Wij leiden
I jaarlijks zo'n 3.000 cursisten op voor
monteur. Daarmee vullen we bijna de
totale behoefte aan nieuw personeel. De