Een moderne arena met geraffineerde ichtval Eindelijk een grote publieke tribune" ammss- MaMini "H teidócSoivuMit NIEUWBOUW TWEEDE KAMER KAMERBEWONERS „Het gebouw zelf is al een kunstwerk" I ZATERDAG 25 APRIL 1992 PAGINA 37 door ANDRÉ VAN DER WATEREN et Nederlandse parie ent behoort tot de oud- e parlementen in de we- ►v|ld. Toch hebben wij gioit een gebouw gehad 1 speciaal voor de volks- 1 rtegenwoordiging was ergezet. De enige vas- g ;heid voor de Staten-Ge- z raai bestond sinds 1588 ét het Binnenhof als ver- derplek. Maar daar 1J oest. men lange tijd ge- egen nemen met al be lande gebouwen, die a rspronkelijk voor de illandse graven en de e idhouders waren be- •h?md. ei n ij t eerste 'eigen' onderkomen de in 1696 gebouwde Tré- ie$zaal, waar nu wekelijks het ie#)inet vergadert. Na de Ba- ia fse omwenteling een eeuw trfer. belandde de volksverte- h ïwoordiging toch weer in -dfi 'afdankertje', de voormali- rri balzaal van de gevluchte ,gdhouder Willem V. Na de jjphting van het koninkrijk in z< 3 bleef de nieuwe Tweede ir mer gebruik maken van >s te zaal. nl 1 idat er in Nederland nooit aring is opgedaan in het u ïvven van een parlement, is hitect Pi de Bruijn zich in buitenland gaan oriënte- i. In Europa was hij snel uit- ceken, maar in de Brazili- ,e ise hoofdstad Brasilia deed meer inspiratie op. Daar stond ook zijn idee om een ïciënt. niet luxueus, toe- istgericht gebouwencom- neer te zetten. In tegen- ting tot het „gesloten" Bin- aof moest de nieuwe Ka- vooral een „open en door- tig" gebouw worden, dat karakter van de Neder- ise democratie weerspie- urchill Groot-Brittanië barstte de cussie over een nieuw par ten tsgebouw vijftig jaar ge in los. nadat de Duitsers Lagerhuis hadden gebom- deerd. Premier Winston ïrchill toonde zich destijds i fel tegenstander van een nieuwe en vooral ruimere ver gaderzaal. Tijdens een befaamd gewor den toespraak in 1943 lanceer de hij de 'ijzeren wet van de krapte'. Churchill: „Als de zaal groot genoeg is om alle kamer leden te bevatten, zullen ne gen van de tien debatten plaatsvinden in de deprime rende sfeer van een nagenoeg lege of halflege zaal". Goede debatten konden volgens de premier alleen worden gehou den in een betrekkelijk kleine ruimte, zodat er bij belangrijke gebeurtenissen een drukte en spanning van jewelste heer sen. „Je moet kunnen ruiken wat je tegenstander de vorige avond heeft gegeten", aldus Churchill. De kleinschaligheid van de oude Nederlandse vergader zaal had dan ook zeker Chur- chills goedkeuring kunnen wegdragen; vooral na 1956, het jaar waarin het aantal kamerle den werd uitgebreid van hon derd naar honderdvijftig. Als het er dan spannend aan toe ging en vrijwel elk lid in de zaal aanwezig was. kon het er behoorlijk krap en broeierig worden. Hans van Mierlo repte onlangs weemoedig van „een dierlijke lucht". Die zal in de toekomst nauwelijks meer te ruiken zijn. Sommige kamer leden betreuren dat, maar ver uit de meesten zijn blij dat ze eindelijk van die ongemakke lijke, benauwde bankjes zijn verlost. Ondanks de beschei denheid van de oude ruimte maakte de vergaderzaal bij doorsnee-debatten toch vaak een lege en troosteloze indruk. Eén. van de eerste opdrachten van de bouwbegeleidingscom- missie aan Pi de Bruijn luidde dan ook: „Laat de zaal er niet zo akelig uitzien wanneer bij een debat slechts een paar ka merleden aanwezig zijn. Bij zo'n uitgestorven zaal vraagt de burger zich onwillekeurig af of de rest van de kamerle den in het café zit". Uitstraling Op het eerste gezicht geen ge makkelijke opgave. Als oplos sing bedacht De Bruijn dat de zetels zelf iets van een persoon moeten uitstralen. Of dit ge lukt is zal nog moeten blijken. Wat wel direct opvalt zijn de ongebruikelijke kleuren. Het traditionele donkergroen van de bankjes en de rode vloerbe dekking zijn verruild voor ko baltblauwe stoelen en een zachtgroen tapijt. De nieuwe zaal, gezien vanaf de publieke tribune; de kobaltblauwe stoelen blijven tot aan de opening ingepakt. Andere middelen om in de po litieke arena iets van sfeer te creëren zijn de opstelling van de interruptiemicrofoons en het gebruik van licht. Het licht moet volgens de architect ge dimd en intiem zijn. De Bruijn: „Daglicht kan beter niet in de vergaderzaal doordringen. De sfeer mag niet veranderen doordat er plotseling een wolk je voor de zon komt. Dat moet jejn eigen hand houden". Als in een echt theater moet er in de zaal een geraffineerde lichtval zijn waarbij vooral de hoofdrolspelers in de schijn werpers komen te staan, met name bij de interruptiemicro foons. want daar 'speelt zich vaak de hevigste politieke strijd af. In de oude zaal ston den die microfoons in het mid den van de Kamer; voor ieder een goed zichbaar. In het ont werp van de nieuwe Kamer is er even sprake geweest van een andere opstelling. De Bruijn: „Wat was er makkelij ker geweest dan alle Kamerle den een lessenaar met micro foon voor de neus te zetten? Laserstralen Maar daar hebben we toch van afgezien. Net als in de oude zaal zullen interrumpanten naar de arena moeten afdalen, waar de microfoons rond de stenografentafel staan opge steld". een noviteit is de aanleg van een electronisch stemsysteem. Met laserstralen kan de uitslag van de stemming op de muur worden geprojecteerd. Vorig jaar kwam echter de vraag op of het stemmen anoniem moest gebeuren of niet. Het voordeel van anoniem stem men is dat het veel tijd be spaart. Een belangrijk nadeel is echter dat het de fractiedis cipline ondergraaft. Bij ano niem stemmen is het namelijk voor een kamerlid mogelijk ongecontroleerd een stem uit te brengen die tegen eerdere afspraken met zijn fractie in gaat. Logisch dat de politieke partij en hier weinig voor voelden. Inmiddels zijn de leidingen van het stemsysteem al aange bracht. maar de beslissing om het wel of niet te gebruiken is naar de toekomst geschoven. Het stemmen zal voorlopig nog op de oude wijze gebeu ren: met handopsteken. Architect De Bruijn heeft lang nagedacht over de juiste inde ling van de nieuwe zaal. Dat was vooral belangrijk omdat de ruimte niet rechthoekig, maar halfrond is. Zo zit de voorzitter niet langer in het midden, tegenover de rege ring, maar naast de regering. Fracties Wel zit hij iets hoger dan de spreker, maar niet zo hoog als in de Duitse Bundestag waar de voorzitter massief boven al les uittorent. Een ander punt waar lang over is geruzied is de plaatsing van de fracties. De opstelling in de oude Kamer was gebaseerd op die in het Britse Lagerhuis, waar regeringspartijen en op positie recht tegenover elkaar zitten met de kamervoorzitter er tussenin. Bij ons zaten tot 1917 de confessionelen aan de rechter zijde van de voorzitter, tegenover de socialisten en li beralen die links hun zetels hadden. De ideologische ter men 'links' voor progressief en 'rechts' voor conservatief ko men overigens voort uit het Franse parlement ten tijde van de revolutie. Daar zaten de ko- ningsgezinden rechts van de koninklijke troon, de revolu tionairen links. Ambtenaren In de nieuwe vergaderzaal is na intensief overleg met de, fracties een 'zetelpalet' vastge steld waar iedereen vrede mee kon hebben. Vanaf de voorzit- tersstoel gezien zitten aan de linkerzijde de fracties van Groen Links, PvdA en D66. in het midden de WD en de klei ne christelijke partijen, rechts het CDA en aan de uiterste rechterkant de Centrumdemo craat Janmaat. Hoewel de oude links-rechtsverhouding inmiddels grotendeels achter haald genoemd kan worden. Het verhaal van een 'kamerbewoner', opgetekend door Dick van Rietschoten Naam: Eenée Reijnders Leeftijd: 35 Functie: Chef afdeling Receptie „De afgelopen weken heb ik al heel wat gasten van de Tweede Kamer kennis laten maken met het nieuwe gebouw en tot nu toe vindt iedereen het waanzinnig mooi. Knap werk van de architect, zeggen ze dan. Alleen die grote kubussen in de hal, met die zitjes erin, worden niet algemeen ge waardeerd. Die passen er niet, hoor je vaak, of: ze zien er zo goedkoop uit". ..Sinds eind 1976 ontferm ik me over bezoe kers van de Tweede Kamer. Eerst als gast vrouw, bijvoorbeeld voor ambtenaren van ministeries of voor mensen die door kamer leden waren uitgenodigd, en later vooral als coördinator van groepsbezoeken. Er ko men elk jaar ontzettend veel groepen naar het Binnenhof. En dan heb ik het niet over toeristen, want die mogen alleen de Kamer in als er niet wordt vergaderd. Toeristen vallen trouwens niet onder mijn taak; daar zijn weer andere mensen voor". „De groepen die ik bedoel komen juist tij dens vergaderdagen om de Kamer in vol bedrijf te zien: middelbare-schoolklassen, allerlei verenigingen, mensen van politie ke vormingscursussen, ambassadeperso neel, groepen allochtonen die een bepaalde cursus hebben gedaan, enzovoorts. Wij vangen ze dan met onze afdeling receptie op en leiden ze dwars door het gebouw naar een zaaltje waar de ze een videofilm over het reilen en zeilen van de Tweede Kamer te zien krijgen. Daarna gaan ze naar de pu blieke tribune om een stukje van een debat bij te wonen". „Ik krijg dus erg veel te maken met reac ties van mensen van allerlei slag die meest al voor het eerst in hun leven met de Twee de Kamer kennismaken. Dat is iedere keer weer leuk. De kreten van verrassing die ik steevast hoorde als men zag hoe klein die oude vergaderzaal in werkelijkheid was! Op televisie lijkt-ie namelijk veel groter. En dan de opmerkingen die vaak worden gemaakt over de vergaderingen zelf: 'Wét vreselijk saai!' Of: 'Wat schitterend dat ik dit eindelijk eens van dichtbij kan meema ken!'. Maar ook: 'Wat zitten er weinig men sen in de zaal!'. De beveiliging vinden ve len ook opvallend licht. 'Hoe is het moge lijk', roepen ze dan. 'we zijn niet eens ge fouilleerd. en dat in zo'n belangrijk ge bouw!" Onder de indruk „Schoolklassen zijn het leukst. Die komen vaak binnen met een bravoure van heb-ik- jou-daar, maar als ze eenmaal door de wan delgangen lopen zijn ze meestal muisstil Renée Reijnders: „Het publiek wil steeds meer weten I FOTO'S MILAN KONVALINKA en behoorlijk onder de indruk, vooral als ze een bekende politicus in levenden lijve zien. Dan zie je hoe ze elkaar aanstoten en fluisteren: 'Hee, dat is toch Wöltgens? Ja hoor. hij is het! Te gek zeg!' „Opmerkelijk is trouwens dat het publiek steeds meer wil weten. Een jaar of tien gele den kwamen er nog nauwelijks vragen, maar sinds het begin van de jaren negentig hebben we te maken met een soort nieuws- gierigheidsgolf. Ze vragen ons het hemd van het lijf, en dat ondanks het feit dat men zich in het algemeen veel beter op het be zoek voorbereidt dan vroeger. Wat een mo tie of een amendement is hoef je bijvoor beeld tegenwoordig haast niet meer te ver tellen". „Bezoekers willen ook steeds vaker met ka merleden spreken. Dat hoorde je in de voorbije jaren ook maar zelden. We hebben inmiddels een aardig ideetje om aan die wens enigszins tegemoet te komen. Er is een club van oud-kamerleden, die regelma tig bij elkaar komt. Misschien willen enke le leden van die club zich beschikbaar stel len om af en toe de bezoekers iets over het leven van een kamerlid te komen veertel len". „Ik ben zo blij dat er in de nieuwe vergader zaal een grote publieke tribune is. Er kun nen 233 personen op en er zijn zes speciale plaatsen voor invaliden. Eindelijk! We heb ben in het oude gebouw op drukke dagen zo vaak mensen moeten teleurstellen voor wie geen plaats op de tribune was. We had den daar voor genodigden maar 29 stoelen beschikbaar en voor het losse publiek dat onuitgenodigd kwam kijken ook 29. Schrikbarend weinig. Dat deed de demo cratie geen goed". door DICK HOFLAND zijn er dus nog wel degelijk sporen van overgebleven. Ambtenaren spelen een be langrijke rol in de Tweede Ka mer. Als de Kamer met een mi nister overlegt, houden ambte naren een oogje in 't zeil om er voor te waken dat hun be windsman geen verkeerde din gen zegt. In het oude gebouw waren voor de ambtenaren speciale loges ingericht met uitzicht op de regeringstafel. Via een klein boodschappenlif- tje konden de ambtelijke advi seurs met hun ministers cor responderen. Dat liftje kan met de VUT. In de nieuwe vergaderzaal staan op de ministerstafel een elec tronisch schrijftableau en een fax. Hiermee kunnen medede lingen en vragen electronisch worden doorgeseind naar amb tenaren binnen en buiten de vergaderzaal. Daardoor hoe ven minder ambtenaren direct in de Tweede Kamer aanwezig te zijn. In de toekomst zal er voor het parlement trouwens nog veel meer veranderen, want het ene Europa komt steeds dichterbij. Tussen 1815 en 1830 werd het Koninkrijk der Nederlanden, waarvan het huidige België ook deel uitmaakte, voor een deel vanuit Brussel bestuurd. Dat zal in de toekomst in toe nemende weer gaan gebeuren. Het feit dat ons parlement nu eindelijk een nieuw gebouw heeft gekregen zal daar niets aan kunnen veranderen. De Tweede Kamer heeft een merkwaardige relatie met kunst. De heftige discussie over de 'kolenkit' van de Griekse kunstenaar Yannis Kounellis ligt nog vers in het geheugen. Een meerderheid van de parlementaire vertegenwoordigers wilde dit cadeau van minister D'Ancona absoluut niet in de 'voortuin' van het nieuwe gebouw hebben. Hoewel het nooit meer is geweest dan een wat wazig schetsje vonden ze het een aanfluiting, vooral door de geforceerde omschrijving die moest aan geven hoe goed dit beeld wel bij de moderne democra tie paste. De discussies over de artistieke aankleding van het interieur verliepen een stuk eenvoudiger. Bovendien was er, nota bene al in 1983, een commissie voor in het leven geroepen, die volledig de vrije hand had. Kamerlid Peter Lankhorst van Groen Links zat in die commissie. „Ik moet er niet aan denken dat we over onze keuze met honderdvijftig kamerleden hadden moeten gaan stemmen. Ons uitgangspunt bij de keuze van de kunstwerken was dan ook niet de vraag of iedereen het mooi zouden vinden", zegt hij. Voor kunst was in totaal bijna negen ton beschikbaar, dus bijna een miljoen gulden. Daar kon de commissie wel wat moois mee doen. Zij wees eerst drie plaatsen aan waar in het oog springende kunst moest komen: de centrale hal met z'n glazen overkapping, de plenaire vergaderzaal en het deels overdekte gebied tussen oudbouw en nieuwbouw. Verder kocht men vijfentwintig be staande kunstwerken aan. schilderijen en sculpturen, die voor het merendeel in de overige vergaderruimten komen ..Hopelijk werken die tijdens de politieke discussies nog een beetje inspire rend", zegt Lankhorst. Kleurrijk Het meest blikvangende kunstwerk in de grote vergaderzaal be staat uit langwerpige, torenhoge panelen, die achter de rege ringstafel worden aangebracht. Ze zijn gemaakt door Rudi van de Wint uit Den Helder. „Het wordt een fraai kleurrijk geheel", zegt Lankhorst. „Tot vorige week was het voor ons overigens nog een raadsel hoe het er precies uit zou zien. Het enige dat we ze ker wisten, was dat er 2.4 ton mee zou zijn gemoeid. Van de Wint heeft tien jaar geleden ook een plafond in Paleis Noordeinde be schilderd. Hij gebruikt hele mooie, krachtige kleuren". ■n. FOTO STEPHEN EVENHUIS Het gebouw als kunstwerk Het tweede grote werk, dat een plaats heeft gekregen in de cen trale hal. is van de Rotterdammer Lex Wechgelaar. Hij ging in de weer met een aantal wandplaquettes uit het voormalige gebouw van de Hoge Raad. dat stond op de plaats waar nu de Plein-in gang van het kamercomplex is. De door prof. R.N. Roland Holst ontworpen plaquettes, waarop onder meer vier belangrijke wet gevers waren uitgebeeld (Mozes, Solon, Justinianus en Napole on) hingen oorspronkelijk achter de zetels van de raadsheren. Inmiddels heeft Wechgelaar ze herschapen tot een zeven meter hoog rond kunstwerk waar men doorheen kan lopen. Rondom staat in het latijn de tekst; 'Waar het recht ophoudt, begint de oorlog'. De kunstenaar kreeg er 1,3 ton voor. De derde opdracht ging naar de Amsterdammer André Volten. Hij verzon iets voor de verbinding tussen het oude en nieuwe ge bouw, een volgens velen uiterst moeilijke opdracht. Hiervan is nog niet bekend hoe het er precies gaat uitzien, omdat de nieuw bouw op dat punt nog niet af is. Verder is ten behoeve van de res tauratie van de oude vergaderzaal een ontwerp gekozen van Jan van den Dobbelsteen. Het gaat om een versierde lichtkoepel met twee kroonluchters. De kunstenaar kreeg hiervoor in 1987 de Prix de Rome. Selectieproces Voor de overige, aanzienlijk kleinere kunstwerken bezocht de commissie tientallen ateliers in heel Nederland ..Uitgangspunt daarbij was dat het nieuwe kamergebouw zelf al een kunstwerk is; het is heel sterk aanwezig", zegt Lankhorst. „Dus dan moetje goed oppassen met wat je daarin gaat neerzetten en ophangen Je moet het rustig houden en het niet volplempen zodat je straks over de kunst struikelt. Met andere woorden: het moet geen mu seum worden". Voor de kunstenaars was het niet altijd even prettig, vertelt hij, want het was een zwaar selectieproces waarbij velen afvielen. „Het blijft toch iets van een loterij voor die mensen. Ze maken wat ontwerpjes en moeten maar afwachten wat wij er van vinden. De keuze is ook steeds bepaald in goed overleg met de architect, want de kunstwerken moeten uiteraard wel in het nieuwe ge bouw passen. We hebben overigens geen dingen gekozen met in het achterhoofd het idee dat ze iets van de democratie moesten uitbeelden. Zaken als symboliek zijn voor ons niet aan de orde geweest". Spreekkamertjes liggen in de vorfri van gekleurde kubussen in de grote hal. Rechts het kunstwerk van marmeren platen uit de oude zaal van de Hoge Raad B foto sp

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 37