De dynamische speurtocht van architect Pi de Bruijn Die intieme sfeer zal ik vreselijk missen cidócSouaant NIEUWBOUW TWEEDE KAMER De cijfers KAMERBEWONERS Een nieuw Café in een deftig dorp I ZATERDAG 25 APRIL 1992 PAGINA =1 Pi de Bruijn bij de 'poort', de ingang van het nieuwe gebouw aan het Plein. Fundering: 274 betonnen schroefpalen Kosten: 204 miljoen gulden Vloeroppervlak 21.000 vierkante meter Inhoud: 119.000 kubieke meter Graniet: 18.000 vierkante meter Aluminium: 6000 vierkante meter Glas: 8000 vierkante meter Betonstaal: 1,3 miljoen kilogram Roltrappen: 8 Tapijt: 6500 vierkante meter Lood: 10.000 kilogram Schilderwerk: 33.000 vierkante meter Lengte hal: 100 meter Hoogte hal: 24 meter Hoogte perstoren: 30 meter Publieke tribune: 230 plaatsen Perstribune: 60 plaatsen hoefte aan ruimte is doorgere kend. vormde het fundament voor deze beslissing". De zwakke kritiek op de schep ping van Pi de Bruijn die er tot nu toe viel te besluisteren richt zich vooral tegen de twee pun ten waar het gebouw zich het duidelijkst toont: het Plein en de Hofweg. Waarom koos de architect die over het alge meen toch zeer voorzichtig te werk ging. hier voor duidelijke en geprononceerde architec tuur? ..Kijk, het gaat natuur lijk wel om een gebouw voor de Tweede Kamer. Dat moet een zekere monumentaliteit bezit ten; het mag niet te marginaal zijn. Ik heb gekozen voor een kantige architectuur met dui delijk gedefinieerde volumes, zoals bij de Beurs van Berlage in Amsterdam. Daar waar het gebouw zichtbaar is, staat het er ook duidelijk". „Door het gebruik van Brazili aans graniet wilde ik een sobe re maar tegelijk ook warme voornaamheid bereiken. Gra niet onnederlands? Nee, dat vind ik niet. In Den Haag vind je juist in de omgeving van het Binnenhof vele natuurstenen gebouwen: Meddens aan de Hofweg, de Bonneterie, het Lo gement van Rotterdam aan het Plein (ministerie van defensie, red.), de Amerikaanse ambas sade en zo kan ik nog wel even doorgaan. Maar ik ontken niet dat het iets mediterraans heeft; ik ben erg gecharmeerd van de sfeer in de oude Itali aanse steden". „Aan het Plein wilde ik in de eerste plaats de rooilijn her stellen. Dat pleintje voor de Hoge Raad heb ik altijd akelig en tochtig gevonden. De gevel hier is een metafoor voor een voordeur. Het is de voornaam ste toegang van het complex en daarom is het qua vorm één grote poort. De architectuur aanpassen aan de omgeving was, zo ik dat al wilde, onmöge- lijk. De gebouwen aan weers zijden. de oude departementen van Koloniën en Justitie, ver schillen daarvoor te veel van elkaar". Binnenstebuiten „De gevel aan de andere kant is een soort pendant, een twin- tigste-eeuwse nevenschik king, van de Ridderzaal: mo numentaal en herkenbaar maar met eenvoudige midde len. Ik zie duidelijk de relatie, de lijn vari zeven eeuwen ge schiedenis, tussen dit gebouw en de Ridderzaal. Het is een soort jongere broer van dat oude gesloten gebouw. De openheid van de nieuwbouw contrasteert met de gesloten heid van het oude kasteel. Dat heb ik als het ware binnenste buiten getrokken, als een sok al is dat misschien een raar beeld". „De toren. Om die te begrijpen moetje het hele blok tussen de Hofvijver en de Lange Poten als één geheel zien.' Drie hoe ken zijn markant en parman tig vormgegeven: de toren van Plein en het voormalige De partement van Justitie. De ar chitect is dezer dagen onder worpen aan een 'krankzinnige agenda', maar hij laat zich alle verplichtingen welgevallen met de berusting van iemand die moe maar tegelijk tevre den is. Zeer tevreden, en dat is hem ook wel gegund. Want ook bij De Bruijn is niet alles van een leien dakje gegaan, al doet het uitblijven van echte kritiek op zijn gebouw dat wel ver moeden. Zijn eerste ontwerp bijvoorbeeld werd afgekeurd. „Toen zijn we weer gaan stude ren. Alles stond opnieuw ter discussie. Dat was een onvoor stelbaar interessante periode, een dynamische speurtocht naar condities en mogelijkhe den. Naast de programma-ei sen zijn toen ook alle bestaan de gebouwen bekeken. De re sultaten zijn in 1981 neerge legd in een nota, een dijk van een studie". Pikant Eén van de uitgangspunten, van de studie was dat er zo min mogelijk gebouwen mochten worden gesloopt. Alleen de sloop van de panden aan de Hofstraat, waaronder het 'Hou se of Lords', lag van het begin af aan vast. Daaruit volgde dat de nieuwbouw zich voor een belangrijk deel naar de be staande bebouwing rond het Binnenhof en aan de Lange Poten diende te voegen. „De lange as van de nieuwbouw, de strip tussen de bestaande be bouwing, vormt het ordenend principe van het ontwerp. Toen ik dat eenmaal als thema had aanvaard, werd het des te leuker en pikanter zoveel mo gelijk oude gebouwen te laten staan. Zo is ook het voormalige Hotel Central, dat eigenlijk zou verdwijnen, blijven staan. Daarbij speelde trouwens ook nog een praktisch argument een rol: ik had op die plek nooit meer in dezelfde dicht heid kunnen bouwen. Dat komt door de strengere regels die nu gelden". Het enige belangrijke gebouw dat uiteindelijk voor de nieuw bouw moest wijken was het on derkomen van de Hoge Raad. „Dat was geen leuke beslis sing", vertelt De Bruijn. „Maar het kon niet anders. Het was öf de Hoge Raad weg öf de Ka mer. Beide hadden meer ruim te nodig en dat viel absoluut niet te combineren. De studie uit '81, waarin precies de be- FOTO: MILAN KONVALII Maurits aan het Buitenhof, Mauritshuis en het oude Ji tie aan het Plein. Daarom ik aan de Hofweg gekozen i een eveneens kernacl hoekdeel. Daar komt nog dat al vanaf een afstand du lijk moet zijn dat er hier belangrijk gebouw staat. A| aankomt langs de vijver het oude Binnenhof-com) alle aandacht op, maar moet dan al duidelijk zijn er nog wat komt. Ik ben d om ook blij met het niei Haagse stadhuis. Dat verstj de gedachte dat er voorbij Buitenhof nog meer is". We zitten intussen al langl meer in het restaurant. Al tend troont de architect toehoorder mee naar de g centrale hal," waar het zonj overvloedig binnenvalt, de ene kant trekt de eer bakstenen zijgevel van oude Departement van Ju: voorbij; de andere kant 1 plotseling een verrass blik op de hoge kap va: Ridderzaal. Op een var gaanderijen dromt een p van Den Haag Vandaag een kamerlid. Waar vro het decor voor dit soort vi gesprekjes bestond uit sombere gang in het do< van de oude vleugels, is h de fuimte en de openheic de nieuwbouw die zich a< de rug van de parlement uitstrekt. De tv heeft de k teiten van het nieuwe gel ontdekt. Alweer een ovei ning voor Pi de Bruijn. door HERMAN ROSENBERG Niet te opvallend, wel mo numentaal. Niet te groot, maar wel ruim. Het zijn maar twee van de vele te genstrijdigheden waar mee architect Pi de Bruijn zich geconfronteerd zag, toen hij ruim tien jaar ge leden begon te studeren op een van de belangrijk ste bouwopdrachten van deze eeuw: een nieuw ge bouw voor de Tweede Ka mer. Waar een ander sta pelgek zou zijn geworden van alle complicaties, ze gevierde De Bruijn met een veelzijdig ontwerp dat zeer veel lof oogstte en maar een klein beetje kri tiek. De opdracht was extreem ge compliceerd. Op een margina le strook grond, weggedrukt tussen het Binnenhof en de Lange Poten, diende een nieuw complex voor de Twee de Kamer te verrijzen. De oude gebouwen moesten zoveel mo gelijk overeind blijven en de nieuwbouw mocht niet te veel detoneren in het Haagse stads beeld. Maar er lag wél een heel pakket met eisen: een nieuwe zittingszaal, een flink aantal kleinere vergaderruimten, fa ciliteiten voor pers en publiek, om de belangrijkste elemen ten te noemen. Bovendien stonden aan de zij lijn vertegenwoordigers van diverse instanties met argus ogen te loeren naar de vorde ringen van de architect. Om te beginnen was er de Kamer zelf, die na twee eeuwen behel pen eindelijk eens ruim wilde zitten. Dan was er de Rijksge bouwendienst in de dubbelrol van strenge opdrachtgever en krenterige financier. Vervol gens diende de gemeente Den Haag zich aan, die begrijpelij kerwijs een stevige vinger in de pap wenste. En overal tus sendoor kropen nog de monu- mentenzorgers en archeologen van gemeente en Rijk, om de laatste vinger die de architect nog vrij kon bewegen ook nog vast te binden. Gekrakeel Het is dan ook niet verwonder lijk dat er aanvankelijk hele maal geen bouwmeester te vin den was, die met de opdracht uit de voeten kon. Een eindja ren zeventig door rijksbouw meester Wim Quist uitgeschre ven prijsvraag leverde 111 ont werpen op, doch geen winnaar. Quists opvolger. Tjeerd Dijk stra. besloot daarop de zaken gerichter aan te pakken. Er werd een 'meervoudige op dracht' verstrekt. De drie uit verkoren architecten waren Hagoort, Groep 5 en ir. P.B. 'Pi' de Bruijn. De procedure van Dijkstra veroorzaakte het no dige gekrakeel in de architec tenwereld. maar de rijksbouw meester hield voet bij stuk en koos uiteindelijk voor De Bruijn. De architect zelf hier over: „Men vond mijn aanpak het meest vruchtbaar. Ik denk dat er twee hoofdredenen zijn waarom men dat vond: het had iets te maken met mijn wijze van omgaan met de verschil lende belangen en wensen, die als communicatief werd be schouwd, èn met mijn stède- bouwkundige opzet. In mijn schetsen bleef het pleintje aan de Hofcingel open; het slibde niet dicht. Dat was een sterk punt". Pi de Bruijn zit in het nieuwe restaurant dat uitziet op het De centrale hal 'ordenend principe' van het ontwerp. FOTO: MILAN KONVALINKA Het verhaal van een 'kamerbewoner', opgetekend door Dick van Rietschoten Naam: Jaap Pronk Leertijd: 53 Functie: hoofdbode „Hoeveel debatten ik de afgelopen 22 jaar van dichtbij heb meegemaakt? Geen idee. Het moeten er duizenden zijn geweest. Niet alleen in de oude grote vergaderzaal maar ook in kleinere zaaltjes, waar de hele week door allerlei commissies vergade ren". „Tijdens die vergaderingen heb ik-ver schillende taken; toezicht houden op een ordelijk verloop, vooral als er veel publiek of pers aanwezig is. ingediende moties uit delen, briefjes overbrengen tussen de amb tenaren en de bewindslieden of briefjes die kamerleden aan elkaar schrijven, verse glaasjes water aanvoeren voor de voorzit ter. de kamerleden op het spreekgestoelte en de bewindslieden die aan het woord zijn, kortom: allerlei hand-en spandiensten. In de grote zaal loop ik in rokkostuum, maar bij m'n werk in de andere vergaderzalen draag ik gewoon een blauw uniform". „Als bode ben je ook een soort vraagbaak voor nieuwelingen, zowel bewindslieden als kamerleden. Die willen vaak van alles weten. Hoe werkt dit. hoe werkt dat? Wat betekent die bel? Wat word ik nu geacht te doen? Vooral als ze voor het eerst een speech moeten houden zijn ze meestal bloednerveus Dan probeer ik ze altijd een beetje op hun gemak te stellen". „Als in de grote zaal een debat uitloopt tot in de kleine uurtjes moet ik klokslag twaalf uur een blaadje afscheuren van de dagka lender die schuin achter de voorzitter hangt. De televisiejongens filmen dat altijd graag, dus dat doe je dan een beetje plech tig. Een jaar of tien geleden ging dat een keer fout. Ik liep naar de kalender en trok het blaadje eraf. maar toen bleek dat een collega van mij het een minuut eerder al had gedaan. Zaten we ineens een dag ver der. Met een paperclip heb ik toen het blaadje met de goede datum weer aan het kalenderblok vastgemaakt". „Je moet niet denken dat al die debatten waar ik bij ben helemaal aan me voorbij gaan. Ik luister heel vaak mee en als het spannend is lééf ik ook echt mee De com missievergaderingen zijn eigenlijk het meest interessant. Daar zijn de besproken onderwerpen nog vers. zal 'k maar zeggen. Bij de debatten in de grote zaal zijn de za ken vaak al helemaal voorgekookt en uit gekauwd Dan denk je: dat heb ik allemaal al veel eerder gehoord. Besloten commis sievergaderingen zijn het leukst. Daar mag geen pers en publiek bij zijn. dus dan kun nen de dames en heren politici vrijuit spre ken. Je hóórt daar nog wel eens aardige Jaap Pronk in vol ornaat. dingen, maar ja. daar mag je je mond niet over opendoen, want het is geheim hè?". Den Uyl „Natuurlijk heb ik in de loop der jaren met heel veel politici een leuk persoonlijk con tact opgebouwd. Met Braks bijvoorbeeld kon je enorm lachen, en ook met mensen als Wiegel, Nijpels, Ter Beek en Gruyters. En het tegenwoordige kamerlid Biesheu vel jiiet te vergeten. Gewoon lekker gein tjes maken als jongens onder mekaar. Soms heb je ook hele serieuze gesprekken. Met freule Wttewaal van Stoetwegen bij voorbeeld, die altijd belangstellend vroeg hoe het met m'n gezin was. Ik heb ooit een complete oude encyclopedie van haar ge kregen. En met Duisenberg kon ik inder tijd heerlijk kletsen over z'n boot in Fries land". „Voor Den Uyl had ik veel bewondering. Een keiharde werker. Hij was 's nachts vaak nog uren in z'n werkkamer bezig en dan zag je hem 's morgens om negen uur alweer fris het kamergebouw binnenlopen. Toen hij premier was. stond'ie een keer na FOTO: MILAN KONVALINKA afloop van een lang debat 's nachts om half twee in de vergaderzaal nog wat na te pra ten met een paar kamerleden. Z'n vrouw Liesbeth had het debat bijgewoond en die zat zich in een van de loges bovenin te ver bijten. Ze wilde naar huis. Op een gegeven moment riep ze mij bij zich en zei: 'Nu ga je naar beneden, je pakt m'n man bij z'n arm en sleurt hem de zaal uit. Zeg er maar bij dat het een opdracht van de bazi n is' „Sommige gebeurtenissen blijven je altijd bij omdat ze indertijd diepe indruk maak ten. zoals het debat over de Lockheed-affai re waarbij prins Bernhard was betrokken, de kruisrakettendiscussies, de debatten over de drie van Breda met alle emoties er omheen en die toestanden rond de visfrau- de en het aftreden van Braks". „In het nieuwe gebouw wordt de werktoes- tand voor de meeste personeelsleden van de Kamer beter omdat alles overzichtelij ker en ruimer wordt. Maar die sfeer van in timiteit en gemoedelijkheid in het oude ge bouw, waar iedereen op eikaars lip zat, die zal ik toch wel vreselijk missen hoor. Dat verdwijnt en ik ben bang dat het ook niet meer terugkomt". door BERT VAN VELZEN Den Haag is een aardige stad, een deftig dorp. In een klein sloppenwijkje dat vroeger lag ingeklemd tussen de Poten (de Korte en de Lange) en de Kal vermarkt moet ergens het be ruchte Rood Paleis van F. Bor- dewijk gelegen hebben, een zeer verderfelijk en buitenge woon verdacht huis, vol norse en onbetrouwbare meiden van plezier. Het barre wijkje is weg; het Rood Paleis is reeds ver voor mijn tijd gesloopt. De Korte Houtstraat, die haaks staat op het fraaie plein waarin de beide Poten uitmonden, is tot jaren na de oorlog een zon dig straatje geweest, waarin mannen rondwaarden - de kraag hoog opgeslagen, de hoed diep in de ogen - in de ban van ongetemde lusten. Aan de overzijde van het plein, in de Lange Houtstraat, waren enkele dure nachtclubs geves tigd, een ervan het eigendom van een onder oudere Hage naars vermaard voetballer, de ooit razendsnelle rechtsbuiten van VUC. Jan Holleman. Ver derop in die straat was een maatkleermaker, de heer Kurt Ofner, gevestigd, die voor me nig minister een pak heeft ge beeldhouwd. Het uitgelatene is uit de buurt verdwenen. In het beruchte Korte Houtstraat je zit nu onder meer een groot eetcafé, dat De Derde Kamer wordt genoemd. De nieuw bouw van de Tweede Kamer torent thans boven dit verdwe nen buurtje uit. Ongeveer op de plaats waar het fraaie res taurant House of Lords was ge vestigd - gesloopt ten behoe ve van een parlementaire per storen - komt (speciaal op verzoek van de gemeente Den Haag) een eetcafé met terras, waar de gewone burger zijn vertegenwoordigers in het par lement zou kunnen ontmoe ten. De ligging van dit etablis sement, dat de naam ker's Corner heeft gekregi buitengewoon fraai. Hofplaats, een drieh< plein met een zeer brede l Aan de zijde van de Lang ten valt schuchter licht spleetvensters het restau gedeelte binnen, waar h( luid gedempt wordt doo tapijt. De wanden zijn driehoekige plakken hout. In het cafégedeelte een vloer van zindelijk pi Het uitzicht is het mooist richting van het Buitenh de Passage, waar, in woorden van Gerrit Ac berg, Den Haag begint t< gen als je er tegen tikt. Je kunt dus zeggen dat he tige dorp er een attract heeft gekregen. We moet niet te veel van verwac het bekijken van apen e ren in Blijdorp is toch he< boeiender dan het waarn van parlementaire mann vrouwen aan de koffie. O; kwaliteit van de maaltijd de Speaker's Corner val weinig te zeggen. De tr geeft in dit opzicht v hoop. Een groot parlemc correspondent, wijlen I C. Faas, noemde het resta van de Tweede Kamer slechtste restaurant ten ten van de Oeral'. Kijk exotische stad zal Den nooit worden. In New kun je via het telefoonnu 231052 een olifant huren stal van de heer Mohai Shahbuddin en daarme dag lang in de stijl van ee haradjah door de stad tre Kosten, begeleider in pen, 180 gulden. Dat hoogstanden kent Den niet. Hier en daar treft r de stad een schilfertje hemel aan, maar feest nergens. Den Haag is i gen en gereserveerd. Wa we zien? Whispering Sh In Speaker's Corner?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 34