Rob Ubink maakt furore als headpro bij Nick Bolletieri TENNIS LEIDSE COURANT VRIJDAG 27 MAART 1992 PAG| LEIDEN - De forse gestalte van Rob Ubink, verborgen onder een aantal lagen kleding, oogt uitste kend getraind. De in Ter Aar gebo ren en opgegroeide tennisser is duidelijk niet gewend aan de Ne derlandse temperaturen in janua ri. Het diep gebronsde hoofd ver raadt een zonniger woonplaats. Zo'n vijf jaar geleden vertrok de toen eersteteam-speler van De Munnik als marineman naar Cura sao, dit jaar vereerde Ubink zijn land met een bezoek aan familie en geïnteresseerde tennis vrienden. Zijn loopbaan heeft een opmerke lijke wending genomen. De indruk van getraindheid is terecht, de Leidse Bl-speler heeft zich ont wikkeld tot 'headpro' bij één van 's werelds bekendste coaches, Nick Bolletieri. Een toevallige ontmoeting met va der Bert Ubink de aanleiding. „Rob komt eind januari twee we ken naar Nederland", vertelt se nior met gepaste trots. „Hij is niet meer bij de marine, maar werkt nu als tennisleraar voor Nick Bolletie ri". Een functie, die gelet op de naam en faam van de coach van on der meer Jim Courier en Monica Seles, niet voor iedereen is wegge legd. Reden de betrokkene zelf eens aan het woord te laten. De be groeting is, zoals verwacht mocht worden kort, maar het weerzien daarom niet minder hartelijk. Rob Ubink praat nog steeds, zoals hij vroeger als speler van het eerste team van De Munnik de weg naar het net koos, direct dus. De bra voure is eveneens nog aanwezig, maar het stoere lefgosertje is ver anderd in een mens, die uitdagin gen zoekt, en daar serieus arbeid vóórwil leveren. Regioplan De wijze waarop het district Lei den van de tennisbond destijds in vulling gaf aan een opzet van re gionale trainingen voor jeugd met de nodige aanleg, die, of op wat ou dere leeftijd (dan 8 jaar) met tennis was begonnen, dan wel of op wat latere leeftijd een doorbraak ken de, was op het toen ook al grote lijf van Rob Ubink geschreven. Ter Aar had niet de faciliteiten, die een grote vereniging wel heeft, maar kon in het seizoen 1980/1981 via het Leidse regioplan het toen twaalfjarige jeugdlid een serieuze kans geven. Rob speelde vóór in de ballonhal in Alphen aan den Rijn, op de plaats waar nu het tenniscen- trum Nieuwe Sloot is verrezen, en werd voor de zogenaamde R2-trai- ning geselecteerd. Onder leiding van de thans allen met die activi teit gestopten Inge en Fred van der Loo, Marcel van Rijn en Car la de Waard, die 09k nog als de zeer goed ondersteunende privé-trainer op trad, werden de vele stadia van het regioplan doorlopen. Ubink verkaste van Ter Aar naar de grote club TEAN in' het nabije Alphen aan den Rijn. Daar waar nu een heus beleids- en sponsor-plan aan die club ten grondslag ligt, heerste toen naar Robs opinie toch teveel de sfeer van Tennis En An ders Niets. Aansluitend werd de overstap naar de hoogste teams van het toen florerende De Mun nik in Leiderdorp gemaakt. De vol geling van het regioplan werd rap opgenomen in de topploeg van de club in de overgangsklasse B. Een terechte plek, want een jaar ervoor was tegen Animo in het verre Zeeuws Vlaanderen de promotie bereikt. Met Robbert van Splunter, die thans in Breda studeert en ten nist, met Irma van Seeters, die weer op het oude nest, De Meren- wijk terugkeerde en daar een be langrijke steunpilaar voor het eer- Monica Seles. Jim Courier. FOTO: AP FOTO: AP Rob Ubink, links met petje, tijdens de inleiding van een groepsles, die Nick Bolletieri op Curacao verzorgde. ste team is, en met Jacqueline Paauw, die De Munnik inmiddels verruilde voor een plaats in het tweede team van Unicum, bepaal de Rob Ubink het gezicht van de Leiderdorpse vereniging. Curasao Het uit de jeugdtijd (de combinatie werd winnaar van de winterjeugd- competitie) stammende dubbel Van Splunter/Ubink werd in de C- categorie te sterk en leek goede tij den in de B-afdeling tegemoet te gaan. Maar Rob Ubink kreeg de juiste vervolgstudie maar niet te pakken en moest het land dienen. De stoere Ter Aarse tennisser koos voor vier jaar bij de marine, die hem na een jaar op het tropische eiland Curagao huisvestte. „Het Caraïbisch gebied trok me gewel dig en ik heb dan ook ja gezegd, toen dat voorstel kwam mij er te stationeren", vertelt Rob Ubink. „Ik geef toe, dat ik eerst om toeris tische redenen er naar toe wilde. Maar al snel kreeg ik contact met en ook interesse in de bevolking. Op Curasao kan ik leven zoals ik dat wil en zoals dat absoluut niet in het strak gereglementeerde Hol land kan. Dat komt met name door de mentaliteit van de mensen, die daar wonen. Ik hou wel van uitda gingen en ze hebben daar toch een paar ingrediënten om wat mee te doen". uainrvji De Munniker had het slagwapen nog niet helemaal afgezworen en na een aantal maanden werd op Curasao het racket weer opgepakt. „Ik speelde tegen de nummer twee van het eiland", vervolgt Ubink zijn Caraïbisch avontuur. „Die jon gen kon ik heel goed bijbenen. Vervolgens ga je mee doen aan wedstrijden en speel je je in de kij ker. Ik ben voor Curasao uitgeko men in de kampioenschappen voor het Caraïbisch gebied. Het was een poulesysteem, wat goed was, want er zaten hele sterke spelers tussen. We verloren van Mexico, van jon gens die een flink aantal ATP-pun- ten hadden en op de wereldrang lijst voorkwamen. Doordat ik Cura sao vertegenwoordigde kreeg ik snel bekendheid in de tenniswe reld daar en op het eiland. Het ge volg daarvan was, dat ik werd ge vraagd om wat lessen te geven op de Country Club van Oscar Salas in Santa Catharina, dat in het wat rustiger gedeelte van het eiland ligt". Bolletieri Een onbevoegde tennisleraar zou op een Nederlands park nauwe lijks nog kunnen bestaan, maar op Curasao staat het afgeleverde pro- dukt vooraan en nu eenmaal niet of de trainer al dan niet over de in Holland vereiste papieren en licen tie beschikt. Rob Ubink nam de uitdaging aan, maar wilde ook geen beunhaas zijn. „Oscar Salas is binnen het tennis een van de be kendste mensen van het eiland. Zijn Country Club heeft een over eenkomst met de Tennis Academy van Nick Bolletieri. Nick stuurt vanuit Florida afwisselend goede tennissers, maar ook toeristen naar Curagao, die dan op ons park les krijgen. Via Bolletieri heb ik toen een Amerikaanse opleiding voor tennisleraren gevolgd. Ik ben uitgebreid getest 'en heb nu dus ook een papiertje op zak. Het gaat er wel allemaal anders toe dan in Nederland. Zo'n cursus bijvoor beeld is ontdaan van alle franje. Het gaat er bij de leraar om, dat hij de leerling op een snelle manier tennis en vooral het plezier in ten nis bijbrengt". Vanuit de Tennis Academy in Bra- denton bij Sarasota aan de Golf van Mexico nam de inmiddels be voegde tennisleraar Ubink het door Nick Bolletieri ontwikkelde 'Five Key System' mee. „Ik geef met toestemming van Nick les in dit systeem, dat niet alleen voor toptennissers, maar ook voor be ginners te gebruiken is", geeft Rob Ubink als toelichting op zijn les- geefactiviteiten op Curagao. „Ik ben nu headpro voor Nick Bolletie- ri-Salas op Curagao. Dat betekent normaal gesproken, dat ik alles zelf regel, maar ook dat Oscar Sa las, die nu directeur van de Club is, en ik voor bijscholing of eventuele problemen met het management een beroep kunnen doen op de FOTO: ROB UBINK hoofdvestiging in Flor door Nick ontwikkelde System' zou heel goed landse tennisleraren gebi nen worden op clubs of te len. Op Curagao heb ik h op de videoband staan veel van te leren. Ik werk tien uur per dag met he Zowel in de Ladies Spec ochtenden, bij de jun gramma's op de middag, vélessen ,s avonds. En einde draaien we er op or nen clinics mee. Een dru hoor!" 'Aanbieding' De tennisser uit het land Ter Aar, die via de regiol van het district Leiden, nisclubs TEAN in Alphe Rijn en De Munnik in I tot de Bl-status reikte, hl ragao de uitdaging gevo hij zocht. „Zonder de n ik daar nooit gezeten" Ubink tot slot nog even heb op Curagao veel voel mij er thuis. We br vast programma, waarb veel kanten medewerki vinden. Ik bied aan ons System ook aan Nederli nisleraren en spelers ov gen. Straks hebben we 0 tementen bij de Club. Lat maar bij mij melden". I g ding van Rob Ubink nil als een tropische verrassi 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 4