Vrijheid bosnegers zwaar bevochten Verenigde Staten: stap voor stap naar de maan „De is BINNENLAND BUITENLAND AUTOTECHNIEK/N VAK WAAR VAART IN ZIT CeidaeSouocuvt Z^gRDAGMM^lTJHj^ mnpitp nm ppn hpmanrt maannroeramma od 1965). Lunar Orhitprs hpstnHpprHpn nri7p niim- Ado11o-1 1 in iuli van dat iaar. Met de kleine stan i iu j.., ,,Ik meen dat deze natie zichzelf tot doel moet stellen vóór het einde van dit de cennium een mens op de maan te doen landen en hem veilig naar de aarde te la ten terugkeren". Na de eerste ruimtevlucht van de Rus Joeri Ga garin richtte president Kennedy zich op 25 mei 1961 met deze woorden tot het Amerikaanse congres. Ruim acht jaar later zette astronaut Neil Armstrong tijdens de ruimtevlucht van Apollo-11 als eerste mens voet op de maan. De eerste jaren na de fede van Kennedy zag het er echter allemaal niet zo gunstig uit voor de Amerikanen. De Sovjets haalden in die tijd pri meur na primeur. Maar. zo werd onlangs duide lijk, ondertussen had de Sovjetunie de grootste moeite om een bemand maanprogramma op touw te zetten. De Amerikanen werkten stap voor stap naar de maanlanding toe. Al in de 12 maanden na Ken nedy's redevoering werden onderzoekscentra opgericht, taken verdeeld en basisontwerpen gemaakt voor ruimteschepen en de maanraket. Er werd ook besloten om het Gemini-program- ma uit te voeren. In het kader daarvan oefenden teams van twee astronauten tijdens tien ruimte missies in 1965 en 1966 het samenkomen en koppelen van twee ruimteschepen, technieken die noodzakelijk waren voor de latere Apollo- vluchten naar de maan. In die tijd voerden de Sovjets geen enkele bemande ruimtemissie uit, waardoor de Verenigde Staten een belangrijk deel van hun achterstand konden ophalen. De Amerikanen bestudeerden de maan onder tussen ook met onbemande ruimtesondes. Ran gers stortten (met opzet) op de maan neer en maakten tijdens hun val duizenden foto's (1964- 1965), Lunar Orbiters bestudeerden onze ruim- tebuur vanuit een baan eromheen (1966-1968) en Surveyors maakten een zachte landing op het maanoppervlak (1966-1968) en bewezen al dus dat een landing op de maan in ieder geval mogelijk was. Tegenslag In oktober 1968 vond de eerste bemande Apollo- vlucht in een baan om de aarde plaats. Die was zo succesvol dat de eerste bemande vlucht rond de maan in december van dat jaar kon plaats vinden. Een riskante beslissing, gedeeltelijk in gegeven door ontwikkelingen langs Sovjetzij de. Maar de gok werd beloond. Apollo-8 werd een enorm succes. Tijdens Apollo-9 (maart 1969) werd de maanlander in een baan om de aarde getest. Apollo-10 (mei 1969) was de generale re petitie voor de historische maanlanding van Apollo-11 in juli van dat jaar. Met de kleine stap voor een mens, maar een grote voor de mens heid van Neil Armstrong op het maanoppervlak op 21 juli 1969 om 3 uur 56 minuten en 15 secon den onze tijd hadden de Amerikanen de maan- race gewonnen. Op 14 december 1972 vertrok het laatste astro nautenduo vanop de maan richting aarde Tus sen 1969 en 1972 waren er met succes zes keer twee Amerikanen op de maan geland. Even was het heel spannend toen zich op 13 april 1970 aan boord van de Apollo-13 een ontploffing voor deed. De maanlanding werd geschrapt en de drie astronauten aan boord konden veilig terug keren door de maanlander als reddingssloep te gebruiken. En de Sovjetunie? Die was officieel niet (meer) in reizen van mensen naar de maan geïnteresseerd. (Dit is de 2e aflevering van een serie van 6) UTRECHT - De bosne gerleider Boni, die in 1793 door Aukaners in zijn slaap werd vermoord, is een van de nationale hel den in Suriname. Al tij dens zijn leven deden veel verhalen over deze legen darische figuur de ronde. In het pas verschenen boek 'De bosnegers zijn gekomen' van Wim Hoog bergen kan ook het Ne derlandse publiek (op nieuw) kennis maken met deze strijder en zijn pogin gen om met gevluchte sla ven in het oerwoud een bestaan als 'vrije neger' op te bouwen. Hoogbergen, die als cultureel antropoloog verbonden is aan de Rijksuniversiteit Utrecht, publiceerde al eerder uitge breid over Boni en het naar hem genoemde bosnegervolk, de Boni's dus. Hij promoveer de in 1985 op het proefschrift 'De Boni-oorlogen, 1757-1860, marronage en guerilla in Oost- Suriname'. Uitgeverij Promet- heus vond het de moeite waard om een nieuwe, meer toegan kelijke uitgave uit te brengen. Het prins Bernhard Fonds kwam met een royale subsidie van vijftien gulden per boek over de brug. In 'De bosnegers zijn geko men' beschrijft Hoogbergen op oen zeer beeldende manier de geschiedenis van marronage in Suriname, het proces waar bij zwarte slaven de plantages ontvluchtten en in het bos een nieuwe - vaak op Afrikaanse leest geschoeide - samenle ving probeerden op te bouwen. Zo'n weggelopen slaaf werd marron' genoemd; een woord lat is afgeleid van het Spaanse ci-marron' wat oorspronkelijk weggelopen vee' betekende. Rode draad in het boek zijn de otgevallen van met name een an die groepen marrons, de kini's. De Boni-samenleving ont stond in Oost-Suriname in het kustgebied Cottica, waar veel plantages waren. Omdat het le ven als slaaf weinig te bieden had, waagden sommigen de vlucht het oerwoud in. Dat ging vrij gemakkelijk, omdat de plantages groot waren en de opzichters niet overal tegelijk konden zijn. Bovendien moch ten slaven er vaak achter de plantage een kostgrondje op na te houden, waar ze groenten voor eigen gebruik verbouw den. Zo konden ze zich ook onttrekken aan het toezicht. Hongersnood Het is juist daarom opvallend dat maar weinig slaven ook daadwerkelijk vluchtten. Van de gemiddelde populatie van 40.000 slaven in Suriname, liep er circa een procent per jaar weg, van wie bovendien nog eens tweederde na verloop van tijd weer terugkeerde. En dat terwijl de situatie op de Suri naamse plantages slecht af stak vergeleken bij die in an dere Zuidamerikaanse landen en de slaven in tien jaar wer den 'afgeschreven'. Was het bestaan in het oerwoud dan nog erger? Hoogbergen: „Het verblijf in het binnenland was lang niet altijd een aantrekkelijk voor uitzicht. De weglopers verlie ten hun familie en bekenden op de plantage en kozen voor een leven waarbij ze vogelvrij waren verklaard. Er immers voortdurend jacht op hen ge maakt door patrouilles". De slaven die er in slaagden te overleven in het oerwoud leid den soms een eenzaam be staan. Ze probeerden alleen of in kleine groepen te leven van wat de natuur hun bood of plunderden de kostgrondjes achter de plantages. Na ver loop van tijd sloten kleine groepjes zich bij elkaar aan en zo ontstonden grotere marron gemeenschappen, zoals de Au kaners, de Saramakkaners, de Matawai en later ook de Boni's. Om zich in het oerwoud te kunnen handhaven was niet alleen voedsel nodig, maar ook wapens, munitie en vrouwen die voor nageslacht konden zorgen. Dit had tot gevolg dat met enige regelmaat overval len werden gepleegd op de plantages van waar de marrons eerder gevlucht waren. Klas sieke guerrilla-tactieken, zoals een bliksemaanval en snelle terugtrekking, oogstten daar bij vaak succes. Was de actie beëindigd, dan trokken de marrons zich terug in het moe rassige woud, waar hun dorpen moeilijk te vinden waren. „Slaagden de achtervolgende patrouilles er toch in de woon plaatsen te achterhalen - vaak was er verraad in het spel - dan werden de huizen platge brand. Maar dat was niet het ergste; de marrons konden zo weer een ander dorp bouwen. Erger was het wanneer de kostgronden werden ontdekt", vertelt Hoogbergen. „Want die werden dan natuurlijk vernie- Bosnegervrouwen maken hun spullen schoon in de rivier. tigd en dan dreigde er hon gersnood. Het is heden ten dage dan ook nog steeds zo dat sommige groepen bosnegers anderhalf tot twee keer zoveel verbouwen als nodig is". Vrede In 1760. 1762 en 1769 sloten de Hollanders vrede met drie bos- negergroepen: de Aukaners, de Saramakkaners en de Mata wai en erkenden hen - ver voor de afschaffing van de sla vernij - als vrije mensen. De relatie met de Boni's liep ech ter uit op twee regelrechte oor logen. Hadden zij dan geen be lang bij het sluiten van vrede met de koloniale overheerser? Hoogbergen: „De Boni's wil den wel vrede sluiten, maar de Nederlanders niet. Ze dachten: die Boni's krijgen we wel te pakken. In tegenstelling tot de Aukaners waren er niet zo veel Boni's, hooguit een paar hon derd mensen, van wie honderd gewapende mannen. Boven dien zag de gouverneur van dat moment het ook als per soonlijke nederlaag als hij vrede zou moeten sluiten". In de praktijk pakte de strijd tegen de Boni's echter heel an ders uit. De Boni's'waren ge duchte tegenstanders, goed bewapend en hadden een 'granman'. Boni, die volgens Wim Hoogbergen een uitste kend leider was en strategisch goede zetten deed. Hoogber gen: „Bij overvallen op planta ges bevrijdde hij nooit meer slaven dan zijn gemeenschap kon opnemen". Uiteindelijk moesten de Boni's in 1793 toch het onderspit del ven. Vooral door gebrek qan munitie waren ze op het laatst geen partij meer. De Auka- op Hollandse planta ges te reconstrueren. Ook voor de niet-antropologisch ge schoolde lezer is het boek zeer toegankelijk. Wel moet men in ers, die samenwerkten met de gaten houden dat de vele de Nederlanders, schoten de 'granman' dood in zijn slaap. Berooid en verarmd vluchtten pfwisselen, tèrwijl niet altijd de overgebleven Boni's, van wie er nog maar 100 tot 150 over waren, naar een onbeken de plaats in Frans Guyana. De definitieve vrijheid kwam met de afschaffing van de slavernij (in 1848 in de Franse kolonies en in 1863 in de Nederlandse kolonies). Nu leven de Boni's in een paar dorpjes langs de grensrivier de Lawa in Frans Guyana en zijn. als zodanig onderdanen van de EG. In Suriname wordt alleen het dorpje Cottica aan de over kant van de rivier nog door Bo ni's bewoond. Momenteel bestaat er ondui delijkheid over de opvolging van de laatste 'granman' die 1990 overleed. De Boni-clan die volgens de overleveringen rechtsreeks teruggaat naar Boni en meestal de leider le vert (er zijn in tptaal zeven clans), wordt met uitsterven bedreigd en kan geen kandida ten meer leveren. Dus zal de nieuwe 'granman' uit een an dere clan moeten komen. Nauwkeurig Hoogbergen weet aan de hand van politie-archieven. planta- ge-gegevens, maar ook boeken uit die tijd en mondelinge overleveringen vrij nauwkeu rig de talloze overvallen van meteen duidelijk wordt wat historisch gezien de meest be trouwbare lezing is. Gebruik van de noten is daarom aan te bevelen. Dat Boni - zelf een 'tweede ge neratie bosneger' - gezien moet worden als de grote strij der voor afschaffing van de sla vernij is overigens oniuist. Vol- FOTO:SP gens Hoogbergen past dat idee ook niet in de 18e eeuw. „Dat zie je wel in de 19e eeuw ont staan en dan met name in Bra zilië omdat slaven zich daar ge makkelijk konden vrij kopen. In het geval van de Boni's zocht men niet naar een veran dering van de samenleving. Men wilden gewoon als ge meenschap in het bos in wij heid kunnen leven en met rust gelaten worden". Wim Hoogbergen. De Bosne gers zijn gekomen! Slavernij en rebellie in Suriname. Pro metheus, Amsterdam. 349 Pa gina's. Prijs: 34,90. De Vereniging voor We tenschappelijke Spelling (VWS) streeft naar een fundamentele verbetering van de spelling van het Nederlands. Ze wil meer tolerantie en vrijheid op het spellinggebied en ver zet zich tegen overwaarde ring van de spelling, 'want de spelling is niet de taal'. De VWS wil een sterk vereen voudigde spelling, waardoor de struikelblokken kunnen worden uitgebannen. Dus: 'de hont' en 'ik vint haar lief. Een vereenvoudigde spelling van het Nederlands zal een uit komst zijn voor de vele volwas senen die nu met schrijfangst zitten,, omdat ze geen spelfou ten willen maken. De VWS breekt niet met het huidige spellingssysteem, maar wil zes schrijfwijzen voor dezelfde klank uitbannen. Daarom wil de vereniging kortweg de volgende verande ringen: consequent gebruik van de letter t als er een t wordt uitgesproken en van de letter d als er een d wordt uitgespro- J ken; eenheid in de ei en ij en de au en ou-spelling; verneder landsing van zoveel mogelijk bastaardwoorden, dus geen ca deau, maar kado, geen extra, maar ekstra en joga, en ook konsekwent; schrap niet-uit- gesproken letters en overbodi ge e's, dan wordt logisch dus logies en bibliotheek, biblio- teek en leeuw wordt leew en dorpsstraat en boerenkool worden dorpstraat' en boere: kool; schrijf steeds ie aan het eind van een woord, dus geen bami en ski, maar bamie en skie net als herrie en branie. En verder wil de VWS een nog consequenter gebruik van de letter p als er ook een p wordt uitgesproken (dus zeerop en geen zeerob; aanpassing van de g/ch en tenslotte verbete ring van de spelling van de on gearticuleerde klinker, dus vriendelijk wordt vriendelik. Wort De Vereniging Wetenschappe lijke Spelling ontstond dertig jaar geleden als opvolger van de in 1892 opgerichte 'Vereni ging tot vereenvoudiging van onze schrijftaal'. Na de laatste spellingvereenvoudiging, waarbij onder meer de dubbele a's, o's en ook de sch's in som mige woorden verdwenen, wa ren velen nog niet tevreden. Daarom is in 1963 de VWS op gericht. „In ons hart zouden we een fundamentele spel lingswijziging willen doorvoe ren, maar in de loop der jaren hebben wij onze voorstellen bijgesteld, omdat men een ri goureuze wijziging toch niet wil. Maar ook onze gematigde voorstellen worden niet over genomen", zegt Bart Slooten van de VWS. „Het is toch vreemd dat wij voor één klank in woorden als benauwd, rouwt, miauwt, heraut, maud, hout, vertrouwd en vertrouwt zoveel verschillende spellin gen hebben. Je kunt discussië ren voor welke spelling je kiest, maar houdt dat sequent bij alle au- vol. Ook met de ij hel zes spellingen: ik beg ul leid, hij leidt, hij lijdt,e teit, glijdt. En de e-kla e]è je die hoort kun je wel c aa manieren schrijven: dt heerlijk, aardig, daturr0| een o motor. Die incon ties willen wij wegnem art Bart Slooten is remei cher. Hij merkt dagel[,j| kinderen over spelling ,n men struikelen. Volgt )0I hoeven van de Taalur )j1( de didactiek worden vi)rri om de kinderen beter ee spellen en niet de spell den vereenvoudigd. zegt: „Kinderen zijn voelig voor regels, ma uitzonderingen daaroj het onnodig moeilijk derzoeken blijkt, dat die van de basisschoo niet foutloos kunnen Dat zou toch niet mog (j0 al zou de school er prat dat de kinderen wel kunnen spellen, dan ze daar heel veel tijd IP ken. Tijd die ze ook aai ;rs ders hadden kunnen b n| Spellen heeft niets o Hij wort, hij wordt of 1 Er is toch geen betek schil? Als onze vq ia worden overgenomei dert de betekenis niet' e( Miauwd h De VWS zou vooral <La* woordspellingen wilïrs pakken. De Raad vaiL( derlandse Taal en Lej]je daarop tegen, dus ver£fl niets. Verhoeven van <*jQ nie vindt dat zo'n ingJL wijziging 'pijn-in-de-or^ oorzaakt. Bovendier^ eerder vastgesteld, daxj de spelling van de wt'ni den helemaal niets vL mag worden. Slooten:^ t( blijven zitten met duL en met voltooid deelLr nu eens met een t en (A met een d. Ik zoubU( schrijf overal een t waL_ t hoort. Dan kan er tjsj misgaan. Iedereen g^ dat zo'n verandering me vereenvoudiging 0jt' Maar toch wil de Cfy voor de Spelling dieLg gen niet, omdat hef beeld te veel zou veij^ Wij hebben uitgerek- met onze voorstellen van één op de zeven tr; half woorden zou veiU.' Dat is toch niet veta men wil liever de prQjs handhaven. Dus hoi|jn 'ik verbrand mijn viua 'zo verbrandt je zus j- gers' en 'de struik die' 0 is verplant' en 'ik veieg boom' en 'wij wachtiL bus', maar 'gisteren c(, wij op de bus'. Kipdé c dat regeltje goed en gen ze ineens voorge 'wij zetten koffie' en in zetten wij koffie'. VoQ; regels zou dat dus mt moeten zijn om aan v- dat het verleden tiji moet dan weer niet". n< Dit is het derde en tei. ste deel van de seri^ 'nieuwe spelling'. Del ste delen verschenen ft dag 29 februari en 7 wit id« SUSKEENWISKE LAMBIK BABA Standaard Uitgeverij/Wavery Productions Verstekeling na sprong over boord spoorloos ROTTERDAM Een redding boot, een helicopter, de rivier politie en de bemanning van het vrachtschip 'Red Sea En terprise' hebben gistermiddag enkele uren gezocht naar een over boord gesprongen verste keling. De man, een 25-jarige Ethiopiër koos bij Hoek van Holland de vrijheid in het kol kende water van de Nieuwe Waterweg. Hij is niet terugge vonden. De politie weet niet of de man is verdronken of aan land gekomen. De Ethiopiër kwam een week geleden op hetzelfde schip sa men met twee landgenoten als verstekeling Rotterdam bin nen. De drie hebben volgens de politie geen asiel aange vraagd en konden daarom niet in ons land blijven. Ze moes ten terug met hetzelfde schip omdat de 'Red Sea Enterprise' een week in de Rotterdamse haven lag en als bestemming havens aan de Westafrikaanse kust had. Stuur deze bon in een enveloppe zonder postzegel op naar INN0VAM. Antwoordnummer 30,2250 VB Voorschot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 4