r vergelijkt coach Cantelberg met Johan Cruijff -Paul van Poppel wil opwaardering van de massasprint SPORT 23 VOETBALLERLEI Platini wil strafschop in plaats van rode kaart fyidóeOowumt ZATERDAG 14 MAART 1992 luventus mag Möller kopen he FIFA heeft vastgesteld dat Juventus tot 31 maart de gele- [enheid heeft Andreas Möller van Eintracht Frankfurt te ko len. Het door de Duitse international ondertekende voorcon tact bij de Italiaanse topclub, waarvoor hij een handgeld van ■en miljoen gulden ontving, wordt als geldig beschouwd. Daar itaat tegenover dat Atalanta Bergamo geen recht heeft op de niddenvelder. Na zijn overeenkomst met Juventus stemde Möller erin toe, dat de transferrechten konden worden overge- Iragen aan Atalanta. Volgens de betreffende commissie van ie UEFA staat hiervan echter niets op papier. Möller kreeg en boete van ruim 30.000 gulden, wegens zijn incorrecte han- tlswijze bij de onderhandelingen. Zijn zaakwaarnemer, tlaus Gerster, werd door de UEFA geschorst. Gerster is te ens manager van Eintracht Frankfurt. Eintracht Frankfurt li zeer waarschijnlijk tegen de uitspraak in beroep gaan. Michel Platini heeft de wereldvoetbalbond FIFA voor gesteld over te gaan tot enkele ingrijpende reglements wijzigingen. Zo wil hij een strafschop in plaats van een rode kaart in het geval van neerleggen van een doorge broken tegenstander. Platini, lid van de studiegroep „Task force football 2000" van de FIFA, zegt dat het moeilijk aantoonbaar is in hoeverre een ploeg met een man minder daadwerkelijk is verzwakt. De bondscoach van Frankrijk, woordvoerder van de studiegroep, is te vens voorstander van het invoeren van het „sudden death "-systeem bij verlengingen. Dat betekent dat het duel is beëindigd, zo gauw een doelpunt wordt gemaakt. Bij ijshockey wordt dit systeem al geruime tijd gehan teerd. Joseph Blatter, secretaris-generaal van de FIFA, heeft al toegezegd met het laatste voorstel te willen gaan experimenteren bij de wereldtitelstrijd voor junio ren, in 1993 in Australië. China roept hulp in van experts Bondscoach Rinus Michels vertrekt op 13 april aanstaande voor een week naar China. Hij doet dit op uitnodi ging van de wereldvoetbalbond (FIFA). De Chinese Volksrepubliek hoopt door de adviezen van buiten landse experts de kwaliteit van het voetbal te kunnen verhogen. Boven dien wil men de competities in een andere vorm gieten. Een reorganisa tie naar eigen inzichten mislukte. Michels is één van de buitenlandse experts. Hij was gevraagd voor de pe riode 13 tot 23 april, maar omdat Oranje op 22 april een vrienschappe- lijke interland tegen Italië speelt, komt hij iets eerder terug. ORN Het is hem nau- plijks aan te zien, maar jch staat handbaldoel- !an Jacques Josten al- eer voor zijn tiende we- 'ldkampioenschap. pmende week moet Neder- )jid zich tijdens een zware elf- jagse in Oostenrijk via het B- NK zien te kwalificeren voor Ji A-WK van 1993 in Zweden. \g nooit slaagde de 180-vou- »e international daar met I n ploeg in. Sterker nog, de ndballers bivakkeerden »er tussen de B- en C-groep dan dat ooit promotie lonk- jjosten denkt evenwel dat er der bondscoach Guus Can- berg inmiddels een basis is legd voor een stapje hoger, oral op mentaal gebied. Nissen de oren moet het ed zitten'" zegt Guus elke [Aldstrijd ook weer en zo is t", vindt Josten. „Je mentale Imogen is een belangrijk on- rdeel in topsport. Ik lees ar zelf veel over. Het gaat I de kracht in jezelf. Duit- 's en Amerikanen hebben sterk. Zij brengen een Ikje gezonde arrogantie en I heb je nodig voor een top- Istatie. Oostenrijk moet uit- zen of wij daar nu aan toe de 31-jarige sluitpost t toegekomen aan zijn tien en «WK. De man uit het Zuid- andiburgse Born - door buiten jdse collega's regelmatig als seeireldtopper afgeschilderd ar in eigen land tegenwoor- iten j zwaar aan de tand gevoeld >r Sittardiaan Dick Masten- ejek - overwoog tweemaal in i carrière te stoppen. Een- pi, in 1988, kwam het aan- ikelijk zelfs zover. Een can 't met toenmalig coach Ton l Linder deed hem afhaken. !Cje *n Linder was een heel aar- e man, maar als trainer en ,r(jen|ch kwam hij in mijn ogen jw ort", aldus Josten. „Kun je Joorstellen hoe het is, om 99 de honderd trainingen zelfde te doen? Ik ben geen y eilijk persoon, maar na een ir jaar hield ik dat niet meer EC F; Ik miste de uitdaging, was jug 1 Linders opvolger, Guus itelberg, haalde Josten een Jaar later weer te- Geen toeval, want de twee [iburgers kunnen het bij- ider goed met elkaar vin- orbu(- „Ik heb met hem een itterende wisselwerking", ikt Josten de loftrompet over zijn coach. „Onder hem is iedereen met sprongen vooruit gegaan. Ik ook. Cantelberg is zelf international geweest en begrijpt wat er speelt. Boven dien is hij een geweldige moti vator. De gedrevenheid druipt er daarbij vanaf. Zelfs als we tegen Russen moeten spelen. 'Die hebben ook een vader en een moeder' zei hij eens. Hij voelt aan wat leeft binnen de groep en streeft altijd naar per fectie. Wat dat betreft durf ik hem direct op het niveau van Selinger en Cruijff te zetten. Cantelberg is een perfecte lei der voor deze groep". Maar zelfs onder Cantelberg sloeg Josten een keer aan het twijfelen, een kleine twee jaar terug in Finland. Oranje had zich gekwalificeerd voor het B WK in Oostenrijk, maar speel de beneden verwachting. Jos ten was erbij, ondanks een ge broken pols in de voorberei ding. Niet alleen het tegenval lende resultaat, maar ook een stukje extra druk speelden Josten in Finland parten. Im mers, hij was net full-prof ge worden. Ideaal in de voorberei ding, maar na het toernooi viel hij in een gat. „Een serieuze crisis", zegt hij. „Maandenlang alleen handbal en dan ineens niks meer. Ik wilde ermee stoppen, zag het nut er niet meer van in. Gelukkig kreeg ik toen iedereen over me heen. Pers, de club, vrienden, etc. Ik kon toch niet zomaar stoppen. Toen kwam ik er achter, dat handbal toch een belangrijk deel van mijn leven vormde. Ik heb het toen weer opgepakt". Werkgever Vijf maanden was Josten prof en keerde toen terug bij zijn werkgever DSM als perso neelsfunctionaris. „Ik kon er een vervolg aan geven, maar wilde dat zelf ook niet", aldus Josten, die professionalisering niettemin een goed streven noemt. „In die vijf maanden ben. ik wel sterker geworden, vooral fysiek. Je doet veel krachttraining en dat heb je absoluut nodig in de top. Daar om hebben wij de drie wed strijden in de voorbereiding te gen Japan ook allemaal ruim gewonnen (25-14, 30-22 en 31- 13, red). Zelfs voor zogenaam de insiders was dat verrassend, omdat Japan toch de nummer twee in Azië is. Voor ons echter niet. Fysiek hadden zij niets in te brengen. We waren een maatje te groot én een maatje te breed! En natuurlijk speel den we gewoon goed. Hopelijk pieken we niet te vroeg". Het idee van professionalise ring kwam van Cantelberg en wordt nog ten uitvoer ge bracht. Josten: „Hij stelde des tijds voor om via de bond men. sen vrij te maken voor het handbal. Daartoe is de Stich ting Oostenrijk in het leven ge roepen, die gelden en sponsors werft voor de A-ploeg. Patrick van Olphen is zo uit het onder wijs gehaald, Henk Groener is full-prof, en een paar jongens in dienst, zoals Jop Hagreize, krijgen alle medewerking in de voorbereiding". Play-offs Ook het verschijnsel play-offs, dat vooral in de Amerikaanse sporten niet is weg te denken, introduceerde Cantelberg in de competitie met het oog op de toekomst. Josten: „Hij werd er eerst om uitgelachen, maar vervolgens namen de eredivi sieclubs het voorstel wel aan. Dit is het tweede jaar nu, dat die gespeeld gaan worden, en het werkt. Met Blauw Wit (Jos- tens club, red.) zitten we er ook in en zijn we verzekerd van een aantal extra topwedstrij den. Je komt meer onder druk te staan en daar gaat het straks in Oostenrijk ook om. Heel kleine dingetjes gaan beslis sen. Dus moeten Mastenbroek en ik die bal bij 17-16 kunnen stoppen of moet Hagreize net die ene bal erin gooien. Hoe va ker je ondèr druk speelt, hoe beter je dat afgaat". Cantelbergs ideeën kwamen juist in een periode, dat het handbalverbond enorme klap pen moest verwerken. De bond kelderde onrustbarend snel in ledenaantal. Josten c.s. vinden extra aandacht en investerin gen in de topteams een middel om daar wat aan te doen. Con tributieverhogingen ten spijt. „Dit is dé manier om de neer waartse spiraal te doorbreken. Als je professioneler bezig bent, presteer je beter en krijg je in de pers meer aandacht. Zo werkt het toch. Want het is in Nederland gewoon zo, zoals Marts Smeets een keer op een symposium stelde: 'Bij de NOS is nummer één voetbal, num mer twee voetbal, nummer drie voetbal en dan pas komt de rest'. Je moet dus iets aan- sprekends doen. Vooral voor de jeugd. Die zoekt voorbeel den. Van Basten, Siemerink, maar daar moeten ook Josten of Jacobs tussen zitten" Zwerver Josten c.s. zijn niet te beroerd om zelf de boer op te gaan. Net zoals de nationale volleybal- ploeg doen de handballers re gelmatig clinics. „Dat vind ik niet meer dan normaal trou wens. De bond doet veel voor de nationale ploeg, dan mag je wat terug doen". Voordat een topvoetbalier dat Handbaldoelman Jacques Josten: „Je moet dus iets aansprekends doen. Vooral voor de jeugd. Die zoekt voorbeelden Van Basten, Siemerink, maar daar moeten ook Josten of Jacobs tussen zitten". FOTO: PERS UNIE doet, bedenkt die zich wel vier maal en moet de gage wel heel aantrekkelijk zijn. „Daar heerst toch een andere menta liteit", vindt Josten. „Die zeu ren al als een premie 750 gul den is in plaats van duizend gulden. Dan heb ik meer res pect voor zo'n Ron Zwerver, die alles opzij zet voor Barcelo na. Voor hem telt nog een stuk je prestige. Hij kan zakken met geld verdienen, maar wil nog niet profiteren van de situ atie. Het gaat hem om de eer. En hij laat de groep niet in de steek. Is een 'ploegdier'. Zo ben ik ook". In Oostenrijk treden zestien ploegen aan, die alle in vier poules zijn ingedeeld. Drie teams gaan door naar de eind ronde in Innsbruck, waar de pouleresultaten doortellen. De top-vier tenslotte gaat naar Zweden en zelfs de top-zes in dien daar twee niet-Europese ploegen bijzitten. „Alles moet optimaal lopen om eindelijk eens van het imago sterk C- land af te komen", weet Jos ten, die in eerste instantie zal stuiten op IJsland, Noorwegen en België. Een zware kluif. „We kunnen een sterk C-land zijn, een volwaardig B-land en een goed A-land. Ik neig naar dat laatste," lacht hij. Iets ongrijpbaars als 'toernooi- vorm' kan dan beslissend zijn, weet Josten. „In 1983, nota bene hier in Nederland, had den we die niet. We verloren zelfs van België. In 1985 in Noorwegen hadden we hetzelf de en verloren van de Ameri kanen. Belachelijk, want tech nisch waren die stukken min der dan ons. Op mentaliteit versloegen ze ons echter". Murphy Josten zag het allemaal voor zich gebeuren en kan het nu thuisbrengen. „Die Amerika nen gaven nooit op, bleven maar gaan. En dat heeft alles te maken met je mentale ver mogen. Tussen de oren moet het goed zitten, ja. Guus (Can telberg, red.)'hamert daar ook steeds weer op. Positief den ken". „In Amerika zijn daar veel ver der mee. Ik lees er zelf veel over, vooral boeken van Jo seph Murphy. Die heeft het over de kracht in jezelf. Bij de Amerikanen staat de sportpsy chologie ook hoog aangeschre ven. Hier moetje al blij zijn als je bij Ted Troost op een bankje mag liggen. Zo van 'maak me eens even lekker'". „In Nederland heeft iedereen, dus ook sporters en de media, een negatief-kritische instel ling. Het is geen toeval dat een tv-serie als 'Goede tijden, slechte tijden' zo populair is. Het lijkt onschuldig, maar zul ke dingen blijven in je onder bewustzijn hangen. Dat zegt die Murphy ook. Als je nega tief denkt, word je uiteindelijk ook zo. Dus als je verkeerd aan een wedstrijd begint, gaat het ook fout". „Je moet zelfverzekerd dat veld opgaan, een bepaalde ar rogantie meebrengen. Ameri kanen en Duitsers hebben dat en daarom hebben wij zo'n he kel aan die gasten. Toch heb je het nodig voor een toppresta tie. Tegenwoordig maken de Scandinaviërs zich dat ook steeds meer eigen. Niet on sympathiek trouwens. 'Gezon de arrogantie' noem ik het". Atlanta Wanneer kwalificatie voor Zweden wordt bereikt, lonken zelfs de Spelen van Atlanta. Echter het kan ook misgaan, ook al volgens eerdergenoem de Murphy. En dan kon de na tionale ploeg, c.q. top weieens totaal instorten, gezien de vor derende leeftijd van steunpila ren als Lambert Schuurs, Wil Jacobs en ook Jacques Josten. Er staat dus veel op het spel in de Alpen. „Of ik zelf doorga be twijfel ik. Maar ik hoop, dat de bond wel op de ingeslagen weg verder gaat. Want die is goed. We zijn alleen een paar jaar la ter begonnen dan andere lan den en moeten een achter stand goedmaken. Dat is een kwestie van tijd". Met een, kennelijk, typisch Limburgse zegswijze staaft Josten ten overvloede. „Ze moeten het mes nog niet in het varken stè- ken. Het karwei moet afge maakt worden". Rapporteur is niet nodig in voetballerij Al sinds jaar en dag staat of zit langs de vaderlandse voetbalvelden een figuur, die zich daar heeft genesteld met een speciale opdracht. Hij (zijen bestaan in dit opzicht niet) is ter plekke om kritisch gade te slaan wat er allemaal binnen de lijnen gebeurt. En liefst zaken te signaleren die ontsnappen aan de waarnemingvande scheidsrechterdie tenslotte ook geen ogen in zijn achterhoofd heeft. Doorgaans isde wat geheimzinnige functionaris een oud-arbiterdie na zijn actieve loopbaan de geur van de bestuurskamers niet kan missen. Die zich na jarenlange inspanningen met de fluit verder wil behelpen met een pen en een blocnote. Om vanuit een wat langere jas en vanondereen camouflerend hoofddeksel, de goede man zit ook wat dunner in het haar en kan derhalve makkelijk een kout je oplopen, alle activiteiten te observeren. Goed bewaard geheim is doorgaans de naam van de rapporteur, althans zodra een bepaalde zaak aan de orde komt in de publiciteit. De KNVB vertoont dan een bijna Stasi-achtig karakter door angstvallig om te springen met de identiteit van de Sherlocks Holmes en de Watsons van de voetbalvelden. Die zelf ook niet graag hun ramen zien ingegooid door supporters van een club, waarvan een speler in het cachot belandt als gevolg van een rapportage achteraf Het is goed dat wandaden die binnen het kader van een wedstrijd niet worden bestraft, omdat de scheidsrechter ze domweg niet heeft vastgesteld, alsnog worden aangepakt. De verborgen elleboogstoot is wat dat betreft het meest vóórkomende vergrijp en popula ir bij notoire no- nonsense wraakzuchtigen. Verbazingwekkend in het geheel is evenwel het buitenspel staan van de grensrechters bij dat soort incidentrijke partijen. Minder opvallend wanneer je dit soort functionarissen regelmatig in actie ziet. want vaak presenteren ze zich als de vlees geworden AHOB'S (Automatische Halve Overweg Bomen bij een spoorwegovergang) van de vaderlandse voetbalvelden; een situatie behoeft immers maar te zwemen naar buitenspel of die bevlagde arm 'gaat al de lucht in. Slechts zelden treedt een grensrechter in de publiciteit. Pas wanneer hij een bierblikje tegen het hoofd of een scheermesbom tegen de benen heeft gekregen of zijn chef binnen de lijnen moet vervangen als deze onwel is geworden zwaait de schijnwerper van de media naar de vlaggeman. Die zich doorgaans wel voelt bij deze betrekkelijke anonimiteit. Maar een veel belangrijker rol kan. nee moet spelen bij de bestrijding van voetbalgeweld. Hoogst sporadisch maakt een langs-de-lijn-loper- met-een-stokje zijn fluitende baas attent op een incident. Te vaak maakt hij een zwaai van honderdtachtig graden met zijn vlag als de baas in een andere richting wijst dan hij zelf aanvankelijk heeft aangegeven. Hetgeen duidt op een hoge mate van collegialiteit, bijna onderdanige slaafsheid en wat in elk geval gebeurt op basis van vooraf gemaakte afspraken. Onder het mottobeter één lijn dan geen lijn. De huidige voetbalcultuur verlaat zich liever op de anonieme rapporteur dan de grensrechter meer autoriteit te verschaffen. Hetgeen niet onbegrijpelijk is, want de man langs de lijn is kwetsbaar. Elke de fan onwelgevallige beslissing kan zich direct op zijn eigen hoofd ontladen. Wat dat betreft staat de rapporteur er beter voor: h ij zit hoog en droog. Laat onverlet dat de vlaggenist meer verantwoordelijkheid moet krijgen c.q. nemen. Het is zonneklaar dat hij dank zij zijn overzicht dingen ziet gebeuren die niet door de beugel kunnen. Een bestraffing achteraf is dan op zijn plaats. Bij regelmatig toepassen van deze procedure is liet probleem ook preventief redelijk ondercontrole gebracht. Immers, de potentiële wandader zal zich dan wel driemaal bedenken voor hij zijn elleboog in de keel of op de neus van een opponent plant. De vlag van de linesman is dan niet langer een doekje voor het bloeden. Resteert wel de noodzaak van een standvastige arbiter, die óók de elleboogstoot van Van Basten tegen Plovie met rood honoreert. Of de dito van Van Loen tegen De Wolf. Want voordat soort incidenten is geen televisie-bewijs benodigd. Iedereen kan ze zien. Zelfs een bijna blinde rapporteur door FRANK WERKMAN Egon Coordes volgt Schock op bij HSV HAMBURG Egon Coordes is de nieuwe trainer van Hambur ger SV. De 47-jarige oefenmeester, die tot oktober vorig jaar as sistent bij Bayern München was, volgt bij de in degradatiezorgen verkerende Bundesliga-club de opgestapte Gerd-Volker Schock ojb. Zijn eerste klus is vandaag de uitwedstrijd tegen zijn oude werkgever Bayern waar Sören Lerby plaats moest maken voor Erich Ribbeek. Hamburger SV is de tweede vereniging waar Coordes als hoofdtrainer werkt. In het seizoen 1986/1987 was hij korte tijd eerste man bij VfB Stuttgart. JUMILLA - Het gaat goed met Jean-Paul van Poppel. De wielrenner rijdt sterk in de Ronde van Murcia, nadat de in België wonende Neder lander al eerder won in Zuid-Frankrijk in de eer ste wedstrijd van de Euro pese kalender. In de slotrit van de Ronde van de Middellandse Zee toonde hij voor de tweede keer het complete peloton zijn achter wiel. Het gaat Van Poppel dus voor de wind; de renner van PDM die vorig seizoen uit een diep dal kroop en zich nu op nieuw meldt als kandidaat voor de titel van sprintkoning. Bang voor komende massas purten is hij allerminst. Van Poppel: „Als ik het achteraf op televisie zie, vraag ik me wel eens af hoe we er in zijn ge slaagd om allemaal overeind te blijven, maar bang ben ik niet. Hoewel ik me realiseer dat het gevaarlijk werk is. Maar eigen lijk geniet ik er van. Als ik zelf op de eerste rij zit om een gooi naar de ritzege te doen niet, want dan ben je te geconcen treerd bezig. Maar als ik net niet goed genoeg ben en het van op de tweede rij moet vol gen, dan vind ik het prachtig om te zien". Van Poppel vindt dat sprinters onvoldoende worden gewaar deerd. „Als een rit of een wed strijd op een massaspurt ein digt, is het volgens velen niet zwaar genoeg geweest of heb ben we niet hard genoeg ge fietst. Het is opnieuw iets aan het verbeteren, maar er is een periode geweest dat elke orga nisator probeerde zijn wed strijd zo zwaar mogelijk te ma ken. Toch onzin! Wat is er voor de toeschouwers voor hun tele visie of aan de aankomst nu mooier dan een massasprint Spanning verzekerd tot op de streep!" Onderschat „De lastigheidsgraad van een massaspurt wordt trouwens vaak onderschat. Het begint al 30 of soms zelfs 40 km voor het einde. Er wordt dan tegen 50 km per uur gereden en het is een voortdurend gevecht om op de voorste rijen te blijven. Ik zit vaak al stik-kapot voor we in de laatste rechte lijn ko men, en dan moet het nog be ginnen". Hij vindt sprinten een ernstige zaak. „Je moet er met je hoofd bij zijn", meent Van Poppel. „Wie niet elke seconde aan dachtig en geconcentreerd is, zal niet veel spurten winnen en vaak ten val komen. Daarbij past bescheidenheid. Ik weet maar al te goed dat hoe goed ik ook in conditie ben - Cipol- lini. Museeuw, Ludwig, Abdu en de anderen mij kunnen kloppen. Het volstaat dat ik een kleine fout maak in de laatste honderden meters en ik ben geklopt. Als je dan een dag eerder een grote mond hebt - opgezet, sta je daar mooi". „Ik ga in een spurt altijd van mijn eigen mogelijkheden uit. Het kan best zijn dat iemand 5, of zelfs 3 km van de streep op zijn fiets zit te sterven, maar 300 meter van de streep hangt hij dan toch naast je. Als sprin ters het spandoek zien, ver dwijnt alle vermoeidheid. Ik denk dat zoiets in je hoofd zit". Wat bij Van Poppel opvalt, is dat hij zelden wordt geklopt. Dat wil zeggen: Van Poppel wint, of hij is pas 57ste. De ere plaatsen op zijn palmares zijn zeldzaam. Van Poppel: „Ja, als ik me niet echt goed voel, doe ik gewoon niet mee aan de spurt. De uitleg daarvoor is vrij eenvoudig: als ik niet goed ben, kan ik de voorbereiding van een spurt niet aan. En het heeft toch geen zin aan een sprint mee te doen als je geen kans op de overwinning maakt. Voor een vijfde of zesde plaats kan ik trouwens niet voluit gaan". „Trouwens, ik ben op mijn tiende beginnen fietsen, maar als nieuweling of junior heb ik nooit een massasprint gewon nen. Ik fietste een maand of zes bij de amateurs toen ik voor de eerste keer het hele pe loton versloeg. Maar ook dat was niet het begin van mijn sprintcarrière, want het duur de later bijna een jaar voor ik een tweede keer een massa sprint won. Merkwaardig ge noeg was ik bij de profs met een een van de snelst^-V'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 23