r
vergelijkt
coach Cantelberg
met Johan Cruijff
-Paul van Poppel wil opwaardering van de massasprint
SPORT
23
VOETBALLERLEI
Platini wil strafschop
in plaats van rode kaart
fyidóeOowumt
ZATERDAG 14 MAART 1992
luventus mag Möller kopen
he FIFA heeft vastgesteld dat Juventus tot 31 maart de gele-
[enheid heeft Andreas Möller van Eintracht Frankfurt te ko
len. Het door de Duitse international ondertekende voorcon
tact bij de Italiaanse topclub, waarvoor hij een handgeld van
■en miljoen gulden ontving, wordt als geldig beschouwd. Daar
itaat tegenover dat Atalanta Bergamo geen recht heeft op de
niddenvelder. Na zijn overeenkomst met Juventus stemde
Möller erin toe, dat de transferrechten konden worden overge-
Iragen aan Atalanta. Volgens de betreffende commissie van
ie UEFA staat hiervan echter niets op papier. Möller kreeg
en boete van ruim 30.000 gulden, wegens zijn incorrecte han-
tlswijze bij de onderhandelingen. Zijn zaakwaarnemer,
tlaus Gerster, werd door de UEFA geschorst. Gerster is te
ens manager van Eintracht Frankfurt. Eintracht Frankfurt
li zeer waarschijnlijk tegen de uitspraak in beroep gaan.
Michel Platini heeft de wereldvoetbalbond FIFA voor
gesteld over te gaan tot enkele ingrijpende reglements
wijzigingen. Zo wil hij een strafschop in plaats van een
rode kaart in het geval van neerleggen van een doorge
broken tegenstander. Platini, lid van de studiegroep
„Task force football 2000" van de FIFA, zegt dat het
moeilijk aantoonbaar is in hoeverre een ploeg met een
man minder daadwerkelijk is verzwakt. De bondscoach
van Frankrijk, woordvoerder van de studiegroep, is te
vens voorstander van het invoeren van het „sudden
death "-systeem bij verlengingen. Dat betekent dat het
duel is beëindigd, zo gauw een doelpunt wordt gemaakt.
Bij ijshockey wordt dit systeem al geruime tijd gehan
teerd. Joseph Blatter, secretaris-generaal van de FIFA,
heeft al toegezegd met het laatste voorstel te willen
gaan experimenteren bij de wereldtitelstrijd voor junio
ren, in 1993 in Australië.
China roept hulp
in van experts
Bondscoach Rinus Michels vertrekt
op 13 april aanstaande voor een week
naar China. Hij doet dit op uitnodi
ging van de wereldvoetbalbond
(FIFA). De Chinese Volksrepubliek
hoopt door de adviezen van buiten
landse experts de kwaliteit van het
voetbal te kunnen verhogen. Boven
dien wil men de competities in een
andere vorm gieten. Een reorganisa
tie naar eigen inzichten mislukte.
Michels is één van de buitenlandse
experts. Hij was gevraagd voor de pe
riode 13 tot 23 april, maar omdat
Oranje op 22 april een vrienschappe-
lijke interland tegen Italië speelt,
komt hij iets eerder terug.
ORN Het is hem nau-
plijks aan te zien, maar
jch staat handbaldoel-
!an Jacques Josten al-
eer voor zijn tiende we-
'ldkampioenschap.
pmende week moet Neder-
)jid zich tijdens een zware elf-
jagse in Oostenrijk via het B-
NK zien te kwalificeren voor
Ji A-WK van 1993 in Zweden.
\g nooit slaagde de 180-vou-
»e international daar met
I n ploeg in. Sterker nog, de
ndballers bivakkeerden
»er tussen de B- en C-groep
dan dat ooit promotie lonk-
jjosten denkt evenwel dat er
der bondscoach Guus Can-
berg inmiddels een basis is
legd voor een stapje hoger,
oral op mentaal gebied.
Nissen de oren moet het
ed zitten'" zegt Guus elke
[Aldstrijd ook weer en zo is
t", vindt Josten. „Je mentale
Imogen is een belangrijk on-
rdeel in topsport. Ik lees
ar zelf veel over. Het gaat
I de kracht in jezelf. Duit-
's en Amerikanen hebben
sterk. Zij brengen een
Ikje gezonde arrogantie en
I heb je nodig voor een top-
Istatie. Oostenrijk moet uit-
zen of wij daar nu aan toe
de 31-jarige sluitpost
t toegekomen aan zijn tien
en «WK. De man uit het Zuid-
andiburgse Born - door buiten
jdse collega's regelmatig als
seeireldtopper afgeschilderd
ar in eigen land tegenwoor-
iten j zwaar aan de tand gevoeld
>r Sittardiaan Dick Masten-
ejek - overwoog tweemaal in
i carrière te stoppen. Een-
pi, in 1988, kwam het aan-
ikelijk zelfs zover. Een can
't met toenmalig coach Ton
l Linder deed hem afhaken.
!Cje *n Linder was een heel aar-
e man, maar als trainer en
,r(jen|ch kwam hij in mijn ogen
jw ort", aldus Josten. „Kun je
Joorstellen hoe het is, om 99
de honderd trainingen
zelfde te doen? Ik ben geen
y eilijk persoon, maar na een
ir jaar hield ik dat niet meer
EC F; Ik miste de uitdaging, was
jug
1 Linders opvolger, Guus
itelberg, haalde Josten
een Jaar later weer te-
Geen toeval, want de twee
[iburgers kunnen het bij-
ider goed met elkaar vin-
orbu(- „Ik heb met hem een
itterende wisselwerking",
ikt Josten de loftrompet
over zijn coach. „Onder hem is
iedereen met sprongen vooruit
gegaan. Ik ook. Cantelberg is
zelf international geweest en
begrijpt wat er speelt. Boven
dien is hij een geweldige moti
vator. De gedrevenheid druipt
er daarbij vanaf. Zelfs als we
tegen Russen moeten spelen.
'Die hebben ook een vader en
een moeder' zei hij eens. Hij
voelt aan wat leeft binnen de
groep en streeft altijd naar per
fectie. Wat dat betreft durf ik
hem direct op het niveau van
Selinger en Cruijff te zetten.
Cantelberg is een perfecte lei
der voor deze groep".
Maar zelfs onder Cantelberg
sloeg Josten een keer aan het
twijfelen, een kleine twee jaar
terug in Finland. Oranje had
zich gekwalificeerd voor het B
WK in Oostenrijk, maar speel
de beneden verwachting. Jos
ten was erbij, ondanks een ge
broken pols in de voorberei
ding. Niet alleen het tegenval
lende resultaat, maar ook een
stukje extra druk speelden
Josten in Finland parten. Im
mers, hij was net full-prof ge
worden. Ideaal in de voorberei
ding, maar na het toernooi viel
hij in een gat. „Een serieuze
crisis", zegt hij. „Maandenlang
alleen handbal en dan ineens
niks meer. Ik wilde ermee
stoppen, zag het nut er niet
meer van in. Gelukkig kreeg ik
toen iedereen over me heen.
Pers, de club, vrienden, etc. Ik
kon toch niet zomaar stoppen.
Toen kwam ik er achter, dat
handbal toch een belangrijk
deel van mijn leven vormde. Ik
heb het toen weer opgepakt".
Werkgever
Vijf maanden was Josten prof
en keerde toen terug bij zijn
werkgever DSM als perso
neelsfunctionaris. „Ik kon er
een vervolg aan geven, maar
wilde dat zelf ook niet", aldus
Josten, die professionalisering
niettemin een goed streven
noemt. „In die vijf maanden
ben. ik wel sterker geworden,
vooral fysiek. Je doet veel
krachttraining en dat heb je
absoluut nodig in de top. Daar
om hebben wij de drie wed
strijden in de voorbereiding te
gen Japan ook allemaal ruim
gewonnen (25-14, 30-22 en 31-
13, red). Zelfs voor zogenaam
de insiders was dat verrassend,
omdat Japan toch de nummer
twee in Azië is. Voor ons echter
niet. Fysiek hadden zij niets in
te brengen. We waren een
maatje te groot én een maatje
te breed! En natuurlijk speel
den we gewoon goed. Hopelijk
pieken we niet te vroeg".
Het idee van professionalise
ring kwam van Cantelberg en
wordt nog ten uitvoer ge
bracht. Josten: „Hij stelde des
tijds voor om via de bond men.
sen vrij te maken voor het
handbal. Daartoe is de Stich
ting Oostenrijk in het leven ge
roepen, die gelden en sponsors
werft voor de A-ploeg. Patrick
van Olphen is zo uit het onder
wijs gehaald, Henk Groener is
full-prof, en een paar jongens
in dienst, zoals Jop Hagreize,
krijgen alle medewerking in
de voorbereiding".
Play-offs
Ook het verschijnsel play-offs,
dat vooral in de Amerikaanse
sporten niet is weg te denken,
introduceerde Cantelberg in
de competitie met het oog op
de toekomst. Josten: „Hij werd
er eerst om uitgelachen, maar
vervolgens namen de eredivi
sieclubs het voorstel wel aan.
Dit is het tweede jaar nu, dat
die gespeeld gaan worden, en
het werkt. Met Blauw Wit (Jos-
tens club, red.) zitten we er ook
in en zijn we verzekerd van
een aantal extra topwedstrij
den. Je komt meer onder druk
te staan en daar gaat het straks
in Oostenrijk ook om. Heel
kleine dingetjes gaan beslis
sen. Dus moeten Mastenbroek
en ik die bal bij 17-16 kunnen
stoppen of moet Hagreize net
die ene bal erin gooien. Hoe va
ker je ondèr druk speelt, hoe
beter je dat afgaat".
Cantelbergs ideeën kwamen
juist in een periode, dat het
handbalverbond enorme klap
pen moest verwerken. De bond
kelderde onrustbarend snel in
ledenaantal. Josten c.s. vinden
extra aandacht en investerin
gen in de topteams een middel
om daar wat aan te doen. Con
tributieverhogingen ten spijt.
„Dit is dé manier om de neer
waartse spiraal te doorbreken.
Als je professioneler bezig
bent, presteer je beter en krijg
je in de pers meer aandacht. Zo
werkt het toch. Want het is in
Nederland gewoon zo, zoals
Marts Smeets een keer op een
symposium stelde: 'Bij de NOS
is nummer één voetbal, num
mer twee voetbal, nummer
drie voetbal en dan pas komt
de rest'. Je moet dus iets aan-
sprekends doen. Vooral voor
de jeugd. Die zoekt voorbeel
den. Van Basten, Siemerink,
maar daar moeten ook Josten
of Jacobs tussen zitten"
Zwerver
Josten c.s. zijn niet te beroerd
om zelf de boer op te gaan. Net
zoals de nationale volleybal-
ploeg doen de handballers re
gelmatig clinics. „Dat vind ik
niet meer dan normaal trou
wens. De bond doet veel voor
de nationale ploeg, dan mag je
wat terug doen".
Voordat een topvoetbalier dat
Handbaldoelman Jacques Josten: „Je moet dus iets aansprekends doen. Vooral voor de jeugd. Die
zoekt voorbeelden Van Basten, Siemerink, maar daar moeten ook Josten of Jacobs tussen zitten".
FOTO: PERS UNIE
doet, bedenkt die zich wel vier
maal en moet de gage wel heel
aantrekkelijk zijn. „Daar
heerst toch een andere menta
liteit", vindt Josten. „Die zeu
ren al als een premie 750 gul
den is in plaats van duizend
gulden. Dan heb ik meer res
pect voor zo'n Ron Zwerver,
die alles opzij zet voor Barcelo
na. Voor hem telt nog een stuk
je prestige. Hij kan zakken
met geld verdienen, maar wil
nog niet profiteren van de situ
atie. Het gaat hem om de eer.
En hij laat de groep niet in de
steek. Is een 'ploegdier'. Zo
ben ik ook".
In Oostenrijk treden zestien
ploegen aan, die alle in vier
poules zijn ingedeeld. Drie
teams gaan door naar de eind
ronde in Innsbruck, waar de
pouleresultaten doortellen. De
top-vier tenslotte gaat naar
Zweden en zelfs de top-zes in
dien daar twee niet-Europese
ploegen bijzitten. „Alles moet
optimaal lopen om eindelijk
eens van het imago sterk C-
land af te komen", weet Jos
ten, die in eerste instantie zal
stuiten op IJsland, Noorwegen
en België. Een zware kluif.
„We kunnen een sterk C-land
zijn, een volwaardig B-land en
een goed A-land. Ik neig naar
dat laatste," lacht hij.
Iets ongrijpbaars als 'toernooi-
vorm' kan dan beslissend zijn,
weet Josten. „In 1983, nota
bene hier in Nederland, had
den we die niet. We verloren
zelfs van België. In 1985 in
Noorwegen hadden we hetzelf
de en verloren van de Ameri
kanen. Belachelijk, want tech
nisch waren die stukken min
der dan ons. Op mentaliteit
versloegen ze ons echter".
Murphy
Josten zag het allemaal voor
zich gebeuren en kan het nu
thuisbrengen. „Die Amerika
nen gaven nooit op, bleven
maar gaan. En dat heeft alles
te maken met je mentale ver
mogen. Tussen de oren moet
het goed zitten, ja. Guus (Can
telberg, red.)'hamert daar ook
steeds weer op. Positief den
ken".
„In Amerika zijn daar veel ver
der mee. Ik lees er zelf veel
over, vooral boeken van Jo
seph Murphy. Die heeft het
over de kracht in jezelf. Bij de
Amerikanen staat de sportpsy
chologie ook hoog aangeschre
ven. Hier moetje al blij zijn als
je bij Ted Troost op een bankje
mag liggen. Zo van 'maak me
eens even lekker'".
„In Nederland heeft iedereen,
dus ook sporters en de media,
een negatief-kritische instel
ling. Het is geen toeval dat een
tv-serie als 'Goede tijden,
slechte tijden' zo populair is.
Het lijkt onschuldig, maar zul
ke dingen blijven in je onder
bewustzijn hangen. Dat zegt
die Murphy ook. Als je nega
tief denkt, word je uiteindelijk
ook zo. Dus als je verkeerd aan
een wedstrijd begint, gaat het
ook fout".
„Je moet zelfverzekerd dat
veld opgaan, een bepaalde ar
rogantie meebrengen. Ameri
kanen en Duitsers hebben dat
en daarom hebben wij zo'n he
kel aan die gasten. Toch heb je
het nodig voor een toppresta
tie. Tegenwoordig maken de
Scandinaviërs zich dat ook
steeds meer eigen. Niet on
sympathiek trouwens. 'Gezon
de arrogantie' noem ik het".
Atlanta
Wanneer kwalificatie voor
Zweden wordt bereikt, lonken
zelfs de Spelen van Atlanta.
Echter het kan ook misgaan,
ook al volgens eerdergenoem
de Murphy. En dan kon de na
tionale ploeg, c.q. top weieens
totaal instorten, gezien de vor
derende leeftijd van steunpila
ren als Lambert Schuurs, Wil
Jacobs en ook Jacques Josten.
Er staat dus veel op het spel in
de Alpen. „Of ik zelf doorga be
twijfel ik. Maar ik hoop, dat de
bond wel op de ingeslagen weg
verder gaat. Want die is goed.
We zijn alleen een paar jaar la
ter begonnen dan andere lan
den en moeten een achter
stand goedmaken. Dat is een
kwestie van tijd". Met een,
kennelijk, typisch Limburgse
zegswijze staaft Josten ten
overvloede. „Ze moeten het
mes nog niet in het varken stè-
ken. Het karwei moet afge
maakt worden".
Rapporteur is
niet nodig in
voetballerij
Al sinds jaar en dag staat of zit langs de
vaderlandse voetbalvelden een figuur, die zich
daar heeft genesteld met een speciale opdracht.
Hij (zijen bestaan in dit opzicht niet) is ter plekke
om kritisch gade te slaan wat er allemaal binnen
de lijnen gebeurt. En liefst zaken te signaleren die
ontsnappen aan de waarnemingvande
scheidsrechterdie tenslotte ook geen ogen in zijn
achterhoofd heeft.
Doorgaans isde wat geheimzinnige functionaris
een oud-arbiterdie na zijn actieve loopbaan de
geur van de bestuurskamers niet kan missen. Die
zich na jarenlange inspanningen met de fluit
verder wil behelpen met een pen en een blocnote.
Om vanuit een wat langere jas en vanondereen
camouflerend hoofddeksel, de goede man zit ook
wat dunner in het haar en kan derhalve
makkelijk een kout je oplopen, alle activiteiten te
observeren. Goed bewaard geheim is doorgaans de
naam van de rapporteur, althans zodra een
bepaalde zaak aan de orde komt in de publiciteit.
De KNVB vertoont dan een bijna Stasi-achtig
karakter door angstvallig om te springen met de
identiteit van de Sherlocks Holmes en de Watsons
van de voetbalvelden. Die zelf ook niet graag hun
ramen zien ingegooid door supporters van een
club, waarvan een speler in het cachot belandt als
gevolg van een rapportage achteraf
Het is goed dat wandaden die binnen het kader
van een wedstrijd niet worden bestraft, omdat de
scheidsrechter ze domweg niet heeft vastgesteld,
alsnog worden aangepakt. De verborgen
elleboogstoot is wat dat betreft het meest
vóórkomende vergrijp en popula ir bij notoire no-
nonsense wraakzuchtigen. Verbazingwekkend in
het geheel is evenwel het buitenspel staan van de
grensrechters bij dat soort incidentrijke partijen.
Minder opvallend wanneer je dit soort
functionarissen regelmatig in actie ziet. want
vaak presenteren ze zich als de vlees geworden
AHOB'S (Automatische Halve Overweg Bomen
bij een spoorwegovergang) van de vaderlandse
voetbalvelden; een situatie behoeft immers maar
te zwemen naar buitenspel of die bevlagde arm
'gaat al de lucht in. Slechts zelden treedt een
grensrechter in de publiciteit. Pas wanneer hij een
bierblikje tegen het hoofd of een scheermesbom
tegen de benen heeft gekregen of zijn chef binnen
de lijnen moet vervangen als deze onwel is
geworden zwaait de schijnwerper van de media
naar de vlaggeman. Die zich doorgaans wel voelt
bij deze betrekkelijke anonimiteit. Maar een veel
belangrijker rol kan. nee moet spelen bij de
bestrijding van voetbalgeweld.
Hoogst sporadisch maakt een langs-de-lijn-loper-
met-een-stokje zijn fluitende baas attent op een
incident. Te vaak maakt hij een zwaai van
honderdtachtig graden met zijn vlag als de baas
in een andere richting wijst dan hij zelf
aanvankelijk heeft aangegeven. Hetgeen duidt op
een hoge mate van collegialiteit, bijna
onderdanige slaafsheid en wat in elk geval
gebeurt op basis van vooraf gemaakte afspraken.
Onder het mottobeter één lijn dan geen lijn.
De huidige voetbalcultuur verlaat zich liever op
de anonieme rapporteur dan de grensrechter meer
autoriteit te verschaffen. Hetgeen niet
onbegrijpelijk is, want de man langs de lijn is
kwetsbaar. Elke de fan onwelgevallige beslissing
kan zich direct op zijn eigen hoofd ontladen. Wat
dat betreft staat de rapporteur er beter voor: h ij zit
hoog en droog. Laat onverlet dat de vlaggenist
meer verantwoordelijkheid moet krijgen c.q.
nemen. Het is zonneklaar dat hij dank zij zijn
overzicht dingen ziet gebeuren die niet door de
beugel kunnen. Een bestraffing achteraf is dan op
zijn plaats. Bij regelmatig toepassen van deze
procedure is liet probleem ook preventief redelijk
ondercontrole gebracht. Immers, de potentiële
wandader zal zich dan wel driemaal bedenken
voor hij zijn elleboog in de keel of op de neus van
een opponent plant. De vlag van de linesman is
dan niet langer een doekje voor het bloeden.
Resteert wel de noodzaak van een standvastige
arbiter, die óók de elleboogstoot van Van Basten
tegen Plovie met rood honoreert. Of de dito van
Van Loen tegen De Wolf. Want voordat soort
incidenten is geen televisie-bewijs benodigd.
Iedereen kan ze zien. Zelfs een bijna blinde
rapporteur
door FRANK WERKMAN
Egon Coordes volgt Schock op bij HSV
HAMBURG Egon Coordes is de nieuwe trainer van Hambur
ger SV. De 47-jarige oefenmeester, die tot oktober vorig jaar as
sistent bij Bayern München was, volgt bij de in degradatiezorgen
verkerende Bundesliga-club de opgestapte Gerd-Volker Schock
ojb. Zijn eerste klus is vandaag de uitwedstrijd tegen zijn oude
werkgever Bayern waar Sören Lerby plaats moest maken voor
Erich Ribbeek. Hamburger SV is de tweede vereniging waar
Coordes als hoofdtrainer werkt. In het seizoen 1986/1987 was hij
korte tijd eerste man bij VfB Stuttgart.
JUMILLA - Het gaat
goed met Jean-Paul van
Poppel. De wielrenner
rijdt sterk in de Ronde
van Murcia, nadat de in
België wonende Neder
lander al eerder won in
Zuid-Frankrijk in de eer
ste wedstrijd van de Euro
pese kalender.
In de slotrit van de Ronde van
de Middellandse Zee toonde
hij voor de tweede keer het
complete peloton zijn achter
wiel. Het gaat Van Poppel dus
voor de wind; de renner van
PDM die vorig seizoen uit een
diep dal kroop en zich nu op
nieuw meldt als kandidaat
voor de titel van sprintkoning.
Bang voor komende massas
purten is hij allerminst. Van
Poppel: „Als ik het achteraf op
televisie zie, vraag ik me wel
eens af hoe we er in zijn ge
slaagd om allemaal overeind te
blijven, maar bang ben ik niet.
Hoewel ik me realiseer dat het
gevaarlijk werk is. Maar eigen
lijk geniet ik er van. Als ik zelf
op de eerste rij zit om een gooi
naar de ritzege te doen niet,
want dan ben je te geconcen
treerd bezig. Maar als ik net
niet goed genoeg ben en het
van op de tweede rij moet vol
gen, dan vind ik het prachtig
om te zien".
Van Poppel vindt dat sprinters
onvoldoende worden gewaar
deerd. „Als een rit of een wed
strijd op een massaspurt ein
digt, is het volgens velen niet
zwaar genoeg geweest of heb
ben we niet hard genoeg ge
fietst. Het is opnieuw iets aan
het verbeteren, maar er is een
periode geweest dat elke orga
nisator probeerde zijn wed
strijd zo zwaar mogelijk te ma
ken. Toch onzin! Wat is er voor
de toeschouwers voor hun tele
visie of aan de aankomst nu
mooier dan een massasprint
Spanning verzekerd tot op de
streep!"
Onderschat
„De lastigheidsgraad van een
massaspurt wordt trouwens
vaak onderschat. Het begint al
30 of soms zelfs 40 km voor het
einde. Er wordt dan tegen 50
km per uur gereden en het is
een voortdurend gevecht om
op de voorste rijen te blijven.
Ik zit vaak al stik-kapot voor
we in de laatste rechte lijn ko
men, en dan moet het nog be
ginnen".
Hij vindt sprinten een ernstige
zaak. „Je moet er met je hoofd
bij zijn", meent Van Poppel.
„Wie niet elke seconde aan
dachtig en geconcentreerd is,
zal niet veel spurten winnen
en vaak ten val komen. Daarbij
past bescheidenheid. Ik weet
maar al te goed dat hoe goed
ik ook in conditie ben - Cipol-
lini. Museeuw, Ludwig, Abdu
en de anderen mij kunnen
kloppen. Het volstaat dat ik
een kleine fout maak in de
laatste honderden meters en ik
ben geklopt. Als je dan een dag
eerder een grote mond hebt
- opgezet, sta je daar mooi".
„Ik ga in een spurt altijd van
mijn eigen mogelijkheden uit.
Het kan best zijn dat iemand 5,
of zelfs 3 km van de streep op
zijn fiets zit te sterven, maar
300 meter van de streep hangt
hij dan toch naast je. Als sprin
ters het spandoek zien, ver
dwijnt alle vermoeidheid. Ik
denk dat zoiets in je hoofd zit".
Wat bij Van Poppel opvalt, is
dat hij zelden wordt geklopt.
Dat wil zeggen: Van Poppel
wint, of hij is pas 57ste. De ere
plaatsen op zijn palmares zijn
zeldzaam. Van Poppel: „Ja, als
ik me niet echt goed voel, doe
ik gewoon niet mee aan de
spurt. De uitleg daarvoor is vrij
eenvoudig: als ik niet goed
ben, kan ik de voorbereiding
van een spurt niet aan. En het
heeft toch geen zin aan een
sprint mee te doen als je geen
kans op de overwinning
maakt. Voor een vijfde of zesde
plaats kan ik trouwens niet
voluit gaan".
„Trouwens, ik ben op mijn
tiende beginnen fietsen, maar
als nieuweling of junior heb ik
nooit een massasprint gewon
nen. Ik fietste een maand of
zes bij de amateurs toen ik
voor de eerste keer het hele pe
loton versloeg. Maar ook dat
was niet het begin van mijn
sprintcarrière, want het duur
de later bijna een jaar voor ik
een tweede keer een massa
sprint won. Merkwaardig ge
noeg was ik bij de profs met
een een van de snelst^-V'.