'Ik ga uit van de prijs die het publiek wil betalen' Gemiste kansen i) de traditie van dc Indische literatuu Literaire amateurkunst in de 'Lift' BOEKENWEEK CfiidócScHvumt WOENSDAG 11 MAART 1992 LISSE In een Boeken Top-Tien zul je zijn boe ken niet vinden. Hij lacht erom, hij heeft die promo tie ook niet nodig. Honderdduizenden gezinnen in ons land hebben inmiddels zijn uitgaven van de Sprookjes van Andersen, de Sprookjes van Grimm en Mijn Tuin Het Hele Jaar op de plank staan. Deze drie titels die per stuk goed zijn voor een record van meer dan 400.000 verkochte exemplaren zijn maar enkele bewijzen van de succesformu le die uitgever Henk Wagner hanteert. „Ga uit van de prijs die het publiek bereid is te betalen", is zijn credo. „Wees bovendien innovatief en durf je nek uit te steken". Henk Wagner is 51 jaar en bezit het bedrijf Rebo Productions in Lisse. Na Nederland wil hij nu de wereld veroveren. Elk verhaal gewijd aan Henk Wagner krijgt automatisch een ronkend karakter. Van een 'ge wone' boekhandelaar die uit geverijen voor een aantrekke lijke prijs van hun restpartijen afhielp is hij nu zelf uitgever geworden. Alleen hanteert hij andere maatstaven dan zijn collega's. Henk Wagner is de man van het grote getal. Hij denkt eerder in aantallen van tienduizenden, zelfs honderd duizenden boeken. „Ik werk voor de massamarkt", zegt Wagner zonder schroom. Dat zijn aanpak tot de verbeelding spreekt, blijkt uit zijn finale plaats bij de verkiezing tot Ma nager van het Jaar 1992. Hij eindigde vlak achter de win naar, het Dolfinarium in Har derwijk. Malaise De huidige malaise op de Ne derlandse boekenmarkt is vol gens Wagner te wijten aan de exorbitant hoge prijzen, die voor boeken moeten worden betaald. Het is voor hem geen vraag waarom de gemiddelde Nederlander maar twee boe ken per jaar koopt. Uit een NIPO-onderzoek is zelfs geble ken dat twee van de vijf consu menten hem gelijk geven. „Voor een goede roman moet je veertig, vijftig gulden neer tellen. Dat is nogal wat voor een boek dat je één keer leest. Het is dan logisch dat de men sen naar de bibliotheek gaan. Je kunt er elk boek lenen, bij na voor niks. Dat gaat ten kos te van de auteur, de uitgever en de boekverkoper. Dat kan nergens, behalve in Neder land. Vroeger verkocht de Zuidhollandse Uitgeverij fan tastische pillen als 'Winden waaien om de rotsen'. Die gin gen grif weg voor een betaalba re prijs. Er is nog steeds een markt voor die boeken, maar niet voor de prijs die momen teel wordt gerekend. Mensen in het vak zouden zich eens achter de oren moeten krab- Lachen om boeken Top-Tien ben: zijn we wel goed bezig. Prijzen we ons op die manier niet uit de markt?". Henk Wagner beweegt zich op drie terreinen: kinder-, vrije- tijds7 en algemeen informatie ve boeken. Ze zijn veelal uitge voerd op fors formaat en met veel kleurendruk. „We hebben een vrij groot marktaandeel in die drie rubrieken. In kinder boeken 25 procent, in de vrije- tijdssector 14 procent en de overige info 12 procent. Als een boek zich leent voor een groot publiek, dan nemen we het. Bij de prijsbepaling gaan we uit van de verkoopprijs. Voor een bepaald boek zeggen we bijvoorbeeld dat het 14,90 gulden moet kosten. We gaan dan terugrekenen of er uitein delijk nog iets aan te verdie nen valt. Op die manier haal je het minst aantal miskleunen in huis". Kartelvorming De reguliere boekhandel han teert vaste prijzen. Henk Wag ner: „Daar erger ik me wezen loos aan. In iedere, andere branche wordt gestunt. Het is heel slecht dat het hier niet ge beurt. De Vereeniging ter be vordering van de belangen des Boekhandels stelt dat dit ter bescherming van de cultuur is. Ik vind het absoluut het tegen overgestelde. Een voorbeeld: ik heb vorig jaar een fikse aan varing met de Vereeniging ge had. As wij een stuk cultuur verkopen, dan is het wel 'De grote atlas van de wereld in de zeventiende eeuw van Blaeu". Dat schitterende boekwerk kost 69 gulden. In twee en een halve maand hebben we 7500 van die boeken naar de boek winkels uitgezet. Die zijn uit eindelijk het geëigende kanaal waar zo'n boek verkocht kan •worden. Zegt de Vereeniging: een boek van een niet-erkende uitgeverij als Rebo Produc tions dat boven de 40 gulden kost, mag niet in de erkende boekhandel worden verkocht. En dan praten ze over bescher ming van de cultuur. Van 'De Schilderkunst van A tot Z' ver kochten we binnen de kortste tijd zo'n 40.000 exemplaren voor de prijs van 49,90 gulden. Dat mocht ook niet meer in de Directeur H. Wagner van Rebo Productions is de man van het grote getal. FOTO: HENKVAN DEN ENDE boekhandel verkocht worden, omdat het boven die 40-gul- den-grens lag. Wie beschermt wie nu eigenlijk? Het is ge woon pure kartelvorming. Dat is zo onrechtvaardig en boven dien slecht voor het vak. ïlet is ook slecht voor het enthousias me van een boekverkoper. Die mensen zijn niet gewend com mercieel te onderhandelen. Ze krijgen altijd dezelfde marge en moeten de vastgestelde prijs in rekening brengen. Op die manier zijn boekverkopers niet meer gemotiveerd. Het zijn doorgeefluiken geworden, pure ambtenaren. Dat vind ik doodzonde. Die mensen heb ben veel meer in zich". Wagner heeft er iets op gevon den om zijn 'duurdere' boeken via de reguliere handel te slij ten. Hij zette Zuidboek Pro- dukties op, een dochteronder neming van Rebo, die wel een erkende uitgeverij is. Zo komt de Blaeu-atlas dan alsnog in de boekwinkel te liggen. 'De Schilderkunst van A tot Z' heeft hij inmiddels een tientje afgeprijsd om ook voor dit boek een plaats in de winkels te veroveren. Over het algemeen zet Rebo Productions de meeste boeken af via de zogenoemde Witte Boekmarkten. „Ik heb vroegér aan de wieg van de opbouw er van gestaan", verklaart Henk Wagner. „Het is een simpel principe. Ze kopen ramsjpar tijen van uitgevers en bieden die boeken tegen voordeelprij- zen aan. Dat kunnen ze doen omdat ze in een leegstaand pand in een drukke winkel straat trekken en dan gaan verkopen. Qua interieur heb je bijna niks nodig". Bewondering Wagner is een actief mens. Hij zeilt en skiet. Vorig jaar begon hij met tennissen, maar liep al gauw een tennisarm op. „Ik ben erg fanatiek. Wat ik doe, doe ik zeer intens. Ik heb toen mijn arm overbelast", ver klaart de Lissenaar. Hij leest graag, van managementboe ken tot stripverhalen. Momen teel is hij bezig in 'Per slot van rekening' van Jelle Zijlstra. „Wat ook mijn warme belang stelling heeft zijn boeken over mensen die in hun eentje iets trotseren. Zoals dat boek over een meisje dat alleen over de wereld zeilt. Je maakt de ang sten en de spanningen mee, die zij alleen aan boord mee maakt. In je eentje op zee, daar heb ik grenzeloze bewonde ring voor. Ik weet niet of ik dat zou kunnen. Ik ga het toch eens een keer uitproberen. Een weekje alleen zeilen. Van God verlaten, alles alleen doen. Knap dat sommige men sen dat kunnen en durven". Maar voorlopig is hij volop be zig met het plan zijn bedrijf te internationaliseren. „Ik wil de export in. Dat eist nogal wat vermogen. Daarom zoek ik een partner om het kapitaal te ver dubbelen. Vroeger namen we de rechten voor een boek over van buitenlandse uitgevers. Dan huurden we als het ware de mogelijkheid om een boek vertaald op de Nederlandse markt te brengen. Ik heb dat omgedraaid, nu betalen ze mij de rechten. We maken eigen boeken, met eigen illustrato ren, eigen fotografen. Bij het maken van een nieuw boek le veren we gelijk de Engelse ver taling erbij. Het kost alleen zo ontzettend veel geld. Voor het produceren van een boek van af de basis moet je rekenen op een bedrag van 150.000 gul den. En dan heb je het nog maar over één titel". De naam Rebo klinkt in elk ge val internationaal genoeg voor expansie in het buitenland. Wat betekent die naam eigen lijk? Hans Wagner aarzelt even en zegt dan: „Rebo betekent eigenlijk Remainder Books. Dat stamt nog uit de tijd dat ik ramsj-partijen kocht. Maar op een keer zat ik met een aardige mevrouw uit Duitsland op een beurs over kookboeken te pra ten. We wisselden kaartjes uit. Ze zag het woord remainder en vroeg verbijsterd: u verkoopt toch geen overblijvertjes, daar wil ik niets mee te maken heb ben. Ik heb toen een nieuwe b.v. opgezet, Rebo Produc tions. Dat klinkt vriendelijker. En bovendien verkopen we geen remainders meer, maar eigen uitgaven". AMSTERDAM - Het par klandschap van de litera tuur wordt keurig bijge houden door de literaire uitgeverijen. Het park is alleen toegankelijk voor officiële schrijvers, te her kennen aan gepubliceerd pro za of poëzie. Maar in het ver borgene, buiten de hekken zwoegen talloze landgenoten in alle eenzaamheid met pen en papier, zonder duidelijk perspectief ooit in druk te ver schijnen. Toch is de amateur-schrijver voor zijn pubhek niet méér uit sluitend afhankelijk van zijn familie- en vriendenkring. Een groeiend aantal organisaties en instellingen (literaire cafés, workshops, leesgroepen, vere nigingen, etc.) verspreid over het land, biedt hem de moge lijkheid om zijn podium te ver breden. Er zijn zelfs uitgeverij tjes en tijdschriften, die zich specifiek richten op het zoge heten tweede schrijverscircuit. Dit begrip tekenen we op uit de mond van Rini Scheffers, algemeen secretaris en direc teur van de Stichting Lift, het landelijk steunpunt voor de li teraire amateurkunst. Rini Scheffers: „We kennen het eerste en tweede circuit. Het eerste wordt gevormd door uitgeverijen, tijdschriften en schrijvers die zijn erkend en uitgegeven door de grote lite raire uitgevers. Iedereen die schrijft, maar nog niet erkend en uitgegeven is, behoort tot het tweede circuit". Rini ruimt een hardnekkig misverstand uit de weg. Een schrijver op de tweede rang is niet per definitie kwalitatief de mindere van zijn officieel er kende Collega in het 'pluche'. „Sterker zelfs, ik ben op lite raire manifestaties echte ju weeltjes tegenkomen van ama teur-schrijvers. Er kunnen al lerlei redenen zijn waarom die schrijver niet aan de bak komt bij de literaire uitgever. En er zijn echter ook auteurs, die ju weeltjes maken omdat ze schrijven gewoon leuk vinden, maar niet uitgegeven willen worden. Ik zal maar zeggen: het Kafka-effect. Kafka wilde zijn werk immers ook niet pu bliceren. Bovendien weten veel mensen niet bij welke uit geverij ze moeten aankloppen. Zij zijn er niet van op de hoog te dat in de uitgeverswereld ook allerlei stromingen be staan. Het zou een van onze ta ken kunnen zijn om dat duide lijk te maken. Bij voorbeeld door middel van een folder of Debuutprijs Lift, gehuisvest in unit 318 in het Amsterdamse Bedrijven centrum, biedt zelf ook een po dium voor de niet-erkende schrijver. Zo geeft de stichting elk jaar vier boekjes uit van ta lentvolle schrijvers in de zoge heten Literaire Lift Serie (SL), die ook gewoon in de boekhan del verkrijgbaar zijn. Schrij vers, die in zijn voor competi tie, kunnen meedoen aan de jaarlijkse Lift Nationale De buutprijs, een evenement dat Lift organiseert in samenwer king met uitgeverij 'In de Knipscheer'. De eerste prijs winnaar krijgt een uitgave bij deze Amsterdamse uitgever, nummer twee mag debuteren in de Literaire Lift Serie. Deze reeks fungeert ook als spring plank. Rini: „Een aantal debu tanten in deze serie heeft nu contact met een uitgever uit het eerste circuit. Het is overi gens niet onze primaire doel stelling om een springplank te zijn. Dat is gewoon een leuke bijkomstigheid. Dus we zeg gen niet, niemand uit de Lift Serie is dit jaar doorgedrongen tot het eerste circuit, daarom hebben we gefaald. Nee, wat wij primair willen is de literai re amateurkunst stimuleren en de kwaliteit ervan bevorde ren. Waarom? Omdat ontzet tend veel mensen zich met schrijven bezighouden. On derzoek is er nooit naar ge daan, maar ik schat dat het er meer dan honderdduizend zijn". Scheffers (neerlandicus) on derkent wel dat lang niet elke pennevrucht uit die reusachti ge groep rijp is voor consump tie. Overheid Toch gebeurt er in het rand meer van de literatuur zoveel, dat ook de rijksoverheid be leidsmatige interesse heeft ge kregen in de amateur-schrij verij. Tot 1988 was dit nog een ondergeschoven kindje in het artistieke amateurveld. Zo hebben andere amateurkun sten, zoals toneel, ballet, mu ziek en beeldende kunst, al ja ren een gesubsidieerd lande lijk steunpunt. Pas in 1988, met de verschijning van de let- terennota van Brinkman (des tijds minister van WVC), kwam daar verandering in. Het resul teerde in een structurele subsi die voor Lift, als het landelijke steunpunt voor literaire ama teurkunst. Scheffers: „We zijn in 1981 begonnen als centrum voor literaire activiteiten. We zijn ons nu langzamerhand aan het omvormen tot een cen trum met een ondersteunende functie. Dat houdt in: voorlich ting geven, activiteiten initië ren, stimuleren of begeleiden. Verder zijn we bezig met het opzetten van een raamleer plan. Dit plan is bedoeld om een standaardisering te maken voor de schrijvers-cursussen. In tegenstelling tot andere kunstvormen kent de litera tuur geen erkende opleiding. Maar er zijn wel altijd allerlei particuliere initiatieven ge weest. Een daarvan is de Schrijversvakschool 't Colofon in Amsterdam, ebn vierjarige opleiding, die zeker niet slecht is. Uiteraard krijg je niet de ga rantie dat je na het behalen van een diploma direct op schoot van een grote literaire uitgever belandt. Maar de kunstacademie garandeert je ook niet dat je na afloop direct in het Stedelijk Museum komt te hangen. Maar er zijn ook al lerlei andere cursussen, die nogal in kwaliteit van elkaar verschillen. Daarom is zo'n standaardisatie van groot be lang. Dan weet ook de cursist waar hij aan toe is". Een belangrijke activiteit van Lift is de Nationale Schrijvers dag in Amersfoort (dit jaar op 26 april), met onder meer op tredens van schrijvers, een schrijversbeurs en een open podium. Op deze dag wordt de Lift Nationale Debuutprijs uit gereikt, en er zijn diverse workshops. De dag is het sluit stuk van de Provinciale Schrij- versdagen, die ook in het Lift- pakket zitten. Archief Een belangrijk onderdeel van Lift is het Centraal Achief Ne derlandse Amateur Schrijvers en Dichters (CANASD). Rini Scheffers: „We hebben een in ventarisatie gemaakt van lite raire instellingen in ons land. We hebben er reeds 264 geteld. In ons bestand zitten verder 132 tijdschriften en 108 uitge verijen, die zich richten op de amateurschrijver. Maar we denken dat we nog maar het topje van de ijsberg in kaart hebben gebracht. Overigens wat betreft die uitgeverijen, het gaat om kleintjes in de marge. Een van de charmes van het tweede circuit is, dat veel schrijvers toch de drang hebben om te publiceren. Wel iswaar uit nood geboren, om dat ze bij een gewone uitgeve rij niet aan de bak komen, be- Rini Scheffers: „Ik ben op literai re manifestaties echte juweeltjes teqenkomen van amateur-schrij vers". FOTO: DIJKSTRA sluiten ze om hun werk in ei gen beheer uit te geven. Dat kun je helemaal zelf doen: uit tikken, vermenigvuldigen, nieten en een mooi kafje erom heen. Maar je kunt dat ook la ten doen door zo'n uitgeverij tje. Meestal wordt dan ver langd dat je een x-deel van de oplage zelf afneemt of dat je een bedrag aan gele} inbrengt. We verzamelen die uitgaven. Ons archief telt nu al zo'n klei ne duizend bundels, poëzie, korte verhalen, die al dan niet in eigen beheer zijn uitgege ven". Poézie In de Nieuwsbrief van Lift wordt maandelijks melding gemaakt van de nieuwe oogst van CANASD. Behalve de Nieuwsbrief, waarin ook aller lei literaire activiteiten worden vermeld, geeft Lift per twee maanden een literair tijd schrift uit, eveneens een podi um voor de amateur-literator. Wie een duik neemt in het lite raire randmeer komt vooral dichters tegen. De prozaïsten zijn in de minderheid. En ech te verklaring hiervoor heeft Scheffers niet. Hij gist: „Moge lijk komt dat door de lengte van een gedicht. Het is korter dan een verhaal en dus over zichtelijker voor de maker. Je kunt veelal met een blaadje volstaan. Bij een verhaal is dat wat lastiger. Wil je een goed verhaal schrijven, dan moet je kunnen organiseren. As je drie bladzijden verder bent, moet je toch nog weten wat op de eerste pagina staat. Je kunt niet zomaar over slecht weer schrijven, als in het begin de zon schijnt". Ofschoon ook amateur schrij vers de boekhandel halen, wor den de meeste werken ver kocht op de talrijke literaire manifestaties in ons land. Scheffers: „De afzet is behoor lijk. Ik heb overigens gemerkt dat er op die manifestaties vrij veel poëziebundels worden verkocht. Dus behalve dat er in het tweede circuit meer ge dichten worden geschreven is er ook veel belangstelling voor. En daarin verschillen we dan weer van het eerste cir cuit". Rudy Kousbroek: „Het Oostindisch kampsyndroom" Anathema's 6. Uit gave Meulenhoff. Prijs 49,50. Jacob Vredenbregt: „De staats greep", roman. Uitgave Nijgh Van Ditmar. Prijs 34,90. „Tropenkoorts", samengesteld door John Muiier. Keuze uit werk over In donesië. van verschillende auteurs. Uitgave Nijgh Van Ditmar. Prijs ƒ14,90. „Indië in Holland - schrijvers over hun Rijk van Insulinde", samenstel ling Hans G. Visser. Uitgave De Bijen korf. Prijs 10,- Het' klinkt zo ongelooflijk mooi, die terminologie van Multatuli op de laatste pagina van 'Max Havelaar', de eerste 'Indische' roman in de Neder landse letteren: „de gordel van smaragd". Nu gekozen als de slogan van de boekenweek 1992. A in 1860 neergeschre ven, nog geheel zonder voor kennis van wat deze prachtige Nederlandse kolonie allemaal te wachten stond. Maar al wel vol angst en kritiek. Want de slotzin van dat boek, gericht aan de'vorst der Nederlanden, bevatte de eerste wijd bekend geworden felle aanklacht te gen de Nederlandse manier van koloniseren in dat verre land: „En dat daarginds uw meer dan dertig miljoen on derdanen worden. MISHAN DELD EN UITGEZOGEN IN UW NAAM?" De hoofdletters drukken de woede van Multa tuli uit. Die vraag en die emo tie hebben in de Nederlands- Indische literatuur eigenlijk slechts in geringe mate een vervolg gekregen. Verbazing wekkend. Kijk bijvoorbeeld maar naar al die boeken over onze voorma lige kolonische eilanden, die in de Boekenweek 1992, onder het motto 'De gordel van sma ragd' in de winkels liggen. Rudy Kousbroeks nieuwe boek in zijn serie 'Anathema's' hoort daarbij. Er zijn diverse boekjes met fragmenten van allerlei auteurs over Indië of Indonesië, van vroeger of re center. En er is zelfs opeens een heel nieuwe schrijver over dit onderwerp, Jacob Vreden bregt, over wie je opeens van alles leest. Laten we het maar eens nagaan. Is het inderdaad waar dat de Nederlandse au teurs in de kolonie doorgaans geen aandacht hadden voor het leed dat het koloniale ge zag voor de 'inlander' inhield? Spijt Veel van de schrijvers die aar bod komen in de boekjes 'In dië in Holland' en Tropen koorts', hebben het over de Eu ropeaan in de oude, verlorer kolonie. Spijt over dat verlies; is heel vaak te proeven. „We: waren er immers heer en meester. We werkten er hard maar deden over het algemeen geen grof werk. We verdienden er veel geld en brachten dat het land uit zonder dat iemand ons dat belette - totdat de Ja panners kwamen. In onze her innering zitten we meestal op een platje in een tuin met pal men, omgeven door een geur van arangvuurtjes en melatti. We trekken op paadjes de ber gen in en ontdekken waterval len die nog niet op de kaart staan. Dat was nog eens een tijd". De ironie in deze observatie van Aya Zikken (te lezen in het Bijenkorfboekje) getuigt van enig gevoel voor het koloniale gedrag van de Nederlandse heersers en ook van aandacht voor de Multatuliaanse 'mis handeling' en 'uitzuiging'. In hetzelfde stuk meldt ze: „En de Indonesiërs zijn nog niet al tijd vrij. Vroeger bogen ze in het stof langs de wegkant voor de passerende Nederlandse controleur, nu buigen ze voor de inspecteur van politie of een andere hoge piet van hun eigen ras". Brieven aan huis Maar de Multatuliaanse aan klacht over het onrecht dat de 'onderdanen' in de kolonie door het bewind van Neder land werd aangedaan, bleef, zo blijkt uit deze boekjes, toch doorgaans een ondergeschikt element in onze 'Indische let teren'. Die schrijvers waren be zig met 'brieven aan huis', zo als Bep Vuyk het me ooit uit legde. De 'Indische auteurs' geven naar haar mening in hun werk een verslag van het bijzondere, het misschien ro mantische, het andere kli maat, het zo andere leven. Dat verslag - vaak in de vorm van een verhaal, min of meer auto biografisch - moest het vader land een indruk geven van de nieuwe ervaringen van deze Nederlanders in de kolonie. De visie van Bep Vuyk is nog steeds geldig: De ellende van het jappenkamp, zoals Jeroen Brouwers beschrijft: de tocht van Hans Vervoort in 'Zwarte rijst' naar het verloren land; de reis van Jan Wolkers naar het mooie Insulinde, beschreven in 'De Kus'; de verhalen Goena Goena en de Krachten daar; Marion B.' breuk tussen haar Indisc Nederlandse cultuur, bei ven in 'Geen gewoon In meisje'. Het gaat allemaa de vreemdeling in dat wc baarlijke land. Of ove vreemdzijn daar, al heb, gevoel er bij te horen. I hman (of -vrouw) en Ei aan op visite in een andei tuur. Twee gescheiden den. De boekjes van De korf en 'Tropenkoorts Nijgh Van Ditmar lati keer op keer zien. Nieuw Indisch autt Jacob Vredenbregt opeen een heel nieuwe si het firmament van de 1 lands-Indische letteren recente boek - aangekc als 'een roman' - hei staatsgreep' en is in niets anders dan een he ge 'brief aan huis' volg definitie van Bep Vuyl denbregt is, ondanks d kondiging dat het om c man gaat, kennelijk nii geïnteresseerd in het li aspect van zijn verhaal, van huis uit antropolc dat vak is hij werkzaam Universiteit in Jakart staatsgreep' is een reisv waarin de reiziger, de het verhaal, in kontak' met heel veel vertegem gers van de Indonesisc volking. Dat is een het en geschakeerde serie i sprekken en beschouwii Maar met literatuur of n 'roman' heeft dit boek lijk niets van doen. Het flauw om het zo te 2 maar 'De staatsgreep' is zen niets meer of mine een goed geschreven i van een antropoloog een reis in een te onder, gebied en in een spai tijd. 'Kampsyndroom' Rudy Kousbroek wijsl zijn nieuwe boek uit dc tige reeks 'Anathema beetje terecht over mi ling hierboven, dat het de onderdrukte in de I: kolonie in de literatu echt een thema werd. zo blijkt in zijn 'Het O sach kampsyndroom meer voorbeelden aan zen van die bekommer zesde deel van Kou: 'Anathema's' is een boekwerk van bijna 5C na's, waarin de lezer zo'i artikelen over de relatie Kousbroek en de vooi kolonie vindt. En dat heel wat in. Zeker, de nostalgie c land van herkomst' is Kousbroek op veel bla en in veel artikelen langrijk thema1 Heri gen aan zijn eigen je daar, beschouwingen o1 auteurs, die het over 'i hebben gehad. Het gaa tikelen, die - zoals dat reeks gebruikelijk is - meld zijn uit diverse lc blikaties van Kousbroe er zijn reactie op het bc het Jappenkamp Tjidc Jeroen Brouwers ('Be rood'), waar Kousbroei tijd furieus op reageerd Maar hij wijst trefzeki beelden aan van Ned< Indische schrijvers, c heel duidelijk wel bek den om het lot van di' miljoen onderdanen, Multatuli het over had. 1800 is er zo iemand, van Hogendorp, die r tijd een novelle schreel titel 'Kraspoekel of de ny'. Zijn eigen zoon daar een toneelbewerk waar tweehonderd ja pas een soort present: werd gegeven. In dat maakt een Nederlandc een eeuw voor de 'Ma laar' zich zorgen ovei vaan en de onderdruk! met kolonialisme gaat. Net als met Multi geval was, loopt de carr de koloniale ambten; gendorp slecht af. Een ander voorbeeld zorgdheid om het lot onderdrukte Indische i uit de hoek van de k Indische auteurs v Kousbroek in zijn arti de romans 'Rubber' en Székely-Lulofs en ov echtgenoot Ladislaus I de auteur van 'Van oen plantage'. Ook deze wekten verontwaardig Het blijft de vraag of c kreet van Multatuli doende begrepen is 'Indische auteurs'. E er, zeker. Maar de n het verlangen naar d: nerende, magische en ge wereld, die gordel ragd, die zich „daar rond de evenaar", is zeggelijk de hoofdzaa ven in onze kolonial kunde van 'de oost'. B was de gordel van smai

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 10