'Ik ga uit van
de prijs die
het publiek
wil betalen'
Gemiste kansen i)
de traditie van dc
Indische literatuu
Literaire
amateurkunst
in de 'Lift'
BOEKENWEEK
CfiidócScHvumt
WOENSDAG 11 MAART 1992
LISSE In een Boeken
Top-Tien zul je zijn boe
ken niet vinden. Hij lacht
erom, hij heeft die promo
tie ook niet nodig.
Honderdduizenden gezinnen
in ons land hebben inmiddels
zijn uitgaven van de Sprookjes
van Andersen, de Sprookjes
van Grimm en Mijn Tuin Het
Hele Jaar op de plank staan.
Deze drie titels die per stuk
goed zijn voor een record van
meer dan 400.000 verkochte
exemplaren zijn maar enkele
bewijzen van de succesformu
le die uitgever Henk Wagner
hanteert. „Ga uit van de prijs
die het publiek bereid is te
betalen", is zijn credo. „Wees
bovendien innovatief en durf
je nek uit te steken". Henk
Wagner is 51 jaar en bezit het
bedrijf Rebo Productions in
Lisse. Na Nederland wil hij nu
de wereld veroveren.
Elk verhaal gewijd aan Henk
Wagner krijgt automatisch een
ronkend karakter. Van een 'ge
wone' boekhandelaar die uit
geverijen voor een aantrekke
lijke prijs van hun restpartijen
afhielp is hij nu zelf uitgever
geworden. Alleen hanteert hij
andere maatstaven dan zijn
collega's. Henk Wagner is de
man van het grote getal. Hij
denkt eerder in aantallen van
tienduizenden, zelfs honderd
duizenden boeken. „Ik werk
voor de massamarkt", zegt
Wagner zonder schroom. Dat
zijn aanpak tot de verbeelding
spreekt, blijkt uit zijn finale
plaats bij de verkiezing tot Ma
nager van het Jaar 1992. Hij
eindigde vlak achter de win
naar, het Dolfinarium in Har
derwijk.
Malaise
De huidige malaise op de Ne
derlandse boekenmarkt is vol
gens Wagner te wijten aan de
exorbitant hoge prijzen, die
voor boeken moeten worden
betaald. Het is voor hem geen
vraag waarom de gemiddelde
Nederlander maar twee boe
ken per jaar koopt. Uit een
NIPO-onderzoek is zelfs geble
ken dat twee van de vijf consu
menten hem gelijk geven.
„Voor een goede roman moet
je veertig, vijftig gulden neer
tellen. Dat is nogal wat voor
een boek dat je één keer leest.
Het is dan logisch dat de men
sen naar de bibliotheek gaan.
Je kunt er elk boek lenen, bij
na voor niks. Dat gaat ten kos
te van de auteur, de uitgever
en de boekverkoper. Dat kan
nergens, behalve in Neder
land. Vroeger verkocht de
Zuidhollandse Uitgeverij fan
tastische pillen als 'Winden
waaien om de rotsen'. Die gin
gen grif weg voor een betaalba
re prijs. Er is nog steeds een
markt voor die boeken, maar
niet voor de prijs die momen
teel wordt gerekend. Mensen
in het vak zouden zich eens
achter de oren moeten krab-
Lachen om boeken Top-Tien
ben: zijn we wel goed bezig.
Prijzen we ons op die manier
niet uit de markt?".
Henk Wagner beweegt zich op
drie terreinen: kinder-, vrije-
tijds7 en algemeen informatie
ve boeken. Ze zijn veelal uitge
voerd op fors formaat en met
veel kleurendruk. „We hebben
een vrij groot marktaandeel in
die drie rubrieken. In kinder
boeken 25 procent, in de vrije-
tijdssector 14 procent en de
overige info 12 procent. Als
een boek zich leent voor een
groot publiek, dan nemen we
het. Bij de prijsbepaling gaan
we uit van de verkoopprijs.
Voor een bepaald boek zeggen
we bijvoorbeeld dat het 14,90
gulden moet kosten. We gaan
dan terugrekenen of er uitein
delijk nog iets aan te verdie
nen valt. Op die manier haal je
het minst aantal miskleunen
in huis".
Kartelvorming
De reguliere boekhandel han
teert vaste prijzen. Henk Wag
ner: „Daar erger ik me wezen
loos aan. In iedere, andere
branche wordt gestunt. Het is
heel slecht dat het hier niet ge
beurt. De Vereeniging ter be
vordering van de belangen des
Boekhandels stelt dat dit ter
bescherming van de cultuur is.
Ik vind het absoluut het tegen
overgestelde. Een voorbeeld:
ik heb vorig jaar een fikse aan
varing met de Vereeniging ge
had. As wij een stuk cultuur
verkopen, dan is het wel 'De
grote atlas van de wereld in de
zeventiende eeuw van Blaeu".
Dat schitterende boekwerk
kost 69 gulden. In twee en een
halve maand hebben we 7500
van die boeken naar de boek
winkels uitgezet. Die zijn uit
eindelijk het geëigende kanaal
waar zo'n boek verkocht kan
•worden. Zegt de Vereeniging:
een boek van een niet-erkende
uitgeverij als Rebo Produc
tions dat boven de 40 gulden
kost, mag niet in de erkende
boekhandel worden verkocht.
En dan praten ze over bescher
ming van de cultuur. Van 'De
Schilderkunst van A tot Z' ver
kochten we binnen de kortste
tijd zo'n 40.000 exemplaren
voor de prijs van 49,90 gulden.
Dat mocht ook niet meer in de
Directeur H. Wagner van Rebo
Productions is de man van het
grote getal.
FOTO: HENKVAN DEN ENDE
boekhandel verkocht worden,
omdat het boven die 40-gul-
den-grens lag. Wie beschermt
wie nu eigenlijk? Het is ge
woon pure kartelvorming. Dat
is zo onrechtvaardig en boven
dien slecht voor het vak. ïlet is
ook slecht voor het enthousias
me van een boekverkoper. Die
mensen zijn niet gewend com
mercieel te onderhandelen. Ze
krijgen altijd dezelfde marge
en moeten de vastgestelde
prijs in rekening brengen. Op
die manier zijn boekverkopers
niet meer gemotiveerd. Het
zijn doorgeefluiken geworden,
pure ambtenaren. Dat vind ik
doodzonde. Die mensen heb
ben veel meer in zich".
Wagner heeft er iets op gevon
den om zijn 'duurdere' boeken
via de reguliere handel te slij
ten. Hij zette Zuidboek Pro-
dukties op, een dochteronder
neming van Rebo, die wel een
erkende uitgeverij is. Zo komt
de Blaeu-atlas dan alsnog in de
boekwinkel te liggen. 'De
Schilderkunst van A tot Z'
heeft hij inmiddels een tientje
afgeprijsd om ook voor dit
boek een plaats in de winkels
te veroveren.
Over het algemeen zet Rebo
Productions de meeste boeken
af via de zogenoemde Witte
Boekmarkten. „Ik heb vroegér
aan de wieg van de opbouw er
van gestaan", verklaart Henk
Wagner. „Het is een simpel
principe. Ze kopen ramsjpar
tijen van uitgevers en bieden
die boeken tegen voordeelprij-
zen aan. Dat kunnen ze doen
omdat ze in een leegstaand
pand in een drukke winkel
straat trekken en dan gaan
verkopen. Qua interieur heb je
bijna niks nodig".
Bewondering
Wagner is een actief mens. Hij
zeilt en skiet. Vorig jaar begon
hij met tennissen, maar liep al
gauw een tennisarm op. „Ik
ben erg fanatiek. Wat ik doe,
doe ik zeer intens. Ik heb toen
mijn arm overbelast", ver
klaart de Lissenaar. Hij leest
graag, van managementboe
ken tot stripverhalen. Momen
teel is hij bezig in 'Per slot van
rekening' van Jelle Zijlstra.
„Wat ook mijn warme belang
stelling heeft zijn boeken over
mensen die in hun eentje iets
trotseren. Zoals dat boek over
een meisje dat alleen over de
wereld zeilt. Je maakt de ang
sten en de spanningen mee,
die zij alleen aan boord mee
maakt. In je eentje op zee, daar
heb ik grenzeloze bewonde
ring voor. Ik weet niet of ik dat
zou kunnen. Ik ga het toch
eens een keer uitproberen.
Een weekje alleen zeilen. Van
God verlaten, alles alleen
doen. Knap dat sommige men
sen dat kunnen en durven".
Maar voorlopig is hij volop be
zig met het plan zijn bedrijf te
internationaliseren. „Ik wil de
export in. Dat eist nogal wat
vermogen. Daarom zoek ik een
partner om het kapitaal te ver
dubbelen. Vroeger namen we
de rechten voor een boek over
van buitenlandse uitgevers.
Dan huurden we als het ware
de mogelijkheid om een boek
vertaald op de Nederlandse
markt te brengen. Ik heb dat
omgedraaid, nu betalen ze mij
de rechten. We maken eigen
boeken, met eigen illustrato
ren, eigen fotografen. Bij het
maken van een nieuw boek le
veren we gelijk de Engelse ver
taling erbij. Het kost alleen zo
ontzettend veel geld. Voor het
produceren van een boek van
af de basis moet je rekenen op
een bedrag van 150.000 gul
den. En dan heb je het nog
maar over één titel".
De naam Rebo klinkt in elk ge
val internationaal genoeg voor
expansie in het buitenland.
Wat betekent die naam eigen
lijk? Hans Wagner aarzelt even
en zegt dan: „Rebo betekent
eigenlijk Remainder Books.
Dat stamt nog uit de tijd dat ik
ramsj-partijen kocht. Maar op
een keer zat ik met een aardige
mevrouw uit Duitsland op een
beurs over kookboeken te pra
ten. We wisselden kaartjes uit.
Ze zag het woord remainder en
vroeg verbijsterd: u verkoopt
toch geen overblijvertjes, daar
wil ik niets mee te maken heb
ben. Ik heb toen een nieuwe
b.v. opgezet, Rebo Produc
tions. Dat klinkt vriendelijker.
En bovendien verkopen we
geen remainders meer, maar
eigen uitgaven".
AMSTERDAM - Het par
klandschap van de litera
tuur wordt keurig bijge
houden door de literaire
uitgeverijen.
Het park is alleen toegankelijk
voor officiële schrijvers, te her
kennen aan gepubliceerd pro
za of poëzie. Maar in het ver
borgene, buiten de hekken
zwoegen talloze landgenoten
in alle eenzaamheid met pen
en papier, zonder duidelijk
perspectief ooit in druk te ver
schijnen.
Toch is de amateur-schrijver
voor zijn pubhek niet méér uit
sluitend afhankelijk van zijn
familie- en vriendenkring. Een
groeiend aantal organisaties
en instellingen (literaire cafés,
workshops, leesgroepen, vere
nigingen, etc.) verspreid over
het land, biedt hem de moge
lijkheid om zijn podium te ver
breden. Er zijn zelfs uitgeverij
tjes en tijdschriften, die zich
specifiek richten op het zoge
heten tweede schrijverscircuit.
Dit begrip tekenen we op uit
de mond van Rini Scheffers,
algemeen secretaris en direc
teur van de Stichting Lift, het
landelijk steunpunt voor de li
teraire amateurkunst.
Rini Scheffers: „We kennen
het eerste en tweede circuit.
Het eerste wordt gevormd door
uitgeverijen, tijdschriften en
schrijvers die zijn erkend en
uitgegeven door de grote lite
raire uitgevers. Iedereen die
schrijft, maar nog niet erkend
en uitgegeven is, behoort tot
het tweede circuit".
Rini ruimt een hardnekkig
misverstand uit de weg. Een
schrijver op de tweede rang is
niet per definitie kwalitatief de
mindere van zijn officieel er
kende Collega in het 'pluche'.
„Sterker zelfs, ik ben op lite
raire manifestaties echte ju
weeltjes tegenkomen van ama
teur-schrijvers. Er kunnen al
lerlei redenen zijn waarom die
schrijver niet aan de bak komt
bij de literaire uitgever. En er
zijn echter ook auteurs, die ju
weeltjes maken omdat ze
schrijven gewoon leuk vinden,
maar niet uitgegeven willen
worden. Ik zal maar zeggen:
het Kafka-effect. Kafka wilde
zijn werk immers ook niet pu
bliceren. Bovendien weten
veel mensen niet bij welke uit
geverij ze moeten aankloppen.
Zij zijn er niet van op de hoog
te dat in de uitgeverswereld
ook allerlei stromingen be
staan. Het zou een van onze ta
ken kunnen zijn om dat duide
lijk te maken. Bij voorbeeld
door middel van een folder of
Debuutprijs
Lift, gehuisvest in unit 318 in
het Amsterdamse Bedrijven
centrum, biedt zelf ook een po
dium voor de niet-erkende
schrijver. Zo geeft de stichting
elk jaar vier boekjes uit van ta
lentvolle schrijvers in de zoge
heten Literaire Lift Serie (SL),
die ook gewoon in de boekhan
del verkrijgbaar zijn. Schrij
vers, die in zijn voor competi
tie, kunnen meedoen aan de
jaarlijkse Lift Nationale De
buutprijs, een evenement dat
Lift organiseert in samenwer
king met uitgeverij 'In de
Knipscheer'. De eerste prijs
winnaar krijgt een uitgave bij
deze Amsterdamse uitgever,
nummer twee mag debuteren
in de Literaire Lift Serie. Deze
reeks fungeert ook als spring
plank. Rini: „Een aantal debu
tanten in deze serie heeft nu
contact met een uitgever uit
het eerste circuit. Het is overi
gens niet onze primaire doel
stelling om een springplank te
zijn. Dat is gewoon een leuke
bijkomstigheid. Dus we zeg
gen niet, niemand uit de Lift
Serie is dit jaar doorgedrongen
tot het eerste circuit, daarom
hebben we gefaald. Nee, wat
wij primair willen is de literai
re amateurkunst stimuleren
en de kwaliteit ervan bevorde
ren. Waarom? Omdat ontzet
tend veel mensen zich met
schrijven bezighouden. On
derzoek is er nooit naar ge
daan, maar ik schat dat het er
meer dan honderdduizend
zijn".
Scheffers (neerlandicus) on
derkent wel dat lang niet elke
pennevrucht uit die reusachti
ge groep rijp is voor consump
tie.
Overheid
Toch gebeurt er in het rand
meer van de literatuur zoveel,
dat ook de rijksoverheid be
leidsmatige interesse heeft ge
kregen in de amateur-schrij
verij. Tot 1988 was dit nog een
ondergeschoven kindje in het
artistieke amateurveld. Zo
hebben andere amateurkun
sten, zoals toneel, ballet, mu
ziek en beeldende kunst, al ja
ren een gesubsidieerd lande
lijk steunpunt. Pas in 1988,
met de verschijning van de let-
terennota van Brinkman (des
tijds minister van WVC), kwam
daar verandering in. Het resul
teerde in een structurele subsi
die voor Lift, als het landelijke
steunpunt voor literaire ama
teurkunst. Scheffers: „We zijn
in 1981 begonnen als centrum
voor literaire activiteiten. We
zijn ons nu langzamerhand
aan het omvormen tot een cen
trum met een ondersteunende
functie. Dat houdt in: voorlich
ting geven, activiteiten initië
ren, stimuleren of begeleiden.
Verder zijn we bezig met het
opzetten van een raamleer
plan. Dit plan is bedoeld om
een standaardisering te maken
voor de schrijvers-cursussen.
In tegenstelling tot andere
kunstvormen kent de litera
tuur geen erkende opleiding.
Maar er zijn wel altijd allerlei
particuliere initiatieven ge
weest. Een daarvan is de
Schrijversvakschool 't Colofon
in Amsterdam, ebn vierjarige
opleiding, die zeker niet slecht
is. Uiteraard krijg je niet de ga
rantie dat je na het behalen
van een diploma direct op
schoot van een grote literaire
uitgever belandt. Maar de
kunstacademie garandeert je
ook niet dat je na afloop direct
in het Stedelijk Museum komt
te hangen. Maar er zijn ook al
lerlei andere cursussen, die
nogal in kwaliteit van elkaar
verschillen. Daarom is zo'n
standaardisatie van groot be
lang. Dan weet ook de cursist
waar hij aan toe is".
Een belangrijke activiteit van
Lift is de Nationale Schrijvers
dag in Amersfoort (dit jaar op
26 april), met onder meer op
tredens van schrijvers, een
schrijversbeurs en een open
podium. Op deze dag wordt de
Lift Nationale Debuutprijs uit
gereikt, en er zijn diverse
workshops. De dag is het sluit
stuk van de Provinciale Schrij-
versdagen, die ook in het Lift-
pakket zitten.
Archief
Een belangrijk onderdeel van
Lift is het Centraal Achief Ne
derlandse Amateur Schrijvers
en Dichters (CANASD). Rini
Scheffers: „We hebben een in
ventarisatie gemaakt van lite
raire instellingen in ons land.
We hebben er reeds 264 geteld.
In ons bestand zitten verder
132 tijdschriften en 108 uitge
verijen, die zich richten op de
amateurschrijver. Maar we
denken dat we nog maar het
topje van de ijsberg in kaart
hebben gebracht. Overigens
wat betreft die uitgeverijen,
het gaat om kleintjes in de
marge. Een van de charmes
van het tweede circuit is, dat
veel schrijvers toch de drang
hebben om te publiceren. Wel
iswaar uit nood geboren, om
dat ze bij een gewone uitgeve
rij niet aan de bak komen, be-
Rini Scheffers: „Ik ben op literai
re manifestaties echte juweeltjes
teqenkomen van amateur-schrij
vers".
FOTO: DIJKSTRA
sluiten ze om hun werk in ei
gen beheer uit te geven. Dat
kun je helemaal zelf doen: uit
tikken, vermenigvuldigen,
nieten en een mooi kafje erom
heen. Maar je kunt dat ook la
ten doen door zo'n uitgeverij
tje. Meestal wordt dan ver
langd dat je een x-deel van de
oplage zelf afneemt of dat je
een bedrag aan gele} inbrengt.
We verzamelen die uitgaven.
Ons archief telt nu al zo'n klei
ne duizend bundels, poëzie,
korte verhalen, die al dan niet
in eigen beheer zijn uitgege
ven".
Poézie
In de Nieuwsbrief van Lift
wordt maandelijks melding
gemaakt van de nieuwe oogst
van CANASD. Behalve de
Nieuwsbrief, waarin ook aller
lei literaire activiteiten worden
vermeld, geeft Lift per twee
maanden een literair tijd
schrift uit, eveneens een podi
um voor de amateur-literator.
Wie een duik neemt in het lite
raire randmeer komt vooral
dichters tegen. De prozaïsten
zijn in de minderheid. En ech
te verklaring hiervoor heeft
Scheffers niet. Hij gist: „Moge
lijk komt dat door de lengte
van een gedicht. Het is korter
dan een verhaal en dus over
zichtelijker voor de maker. Je
kunt veelal met een blaadje
volstaan. Bij een verhaal is dat
wat lastiger. Wil je een goed
verhaal schrijven, dan moet je
kunnen organiseren. As je
drie bladzijden verder bent,
moet je toch nog weten wat op
de eerste pagina staat. Je kunt
niet zomaar over slecht weer
schrijven, als in het begin de
zon schijnt".
Ofschoon ook amateur schrij
vers de boekhandel halen, wor
den de meeste werken ver
kocht op de talrijke literaire
manifestaties in ons land.
Scheffers: „De afzet is behoor
lijk. Ik heb overigens gemerkt
dat er op die manifestaties vrij
veel poëziebundels worden
verkocht. Dus behalve dat er in
het tweede circuit meer ge
dichten worden geschreven is
er ook veel belangstelling
voor. En daarin verschillen we
dan weer van het eerste cir
cuit".
Rudy Kousbroek: „Het Oostindisch
kampsyndroom" Anathema's 6. Uit
gave Meulenhoff. Prijs 49,50.
Jacob Vredenbregt: „De staats
greep", roman. Uitgave Nijgh Van
Ditmar. Prijs 34,90.
„Tropenkoorts", samengesteld door
John Muiier. Keuze uit werk over In
donesië. van verschillende auteurs.
Uitgave Nijgh Van Ditmar. Prijs
ƒ14,90.
„Indië in Holland - schrijvers over
hun Rijk van Insulinde", samenstel
ling Hans G. Visser. Uitgave De Bijen
korf. Prijs 10,-
Het' klinkt zo ongelooflijk
mooi, die terminologie van
Multatuli op de laatste pagina
van 'Max Havelaar', de eerste
'Indische' roman in de Neder
landse letteren: „de gordel van
smaragd". Nu gekozen als de
slogan van de boekenweek
1992. A in 1860 neergeschre
ven, nog geheel zonder voor
kennis van wat deze prachtige
Nederlandse kolonie allemaal
te wachten stond. Maar al wel
vol angst en kritiek. Want de
slotzin van dat boek, gericht
aan de'vorst der Nederlanden,
bevatte de eerste wijd bekend
geworden felle aanklacht te
gen de Nederlandse manier
van koloniseren in dat verre
land: „En dat daarginds uw
meer dan dertig miljoen on
derdanen worden. MISHAN
DELD EN UITGEZOGEN IN
UW NAAM?" De hoofdletters
drukken de woede van Multa
tuli uit. Die vraag en die emo
tie hebben in de Nederlands-
Indische literatuur eigenlijk
slechts in geringe mate een
vervolg gekregen. Verbazing
wekkend.
Kijk bijvoorbeeld maar naar al
die boeken over onze voorma
lige kolonische eilanden, die in
de Boekenweek 1992, onder
het motto 'De gordel van sma
ragd' in de winkels liggen.
Rudy Kousbroeks nieuwe
boek in zijn serie 'Anathema's'
hoort daarbij. Er zijn diverse
boekjes met fragmenten van
allerlei auteurs over Indië of
Indonesië, van vroeger of re
center. En er is zelfs opeens
een heel nieuwe schrijver over
dit onderwerp, Jacob Vreden
bregt, over wie je opeens van
alles leest. Laten we het maar
eens nagaan. Is het inderdaad
waar dat de Nederlandse au
teurs in de kolonie doorgaans
geen aandacht hadden voor
het leed dat het koloniale ge
zag voor de 'inlander' inhield?
Spijt
Veel van de schrijvers die aar
bod komen in de boekjes 'In
dië in Holland' en Tropen
koorts', hebben het over de Eu
ropeaan in de oude, verlorer
kolonie. Spijt over dat verlies;
is heel vaak te proeven. „We:
waren er immers heer en
meester. We werkten er hard
maar deden over het algemeen
geen grof werk. We verdienden
er veel geld en brachten dat
het land uit zonder dat iemand
ons dat belette - totdat de Ja
panners kwamen. In onze her
innering zitten we meestal op
een platje in een tuin met pal
men, omgeven door een geur
van arangvuurtjes en melatti.
We trekken op paadjes de ber
gen in en ontdekken waterval
len die nog niet op de kaart
staan. Dat was nog eens een
tijd".
De ironie in deze observatie
van Aya Zikken (te lezen in het
Bijenkorfboekje) getuigt van
enig gevoel voor het koloniale
gedrag van de Nederlandse
heersers en ook van aandacht
voor de Multatuliaanse 'mis
handeling' en 'uitzuiging'. In
hetzelfde stuk meldt ze: „En
de Indonesiërs zijn nog niet al
tijd vrij. Vroeger bogen ze in
het stof langs de wegkant voor
de passerende Nederlandse
controleur, nu buigen ze voor
de inspecteur van politie of
een andere hoge piet van hun
eigen ras".
Brieven aan huis
Maar de Multatuliaanse aan
klacht over het onrecht dat de
'onderdanen' in de kolonie
door het bewind van Neder
land werd aangedaan, bleef, zo
blijkt uit deze boekjes, toch
doorgaans een ondergeschikt
element in onze 'Indische let
teren'. Die schrijvers waren be
zig met 'brieven aan huis', zo
als Bep Vuyk het me ooit uit
legde. De 'Indische auteurs'
geven naar haar mening in
hun werk een verslag van het
bijzondere, het misschien ro
mantische, het andere kli
maat, het zo andere leven. Dat
verslag - vaak in de vorm van
een verhaal, min of meer auto
biografisch - moest het vader
land een indruk geven van de
nieuwe ervaringen van deze
Nederlanders in de kolonie.
De visie van Bep Vuyk is nog
steeds geldig: De ellende van
het jappenkamp, zoals Jeroen
Brouwers beschrijft: de tocht
van Hans Vervoort in 'Zwarte
rijst' naar het verloren land; de
reis van Jan Wolkers naar het
mooie Insulinde, beschreven
in 'De Kus'; de verhalen
Goena Goena en de
Krachten daar; Marion B.'
breuk tussen haar Indisc
Nederlandse cultuur, bei
ven in 'Geen gewoon In
meisje'. Het gaat allemaa
de vreemdeling in dat wc
baarlijke land. Of ove
vreemdzijn daar, al heb,
gevoel er bij te horen. I
hman (of -vrouw) en Ei
aan op visite in een andei
tuur. Twee gescheiden
den. De boekjes van De
korf en 'Tropenkoorts
Nijgh Van Ditmar lati
keer op keer zien.
Nieuw Indisch autt
Jacob Vredenbregt
opeen een heel nieuwe si
het firmament van de 1
lands-Indische letteren
recente boek - aangekc
als 'een roman' - hei
staatsgreep' en is in
niets anders dan een he
ge 'brief aan huis' volg
definitie van Bep Vuyl
denbregt is, ondanks d
kondiging dat het om c
man gaat, kennelijk nii
geïnteresseerd in het li
aspect van zijn verhaal,
van huis uit antropolc
dat vak is hij werkzaam
Universiteit in Jakart
staatsgreep' is een reisv
waarin de reiziger, de
het verhaal, in kontak'
met heel veel vertegem
gers van de Indonesisc
volking. Dat is een het
en geschakeerde serie i
sprekken en beschouwii
Maar met literatuur of n
'roman' heeft dit boek
lijk niets van doen. Het
flauw om het zo te 2
maar 'De staatsgreep' is
zen niets meer of mine
een goed geschreven i
van een antropoloog
een reis in een te onder,
gebied en in een spai
tijd.
'Kampsyndroom'
Rudy Kousbroek wijsl
zijn nieuwe boek uit dc
tige reeks 'Anathema
beetje terecht over mi
ling hierboven, dat het
de onderdrukte in de I:
kolonie in de literatu
echt een thema werd.
zo blijkt in zijn 'Het O
sach kampsyndroom
meer voorbeelden aan
zen van die bekommer
zesde deel van Kou:
'Anathema's' is een
boekwerk van bijna 5C
na's, waarin de lezer zo'i
artikelen over de relatie
Kousbroek en de vooi
kolonie vindt. En dat
heel wat in.
Zeker, de nostalgie c
land van herkomst' is
Kousbroek op veel bla
en in veel artikelen
langrijk thema1 Heri
gen aan zijn eigen je
daar, beschouwingen o1
auteurs, die het over 'i
hebben gehad. Het gaa
tikelen, die - zoals dat
reeks gebruikelijk is -
meld zijn uit diverse lc
blikaties van Kousbroe
er zijn reactie op het bc
het Jappenkamp Tjidc
Jeroen Brouwers ('Be
rood'), waar Kousbroei
tijd furieus op reageerd
Maar hij wijst trefzeki
beelden aan van Ned<
Indische schrijvers, c
heel duidelijk wel bek
den om het lot van di'
miljoen onderdanen,
Multatuli het over had.
1800 is er zo iemand,
van Hogendorp, die r
tijd een novelle schreel
titel 'Kraspoekel of de
ny'. Zijn eigen zoon
daar een toneelbewerk
waar tweehonderd ja
pas een soort present:
werd gegeven. In dat
maakt een Nederlandc
een eeuw voor de 'Ma
laar' zich zorgen ovei
vaan en de onderdruk!
met kolonialisme
gaat. Net als met Multi
geval was, loopt de carr
de koloniale ambten;
gendorp slecht af.
Een ander voorbeeld
zorgdheid om het lot
onderdrukte Indische i
uit de hoek van de k
Indische auteurs v
Kousbroek in zijn arti
de romans 'Rubber' en
Székely-Lulofs en ov
echtgenoot Ladislaus I
de auteur van 'Van oen
plantage'. Ook deze
wekten verontwaardig
Het blijft de vraag of c
kreet van Multatuli
doende begrepen is
'Indische auteurs'. E
er, zeker. Maar de n
het verlangen naar d:
nerende, magische en
ge wereld, die gordel
ragd, die zich „daar
rond de evenaar", is
zeggelijk de hoofdzaa
ven in onze kolonial
kunde van 'de oost'. B
was de gordel van smai