Een meesterlijk medelijden BOEKEN /PLATEN Leonard Nolens: liederen van de existentiële eenzaamheid Willem Bijsterbosch sluit prozacyclus af Schemerland tusser Amerika en België Een onbekend stukje joodse geschiedenis CeidaeSomatit VRIJDAG 6 MAART 1992 Leonard Nolens: 'Hart tegen Hart' (gedichten 1975-1990). Uitgave Queri- do. Prijs 34,50 De Antwerpenaar Leonard No lens wordt steeds meer als één van de belangrijkste Neder landstalige dichters van het af gelopen decennium gezien. Zijn uitgever, Querido, dacht er ook zo over en bundelde on langs de gedichten die hij in de jaren 1975-1990 publiceerde in 'Hart tegen Hart' in een bijna 500 pagina's dikke, gebonden uitgave. In de jaren zeventig kwamen in Vlaanderen vooral lichtvoe tige dichters naar voren. Het werk van Herman de Coninck en Luuk Gruwez bijvoorbeeld is zeer humoristisch. Een uit zondering daarop vormde Jo- tie 't Hooft, die tot aan zijn zelf moord in 1977, uitermate som bere poëzie publiceerde die nog het best als zwart-roman- tisch te definiëren valt. Ook Nolens' gedichten zijn nu niet bepaald om in lachen uit te barsten, al komt het doods verlangen je niet van elke bladzijde tegemoet. Het zijn in de eerste plaats ernstige ver zen van een man die het leven van de ernstige kant bekijkt en voor wie, volgens de flaptekst, „geen levensvraag te groot te zwaar wordt geacht". Desalniettemin zou Nolens het leven graag vrolijk zien. Het best wordt dat geïllustreerd in zijn aan Marcel van Maele op gedragen cyclus 'Hommage aan de Hamster van Hampste- ad', waarin hij zijn overeen komsten met deze bohémien beschrijft. „Terwijl we 's ochtends la chend staan te wateren in een pissoir/worden we krassend opgelezen door schele graffiti- Jde jammerende geschied schrijving van bedienden in spannende pakken./Ze zien door ons heen". Dat lachend wateren leidt ech ter niet echt tot een beter be staan, eerder tot een vacuüm. „Je weet, ik kan niet leven. Er is niemand die dat ziet. Je weet, ik kan niet dood. En er is niemand die dat hoort". Het leven van een dichter is eenzaam, ook als ze met zijn tweeën zijn. Geen dichter, geen geliefde biedt uitkomst. Ook het op gaan in die laatste niet, zoals in het gedicht 'Zonder Mij'. „Ik ben alleen maar jij gewor den om niet ik te zijn/wou je worden, wou ons worden, zon der mij". Je kunt niet aan jezelf ont snappen. Zo blijft er weinig an ders over dan 's ochtends vroeg in de kroeg te zitten, als laatste gast, alleen met zich zelf, en de eerste mensen naar hun werk te zien vertrekken; „Mijn kroeg loopt leeg. De stad loopt vol ./Ik zie kostuums en overalls hun huis verlaten./Ik zou van jullie, van de mensen willen zijn/en trek de dag nu als een zak over mijn kop". Nolens publiceerde honderden gedichten in vijftien jaar, wat betekent dat hij er waarschijn lijk minstens zovele heeft weg gegooid. Een enorme produk- tie. Toch is de kwaliteit opmer kelijk hoog en vrijwel con stant. Nergens glijdt hij weg in een jammerende sentimentali teit of in dronkemansgepraat. Bijna elke gedicht maakt de indruk dat er lang aan ge schaafd is. Veel verzen hebben ook zo'n prachtig ritme dat ze zo op de plaat te zetten zouden zijn. Je kunt je de donkere stemmen van Willem Verman- dere of Zjef Vanuytsel voor stellen die ze zingen. Gedich ten als chansons, liederen van de existentiële eenzaamheid. 'Huwelijksleven' van David Vogel herontdekt David Vogel: 'Huwelijksleven'. Uitge verij Meulenhoff, Amsterdam. Prijs 49,50. De naam van de joodse schrijver David Vogel is lange tijd onbekend ge bleven, maar daarin is de laatste jaren enige veran dering gekomen. De roem dankt hij vooral aan zijn roman 'Huwelijksleven', die onlangs in een Neder landse vertaling ver scheen. Deze roman, oor spronkelijk in het He breeuws geschreven en voor het eerst in 1930 in Tel Aviv gepubliceerd, is een paar jaar geleden op nieuw ontdekt en beleeft sindsdien een internatio nale herwaardering. Terecht, omdat na het lezen van 'Huwelijksleven' kan wor den gesproken van een zeer bijzonder meesterwerk. Een meesterwerk dat te lang onder een laag stof achter de boeken kast van de wereldliteratuur heeft gelegen. Geen kaas 'Huwelijksleven' beschrijft de trieste lotgevallen van de ner veuze, goedmoedige jood Ru- dolf Gurdweil. Een van zijn grootste problemen is dat hij geen kaas heeft gegeten van het harde leven. En van de vrouwen. In een café ontmoet hij een barones, Thea von Ta- kow, die een soort verpersoon lijking van het kwaad is. Zij zegt over zichzelf dat ze slechts leeft 'voor de vreugde en door de vreugde'. Gurdweil wordt door haar aangetrokken, maar tegelijkertijd voelt hij zich bij deze Thea ook niet op zijn ge mak. Hij dacht: „trots is zij en mooi, maar zonder meer hard. Ze kan iemand die haar na staat veel pijn doen". Gurdweil was ten prooi aan een gevoel dat tegelijk won derlijk aangenaam en ontstel lend rusteloos was. De jonge vrouw boezemde hem een on verklaarbare angst in. On danks zijn gevoelens van af keer, laat hij zich meeslepen door haar eigenaardige aan trekkingskracht. En na zijn opmerking dat ze samen een goed paar zouden kunnen vor men, antwoordt de barones: „Best mogelijk. Ik heb daar ab soluut niets op tegen. U bevalt me wel". Al snel vraagt Thea hem ten huwelijk, en Gurdweil stemt toe op voorwaarde dat ze hem een zoon zal schenken. De zin „Het kwam haar belachelijk voor dat dit kleine mannetje om een zoon vroeg", geeft al aan wat de werkelijke gedach ten van de barones zijn. Drama Maar Gurdweil heeft aanvan kelijk niets in de gaten van de kwade bedoelingen van zijn vrouw. Het huwelijk wordt een drama en voor Gurdweil een hel: Thea treitert haar man het bloed onder de nagels vandaan (ze duikt bijvoorbeeld van het ene bed in het andere), maar hij strijkt iedere smerige streek van haar weer glad met een gecombineerd gevoel van goedheid, onnozelheid en lief de. En het meest trieste onder deel van het huwelijk wordt gevormd door de baby, een zoontje met wie Gurdweil dol blij is. De vrouw kijkt niet naar haar kind om, en beleeft een satanisch genoegen om te zien hoeveel pijn Gurdweil hier door moet lijden. Wanneer de baby uiteindelijk sterft, ver keert hij lange tijd in een shocktoestand. De meest indrukwekkende passages zijn ook die waarin Gurdweil door de stad Wenen loopt, en mijmert over van al les en nog wat. De lezers heb ben maar al te vaak medelij den met hem, een gevoel dat wordt versterkt door de goed moedigheid die spreekt uit zijn overpeinzingen. Het op wekken van medelijden bij de lezers was ongetwijfeld ook één van de belangrijkste rede nen van David Vogel om deze roman te schrijven. Neem bijvoorbeeld het volgen de citaat, waar ook duidelijk de stem van de auteur in door klinkt: „Hoe ellendig zijn de mensen er in feite aan toe. Je ziet een mens die ogenschijn lijk gezond en jong is en zelfs vrolijk - alles in orde, zou je denken. En opeens word je dan verrast door één enkele blik, één enkele onbewuste be weging die je meer leert over verborgen wonden dan ellen lange bekentenissen. Er is te weinig medelijden in de we reld". 'De Opzichter', laatste deel in serie van vier Willem Bijsterbosch: 'De Opzichte' (novelle). Uitg. Bert Bakker, 1992, 83 blz. Prijs:/19,90. Met 'De Opzichter' sluit Wil lem Bijsterbosch zijn novellen- cyclus over het (fictieve) land goed Wordragen af. Meestal is een epiloog een daverende uit smijter, maar in dit geval ein digt de serie veel minder wer velend dan je op grond van de vorige drie boeken zou ver wachten. Waarschijnlijk heeft dat vooral te maken met het feit dat in de vorige boeken 'morsige' the ma's als prostitutie en sado masochisme zo'n grote rol speelden. De aard van deze on derwerpen staat in zo'n duide lijk contrast met de sprookjes achtige en onschuldige sfeer van het landgoed dat er een apart soort realisme ontstond. Wanneer Wordragen te veel centraal staat, komt er een te grote nadruk op dit sfeer-as pect, ten koste van het realis me, en dat komt het boek niet ten goede. De thema's uit zijn eerder werk komen nu slechts in aangestipte vorm naar vo- de doodzieke Guido (de knecht waarna Anna zelfmoord pleeg- ren. uit 'Van een Knecht') verzorgt. Hoewel al het proza van Bij sterbosch op zichzelf staat, is 'De Opzichter' daarom het minst goed op zichzelf te lezen, omdat het daar niet sterk ge noeg voor is. Voor degenen die hebben genoten van Bijster bosch' eerdere werken en dus de personages kennen, zijn er echter tal van lijnen te leggen naar de thematiek van het vroegere werk en is deze korte brief-roman toch de moeite waard. vooral de dood, die in 'Ketser de neger' en 'Van een Knecht' zo'n grote rol speelde, keert in een verhulde vorm in 'De Op zichter' terug. De ik-figuur wordt door de nieuwe eigena resse. Marian, als opzichter op het landgoed aangesteld. Hij moet toezicht houden op de ontruiming van Wordragen, dat moet wijken voor de aanleg van een snelweg en een nieuw bouwwijk. Marian zit met haar vriendin in Rome, dus houdt de vertel ler haar via brieven en faxen op de hoogte van het reilen en zeilen. Tegelijkertijd schrijft hij brieven aan zijn jeugd vriend Pol, die in Antwerpen Ontruiming In feite verzorgt de ik-figuur ook een stervende: het land goed Wordragen. Net als Pol ziet hij de zieke beetje bij beet je doodgaan. Vrachtwagens la den meubelen en kunstwer ken in zodat het gebouw er langzaam maar zeker even bleek en ingevallen uitziet als Guido. Wie naast een doodziek iemand zit, herinnert zich bo vendien dingen uit diens le ven. De opzichter vertelt Mari an wat er zoal voorvalt tijdens de ontruiming, maar haalt ook anekdotes uit zijn jeugd op. Wordragen is in de vorige no vellen voorgesteld als een pa radijs voor opgroeiende homo seksuelen, waarin eerder hete roseksueel gedrag de afwij king vormt. In 'De Opzichter', komt een passage voor waaruit blijkt dat dit niet voor iedereen gold. Ma rian was vroeger leerlinge op het naburig meisjespensio naat. Ze begon een verhouding met een ander meisje, Anna. een romance die door een ja loerse mede-leerlinge aan de grote klok werd gehangen. Ma rian werd van school gestuurd, de. Nu, jaren later, neemt Marian wraak op de voormalige mede leerlinge die inmiddels een be roemd kunstexpert is gewor den. Ze laat haar naar Wordra gen komen met het lokkertje dat er tijdens de ontruiming een prachtige wandschilderij is ontdekt. Als de kunstexper- te vol spanning de ruimte waar dit doek zou moeten hangen betreedt, ontdekt ze tot haar woede en verbijstering alleen maar grote neergekalkte let ters die de naam Anna vormen. Spanning 'De Opzichter' bevat meer van dergelijke stukjes, episodes die wat spanning brengen in het anders wat te gemoedelijk voortkabbelende verhaal op zich, waarin pas spanning komt tegen het einde. Wordra gen overleeft de ontruiming en het feest ter afsluiting niet. De dood van Wordragen bete kent voor Bijsterbosch het ein de van deze prozacyclus, een cyclus die zich dan wel niet kan meten met grotere broers als 'De Tandeloze Tijd', maar ontegenzeggelijk reeds een ei gen plaats inneemt in de Ne derlandse literatuur. Beverly Jo Scott. foto: Sony msiq Idoor HANS PIËT Een van de verrassendste openers, die sinds lanj tijd het podium vulde, was Beverly Jo Scott. 2 kreeg in Utrecht de taak het publiek voor Pal Young in de juiste stemming te brengen. Veel tq schouwers zullen hebben gedacht: een half uurlj van deze kwaliteit is wel heel erg weinig. Achteraf redenerend is het niet zo vreemd, want had B.J een afkorting die ze gebruikte tot rap zijn intrede deed a ieders muzikale beeld van haar een verkeerde wencin nam - langer gespeeld, dan had ze Paul Young van helpi dium geblazen. Haar losse-pols-aanpak, de schreeuweigj loepzuivere, Joe Cocker-achtige achtergrondkoortjes e d passionele soli van haar gitarist deden wonderen. Het)ai te, als een paraplu bij de regen, in de rhythm blues-„ro! pel- en blues-aanpak van haar werk. Haar warme, wat oai te stemgeluid smolt menig hart en de reacties van hepu bliek werden dan ook met elk nieuw nummer enthouia^ ter. Nadeel Zo'n overdonderende podium-prestatie heeft meestafeei nadeel, namelijk dat de ceedee die zo'n voorprogramm-esi capade begeleidt, bij beluistering wat tegenvalt. Mess Etheridge. wier nieuwe langspeler eind maart in de wikt ligt, is daar een mooi voorbeeld van. Haar twee elpeeshe titelloze debuut en 'Brave and Crazy', zijn wonderscbn produkties, maar wil je de echte passie van een ras-art st proeven, dan is haar ooit door de VARA uitgezonden o)re den op Pinkpop 1990, de absolute kick. Voor Beverl J Scott geldt hetzelfde. Haar 'Honey Hurricanes' reht vaardigt voor honderd procent de aanschaf, maar alji haar onder het licht van de schijnwerpers hebt gezien, er je toch een beetje verpest. Overigens liggen de verrichtingen van Beverly Jo Scotej Melissa Etheridge dicht bij elkaar. Hun beider stemge.il heeft dezelfde aantrekkelijke, warme klank. Bovencei brengen beide Amerikaanse dames dampende muzik waarin eenzelfde spanning is verwerkt. Verschil is dat le verly Jo Scott eerst naar België moest verhuizen voor! 'Honey Hurricanes' mocht maken. Onbegrijpelijk. He ben die Amerikaanse a&r-mensen geen oren aan hi hoofd? Protestant De 32-jarige zangeres en componiste - op 'Crazy Lazy' na' alles eigen werk - werd geboren in het zuiden van de Ve# nigde Staten. Op zeventienjarige leeftijd ontvluchtte ze H verstikkende, puriteinse milieu, waarin ze was opgevoé Wat ze overhield aan haar opvoeding is een prachtige stel Protestanten laten het kerkschip immers stevig op en ne deinen. En omdat haar stemgeluid al vroeg werd ontdef vulde haar zang vele jaren de kerk. Beverly Jo heeft, net als haar vader een onlesbare do# naar avontuur, reist met haar gitaar door Amerika, heeftf New Orleans een damesgroep The Original Blues en kof uiteindelijk in België terecht. Nadat ze zichzelf de stu<f heeft ingebluft, heeft ze geen gebrek aan werk. Haar 'zw te' geluid en Amerikaanse accent doen wonderen en f zingt dan ook lustig mee op platen van onder andere H Radios, Soulsister, The Scabs en maakt via een blueshof mage kennis met Dani Klein (Vaya Con Dios), die ook f 'Honey Hurricanes' is te horen. I Overtuigend Beverly Jo Scott levert er een overtuigende debuut-ebf mee af. Ze bewijst er niet alleen haar kwaliteit als schij1 ster mee, maar laat ook horen hoe volwassen de Belgicfl muziek-industrie eigenlijk is. Het is een ceedee vol s?r# mingen van het passionele '10.000 Dragons' en de me taar en cello opgebouwde ballade 'O' Desire' tot het gooe getinte 'Heavenly Lover'. En dat allemaal gebracht mefeq stem die de luisteraar voorgoed inpakt. De terreur van de 'Strijders voor de Vrijheid' y.s. Brenner: 'Verboden Land'. Uitge verij Wereldbibliotheek. Prijs: 39,50. Tijdens de vorig jaar gehouden vredesconferentie in Madrid toonde de Syrische delegatie op een gegeven moment een oud opsporingsbevel voor de Israëlische premier Shamir. Het dateerde uit de jaren veer tig toen de Israëlische premier deel uitmaakte van de leiding van de radicale splintergroepe ring LEHI. Deze LEHI was een afsplitsing van de Irgun, die op haar beurt weer een afsplitsing was van de Haganah, de organisatie die na de Onafhankelijkheidsoor log van 1948 het Israëlische le ger zou gaan vormen. De Ha ganah werd in 1931 opgericht. Vijf jaar later brak in het door de Britten bestuurde Palestina een Arabische opstand uit. On danks aanvallen op de joodse bevolking koos de Haganah voor een politiek van zelfbe heersing. Een kleine groep, de Irgun, was het hier niet mee eens. Zij kozen voor een poli tiek van tegenterreur. Mena- chem Begin zou een van haar leiders worden. Het was echter pas in 1939 dat de joden in Palestina zich echt door de Britten in de steek ge laten voelden. Aanleiding was de publicatie van een Witboek waardoor de joodse immigratie vrijwel aan banden werd ge legd. De Haganah en de Irgun kozen desondanks voor een politiek van samenwerking met de Britten. Achter hun rug hielden ze zich echter uitge breid bezig met illegale joodse immigratie. Een kleine groep, nooit groter geweest dat twee- tot driehon derd personen, besloot vanaf 1940 de Britten met geweld en terreur te gaan bestrijden. Ze noemden zich Lohamei Herut Israël (LEHI), dat vertaald 'Strijders voor de Vrijheid van Israël' betekent. Haar politieke doel was tweele dig: de Britten uit Palestina en vervolgens de vorming van een Israëlische staat. Stond de LEHI tijdens de oorlogsjaren alleen in haar, door de joodse bevolking overigens matig ge waardeerde strijd tegen de Britten, na 1945 vormden LEHI, Irgun en Haganah een gesloten front. Yehojachin Brenner, momen teel hoogleraar economie aan de universiteit in Utrecht, was één van de leden van de LEHI. Zijn min of meer autobiografi sche roman vertelt het verhaal van Benjamin Klein, een ille gale immigrantenzoon die langzaam maar zeker steeds meer bij de activiteiten van de LEHI betrokken raakt. Via een oudere dorpskameraad en twee schoolvrienden komt hij in aanraking met de activitei ten van deze groep. Hij wordt wapeninstructeur, neemt deel aan enkele acties tegen militai re en economische doelen en eindigt als recrutant in Jeruza lem. Zijn motieven voor deze strijd zijn glashelder. De Britten ma ken van Palestina een voor de joden verboden land. En dat terwijl er in Europa miljoenen joden worden vermoord. Dat weten de Britten al vanaf 1942, maar ze doen er niets aan. Deling Het boek van Brenner is tame lijk evenwichtig. Hij laat beide kanten van de medaille zien. Ook toont hij zich een voor stander van een deling van Pa lestina. Het belangrijkste punt van kritiek is dat hijer dingen vergeet te noeier vermeldt hij niet dat Iru LEHI-leden op 9 april 9 het Arabische dorp Dei Yi een slachting aanrichtn 29 oktober van dat jaarn len voormalige leden en gelijk gruweldaad in he je Duweima bij Hebron. Deze daden zaaien angsoi) de Arabische Palestijnn. len besluiten te vluchtn.i dens hun afwezigheid rol hun bezittingen door W/ van de Hanagah groncg nield. Ongeveer 350 Arbil dorpen worden zo iet: grond gelijk gemaakt, /al naar schatting 370.000 vn ren die Palestina in 1S8I vluchtten, deed tien rot. dit vanwege een alpif' angst en vijftien procetj acties van de LEHI erdi< gun. Het aantal vluchtlij zou uiteindelijk oploprt ruim 700.000. I Het is jammer dat Pel deze medeverantwoodflj heid van de LEHI vorff Palestijnse probleem er noemt of ook maar ani Het zou van dit interss boek over een tamelij o kend stukje joodse geeh nis, een echte aanradr i ben gemaakt. Willem Bijsterbosch. foto: wiro oudejans Israël 1948: Menachim Begin, de latere premier, kust de vlag van de Irgun waarvan hij leider is. foto ap

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 14