Hoe veilig is narcose? Ccidóc Sommit GEZOND EN WEL 'Partner psychiatrisch patiënt loopt tegen muur van onbegrip op' Golfbeweging MAANDAG 2 MAART 1992 De kortgeleden opgerichte werkgroep 4x P (Positie Partners Psychiatrische Patiënten) streeft naar erkenning van de problemen waarmee partners van langdurig psychiatrische patiënten worden geconfronteerd. De werkgroep onderhoudt contacten met de stichtingen Labyrinth/In Perspectief die hulp bieden aan familieleden van psychiatrische patiënten. Idoor ANNE MARIE VAN DER KOLK Partners van chronisch psy chiatrische patiënten vinden geen gehoor voor hun proble men. Behandelaars en inrich tingen onthouden hen infor matie en geestelijke steun. Partners staan voor een 'muur van onbegrip' en een overmacht van deskundigen waartegen het moeilijk vech ten is. Dat is de bittere ervaring van Geertje van Zanten (55) uit Hengelo (Ov.) Haar man werd in 1984 voor het eerst opgeno men in een inrichting. Hij was getroffen door twee her seninfarcten. Van Zanten bleek aan een fciekte te lijden waardoor de hersencellen langzaam afbreken. Zeven jaar lang leefde het gezin Van Zanten in bijna voortdurende apgst voor het onberekenba re gedrag van de patiënt dat een gevolg was van zijn ziek te. „Zelfmoordpogingen, agres sie naar gezinsleden. Mijn man stond op een gegeven moment met een bijl voor onze neus. Er zijn thuis ver schrikkelijke dingen ge beurd". Sinds een aantal ja ren is de echtgenote van Geertje van Zanten opgeno men in een verpleeghuis. Hij is vrijwel defment en zit in een rolstoel. De ervaring van Geertje van Zanten deelt ze naar eigen zeggen met talloze lotgeno ten. Het contact tussen de partner van de patiënt en de psychiater verloopt volgens haar vaak stroef. „Er wordt totaal geen reke ning gehouden met de part ners van chronisch psychia trische patiënten. Je mag nergens over meepraten, niet over de opname van de pa tiënt, niet over het opheffen van een rechterlijke machti ging, niet over het verloop van de behandeling. De pa tiënt is mondig genoeg, zeg gen ze dan. om zelf te kunnen beslissen of hij behandeld wil worden of niet. Terwijl deze mensen juist in een inrich ting zitten omdat ze niet meer toerekeningsvatbaar zijn." Onder het motto 'samen staan we sterk' heeft Geertje van Zanten met zes lotgeno ten de werkgroep 4 X P (Posi tie Partners Psychiatrische Patiënten) opgericht. De werkgroep wil de weerbaar heid van partners vergroten om te voorkomen dat zij door hulpverleners in een positie worden gebracht die zij niet wensen, bijvoorbeeld echt scheiding, gedwongen opna me in of ontslag uit een in richting. „Als de patiënt zegt dat hij ontslagen wil worden uit een inrichting en de arts vindt het goed dan staat hij van de Werkgroep 4x P vraagt aandacht een op de andere dag voor je deur. Dat zorgt voor grote moeilijkheden. Het gedrag van een chronisch psychiatri sche man of vrouw is zo gril lig dat er voor de partner bij na niet mee te leven valt." „Het komt ook voor dat be handelaars toespelingen ma ken op een echtscheiding want 'dat maakt het allemaal een stuk eenvoudiger'. Of er wordt gezegd dat de ziekte wel verband zal houden met relatieproblemen. Door part ners hulp te onthouden wor den ze in een hoek gedreven waardoor scheiding de enige uitweg lijkt." De macht die patiënten heb ben is te groot, meent Van Zanten. „Onze mensen zijn ziek en van hun behande laars krijgen ze een verant woordelijkheid die ze niet aankunnen. Patiënten wor den in hun wanen geloofd en hun partners krijgen de schuld. Als ze behandeling weigeren wordt dat goedge vonden 'want de patiënt is mondig genoeg' Psychiaters moeten beseffen, vindt de partnergroep. dat chronische zieken niet zijn te genezen maar dat zij wel recht hebben op een mens waardig leven. „Het is ver schrikkelijk te moeten horen datje man op straat zwerft als hij uit de inrichting is ontsla gen, dat hij vervuilt omdat hij zichzelf .niet kan verzorgen. Het is tenslotte je man, de va der van je kinderen". Onvermogen Het stoort de werkgroep dat partners niet worden betrok ken bij het opleggen en op heffen van een rechterlijke machtiging (bij gedwongen opname). Een rechterlijke machtiging (RM) wordt opge legd door de rechter als door een onafhankelijke instantie (bijvoorbeeld een vrijgeves tigd psychiater) is vastge steld dat de patiënt een ge vaar vormt voor zichzelf of zijn omgeving. Een RM loopt na een half jaar af maar kan op elk moment worden opge heven op advies van de direc teur-geneesheer van een in stelling of op aandringen van de patiënt met goedvinden van zijn arts. Volgens de partnergroep ge beurt het vaak dat behande lend artsen de patiënt met een RM laten gaan. Geertje van Zanten: „Gedwongen op name via een RM en het ont slag uit een inrichting gaan volkomen langs de partners heen. We krijgen geen kans om met de arts te praten". De partnergroep 4 X P wil daar om bereiken dat partners in principe volledige informatie krijgen over de behandeling van de patiënt. De kern van het probleem ligt volgens Van Zanten in het onvermogen van de psy chiatrie om chfonisch zieken te behandelen. Om die reden zouden behandelaars de ver Geertje van Zanten, woordvoerster van de partnergroep 4 X P. „Chronisch psychiatrische patiënten moeten tegen zichzelf worden beschermd." FOTO: "yfPERSUNIE antwoordelijkheid van zich afschuiven. „Ze weten zelf ook geen raad met de patiënt en zijn ziekte. Ze accepteren niet dat die ziekte vaak onge neeslijk is, dat de patiënt con tinu verzorgd zal moeten worden. Maar wij als partners kunnen het ook niet alleen aan. Ons wordt niet geleerd hoe we met onze mannen en vrouwen moeten omgaan. Wij willen niet dat vreemden zich met ons huwelijk bemoeien. De ziekte van onze partners heeft niets te maken met pro blemen in de relatie zoals vaak wordt gesuggereerd vanuit de instellingen. Wij kunnen nergens ons verhaal kwijt. We voelen ons afhan kelijk van de behandelaars en hun behandelwijzen." Als er klachten via de regio nale inspecteurs voor de geestelijke volksgezondheid binnenkomen die de hoofdin spectie gegrond vindt dan zoekt zij die vanzelfsprekend uit, aldus een woordvoerder van de afdeling voorlichting. Werkgroep 4 X P, telefoon: 074-918811 (na 19 uur). door JAN PAALMAN, arts Anesthesisten, de dokters die bij een operatie voor de nar cose zorgen, komen eigenlijk alleen maar in het nieuws als er iets mis is gegaan. Twintig jaar geleden liet de anesthe sist prof. Smalhout Neder land huiveren toen hij be weerde dat er per jaar 200 do den vallen door narcosefou- ten. Die '200 doden van Smal hout' zijn nog steeds een be grip. En nu verklaart de ver trekkende Leidse professor in de anesthesiologie dr. Joh Spierdijk dat op elke 38 nar- coses er een niet perfect wordt uitgevoerd. Als het vak anesthesiologie al bekend is, dan is het vooral bekend om zijn fouten. Misschien heeft dat wat te maken met de nederige af komst van dit specialisme. Narcose is begonnen als ker misnummer. In het begin van de vorige eeuw konden bezoekers van Amerikaanse kermissen zich te goed doen aan een snuifje lachgas, een spul dat precies deed wat het beloofde, je kon je er een on geluk mee lachen. Crawford Long, een 27-jarige dokter in het plaatsje Jefferson, was het opgevallen dat die snui vers tamelijk ongevoelig wa ren voor pijn. Op 30 maart 1842, bijna op de kop af 150 jaar geleden, verwijderde hij pijnloos enkele bulten uit de nek van ene James Venable, de eerste patiënt die onder narcose is geopereerd. Op die dag werd er medische ge schiedenis geschreven, want naast het stelpen van bloe dingen en de bestrijding van infecties, heeft denarcose het Grote Opereren mogelijk gemaakt. Toch zou het nog heel lang duren voordat het vak se rieus werd genomen. „Zo'n dertig jaar geleden", herin nert zich een anesthesist, „kon je het nog meemaken dat de co-assistent de narcose verzorgde. En als die niet be schikbaar was werd er soms de portier bijgehaald". Een anesthesist werd toen nog 'door zijn collega's beschouwd als een medische kneus, een dokter die eigenlijk nergens anders voor deugde. Die be ruchte rede van Smalhout in 1972 - hij was pas de derde professor in de anesthesiolo gie - was vooral bedoeld om zijn vak tegen de medische stroom in als een volwaardige geneeskundig specialisme erkend te krijgen. Maar door de nadruk te leggen op zijn '200 doden' verduisterde hij het zicht op alle verworven heden van het vak. Simpele zaak Het geven van narcose was vroeger inderdaad een sim pele zaak. Moest de patiënt een beetje onder zeil, dan gaf men een beetje chloroform, moest de patiënt dieper wor den weggemaakt dan gaf men simpelweg wat meer. Dat gaat al lang niet meer zo. De narcose is tegenwoordig, zoals dat heet, uitgebalan ceerd. Voor het bestrijden van pijn, het onderdrukken van de onwillekeurige spier bewegingen, reflexen en be wustzijn, gebruikt men nu aparte middelen, en dat maakt een narcose met een minimum aan middelen maximaal veilig. Een horde bewakingsapparatuur maakt het nu mogelijk de toestand van de patiënt voortdurend te bewaken en bij te sturen. „Niemand hoeft te overlijden aan een perfect uitgevoerde narcose", schreef de onder zoeker Frank Cole. Maar van de 38 narcoses, zo weten we nu, is er eentje niet geheel perfect. Hoe veilig is narco se? Dat weet men niet precies. De betrouwbaarste cijfers ko men uit Engeland. Een com missie analyseerde daar 4034 sterfgevallen die bij meer dan 500 000 operaties waren voorgevallen. Om te voorko men dat artsen niet geheel eerlijk zouden zijn en hun fa len als 'complicatie' af zou den boeken, was het onder zoek vertrouwelijk. Welnu. Bij veertien procent van de sterfgevallen zou een gebrek kige narcose aan de dood van de patiënt hebben bijgedra gen. Maar het aandeel van chirurgische fouten was veel groter. Slechts drie patiënten stierven uitsluitend door een narcosefout, een risico van 1 op 180.000. Omgerekend naar Nederland verhoudingen, al tijd een riskante zaak, komt dat neer op zes doden per jaar. Dat zijn er heel wat min der dan de 200 van Smalhout. en ook minder dan de 70 sterfgevallen die volgens drs. A. Tempelaar. adviserend ge neeskundige bij zorgverzeke raar Oost-Nederland, onno dig voorkomen door foute anesthesie. Hoe dan ook, onder anesthe siologen woedt al jaren een opiniestrijd over de veilig heid van het vak. Spierdijk voerde in Leiden de 'chec klist' in, een vraag- en ant woordspel tussen anesthesist en verpleegkundige (dat hij had afgekeken van piloten) om stelselmatig na te gaan of alle apparaten naar behoren werken. Maar het heetste hangijzer is dit. In de perife re, gewone, ziekenhuizen heerst het 'twee tafel sy steem': een anesthesist doet de narcose bij twee operaties. Kan dat wel? Nee, vindt Spierdijk, de anesthesist moet bij een operatie voort durend aanwezig zijn. Die mening wordt gedeeld door prof Crul (nu gepensioneerd), door professor Smalhout en ook de zogeheten 'minimale Harvard standaard' wil dat de anesthesist aanwezig is zo lang de narcose duurt. Klaar als klontje Smalhout in de NRC van een paar maanden terug: „Veel fouten in de chirurgie kun je nog herstellen, maar als een anesthesist een fout maakt, dan eindigt het meestal bin nen enkele minuten in een onherstelbare hersenbescha diging." Dat de anesthesist voortdurend aanwezig moet zijn lijkt zo klaar als een klon tje. Maar de Geneeskundige Hoofdinspectie vindt van niet, net zo min als de Neder landse Vereniging voor Anes thesiologie. Wie heeft er nou gelijk? „Al die hoogleraren werken in een heel andere bedijfscul- tuur", zegt dr. B. J. P. Crul, anesthesist in het academi sche Radboudziekenhuis in Nijmegen. Crul (neef van de prof) heeft enig recht van spreken. Zeventien jaar werkte hij in een 'gewoon' ziekenhuis met het twee-ta felsysteem, en sinds een jaar of drie werkt hij geheel aca demisch een op een. „Dat twee op één systeem vond ik heel veilig. Dat vind ik, nu ik op het Radboud werk, nog steeds. De omstandigheden in een perifeer en een acade misch ziekenhuis kun je niet domweg met elkaar vergelij ken. In een academisch zie kenhuis heb je vooral te ma ken met de moeilijke geval len, met heel zieke patiënten .en heel ingewikkelde opera ties. De operaties zijn daar zo veel ingewikkelder en er zijn daar zoveel ongewisheden dat je wel een op een moet narcotiseren. Maar dat is in perifere ziekenhuizen niet het geval". Boze tongen beweren, Smal hout zegt het zelfs hardop, dat het de anesthesisten om de poen gaat. Meer anesthe sisten maken de spoeling dun. „Dat is ook zo, maar dat is niet de belangrijkste reden. Er zijn nu 1000 anesthesisten, zou je dat een-op-een-sy- stèem willen hebben, dan heb 'je er op zijn minst 500 meer nodig. Maar zijn die ook nodig? Dat lijkt me, met het oog op de veiligheid van de patiënt, allerminst het ge val". Jij maakt van mij iets wat ik niet ben Hans Faverey Terwijl ik een beetje voorbereidingen tref voor het avondmaal, geniet mijn echtgenoot van een echt Hollands evenement op de televisie: Schaatswedstrijden. Weet je, vertrouwt hij mij na afloop toe, het is merkwaardig, een dertigtal jaar geleden speelde Nederland een belangrijke rol in deze tak van sport. Daarna ebden de prestaties weg, maar nu, anno 1992, hebben we weer heel wat in de melk te brokkelen. Tja, bedacht ik, zo gaat dat in de sport, maar zo gaat dat ook dikwijls in de cultuur. Sociologische onderzoeken wijzen erop dat regelmatig zoiets in de samenleving merkbaar is. Altijd is in de maatschappelijke ontwikkelingen en soort golfbeweging waar te nemen. Er worden theorieën, opvattingen gelanceerd, dikwijls vanuit politieke of maatschappelijk duidelijk geprofileerde groepen nadrukkelijk onder de aandacht gebracht. Niet zelden met verve, soms felheid gepropageerd. En misschien nauwelijks tientallen jaren later keren we terug naar aloude opvattingen. In ons eigen kleine wereldje, vlak om ons heen, zien we het ook gebeuren. Goed en wel zijn we ervan overtuigd geraakt dat coëducatie (dus het gezamenlijk opvoeden en doen leren op school van jongens en meisjes) je van hét is, of nieuwe geluiden piepen door de kieren van het feministisch gebouw. Rolpatronen moesten zonodig worden doorbroken. En wat wordt nu verkondigd? Natuurlijk, we hebben voordelen ontdekt aan de opvoeding-samen van jongens en meisjes. Er werd minder kinderachtig met elkaar omgegaan. Maar, nu komt er een duveltje uit het doosje: jongens die in een jongensgezin zijn opgegroeid en geen zusjes hadden om allerlei karweitjes aan te delegeren, kunnen heel wat opknappen waarvoor zij in de oude opvatting niet in de wieg waren gelegd. In mijn gezin, drie jongens en één meisje dat wegens handicaps nogal eens in het ziekenhuis vertoefde en overigens niet zo gemakkelijk uit de voeten kon, was samen afwassen een doodgewone zaak. „Dat is toch meidenwerk" was een liedje dat vriendjes wel zongen, maar bij ons niet werd gehoord. Anderzijds maken moderne psychologen ons duidelijk dat meisjes die op een ongemengde school gaan, weinig tegenwerpingen maken als ze een karweitje moeten opknappen dat jongenswerk heet. Ze zullen gemakkelijk een technische klus verrichten. Daartegenover konden jongens wel eens minder beschroomd voor de klas een gedicht declameren als de damès der schepping niet toehoorden. Op die manier blijft er niet veel over van de schrik dat de jeugd in allerlei rolpatronen wordt gemanoeuvreerd. Een kind dat onder soortgenootjesopgroeit, kan zich op eigen wijze ontwikkelen en voelt zich niet belemmerd door die „anderen" die het altijd beter weten of anders willen. En voor de 'vermenging', aldus de wetenschappers, blijft in de naaste toekomst mogelijkheid genoeg over. Hoe denkt U, lezer, daar over? Ik zie er wel wat in. Misschien ontdekken we met elkaar dat het nog feministischer dan feministisch is: gewoon helemaal jezelf zijn als meisje, als vrouw. En daarbij rustig van mening blijven dat je je niet behoeft af te zetten tegen de andere sexe. Thyrax heeft een belangrijke werking voor hart en bloedvaten. Geen alternatief voor Thyrax door IGERRIT JAN VAN 0CHTEN, apotheker Vraag: Wegens problemen met mijn schildklier moet ik Thyi slikken. Is dit werkelijk nodig en is er een alternatief? Waarc moet dit middel op de nuchtere maag worden geslikt? Antwoord: De schildklier zorgt voor de produktie van het belar rijke hormoon theroxine, dat onmisbaar is voor de groei en oi wikkeling van jonge mensen. Het heeft daarnaast een belangi ke werking voor hart- en bloedvaten. Normaal maakt het chaam theraxine zelf. Bij sommige mensen bij wie de schil klierfunctie is verminderd blijft de produktie van theraxine ac ter. Aan mensen die een tekort aan theraxine hebben kan tege woordig zuivere theraxine worden gegeven in de vorm van I bietten, waarvan de merknaam Thyrax is. Thyrax bevat dezelfi stof als die het lichaam normaal gesproken zelf zou maken. E( ander geneesmiddel is er niet. Daarom zullen artsen zeggen: zult het moeten slikken. Het middel moet op de nuchtere maag worden genomen, omd het lichaam de thyroxine dan beter kan opnemen. Voedselini me vermindert de opname van het middel. Artrose Naar aanleiding van een artikel in het blad Weekend vroeg e lezer of het juist is dat er een nieuw middel (gelatine) is gekom tegen Artrose, een vervelende aandoening aan botten en kraa been, waardoor bewegingen pijnlijk worden. Veel mensen in a dere landen zouden reeds baat hebben gehad bij het middel. Antwoord: -gelatine is niet geregistreerd als geneesmiddel en dus niet op grote schaal wetenschappelijk onderzocht. Daari kan niets verantwoords worden gezegd over de werking van latine als medicijn. Wel kan worden gezegd dat ondanks het fi dat sommige middelen niet zijn geregistreerd en niet zijn ond zocht ze soms toch jubelend worden beschreven in bepaalde b den, omdat ze 'wonderbaarlijke resultaten' zouden oplevert Bij gelatine is dat kennelijk ook het geval geweest. Wij kenn gelatine echter alleen als een voedingssupplement, dat in des permarkt is te verkrijgen. De dokter die aan het hoofdeinde van de patiënt schijnbaar niets zit te doen, is de anesthesist. FOTO: SP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 10