Zuid- Afrika mag weer 1 II inal Ie Dieren uit de bijbel terug in land van de bijbel Reisgids: veel plus- en weinig minpunten CcidócSoincMit ZATERDAG 15 FEBRUARI 1992 PAGINA 35 JOHANNESBURG - Wat pre mier Lubbers en minister Van den Broek van buitenlandse za ken nog niet is gelukt, hebben duizenden Nederlanders al lang voor elkaar: het vaststellen van een datum voor een reis naar. Zuid-Afrika. Sinds het land van zwart en blank ruim een jaar ge leden uit het politieke isolement is gekomen, is het toerisme op vallend gegroeid. Dat Zuid-Afrika weer mag, merken de ambassade, het verkeersbureau en reis organisaties elke dag weer. „Het is niet bij te houden. We krijgen op dit mo ment zeer veel boekingen", zegt een medewerkster van Impala Tours/Trans Africa. Directeur P. Visser van Impala zegt dat het toerisme is verdubbeld in de drie jaar dat zijn organisatie na enkele jaren pauze weer actief is op de Zuidafrikaanse markt. Er is sprake van een 'inhaaloperatie', zo stellen directeur R. Abspoel van Protea Reizen en salesmanager V. J. Valk van de Zuidafrikaanse luchtvaartmaat schappij SAA. Mensen die een reis ja renlang steeds hebben uitgesteld, staan nu vooraan in de rij om naar Zuid-Afri ka te gaan. En ze voelen zich nu niet langer met de nek aangekeken. „De meeste mensen gaan om het na tuurschoon en de wilde dieren, dat staat nog steeds bovenaan het lijstje", werkt Elsa Onkenhout, manager van het Zuidafrikaanse verkeersbureau Sa- tour in Amsterdam, de topattracties af: „Kaapstad is ook een groot succes. De traditionele Zulu-hutten in het bergachtige landschap van Kwa-Zulu. Voor de Nederlanders heeft deze stad nog steeds iets bijzonders, gezien de historische banden die zij er mee heb ben". Dank zij deze banden en de vele familie die Nederlanders er hebben wonen, is de belangstelling voor vliegreizen naar Zuid-Afrika altijd goed geweest, zo meldt de KLM. Zelfs in de jaren dat de luchtvaartmaatschappij door anti- apartheidsactivisten onder vuur werd genomen, zaten de vliegtuigen goed vol. Grote jongens De 'Zuid-Afrika boom' is eigenlijk zo snel gegaan, dat het op dit moment vooral de kleinere gespecialiseerde reisorganisaties zijn die van de vraag profiteren. De meeste 'grote jongens' hebben Zuid-Afrika eenvoudigweg al die tijd uit hun programma gehouden. Daarin komt nu verandering. Alle tour operators hebben reizen naar Zuid- Afrika op stapel staan. Arke voert sinds afgelopen najaar al een bescheiden programma. Holland International en Neckermann komen op z'n vroegst in het vakantieseizoen 1992-'93 met hun Zuid-Afrika-brochures. Holland International en Neckermann zouden het toerisme het liefst willen opvoeren met aantrekkelijk geprijsde chartervluchten. „Vakanties per lijn dienst worden te duur, dus is een char ter het enige alternatief om veel men sen te bereiken", laat woordvoerder D. Mees van Holland International we ten. Het probleem is dat de Nederlandse chartermaatschappijen Martinair en Transavia hun vergunningen voor vluchten naar Zuid-Afrika nog niet rond hebben. „Dit jaar is dat onwaar schijnlijk. Voordat we beginnen zal het niet eerder dan begin '93 worden", ver klaart Transavia-directeur Peter Legro. Reisorganisaties, Satour en de SAA verwachten allemaal dat het toerisme naar de Republiek van Suid-Afrika jaarlijks maximaal twintig procent zal groeien. Dit zou groter kunnen zijn, ware het niet dat het toerisme eerst en kele hindernissen moet nemen om echt uit de verf te komen. „Twintig procent groei klinkt natuurlijk aardig, maar absoluut gezien zijn de Nederlandse vervoerscijfers klein. Je spreekt over slechts vijftien- tot zestien duizend mensen die jaarlijks vanuit Amsterdam naar Zuid-Afrika vliegen", zegt SAA-vertegenwoordiger Valk. „Als de KLM vanaf de zomer drie keer per week gaat vliegen en er komen naast onze twee vluchten nog eens charters bij, heb ik mijn twijfels of er voldoende vraag is. Met vijf lijndienst- vluchten is er al overcapaciteit". Elsa Onkenhout stipt nog een ander probleem aan: „Zuid-Afrika heeft veel te bieden. De infrastructuur is goed, maar het is te hopen dat dit zo blijft. Het probleem is dat er niet voldoende hotels zijn. Op dit moment zijn er on voldoende bedden om Zuid-Afrika ge schikt te maken voor massatoerisme". Valk beaamt dit: „In sommige seizoe nen kan het voorkomen dat er in het hele land geen bed meer is te krijgen". De verschillende hotelketens hebben uitbreidingsplannen klaar liggen, maar uitvoering daarvan stuit vaak op gebrek aan geld. Nu buitenlandse investeer ders het land geleidelijk aan weer bin nenkomen, zal met hun steun het bed dentekort kunnen worden weggewerkt. Een andere hindernis is de enorme prijsstijging. Jaarlijks gaan de prijzen in Zuid-Afrika met twintig procent om hoog, meer dan de inflatie van vijftien procent. Op een prijs van een gemid delde rondreis van al gauw negendui zend gulden loopt zo'n prijsstijging al, gauw in de papieren. Eenzijdig Voor de Nederlandse anti-apartheid- sorganisaties is Zuid-Afrika geen taboe meer, nadat het Afrikaans Nationaal Congres de toerismeboycot eind vorig jaar heeft opgeheven. Maar de Anti- Apartheids Beweging Nederland (AABN) heeft wel kritiek op de rei sprogramma's die veel operators over nemen van de Zuidafrikaanse Toeris- meraad. „Ze zijn eenzijdig en grote delen van het land zijn in hun brochures weggela ten. Wie letterlijk achter de bergen wil zoeken naar de townships of contacten wil leggen met zwarte organisaties, heeft niets aan de Toerismeraad. Hun programma's zijn alleen gericht op de mooie kant van het land", zegt Bart Luirink van de AABN. Hij vervolgt: „Kijk, je zult altijd mensen houden die alleen om het strand naar Zuid-Afrika gaan. Maar wij denken dat er in Nederland, gezien de sterke anti apartheidsbeweging, voldoende men sen zijn die met een kritische instelling het land willen bezoeken. Dat willen wij stimuleren". Als alternatief brengt zijn organisatie in oktober een reisgids uit, waarin het 'an dere Zuid-Afrika' wordt belicht. De AABN wil de gids bij 'gewone' reisbu reaus afzetten. Ook overweegt de be weging met de grote reisorganisaties om de tafel te gaan zitten om hun pro gramma's, nu die nog niet vastliggen, wat kritischer te maken. Luirink: „Het lijkt me dom als ze van onze tips geen gebruik maken". Idoor LEO ENTHOVEN Wie ooit voor korte of lange tijd in Zuid-Afrika is geweest weet dat het land een waar el dorado is voor toeristen. Het risico dat ze elkaar in de weg lopen is te verwaarlozen. Zuid-Afrika is even groot als Duitsland, Frankrijk, Spanje en de Benelux sa men. En vakantiespreiding is heel goed mogelijk, want het is er bijna altijd mooi weer. Het is ondoenlijk om in kort bestek de lof te zingen van alle, zeer gevarieer de natuurschoon in Zuid-Afrika. Er zijn eindeloze stranden, bergketens, wouden, natuurparken, rivieren, woestijnen en vruchtbare landbouwstre ken. Het land is gezegend met een mild-warm subtropisch klimaat. Planten en dierenrijk hebben een rijkdom in aantallen en soorten die in geen ander land wordt geëvenaard. Uitstekende verbindingen en voorzieningen en een vleugje cultuur en historisch waardevolle gebouwen completeren het beeld van het nagenoeg 'volmaakte' vakantieland. Onlangs presenteerde Gottmer op de vakantiebeurs in Utrecht zijn reisgids 'Zuid-Afrika', onderdeel van de uitgebreide en succesvolle Dominicus Reeks. In dit rijke en fraai geïllustreerde boek (kleuren en zwart-wit foto's, tekeningen en plattegronden) heeft auteur Ad van Bentum, waar hij toeris tische informatie verschaft, zichtbaar moeite om niet op élke bladzijde met superlatieven te strooien. Dat is met name het geval als hij de ongerepte en uitgestrekte natuurkarakteristieken van de verschillende streken en steden beschrijft. Dat is hem niet kwalijk te nemen, want Zuid-Afrika is een schit terend land. Mocht er ooit een 'top tien' van vakantielanden worden samen gesteld, of een competitie 'vakantieland van het jaar' gehouden worden, de kans is groot dat Zuid-Afrika beide glansrijk wint. Van Bentum heeft zich uiteraard niet beperkt tot alleen maar de ene lyri sche beschrijving na de andere van weer een stuk natuurschoon. Een bruik bare reisgids dient ook boordevol praktische informatie te staan. En dat doet zijn gids ook: over prijzen, afstanden, openbaar vervoer, gedetailleer de informatie over streken en steden, telefoonnummers en adressen, leuke trips. Daarnaast bevat het boek enkele hoofdstukken met algemene infor matie over het land. Daarin komen aan bod het land zelf, de bevolking, de geschiedenis, de cultuur, de economie en de staatsinrichting. Deze hoofd stukken zijn degelijk en nuttig voor diegenen wier kennis over Zuid-Afrika niet verder reikt dan het woord 'apartheid' en tv-beelden van Nelson Man dela en/of geweld in zwarte woonsteden. Aan vakantiereizen naar Zuid-Afrika kleven ook bezwaren. Van Bentum noemt ze wel, maar niet erg van harte, lijkt het wel. Allereerst zijn er prakti sche problemen. Na zo'n twaalf, dertien uur vliegen staat de vakantieganger pas op het vliegveld van Johannesburg en moet zijn eigenlijke vakantie nog beginnen. De afstanden in het land zelf zijn groot, zodat men ofwel over veel tijd moet beschikken, ofwel er genoegen mee moet nemen in korte tijd maar weinig te kunnen zien. Daarnaast is vakantie in Zuid-Afrika niet Naast deze praktische bezwaren spelen nog andere factoren een rol. Het land zit in een politieke overgangsfase die het kwetsbaar maakt. De towns hips met hun ellendige armoede en enorme werkloosheid zijn een van de af schuwelijke erfenissen van de apartheidsperiode. 'Handige'jongens organi seren overigens, uiteraard tegen betaling, sightseeing tours naar de towns hips voor belangstellende toeristen. De vakantieganger kan ze natuurlijk ook links laten liggen. In elk geval neemt hij grote risico's door er op eigen houtje heen te gaan. Want ook in de Zuidafrikaanse samenleving is geweld een probleem. Van Bentum stipt dit en de andere negatieve elementen wel aan (de binnenstad van Kaapstad noemt hij 's nachts 'niet ongevaarlijk'), maar een duidelijker waarschuwing was op zijn plaats geweest. De minputen staan er wel in, maar dat had wat duidelijker gekund. Dat is eigenlijk de enige kritiek die men op deze reisgids kan hebben. De pluspun ten overheersen in grote mate. Daarmee is deze aantrekkelijk uitgevoerde gids een 'must' voor elke (potentiële) vakantieganger naar Zuid-Afrika. Idoor MICHELE JAFFE-PEARCE BEERSHEBA De afgelopen dertig jaar heeft een kalme transformatie plaatsgevonden in de Negevwoestijn in Israël. Eerst kwamen de bomen, waarvan er ongeveer 190 miljoen zijn ge plant sinds 1948. Hierdoor werd de moeizame kringloop van landherstel in beweging gezet. In de schaduw van de bomen ontstond plantengroei; de planten trokken vo gels aan die op hun beurt een voedsel bron vormden voor de terugkerende wilde beesten. Vandaag de dag vind je er, voor het eerst in zeventig jaar, zelfs luipaarden: een duidelijk teken dat het gebied zijn hiërarchische dierenbestand heeft teruggekregen. Bijna driekwart van de Negev is natuur reservaat en speelt een belangrijke rol binnen een nationaal programma on der de naam Hai-Bar om de dieren uit de bijbel terug te brengen in het land van de bijbel. In het hele land zijn nu j strenge natuurbehoudwetten van J kracht; zo is het nu verboden om zelfs maar een doodgewoon bermbloempje te plukken. Nergens heeft dit beleid een meer dynamisch effect dan in de Negevwoestijn. Binnen de 12.750 vierkante kilometer bevinden zich acht verschillende soor ten wildernis, elk met een eigen dieren leven, vegetatie en klimaat. De ver scheidenheid van landvormen binnen een dermate compacte ruimte - van duinen tot bergruggen, van wadi's (dro ge rivierbeddingen) tot ravijnen, van bergen tot oases - zijn de droom van iedere wandelaar. Sinds 1988 heeft de regering dan ook 65 miljoen gulden geïnvesteerd in de openstelling van de woestijn voor het toerisme. Er zijn trektochten en routes uitgestippeld die het de reiziger moge lijk maken bergpassen in het hoogland te verkennen en oude routes die tot een paar jaar geleden nooit in kaart waren gebracht. Als vervoermiddel kun je kie zen uit kamelen, ezels, lama's, duins ki's, jeeps, kleine vliegtuigjes en de be- I nenwagen. Landbrug Door de omvang van de Israëlische woestijn heb je geen dragers of zware bepakking nodig. Een populaire moge lijkheid is de woestijn in te trekken met alleen een gehuurde radio-installatie en een reisorganisator voedsel, kam- peerspullen of (al dan niet gemotori seerd) transport te laten leveren op punten langs de route. Duizenden jaren lang vormde de Negev een essentiële landbrug die India, Ara- bië en Egypte verbond met de Middel- landse-Zeekust. De Nabateeërs, een nomadenvolk dat van 300 v.C. tot 700 n.C. de woestijn bewoonde, hebben er intrigerende sporen achtergelaten van hun handels- en boerenbestaan. Zij ontwikkelden geheime specerijenrou tes, hakten paden uit in de rotsen en maakten gebruik van natuurlijke rust plaatsen op hun lange reizen van Oost naar West. De Negev wordt nog steeds doorkruist door hun wegen, halteplaatsen en rust punten van de karavaans. We volgden een van deze routes te voet langs ver borgen wadi's, diepe kloven en berg passen tot we aankwamen bij En Avdat, een oase die als een goocheltruc ver schijnt uit massieve kalkstenen kliffen, doorgrifd met zwarte vuursteen. Een enorme poel water, afkomstig uit een bron in de verwoeste Nabeeër stad Avdat, trekt als een magneet wolven aan, luipaarden, klipdassen, hyena's en vossen. Verse pootafdrukken en een hoopje klipdasbotjes getuigden van een recente moordactie door een luipaard; rotsduiven, zwaluwen en roetbruine valken vlogen naarstig boven ons hoofd heen en weer. Op de grond, in de schaduw van een At lantische Fistacia, een voorvader van een boom uit de ijstijd, voerde een graafwesp een buitengewone reeks ca priolen uit. Dit kleine schepseltje verza melt larven van insekten in zijn hol. Het wacht de hele winter tot de larven uit komen en voedt zich dan met de jonge insekten. Vijfentwintig minuten lang raasde het zand in het rond terwijl de wesp zijn dodelijke tunnel groef. De oude routes zijn gemakkelijk te vol gen en geven een romantisch beeld van het woestijnleven. Of je nu loopt of rijdt, je geniet het meest door het ritme van het landschap het tempo te laten bepalen. Je moet je energie sparen in plaats van de snelste route te zoeken. Op rotsen en stenen staan tekens die de aard van de route aangeven. Bij sommi ge routes zijn touwladders en metalen ladders geïnstalleerd zodat je kunt af dalen langs kliffen, en in bepaalde jaar getijden kun je van ravijn tot ravijn zwemmen door grillig gevormde berg meren die zo uit een schilderij van Dali lijken te komen. Het was ons alles overheersende ver langen om onagers te zien, wilde Azia tische ezels. Tot de eeuwwisseling zwierven deze snelvoetige beestjes in groten getale door de woestijn. Zij stierven echter al snel uit toen de Brit ten vuurwapens introduceerden in het Midden-Oosten. Als onderdeel van het Hai-Bar programma hebben biologen de wereld doorkruist op zoek naar de ontbrekende fauna. Zij vonden de onagers in Iran (en enke len in een dierentuin in Kopenhagen), maar het kostte veertien jaar in een woestijnreservaat voor de beestjes ge noeg waren gehard om het alleen te redden. De eerste kudde werd met suc ces losgelaten in 1982; nu worden er ie der jaar nieuwe kuddes onagers in de woestijn uitgezet. Nubische steenbokken zijn er ook in overvloed. Wij werden vergast op het schouwspel van twee bronstige manne tjes op een nabijgelegen rots, hun ho rens verstrengeld in een angstaanjagen de strijd. Een vrouwelijke steenbok kan maar één dag in het jaar zwanger wor den - iets wat mannetjes ruiken. Het sterkste mannetje uit de kudde mag haar bevruchten; en te oordelen naar het gevecht waarvan wij getuige waren moet de dame in kwestie het steenbok- kenequivalent van Chanel No 5 gedra gen hebben. De Negevwoestijn is echter niet alleen opmerkelijk vanwege haar dierenleven. Er is een landvorm die alleen voorkomt in de Negev en de Sinaï. Dat is de 'makhtesh', een enorm kraterachtig gat dat ontstaat door de eroderende wer king van de natuur. Een makhtesh ziet eruit als een binnenste buiten gekeerde berg en fungeert als een raam in de aardkorst. De aanwezigheid van vijf van deze ga ten heeft geresulteerd in de vorming van twee geologische reservaten: Mitz- pe Ramon even ten zuiden van Beers- heba en de Timna vallei richting Eilat. Paden leiden er langs lagen gekleurde rotsen eri versteende mineralen in prachtige formaties. Hoe langer je in de woestijn verblijft, hoe meer je oog krijgt voor de enorme variatie van kleuren en vegetatie - voor een deel te danken aan de recen te wederopleving van oude landbouw methoden. De Nabateeërs hebben een uniek landbouwsysteem ontwikkeld, en irrigeerden de akkers met afgevloeid regenwater. Zij groeven kanalen, dam men en terrassen om het kostbare wa ter om te leiden en op te slaan. De Byzantijnen breidden het systeem later uit en de Negev werd een van de meest gecultiveerde gebieden in de re gio. De Arabische verovering in 663 luidde echter het verval van het Byzan tijnse rijk in en tegen de achtste eeuw was er van het complexe waternetwerk weinig meer over; de Negevwoestijn werd een kaal en desolaat gebied, slechts nog bewoond door nomaden stammen. Op dit moment nemen Israëlische agrobiologen de methoden van de Na bateeërs weer over, en met veel succes. Honderden oude waterreservoirs en dammen worden weer in gebruik geno men, oude kanalen worden schoonge maakt en nieuwe uitgegraven. Kleine bosjes acacia-, eucalyptus-, pistache- en amandelbomen sieren het landschap nu met regelmatige tussenpozen en iedere nieuwe aanplant zet zijn eigen ketting reactie in gang. Als gevolg van de diversiteit van de ve getatie is de woestijn een paradijs voor vogelkijkers geworden. De hemel bo ven Eilat geldt nu, naast Costa Rica, als de drukste vogelsnelweg ter wereld. Twee keer per jaar trekken zo'n 500 miljoen vogels uit Oost-Europa en West-Azië naar Afrika en weer terug via de Negevwoestijn. De vogels worden aangetrokken door de combinatie van groen, waterplassen, zoutpannen, kiezel- en zandvlakten. Ook de weersomstandigheden in de woestijn zijn uniek. Zodra de zon de rotsen verwarmt waaien er thermische winden, die de vogels helpen vliegen en zweven zonder dat ze al te veel energie hoeven te verbruiken. Maart en april zijn de beste maanden om vogels te kijken. In die tijd kun je 400 verschillende soorten gevleugelden aanschouwen, waaronder alle denkbare soorten pelikanen, arenden, nachtega len, uilen, nachtzwaluwen en zonnevo- gels. Er is echter door het hele jaar vo gelactiviteit en het Internationaal Vo gelwaarnemingscentrum bij Eilat wordt dan ook druk bezocht. Als al dit dierenleven wat te veel wordt, kun je je terugtrekken in een toe vluchtsoord in de woestijn. 'Succah in de Woestijn' is een van die zeldzame plaatsen waar fysiek comfort gepaard gaat met geestelijke rust. Het toe vluchtsoord ligt acht kilometer van de dichtstbijzijnde weg en bestaat uit ze ven met palmbladeren overdekte ver blijven die in het landschap passen als mos op een rots. Overdag kun je er niets anders doen dan wandelen, na denken en luisteren naar het groeien van de planten. Als middel tegen stress werkt een verblijf in zo'n woestijnoord beter dan aspirine of therapie. (c) The Sunday Times Stammen trekken met hun dieren door de grote lege ruimte, waarin ook de onager, de wilde Aziatische ezel, is teruggekeerd. FOTO: SP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 35