'Overheid moet maar eens kleur bekennen' Zuinig met bloed Ccidae Gouocmt GEZOND EN WEL Stichting Chronisch Zieke Kinderen en Jongeren vecht voor voortbestaan Bestrijding symptomen bij CAR; MAANDAG 10 FEBRUARI 1992 Het is dit jaar erop of eronder. Vijfjaar is de Stichting Chronisch Zieke Kinderen en Jongeren (CZK) nu be zig om haar bestaansrecht te bewijzen. Voor jongeren met een onzichtbare handicap (zoals nierziektes, CARA, epilepsie, diabetes) is CZK de enige in het land die voor hen op de bres staat. Zelfs in Europa is deze stichting uniek. Het enige probleem waar ze op dit moment nog mee kampen is het geld. De workshop 'Chronisch Ziek, mij een zorg', die op maandag 24 fe bruari in Zwolle wordt gehouden en waar kopstukken als staatssecretaris Simons aanwezig zijn, is volgens directeur Siety Baldew-Visser dan ook een laatste noodkreet. „We bedelen al vijfjaar. De overheid zal nu over de brug moeten komen. Want alleen van dikke rapporten wordt de patiënt niet beter". Twee van de sprekers op het maandag 24 februari te houden congres in Zwolle: drs. H.J. Simons, staatssecretaris WVC en drs. W.J. Deetman, voorzitter Tweede Kamer en bestuurslid CZK. FOTO'S: ANP In Nederland zijn naar schat ting 400.000 jongeren met een chronische ziekte. Uit on derzoeken blijkt dat tussen de 10 en 30 procent van hen psychische problemen heeft, omdat ze zich uitgerangeerd voelen. De CZK is ontstaan doordat de Hartstichting in 1980 constateerde dat veel jonge hartpatiënten, nadat ze medisch gezien waren uitbe- handeld tussen wal en schip terecht kwamen. De begelei ding die deze en andere chro nisch zieken kregen bij bij voorbeeld een beroepskeuze was nihil. Aan Siety Baldew, die destijds beroepskeuzead viseur was, werd gevraagd of ze deze jongeren op weg wil de helpen. „En dit is," zegt ze nu „eigenlijk het prille begin van de CZK geweest, die in 1986 is opgericht." Volgens Baldew hebben chronisch zieke jongeren een extra handicap omdat hun ziekte vaak onzichtbaar is voor de buitenwereld. „Als ie mand een zichtbare handicap heeft dan moet hij er wel voor uit komen. Bij chronisch zie ken is dat anders. Je ziet het vaak niet. Het komt dan ook nog (veel te vaak) voor dat ze hun handicap verzwijgen om er toch maar gewoon bij te horen. De faalangst is ontzet tend hoog". Hoge koorets Angela Snuverink, voorlich tingsmedewerkster van CZK, heeft dit aan den lijve onder vonden. Als CARA-patiente moest ze vroeger al veel van school verzuimen. „Ik krijg soms plotseling hoge koorts, waardoor ik wel zes weken uit de roulatie ben". Doordat ze altijd de gelegenheid kreeg om het schoolwerk in te halen behaalde ze haar middelbare school-diploma en begon daarna vol goede moed aan een studie pedago giek. Daar ging het na een aantal jaren mis. Angela: „Als ik ziek was ge weest mocht ik mijn tenta mens niet meer inhalen. Er werd totaal geen rekening met mijn ziekte gehouden". Het gevolg was dat ze hele maal vastliep. „Ik had geen zelfvertrouwen meer. Altijd had ik geknokt om maar net zo te zijn als iedereen. Ik wou gewoon niet toegeven dat ik chronisch ziek was. Dat kost te zoveel énergie. Op het laatst kon ik dat gewoon niet In hetzelfde jaar dat Angela het hoofd in de schoot legde, werd de CZK opgericht. An gela: „Dat is mijn geluk ge weest. Hier hebben ze me weer op weg geholpen. Sa men hebben we gekeken wat de meest geschikte opleiding voor me zou zijn." Nu stu deert ze MO-pedagogiek. „Ik heb gekozen voor mijn inte resse en niet direct voor een Bovendien werkt ze twee da gen per week voor de CZK als voorlichtster. „Deze baan heb ik niet gekregen omdat ze hier medelijden met mij had den, maar omdat ik het aan kan. Het gaat nu veel beter met me. Vanaf het moment dat ik erkende dat ik chro nisch ziek was, ben ik veel minder vaak ziek. Omdat ik weet dat ik mijn energie moet verdelen". Wat Angela de laatste jaren ook geleerd heeft is dat zij de gene is die aan moet géven hoe ze haar werk zo goed mo gelijk kan doen. „Je kunt van een werkgever niet verwach ten dat hij met oplossingen komt aandragen. Daarom heb ik zelf flexibele werktij den voorgesteld. Als ik nu een aanval heb gehad, dan werk ik een aantal weken daarna drie in plaats van twee dagen per week. Ik voel me nu dan ook niet meer schul dig als ik een tijdje uit de rou latie ben". Onderzoek De loopbaanbegeleiding is vanaf de oprichting een ker nactiviteit van de stichting geweest. Uit een onlangs ver schenen onderzoek naar de resultaten blijkt dat van de 250 jongeren (per jaar) die ad vies en begeleiding van de stichting krijgen, meer dan 30 procent een passende op leiding of baan vindt. Naast de loopbaanbegeleiding houdt de Stichting zich bezig met een aantal opleidingen en projekten. Het nieuwste project is 'Gezond Werken', een werkervaringsprojekt voor jongeren met CARA. Ook de reacties hierop zijn, "aldus Baldew, heel positief. „Wij hebben de afgelopen ja ren bewezen dat er naast de 'normal,e' hulpverlening aan chronisch zieken een enorme behoefte bestaat aan deze vorm van begeleiding". Bal dew hoopt dan ook dat de overheid dit nu ook eindelijk eens erkend. „Wij worden nog steeds gezien als experi ment. Voor elk project moeten weer ellenlange for mulieren worden ingevuld. Op die manier kun je niets structureels opbouwen." Niet alleen de overheid neemt een afwachtende houding aan. Ook de financiers, de zorg- en ziektekostenverzekeraars ge ven nog vaak 'niet thuis' als er gevraagd wordt psychoso ciale hulp te vergoeden. „Ons probleem is dat we niet plaatsbaar zijn.,' zegt Baldew, „Omdat we het kruispunt zijn tussen onderwijs, ge zondheidszorg en arbeid val len we eigenlijk nergens on der". Het congres, dat op 24 februa ri ter gelegenheid van het vijf-jarig bestaan wordt ge houden zal, als het .aan Bal dew en haar medewerkers ligt, dan ook beslist niet vrij blijvend zijn. „De overheid moet nu maar eens kleur be kennen. Gezien de antwoor den van staatssecretaris Si mons op Tweede Kamervra gen blijf ik hoopvol gestemd. Op het congres zal naar voren moeten komen hóe verant woordelijk de overheid zich voor chronisch zieke jonge ren voelt". Als de overheid fi nancieel niet over de brug komt ziet Siety Baldew de toekomst voor de CZK som ber in. „Dat zal ernstige con sequenties hebben. Want het is niet verantwoord om op deze manier verder te gaan. Het is nu echt erop of eron der." Workshop De workshop 'Chronisch ziek, mij een zorg!' wordt ge houden op maandag 24 febru ari in het stadhuis van Zwol le. Sprekers zijn onder ande re: Drs. H.J. Simons, staatsse cretaris WVC; Dr. A. Rinnooy Kan, voorzitter Verbond Ne derlandse Ondernemingen; Drs. W.J. Deetman, voorzitter Tweede Kamer en bestuurs lid CZK; Mr. N. de Jong, di recteur Vereniging Neder landse Zorgverzekeraars; Drs. C. Pot, directeur bemid deling Centraal bureau voor de arbeidsvoorziening, Mr. J.C. van Hasselt, Commissa ris van de Koningin Overijs sel en Prof. dr. J. Greep, hoog leraar chirurgie en mede-op- richter CZK. Het congres be gint om half tien. Ik weet iets goed van jou. Flower power. Tegen het einde van het afgelopen jaar heb ik over en „Verlangen" geschreven. Daarin heb ik me erover «aniUeuu uitgesproken dat een kind - maar net zo goed een vu (NCRV volwassene er de kans, de tijd voor moet krijgen om jrneer ove sommige van zijn behoeften te laten uitgroeien naar Van de zit werkelijk verlangen. Bovendien dat ook aan het verlariuizen var tijd moet worden gegund om te rijpen. n Frankrijl Dat was niet een schoon verzinsel, dq,t misschien wel aian de kon pedagogisch kon klinken. Waarmee moeders en uadersLopKi jengelende kinderen zouden moeten proberen van het houden, als ze weereens wat nieuws of anders begeren. IRTL4 5 Ut welbewust de laatste van deze twee columns geschreveim overt onder een motto, ontleend aan het werk van de bekendis bijdragi Anna Terruwe. Jve-versla Het heeft me veel genoegen gedaan dat er positief op isp-Tot slot. gereageerd. Dat genoegen was trouwens dubbelop. Wari|al overliJ de ene kant kon ik me erover verheugen dat men het f'1? accepteerde, zelfs waardeerde, dat deze theorie van mevrv Terruwe weer boven water werd gehaald. En ten tweeS0^ m knoopten de instemmende reacties aan bij nog een and 3 ernieu misschien ook wel vergeten stelling van deze Nijmeegse?.^ psychiater, de theorie van de bevestiging. Bij de 0PuatlfeeSjnaie dus, dat een mens, jong of oud, groeit, sterker wordt on<f m, positieve benadering van de ander(en). In het geval ^a!hijf van dt jonge menszijn opvoeders. Ik verheel u niet, dat ik mef bevestigd heb gevoeld. Het gaat mij aan het hart dat ELFILIV theorieën, weldoordachte opvattingen uit het niet eens Ljn 1 pi verre verleden in onze dagen zo gemakkelijk terzijde ^TrL4 PALI geschoven. Zeker zou ik er niet voor willen pleiten dat |2 (VOO) mensen die op leeftijd komen voortdurend het uerledenjTLPTHE verheerlijken, de mening verkondigend dat vroeger ailmyN 2 FL veel beter was dan nu. J)F THE E Maar anderzijds, ondanks de aangrijpende roman die REST THE van Dullemen onder de titel „Vroeger is dood" jaren gejuPER Tl heeft geschreven, een boek dat terecht nog steeds wordt ITLPUNT herdrukt, kunnen we er toch werkelijk niet van uit gaaflLP NIG alles van vroeger voorgoed voorbij, passé is. Bevestiging. Ik ben er stellig van overtuigd dat zowel dl van de bevestiging als die van de rijping van het verlat-, niet kan worden opgeborgen; bijgezet in het mausoleumVAT afgestorven zaken. (EST16.o<! Éen lezer uit Almelo schreef, dat ze al „Nijmeegse" de ^C^euwsM heeft meegemaakt dat Anna Terruwe kerken vol mensen die ze in groot enthousiasme toesprak, om hen er zich üIijnmonc bewust te maken hoe belangrijk het is, elkaar te beuestij17 03 Eri Zijn we het helemaal vergetenWeten we ook al niet Tne41n^oi°S de flower-power-beweging, eind jaren zestig, begin jare1 zeventige. een eender lied aanhief? „Ik weet iets goeds 11605 no jou". Zijn we tegenwoordig allemaal zo sterk met onszawsradio 1 bezig dat we niet meer „zien" wat de ander aan bte ranc aantrekkelijks heeft, wat hij goed doetZodat we daarfc^efhet ook nooit meer naar verwijzen... .Als alles in je werk ojsy iistenu rolletjes loopt, hoor je nooit wat" verzuchten mensen dikt- nacht na; ..maar o wee, als er iets mis gaat, dan komt er comment^mornin! Hebben we niet al te gemakkelijk kritiek op dat wat nietig 04 E0 wat niet naar wens gaat. En verzuimen we niet herhaalc open hi iemand te complimenteren of een pluim te geven als deling 17.c marcheert? Dat is toch de alledaagse bewoording van ierlds®'" 1® bevestigen. Zonde is het, dat we in onze dagelikse contrr^g 2o°l en relaties helemaal verleerd lijken te zijn dat een teker^sbreec waardering, een onderstrepen van iemands kwaliteitendiaai 21 .j prestaties die ander doet groeien. Zodat die weer een dt1 in de goede richting krijgt. Eos De Laat nu niemand zich wijsmaken dat de ander bevestig Filter 2 gevaren zou inhouden. Want het is pertinent niet uiaardesiijn een kind dat bevestigd wordt verwend, een volwassene een blijk van waardering ervaart verwaand zou worde pgChn tukenmis door GERRIT JAN VAN 0CHTEN, apotheker Idoor JAN PAALMAN De onvoorstelbare hoeveel heid van 400.000 liter bloed die jaarlijks door een half miljoen donoren om niet wordt afgestaan, een bron van leven voor tienduizenden patiënten, lijkt de laatste tijd steeds meer een bron van zorg. Hemofiliepatiënten wil len nu schadevergoeding om dat ze door besmette bloed- produkten aids hebben opge lopen. Bloedbanken lieten vorige week weten dat ze alle patiënten gaan opsporen die voor april 1991 door een bloedtransfusie met het he- patitis-C-virus zijn besmet. Een week daarvoor maakten de directeuren van de Provin ciale Raden voor de Volksge zondheid zich 'ernstige zor gen' omdat het merendeel, zeventig procent, van alle transfusies van bloedplasma zonder goede reden zou wor den gegeven. Een cirkel lijkt zich te slui ten. De geestelijke vader van de bloedtransfusie, Karl Landsteiner, de man die in 1900 de bloedgroepen ont dekte, waarschuwde toen al dat „men nooit een bloed transfusie moet geven tenzij dit het risico waard is". Nu was in die tijd het uitvoeren van een transfusie een einde loos gehannes waarbij van al les mis kon gaan, en het zou tot in de Tweede Wereldoor log duren voordat transfusie van bloed medische routine zou worden. Maar in de jaren zestig beleefde de bloed transfusie haar grootste triomfen. Ze maakte het Gro te Opereren mogelijk ge waagde ingrepen in het open hart, aan het heupgewricht of in de lever waarbij niet zelden alle zes liter bloed bin nen 24 uur door ander bloed moet worden vervangen. Eind jaren zestig slaagde men er in om grote hoeveel heden Factor 8 uit bloedplas- ma te puren. Zonder deze stollingsfactor leven hemofi liepatiënten gemiddeld zes jaar; met deze onmisbare stof leven ze bijna even lang? als elke andere Nederlander. In die tijd maakten de bloed banken zich zorgen. Eenvou- Bevestiging dige zorgen. Hoe kunnen we aan de bijna onbeperkte vraag naar bloed voldoen? Men stapte af van het geven van 'vol bloed'. Bloed werd voortaan gesplitst in zijn werkzame bestanddelen. Van een eenheid donorbloed, een halve liter, kunnen de rode bloedcellen naar een patiënt die rode bloedcellen te kort komt, de stollende bloed- plaatjes gaan naar een 'pa tiënt met een gebrek aan die plaatjes, het plasma vult bij operatiepatiënten een tekort aan bloedvloeistof aan of men maakt er Factor 8 van. Men was vooral zuinig op bloed vanwege gebrek aan geld. Voorbij Die onbekommerde tijden zijn nu voorbij. Na de ge slachtsdaad is het krijgen van andermans bloed het al- lerintiemste lichamelijk con tact datje met een medemens kunt hebben. Zijn of haar bloed wordt jouw bloed - en dat is mooi, want een transfu sie heeft menigeen van de Poorten des Doods wegge sleept - maar zijn ziektekie men worden ook jouw ziekte kiemen. Hoe veilig is donor- bloed? Tamelijk veilig, in Nederland zelfs heel veilig, en in elk ge val stukken veiliger dan pak weg zeven jaar geleden. Be smetting met Treponema Pallidum, de verwekker van syfilis, of het hepatitis-B-vi- rus kwam toen en nu nauwe lijks voor omdat het donor- bloed daar altijd al op werd onderzocht. Maar Hfv, het aidsvirus, waarde al een aan tal jaren rond in vooral Ame rikaans donorbloed voordat men in 1985 daar een test voor ontwikkelde. Alle geval len, bijna alle gevallen, van aids ten gevolge van bloed transfusie dateren uit de pe riode voor 1985. Op dit mo ment is in Nederland de kans op een HIV-besmetting door transfusie bijna onmeetbaar klein, volgens sommigen een op de miljoen, en dat is zo on geveer de kans om te verdrin ken in bad. En dan is er dat hepatitis-C-virus, een tame lijk ongrijpbaar microbeest. Dit virus veroorzaakt in de Het bloed wordt bij een van de 400.000 doneren afgetapt. meeste gevallen een lichte le verontsteking die meestal ongemerkt voorbij gaat. De helft van de patiënten wordt chronisch drager wat na tien, twintig of dertig jaar aanlei ding kan geven tot een aan tasting van de lever. Een test op dit virus kwam in januari 1990 beschikbaar, maar het zou tot 1 april 1991 duren voordat de bloedbanken toe stemming kregen om het bloed öp dit virus te testen. In Qie anderhalf jaar, zo kon men onlangs nog in de krant lezen, zouden 1600 operatie patiënten met dit virus zijn besmet. Dat blijken - zo wees een onderzoek mejt de nieuwe en betrouwbaardere 'derde generatie test' uit - achteraf slechts enkele hon derden te zijn geweest. Meer zorgen Waar men zich meer zorgen over maakt, en waar je in de gewone pers zelden over leest, is het volgende. Donor bloed lijkt de afweer van de ontvanger tijdelijk te kunnen onderdrukken. Van die we tenschap maakt mqn al jaar en dag dankbaar gebruik bij niertransplantaties: een bloedtransfusie voor de ope ratie verlaagt de afweer van de patiënt zodat de ontvan gen nier minder snel wordt afgestoten. Maar er is meer. Een bloedtransfusie met an dermans bloed heeft ook als gevolg dat de afweer zijn taak verwaarloost bij de bestrij ding van ziektekiemen. In derdaad komen infecties aan zienlijk vaker voor bij patiën ten die tijdens of na,de opera tie bloed van iemand anders hebben gekregen. Men denkt zelfs te weten, maar een slui tend bewijs is er (nog) niet, dat met name kanker van de dikke darm sneller terug komt als de patiënt tijdens de operatie donorbloed heeft ge had. Dit alles was voor een aantal anesthesisten reden genoeg om vorig jaar oktober een symposium te houden met de titel 'Zuinig met bloed'. Hoe kan men bij operaties het ge ven van donorbloed zoveel mogelijk beperken? Daar zijn allerlei technieken voor. Hartchirurgen vervangen vaak eerst een deel van het bloed van de patiënt' door kunstmatige bloedvloeistof, om dan later dat bloed weer aan de patiënt toe te dienen. Tamelijk nieuw is de Cell-sa- ver, een apparaat dat het bloed in de wond opvangt, be- FOTO: STEPHEN EVENHUIS werkt en weer aan de patiënt teruggeeft. Dan is er de zoge heten autologe transfusie. Als de datum van een opera tie vaststaat, en als er geen medische bezwaren zijn, dan is het mogelijk om in de we ken voor de operatie enkele liters bloed bij de patiënt af te nemen, die hij later, zonodig, weer terugkrijgt. Als alle. technieken zouden worden ingezet, dan is gebruik van donorbloed bij operaties na genoeg geheel te vermijden. Achter Nederland loopt wat dit be treft achter bij het buiten land. Waarschijnlijk vanwege de 'wet van de remmende voorsprong'. In Amerika is zeventig procent van alle he mofiliepatiënten met het aidsvirus besmet, in Duits land zestig procent, maar in Nederland 'slechts' zeventien procent. Ons bloed is het vei ligste donorbloed van de we reld en dat maakte het invoe ren van bloedsparende tech nieken wat minder urgent. Maar operatiepatiënten ge bruiken slechts de helft van het donorbloed. Andere pa tiënten hebben het nog steeds bloednodig. CARA is een verzameling van ziekten die moeilijk is bestrij- den, voornamelijk omdat de oorzaak lang niet altijd duide lijk is. Dit betekent dat alleen de symptomen van deze lucht wegaandoeningen bestreden kunnen worden. CARA is de afkorting van: Chronisch Aspecifieke Respi ratoire Aandoeningen. Chro nisch betekent dat de ziekte niet overgaat. Aspecifiek duidt erop dat we spreken over ver schillende ziektebeelden, zo als astma, bronchitis en emfy seem, waarvan de oorzaak moeilijk is vast te stellen. Res piratoir staat voor de luchtwe gen. De verschijnselen van CARA zijn onder andere: pie pend ademhalen, benauwd heid en hoesten. CARA kan er felijk zijn. Emfyseem is het meest ernstige stadium van CARA. Het longweefsel is dan niet meer in staat te herstellen. Aanvallen De luchtwegen zijn bij CARA gevoeliger voor allerlei prik kels van buitenaf. De aanval len kunnen worden veroor zaakt door: kou, warmte, rook, droge lucht, mist, of zelfs door emtoties. Ook allergie kan een belangrijk spelen bij CARA, bijvoorbeeld overgevoeligheid door dons, veel soorten stuif meel en huisstof. De longen re ageren op deze prikkels met een samentrekking van long- spiertjes. Ook komt er meer slijm vrij dan normaal. Het uit ademenen wordt moeilijker en het longweefsel raakt ontsto ken. De behandeling van CARA moet gericht zijn op het voor komen van prikkels. Dat bete kent dat men prikkelende stof fen moet verwijderen en het hele huis moet nakijken, on der meer dons, vloerbedek king en meubels. Desgewenst kunt u advies krijgen bij huis of Astmafonds. Roken moet worden vermeden. Geneesmiddelen kunnen wor den gebruikt als andere maat regelen niet helpen. In de eer ste plaats zijn er medicijnen te gen allergische reacties. Lo- mudal bijvoorbeeld wordt ge bruikt om zo'n reactie te voor komen. Maar er zijn ook mid delen die gebruikt worden als reactie al op gang is gekomen. Ten tweede kan men de be- Carapatiënten kunnen het flink benauwd krijgen. nauwdheid bestrijden: de longspiertjes worden ontspan nen, wat het ademen verge makkelijkt (met Theolin, The- lair, Bricanyl, Ventolin of Be- rotec). Het is erg belangrijk de gebruiksaanwzijging goed te volgen. Overdosering kan ver velende gevolgen hebben, denk aan toename van bijwer kingen. Ontstekingen Er zijn middelen verkrijgbaar tomen die gebruikt worden q M stekingen in het longpN te remmen. Deze mfclN worden gebruikt om e^D val te voorkomen en dus niet bij acute heid (Becotide, P Het kan dus gebeuren f CARA-patiënt versclf medicijnen tegelijk 1 men. Voor vragen kuif°P recht bij uw huisarts, aff of het Nederlands I Fonds (tel. 033-941814).!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 10