Ard Schenk wil
lastpost blijven
Laatbloeier Jan Charisius houdt niet van gesjoemel
fieidóc Qowiant
m
WINTERSPELEN
ZATERDAG 8 FEBRUARI 1992 PAGINA 2
ALBERTVILLE - Tijdens het
gesprek wordt chef d'équipe Ard
Schenk plots onderbroken door
een paar enthousiaste Noren. Of
hij inderdaad zitting neemt in
het bestuur van de internationa
le schaatsunie (ISU). In vloeiend
Noors houdt Schenk zich op de
vlakte. „Eerst moet ik worden
gekozen", vertrouwt hij de Scan
dinavische schaatsliefhebbers di
plomatiek toe.
Schenk weet namelijk dat zijn kandida
tuur op verzet zal stuiten. De olympisch
kampioen van weleer staat namelijk te
boek als een eigenzinnige lastpost.
Vroeger al stond hij aan het front tegen
de gevestigde schaatsorde te vechten,
en ook nu loopt hij niet in de pas van de
bondsbonzen. Vorig jaar nog stelde hij
een kritisch rapport op ten aanzien van
de schaatsbaan in Albertville. Volgens
Schenk olympisch onwaardig. De ISU
negeerde de harde noten. „Ik heb er in
elk geval nooit een reactie op gehad",
zegt Schenk.
De aanloop naar de Olympische Spelen
bracht de 47-jarige Schenk in contact
met bobbers, schaatsers en skiërs. Een
bondsofficial in spijkerbroek en trui, in
plaats van het traditionele driedelig
pak. Het is de wintersport in Nederland
ten goede gekomen. Schenk neemt de
sporten serieus. Beslissingen louter ge
nomen op grond van zakelijkheid zijn
uit den boze. Dat neemt niet weg dat
Schenk streng is. De Coubertin-ge-
dachte 'Meedoen is belangrijker dan
winnen' vindt hij achterhaald. Dat vond
hij in zijn tijd als actief schaatser al. Wie
geen kans heeft Nederland op waardige
wijze te verdedigen, krijgt geen ticket.
Schenk wikt en beschikt. Maar alles in
nauwe samenwerking met het NOC,
haast hij zich te zeggen.
Geen wijken
Schansspringer Konijnenberg is het
overkomen. Schenk en het NOC wilden
van geen wijken weten, toen Konijnen
berg niet eens in de buurt kwam van de
NOC-limiet. Ook bleek hij niet vatbaar
voor NIPO-enquête die de schanssprin
ger opzette. 53% van de ondervraagde
Nederlanders vond dat Konijnenberg
van de olympische helling mocht glij
den. Types als 'Eddy the Eagle' heeft de
wereld volop, Nederland hoefde geen
duplikaat uit te zenden.
„Toen ik hoorde dat een schansssprin
ger uit Swaziland zich had aangemeld
dacht ik even dat Konijnenberg weer
een ludieke actie had bedacht. Dat
alarm bleek loos. Maar er zijn zelfs an
dere Afrikaanse staten die skiërs stu
ren. Dan zijn er twee mogelijkheden.
Of een rijke regeringsleider heeft een
zoontje op een Zwitsers internaat zitten
die redelijk kan skiën, of het stelt hele
maal niets voor. Ik vind met het aanwe
zige niveau in ogenschouw datje de top
moet laten komen. Voor een aantal
ontwikkelde sportlanden, waar ik Ne
derland ook onder schaar, vind ik dan
niet dat meedoen belangrijker is dan
winnen".
„Het IOC kan je toelaten, zeggen de re
glementen. Dat heb ik de Nederlandse
Skivereniging ook gezegd. Meldt Konij
nenberg maar aan. Maar datzelfde
hoofdstukje zegt verder dat je alleen
mensen die goed geprepareerd en op
internationaal niveau een redelijk fi
guur slaan naar de Spelen moet sturen.
Er wordt bovendien een gigantisch
deelnemersveld verwacht dat het nau
welijks meer is te organiseren. In Bar
celona hebben ze ook gezegd: 15.000 en
niet meer. Daarom wordt de kwaliteits
norm door het IOC nu strenger gehan
teerd dan vroeger gebruikelijk was".
Excuus
„Als mensen de limiet niet halen, wordt
er altijd wel een goed excuus bedacht.
Dat is altjd zo. Vorig jaar, voordat de
zomer begon, hebben we afspraken ge
maakt, waar iedereen accoord mee
ging. Plaatsen bij de laatste acht in een
wereldbekerklassement is een voor
waarde. Neem nou de bobslee-équipes.
Die zeggen dat ze pech hebben gehad,
zich niet goed hebben kunnen voorbe
reiden, dat de bond niet meewerkte,
dat de wind uit de verkeerde hoek waai
de. Enzovoort. Er was altijd wat. Dan
kun je ook zeggen, nummer 36 mag ook
nog mee. Omdat die hetzelfde verhaal
ophangt".
„Konijnenberg zou het uniek vinden als
Nederland bij het schansspringen is
vertegenwoordigd. Dat is een discussie
punt. We hebben strenge eisen opge
steld, maar je bereikt er wel mee dat je
met mensen naar de Spelen toegaat;
die kans van slagen hebben. Je kunt ook
zeggen dat uitwijzing naar Albertville
stimulerend zou werken voor de sport
in Nederland. Maar je kunt net zo goed
stimulerend werken door stapsgewijs in
een World Cup-competitie prestaties te
leveren. Waardoor iedereen zegt 'hé
verrek, dat bobsleeën gaat goed. Die
jongens zitten bij de eerste tien, die sco
ren'".
„In overleg met de bonden en atleten is
tot deze afspraken gekomen. Dat ver
geet iedereen wel eens. De bobbers wa
ren uiterst tevreden met de limiet dat
een plaats bij de eerste vijftien voldoen
de zou zijn. Dat is een uitdaging voor
ons, riep men. Van de keiharde eerste
acht ging men naar de beste vijftien.
Het zou allemaal goed komen, jullie
(an S
Ard Schenk: Voor een aantal ontwikkelde sportlandenwaar ik Nederland ook onder schaar, vind ik niet dat meedoen belangrijker is dan winnen
Ik wa
zijn ons enorm tegemoet gekomen, zei
den ze. Ik bedoel maar, aan het NOC
ligt het niet".
Commentator
Ard Schenk werd in totaal drie keer we
reldkampioen, pakte evenzovele Euro
pese titels, veroverde drie gouden plak
ken op de Winterspelen in Sapporo en
deelde vier jaar eerder in 1968 in Gre
noble op de 1500 meter het zilver met
de Noor Eriksen. Kees Verkerk won
overigens op die afstand goud. Schenk
probeerde het vervolgens even als pro
fessional en tv-commentator. Beide
avonturen mislukten volkomen. Omdat
hij tegelijkertijd de heldenverering
spuugzat was, koos hij voor de luwte in
Noord-Holland. Een fysiotherapie-
praktijk in Purmerend hielp hem daar
bij.
„Ik ben enthousiaster voor deze Spelen
dan voor die van 1972", zegt Schenk.
„Omdat je toen alleen maar met het le
veren van prestaties bezig was. Nu ben
je betrokken met de hele happening.
Toen kwam je slechts voor de afstan
den. Je trainde wat en ging daarna met
een terug. Van de totale beleving van
verbroedering merk je niets. Een kan
didaat voor een medaille is er heel an
ders mee bezig dan een Olympisch toe
rist. Nu is het heel anders. Dit soort
voorbereidingen ging in het verleden
volledig langs je heen. Topsporters van
nu kunnen je dat over een paar jaar na
vertellen".
Stof
Schenks schaatscarrière zit nog niet on
der het stof. Met de regelmaat van de
klok worden zijn kunsten uit de herin
nering opgehaald. De naam Schenk
draagt iets magisch, zelfs in het koele
en nuchtere Nederland. Verkerk, te
genwoordig in Noorwegen woonachtig,
zei onlangs nog wekelijks de fenome
nen „Ard en Keessie" toe te moeten
lichten.
„De naam Schenk beroemder dan die
van Vergeer? Ik denk dat dat te maken
heeft met de tijd van toen. Iedereen
weet ook nog wie Fanny Blankers-Koen
is. En Abe Lenstra. Dat is blijven han
gen. Kees en ik waren een hele episode.
Samen met Ajax en Feyenoord in de
Europa Cup. In die periode kreeg de
sport zoveel belangstelling. Het was
nieuw. Twintig jaar jaar werd het an
ders beoordeeld. Tegenwoordig gaat
het sneller. De ene dag is het een pop
ster en de volgende dag is het weer wat
anders. Het rouleert zo snel dat je niet
meer in gelegenheid wordt gesteld het
FOTO: OOk
ér les
ben i
op dezelfde manier te beleven als del) met
tijds. De hang naar vroeger blijft daaeke g
om juist extra hangen, denk ik". ieve t<
Of Albertville weer net zo'n fenomee
voortbrengt als Schenk in Sappor^H*
Heiden in Lake Placid en Van GennL
in Calgary is de vraag. Volgens Scheif
maakt Johann Olav Koss, tot vervelefj
toe vergeleken met Schenk en Heidef
een goede kans. „Hij heeft alle mog
lijkheden daarvoor. De kans dat hij q
drie afstanden kan excelleren is ruiif
schoots aanwezig. Maar sinds zijn zea
tocht prikkelt hij tegenstanders,
juist daar liggen mogelijkheden
hem te verslaan. Want hij moet al^
blijven, op elke afstand. Alleen maf
alert blijven. Maar er gebeuren natuu
lijk de gekste dingen. Vier jaar terw\
reed Karlstad alleen maar wereldii*
cords. Op de Spelen haalde hij
moeite de finish. Ik bedoel maar".
ALBERTVILLE - Actief zijn
gedurende vijf Olympische Spe
len is voor de meeste sportmen
sen niet weggelegd. Temeer als
er tussen begin en nu veertig ja
ren liggen. Voor Jan Charisius
betekenen de Winterspelen in
Albertville, dat hij daarmee een
'lustrum' viert. Opvallend is de
opbouw van die vijf keer: in 1952
in Oslo behoorde Charisius tot
de deelnemers, in 1964 (Inns
bruck) en 1968 (Grenoble) was
hij chef d'équipe van de Neder
landse ploeg, in 1988 in Calgary
was hij scheidsrechter en dit jaar
is hij als TC-lid van de ISU in Al
bertville.
Tussen 1952 en 1992 zitten veertig ja
ren, waarin de Leeuwarder internatio
naal al heel wat ijssmaken heeft ge
proefd. Afgelopen weekeinde nog trok
Charisius het scheidsrechterstenue aan
bij de wereldkampioenschappen junio
ren in Warschau. Ook in de periode dat
hij als ambtenaar der rijksbelastingen
zijn brood verdiende, zat Charisius niet
veel op zijn stoel. Die onrust zit de nu
65-jarige Leeuwarder nog in het
schaatsbloed. Nog steeds lijkt hij, als
laatbloeier, met een inhaalrace bezig.
De oorlogsjaren werkten op de carrière
van Charisius remmend. Het gevolg
was dat de stevige Friese schaatser pas
in 1950 de nationale kernploeg kon ha
len. „De ontwikkeling begon pas na de
oorlog. Ik weet nog dat ik bij de open
Friese kampioenschappen in Leeuwar
den amper een bocht kon rijden. Ik
leerde het toen van westelijke jongens
en dat ging goed. In 1950 werd ik in
Zutphen derde bij de Nederlandse
kampioenschappen en mocht ik van
Klaas Schenk voor het eerst in de kern
ploeg", aldus schetst Charisius die be
ginperiode.
In die tijd kon het kampioenschap nog
op Oudejaarsdag worden verreden.
Jan Charisius: „Ik heb geluk gehad dat ik alle facetten van de schaatssport heb doorlopen
en op bepaalde zaken verdacht ben. Ook wat journalisten betreftFOTO: PERSUNIE
Van de 41 deelnemers werd Charisius
derde in het totaalklassement achter
Kees Broekman en Gerard Maarse.
Opvallend daarbij was dat hij niet al
leen derde werd op de 500 meter in 49
rond, maar tevens derde op de tien ki
lometer in 19.13.5.
inuutje
Hoewel Charisius officieel te boek staat
als olympische deelnemer, heeft die
pret in werkelijkheid maar een halve
minuut geduurd in Oslo. „In een met
dertigduizend toeschouwers propvol
Bislet-stadion kon ik op de 500 meter
de bocht niet houden en ging onderuit.
Toen had je nog een kruising, die zo'n
zeventig meter lang was met een kruis
puntwachter in de baan. Ik was op de
buitenbaan gestart, maar kruiste voor
mijn tegenstander langs. Ik kwam toen
recht op de kruispuntwachter af, waar
door ik de bocht te nauw nam en one-
ruit ging. Omdat het mijn enige afstand
was, betekende het wel het einde van
mijn deelname", aldus Charisius, die
verder kon toekijken hoe Wim van der
Voort later goud won op de 1500 meter
en Kees Broekman zilveren medailles
haalde op de langste afstanden.
Waar die anderen niet in slaagden,
slaagde allrounder Jan Charisius wel.
In de bekende Elfstedentocht van 1954,
gewonnen door Jeen van den Berg,
haalde hij een derde plaats. Die presta
tie had Charisius in '56 graag willen ver
beteren. Maar het werd zijn pechjaar.
Hij miste de Olympische Spelen in Cor
tina d'Ampezzo omdat voor de sprint
Gerard Maarse net iets beter was. Cha
risius viel buiten de ploeg, waarin in
middels provinciegenoot Jeen van den
Berg had plaatsgenomen. Tot overmaat
van ramp liep hij die winter in Noorwe
gen een blaasontsteking op. Die maak
te het niet alleen onmogelijk in de Elf
stedentocht uit te komen, maar ook een
einde aan zijn actieve periode.
Veranderd
Mede door die valpartij in Oslo had
Charisius er later alle begrip voor dat
het olympisch programma werd gewij
zigd. Nu is de 500 meter niet meer het
openingsnummer. „Ze beginnen nu
met de 5000 meter vanwege al die ze
nuwtoestanden. Het is om een rustiger
geheel te krijgen. Het rijden van een
langere afstand brengt een minder ge
spannen instelling mee, dan bij de
sprinter. Maar dat geldt ook voor de
mensen die er verder bij betrokken
zijn".
Voor de Spelen van 1964 in Innsbruck
werd de Fries aangezocht als chef d'é
quipe van de ploeg. „We hadden toen
alleen maar schaatsers en Sjoukje Dijk
stra, maar daarmee behoefde ik me niet
bezig te houden", aldus Charisius. Daar
waren toen wel andere zaken als het
onverwachts naar huis moeten terugke
ren van Henk van der Grift en de ruzie
met scheidsrechter Sven Laftman die
de schaafmachine over het ijs wilde la
ten gaan op de tien kilometer, nadat fa
voriet Johnny Nilsson had gereden.
Voordat er kampioenschappen konden
worden verreden was de schaatsselectie
al een week of zes buitenlands onder
weg. „Je moest toen je helemaal in het
buitenland voorbereiden, want pas in
1965 kreeg Heerenveen haar kunstijs
baan. De groep bestond dan vaak uit
een man of acht, die onderling reden
om zich voor EK, WK of de Spelen te
plaatsen. Het gebeurde toen ook dat we
in Noorwegen uit een draagbaar radi
ootje hoorden, wie deel uit gingen ma
ken van die ploeg. Ik weet nog dat Piet
Modder op die manier vernam dat hij
er niet bij was. Dat ging verder hele
maal buiten ons om".
Twee-eenheid
Met trainer Henk Lamberts vormde
Charisius een twee-eenheid. „Lamberts
gaf de rijders aanwijzingen en ik hield
de jongens vingers voor, om naar on
deren of boven het schema aan te ge
ven. In het begin had je in Noorwegen
een gemeenschappelijke ploeg en die
dubbelrol was nog wel eens spannend.
Wat ik veel later ook heb gemerkt, is
hoe mooi de bloemen bloeien in Oslo.
Ik zag die plaatsen alleen maar in de
sneeuw".
Oslo was ook de plaats waar Charisius
internationaal als scheidsrechter be
gon. Een functie, waarin hij heel goed
liet merken ook de 'kleine lettertjes' te
lezen. Charisius dwong respect af en
dat was ook een reden dat hem vanuit
Rusland werd gevraagd als arbiter op te
treden tijdens het EK voor vrouwen in
Alma Ata. Een buitenlander voor die
functie was nog allerminst wet. Ze res
pecteerden de 'streng en rechtvaardige'
optredende Charisius, die enkele jaren
later in Den Haag Natalia Petruseva
diskwalificeerde.
Maar dat werd niet zo'n rel als toen Jan
Bols in 1971 op de eerste dag van het
EK in Heerenveen op de 5000 meter
werd gediskwalificeerd. „Henny Roos,
die toen scheidsrechter was, moest on
der politiebegeleiding Heerenveen ver
laten. Ik kreeg heel veel mensen aan de
telefoon, waarom Bols was gediskwali
ficeerd, terwijl hij alleen maar teveel
meters reed en niemand had gehin
derd. Maar hij kruiste niet en bleef in
de buitenbaan rijden. Daar was geen
pardon voor. Zondags ben ik als eerste
de baan opgegaan en het regende
muntstukken op het ijs. Ik heb toen de
mensen wat rustiger kunnen stemmen.
Het is overigens een van de heel weini
ge keren geweest, dat het publiek voor
overlast zorgde tijdens het schaatsen.
In Davos heb ik Harm Kuipers een keer
moeten diskwalificeren in zijn rit tegen
Dag Fornaes. Hij had hem net geraakt.
Maar ik wilde nooit geen discussie over
de mate van ernst. Een botsing is een
botsing", aldus Charisius, die wat
betreft, wars van gesjoemel, tussen
voetballers momenteel rijk kon w<
den.
Gestopt
aic
t M
Vier jaar terug ben ik in Nederland
stopt als eerste scheidsrechter. V
help ik dit seizoen nog bij de NK
round in Alkmaar en ook bij de
standskampioenschappen in Heere
veen ben ik nog in actie geweest", aid
de man die zijn koffers weer pakt
naar Polen te gaan. „ScheidsrechL
zijn is voor mij niets moeilijker gewl
den. Je groeit er in en je wordt dar
door meer geaccepteerd. Als schaats!
de bocht dermate afsnijden dat ze bijl
door de blokjes rijden, geef je een wa£
schuwing en dan weten ze dat je I
ziet. De overdekte banen hebben I
gemakkelijker gemaakt, omdat je
onder dezelfde omstandigheden ku
rijden. Al heeft de winnaar nooit sleigj
ijs. Als scheidsrechter maak je metr
ijsmeester en de ISU-vertegenwooiteA:e/?
ger de dienst uit en bepaal je de batte tiji
verzorging mee. Ik heb geluk gehad rs op>
ik alle facetten van de schaatssport \tde c
doorlopen en op bepaalde zaken v(
dacht ben. Ook wat journalisten P
treft. Wat dat betreft heb ik grote I
wondering voor voetbalscheidsrecht J
De ene week worden ze plat geschrei!
en de andere week moeten ze er wl
staan. Wij kunnen bijna een jaar wal
ten...".
Jan Charisius is als technisch comn|
sielid van de ISU ook in Alberh
aanwezig om naast hand- en spandifl
sten als kruispuntwachter en baanccr
missaris, te vergaderen. „Dat woT
vaak gecombineerd, omdat de onlq
ten door de organisatie worden geel
gen. Ik heb een accreditatie voor I
schaatsen en mag niet overal binn"
stappen. Ben je lid van het IOC
mag je overal kijken. Als chef d'éqil
mag Egbert van't Oever daar kom
waar schaatsers in actie zijn, terwijl q
de mission Ard Schenk bij alle takf
mag kijken, waar Nederlanders in al
komen. Zo ligt de hiërarchie in de ful
ties...". Wie Jan Charisius kent, vt
dat hij overal komt.