1
r
Hoe
Brezi
na
vijftig
jaar zijn gestolen klok terugkrijgt
mal
Ie
'Ceidóa (Sowuvnt
ZATERDAG 1 FEBRUARI 1992 PAGINA 32
BREZI Ze weet het zich nog
goed te herinneren. De datum
staat in haar geheugen gegrift: 14
mei 1942. De dag, waarop de na
zi's met groot vertoon de klok
ken uit het torentje van de Bar-
tholomeuskerk in het vlak bij
Praag gelegen Brezi stalen. Om
ze om te smelten in wapens voor
hun nietsontziende oorlogsma
chine.
De nu 82-jarige Josefa Bandasova kan
haar tranen niet bedwingen als ze daar
aan terugdenkt. „Veertien dagen later
stierf mijn man". En dan zou er nu vijf
tig jaar. na een akelig stille periode
waarin het communisme alles wat met
de kerk te maken had systematisch de
grond inboorde, ineens een klok uit het
verre Holland worden geschonken?
Het is voor haar gewoon niet te gelo
ven.
En toch is het zo. Immers sinds de reus
achtige politieke omwenteling van twee
jaar geleden zijn althans de kerkgebou
wen weer aan de Tsjechische r.-k. kerk
teruggegeven. Sommige waren, omdat
het momumenten betrof, zo goed en zo
kwaad als dat ging in stand gehouden.
Andere verkeerden in zwaar verwaar
loosde staat. Dat laatste kan gerust ook
van het kerkje van Brezi worden ge
zegd. Er staan wel jaartallen op die
doen vermoeden dat het in 1974 is ge
restaureerd, maar dat is dan wel op zo
'communistische wijze' gebeurd, dat er
nu niet veel meer van te merken is. Zo
wel het pleisterwerk aan de buitenkant
als het stucwerk binnen is ernstig door
vocht aangetast.
De parochianen van Brezi zouden het
liefst zien dat het geheel en al werd ge
restaureerd, maar daarvoor kunnen zij
onmogelijk de middelen opbrengen.
Een van hen, Vaclav Hruby, heeft daar
om alvast maar het initiatief genomen
te proberen ergens een klok vandaan te
halen, die de gelovigen weer ter kerke
kan roepen. Want. zo is zijn gedachten-
gang, er zijn veel meer gelovigen in het
dorp dan er nu komen opdagen, maar
die moeten wel weer tot actief geloofs
leven worden aangespoord. „En hoe
kan dat beter dan met klokgelui"?
Een functionaris van het bisdom Rot
terdam, die dit"al enkele maanden gele
den langs's Heren wegen ter ore
kwam, vond dat wel een aardig idee en
zou zijn best doen te kijken of er in de
voorraad oude klokken van het diocees
misschien ergens een luiklok van zestig
centimeter in doorsnede met een ge
wicht van 125 kilo en een toonhoogte
van E2 voorkwam want dat waren
de eisen die eraan moesten worden ge
steld. Na veel gezoek liet mgr. Ph. Bar
van Rotterdam een paar weken gele
den echter weten dat tot zijn spijt geen
geschikte klok beschikbaar was om ca
deau te doen aan het kerkje van Brezi.
De toch min of meer gewekte verwach
ting dreigde daardoor finaal de bodem
te worden ingeslagen. Maar dat wilde
de redactie van onze krant, die daar
weer van vernam, koste wat het wil
voorkomen. Waarom niet weer eens
een ouderwetse inzameling via de krant
gehouden, dit keer uit solidariteit met
de kerk in Tsjechoslowakije? Er is niet
lang geaarzeld. Er werd een giroreke
ning (1741181 t. n. v. actiecomité Klok
voor Brezi) geopend en meteen gingen
een verslaggever en fotograaf op weg
naar Tsjechoslowakije om daar het
voorbereidende werk te doen. Brezi is
een dorpje, twintig kilometer buiten
Praag gelegen, met zo'n zeshonderd in
woners en een hele zwerm vakantie
huisjes waar 's zomers inwoners van
Praag vakantie vieren aan de oevers
van kleine meertjes en de rand van een
immens bos. Hoog boven het dorp uit
torent het op een heuvel gebouwde,
geelwitte kerkje van de H. Bartholo-
meus boven het dorp uit.
Verliefd
Wie van oude kerkjes houdt, wordt er
meteen verliefd op. In een glooiend
landschap dat je sterk aan Zuid-Lim
burg doet denken, nu bedekt met een
laagje poedersneeuw, steekt het schit
terend tegen de omgeving af. Het moet
een hele toer zijn geweest voor de klei
ne, bejaarde Josefa Bandasova om de
lange, onverharde weg naar boven te
voet af te leggen. Maar zij is dat ge
wend, als degene die de sleutels be
heert. Als ze het hangslot en de deur
open heeft, schuift de inmiddels ook
gearriveerde pastoor Karei Subert een
donkerbruin gordijn opzij en we staan
in het kille, vochtige kerkje. Meteen
valt het oude in 1777 door een kunste
naar met de naam Jan Ulik vervaardig
de barokke altaar op. Met een door
vocht nagenoeg verweerd schilderij van
de heilige Bartholomeus, geflankeerd
door twee uit hout gesneden heiligen
beelden in bisschopsgewaad, Albertus
en de prior Prokop, vormt het ondanks
de tand des tijds die eraan heeft ge
knaagd, een schitterend geheel. Het is
vrijwel het enige dat uit die tijd is over
gebleven, op een houten preekstoel op
zij en een paar banken links en rechts
van het middenpad na. Voor in het
kerkje is er een provisorisch verhogink-
je gemaakt met een versleten kleed ero
ver waar de priester op moet staan als
hij de gelovigen toespreekt. Op het
koor achterin de kerk, te bereiken via
een houten trap, staat een oud orgel,
dat al jarenlang niet meer speelt,
's Winters is het kerkje buiten gebruik,
want er kan niet worden gestookt. De
inwoners van Brezi kerken dan in het
drie kilometer verderop gelegen Slusti-
ce, waarvan het kerkje in Brezi eigenlijk
een dépendance is. In de zomer is het
wel in gebruik als een van de acht ker
ken waar pastoor Subert met zijn paro
chianen de eucharistie viert.
Het kerkje in Brezidat al
vijftig jaar lang een klok
mist, die daar er nu dank
zij bijdragen van onze lezers
weer in terugkomt.
De 82-jarige kosteres Josefa Bandasova heeft de
haar geheugen gegrift.
Hij is de enige priester in een gebied
van dertig kilometer in de omtrek met
als centrum het dorp Uvaly, waar hij
zijn 'pastorie' heeft. In dat hele gebied
wonen ongeveer 20.000 mensen, maar
dat die na de omwenteling de kerken
plat lopen kun je bepaald niet zeggen.
Per kerk telt hij tijdens de vieringen,
aantallen die variëren tussen de dertig
en de vijftig. Niet veel meer dan voor
heen bijeenkwamen,
nergens voor. Ook niet zo voor ande
ren. Ze zijn in die tijd van veertig jaar
communisme gewoon murw geslagen.
De mensen staan hier vroeg op. komen
moe van hun werk terug en gaan weer
vroeg naar bed. Dus veel gebeurt er
niet. Verenigingsleven is er bijvoor
beeld nauwelijks. Ja, ze doen een beetje
aan sport, maar zelfs muziek- of toneel
gezelschappen moet je hier met een
kaarsje zoeken", zegt hij wat gelaten.
Hij heeft het dan meteen over een luxe
artikel, want zelfs geld om kaarsen te
kopen is er meestal niet eens. Het col
lectegeld is al dringend genoeg nodig
voor belangrijker doelen.
Pastoor Subert is erg dankbaar voor de
in het kerkje en met name in de klok
van Brezi getoonde belangstelling uit
datum van de klokkendiefstal door de n
Nederland. „Jullie liefde voor ons is
misschien wel een goed voorbeeld voor
de mensen hier. Wij kunnnen dat nu al
leen nog met ons gebed beantwoorden.
Maar we vragen vooral ook uw gebed,
want het gaat om de wedergeboorte van
de Tsjechische geest, de terugkeer naar
een vroegere tijd en dat is een heel
langdurig proces".
Een gevaar vindt hij wel het steeds ver
der om zich heen grijpende materialis
me. „Afgelopen zondag was hier zo'n
actie aan de gang waar je couponboek
jes voor de verdere financiering van de
privatisering kon kopen voor duizend
kronen. Het regende dat het goot, maar
er stonden honderden mensen buiten
in de rij. Daar hebben ze wel hurr geld
voor over, want op termijn wordt hun
een veelvoud van dat geld terug be
loofd. Maar de kerk, waar ik de mis in
opdroeg, was praktisch leeg
Het is misschien meer uil realisme dan
uit pessimisme dat pastoor Subert zo
praat. Hij verkeert immers letterlijk
en figuurlijk in een heel andere situ
atie dan zijn studiegenoot mgr. Franti-
sek Radkovsky, die bisschop is van de
stad Praag en wijde omgeving. Mgr.
Radkovsky verontschuldigt zich zelfs,
dat hij ons ontvangt in een gebouw dat
er op en top gerestaureerd uitziet en
van binnen zelfs op overdadige wijze is
versierd met marmer. „Dat is ons zo in
de schoot gevallen", legt hij uit. „In dit
gebouw, dat voorheen van de kerk was,
is jarenlang een internationaal centrum
gevestigd geweest voor verbreiding van
het communisme en marxisme over de
hele wereld. Ze hebben het vdor de bui
tenlanders die hier studeerden zo mooi
mogelijk opgeknapt. Maar toen twee
jaar geleden de grote ommekeer kwam,
werd ontdekt dat bij het invorderen van
het gebouw in de jaren vijftig helemaal
vergeten was vast te leggen dat het
staatseigendom werd".
En zo kreeg het aartsbisdom dit paleis
meteen weer in bezit en vestigde er on
der meer het seminarie in. Als secreta
ris-generaal van de Tsjechoslowaakse
bisschoppenconferentie spant hij zich
voortdurend in om ook de vele andere
kerkelijke eigendommen, die nog in
handen van de staat zijn, terug te krij
gen. Het hangt mede daarvan af of de
katholieke kerk in zijn land in de toe
komst ook in economisch opzicht goed
kan draaien. De kerkgebouwen heeft
de kerk inmiddels wel in bezit, want
daarvan stond het zo al vast dat ze van
de kerk waren. Maar voor de landerijen
en gebouwen die men vroeger in eigen
dom had moet alles nog bij wet worden
geregeld.
Grote steden
„Belangrijk natuurlijk", zegt hij, „maar
nog belangrijker is het pastorale werk.
Er zijn hier maar weinig priesters, maar
daar staat tegenover dat de belangstel
lingvan de jongeren groeiende is".
Dat is vooral zo in de grote steden,
want in de dorpen waar mensen als pas
toor Subert werken, ligt het veel moei
lijker. Het seminarie, waarvoor zich
tientallen studenten hebben gemeld, le
verde vorig jaar echter zestien theolo
gen af, hetgeen mgr. Radskovsky een
wonderbaarlijk groot aantal noemt. De
kerk in Praag is voorts actief op een
breed terrein van de maatschappelijke
zorg. De bisschop noemt lal van voor
beelden op waar de kerk het werk weer
ter hand heeft genomen, variërend van
het terugbrengen van ex-gedetineerden
in de maatschappij tot hulp aan Kroatië
en de Oekraïne. Hij beseft heel goed
dat pastoors als zijn voormalig studie
genoot Subert (die hij zegt zeer te be
wonderen voor wat hij voor de mensen
in zijn gebied doet) het in de dorpen
vaak veel moeilijker hebben. Ze wor
den direct geconfronteerd met de pro
blemen. Toch vindt mgr. Radkovsky
dat er in die twee jaar in het algemeen
genomen al veel is gebeurd. „God zij
dank loopt het goed en zijn we eigenlijk
sterker uit de strijd gekomen", zo
meent hij. Ook wat de samenwerking
met de andere kerken aangaat, gaat het
beter. Hij is immers ook voorzitter van
de oecumenische raad van kerken van
Tsjechoslowakije, zij het dat de r-k kerk
daar als waarnemer ,aan deelneemt.
Van het met Nederland te vergelijken
inwonertal van 15,5 miljoen is 7,2 mil
joen katholiek. Van 4,6 miljoen staat
geregistreerd dat zij zonder godsdienst
zijn. De rest is lid van andere kerken,
waarvan de Tsjechisch katholieke kerk,
173.000) en de Evangelische Kerk
(193.000) de grootste zijn. Ook mgr.
Radkovsky is dankbaar voor het initia
tief van de redactie van onze krant om
de lezers in de gelegenheid te stellen
het kerkje in Brezi een nieuwe klok ca
deau te doen. „Heel graag zal ik hem te
zijner tijd willen inwijden".
Voor het echter zover is, gaan er zeker
nog een maand of vijf na het moment
van bestellen voorbij. Zo lang duurt het
maken van een klok. Niemand kan dat
beter vertellen dan de klokkengieter
Petr Rudolf Manousek. die even buiten
Praag in het dorp Zbraslav een klok
kengieterij heeft, waar de nieuwe klok
ook vandaan moet komen. Aan de bui
tenkant van het gebouwtje, dat weinig
verschilt met de andere bouwsels in de
straat, is te zien om wat voor bedrijf het
gaat aan de afbeelding van een klok.
Door een klein poortje komt de bezoe
ker op een binnenplaats waar een serie
oude klokken staat te wachten om te
worden gerepareerd. Petr Rudolf
die de derde generatie klokkengie
ters vertegenwoordigt vertelt dat
oude, gescheurde klokken niet zoals
voorheen opnieuw behoeven te worden
omgesmolten, maar dat zijn bedrijf een
nieuwe methode heeft om de klokken
onzichtbaar en dus onhoorbaar te her
stellen. In de werkplaats staan allerlei
maten klokken in alle stadia van pro-
duktie opgesteld. Hij toont de mallen,
een soort fabrieksgeheim, waarmee hij
de klokken zo giet dat ze meteen op de
goede toonhoogte zijn en dus geen na
dere bewerking meer nodig hebben, zo
als in Nederland wel gebeurt.
Op het maken van klokken heeft de re
volutionaire ontwikkeling van de laat
ste jaren volgens Manousek niet zo'n
merkbare invloed uitgeoefend. „We
hebben altijd al veel werk gehad. Nu
kunnen we zeker twee jaar vooruit".
'We' dat zijn zijn vader, zijn moeder
die als kunstenares de decoraties
voorde klokken ontwerpt en enkele
werknemers die komen opdraven als de
klokken moeten worden gegoten. In de
werkplaats is hij juist bezig met de af
werking van vier klokken van verschil
lende grootte voor het Praags Philhar-
monisch Orkest. Ze komen in een spe
ciale stoel te hangen en worden be
speeld met een hamer. Manousek is
ook de man die een paar maanden gele
den het torentje van het kerkje in Brezi
beklom om daar de maat te nemen van
de ruimte waar de klok moet komen te
hangen. Hij legt uit hoe je met was, die
later wordt vervangen door in 1150 gra
den Celsius gesmolten tin (22 procent)
en koper (78 procent), met behulp van
een modderpap van koeiehaar, bier en
grafiet een klok maakt. Die daarna vol
gens hem ook werkelijk klinkt als een
klok.
Kroniek
Dat valt straks ongetwijfeld na te gaan
als er eindelijk na vijftig jaar weer een
klok in de toren van Brezi hangt. Het is
wel te hopen dat die er wat langer blijft
hangen dan zijn voorgangers. Want de
klokken waren in de loop van de ge
schiedenis van de Bartholomeuskerk
wel gewild bij een bepaald soort dieven.
Dat weet de kroniekschrijver van het
dorp, Jaroslav Starek, haarfijn te vertel
len. Immers al zijn voorvaderen hebben
er wat er ook gebeurde altijd voor ge
zorgd, dat de kroniek van het dorp
werd bijgehouden. Zo kun je daarin le
zen hoe in 1732 uit een half vervallen
kerk, al gegrondvest in 1358, het nu be
staande kerkje werd opgetrokken en
een jaar later in gebruik genomen. Ver
moedelijk hingen er in de oorspronke
lijke kerk twee klokken, maar dat heb
ben de oude Stareks niet zo goed opge
schreven. Dat rovers het altijd al op de
klokken van Brezi hebben gemunt,
bleek al in 1850 toen voor het eerst een
klok werd gestolen. Al meldt de kro
niek niet door wie of hoe dat is ge
beurd. Door middel van een inzame
lingsactie werd er wel weer voor een
nieuwe gezorgd, die daar bleef luiden
tot in de Eerste Wereldoorlog. Militai
ren van het toenmalige bewind kwamen
ze toen opeisen voor de wapenindus
trie. De dorpelingen bleven echter niet
bij de lege klokketoren zitten en op 3
juni 1925 werd met een groot feest een
nieuw paar klokken ingewijd. 'Door
hoge kerkelijke autoriteiten', zo staat
er. Echter op 19 maart 1942 iets
eerder dus dan Josefa zich het herin
nert, maar het zij haar vergeven
kwamen de nazi's de klokken voorgoed
uit de toren stelen.
Vlak van tevoren zag Frantisek Sebek
nog kans ze even te luiden, maar toen
was het gedaan. Dat was meteen ook de
laatste keer dat Josefa Bandasova ze
heeft gehoord.
Zij zal straks haar oude oren niet gelo
ven als ze de nieuwe klok hoort luiden.
Maar het mooiste is, dat het de lezers
van onze krant zijn die dan precies we
ten waar de klepel hangt.