Adel voelt zich nog steeds Verplicht' r h 'finale Kenteken code voor afspraakje 'foidóctBou/umt1 ZATERDAG 25 JANUARI 1992 PAGIN Het kabinet-Drees nam in 1953 de beslissing: het moest maar eens afgelo pen zijn met het verheffen van landgenoten in de adelstand. Het verschijn sel had misschien in vroe gere tijden een belangrij ke functie vervuld, maar de ploeg van Drees achtte het een achterhaald feno meen. Over 150 jaar zal de Nederlandse bevolking in het geheel geen adel meer kennen, bleek on langs op een symposium van het Koninklijk Neder- landsch Genootschap voor Geslacht- en Wapen kunde. De Hoge Raad van Adel weersprak deze bewering onmiddellijk. Het zal heus niet zo'n vaart lopen, meent secre taris O. Schutte. Nog vele eeuwen zal Nederland adel bezitten. Een ge sprek over het 'adellijke levensgevoel' en de toe komst van de adel. „Uit- .sterven? O, daar heb ik nog nooit over nage dacht". VORDEN Het is even zoeken, maar de moeite wordt beloond. Enigszins verscho len, aan de rand van een stuk bos, ligt het vroegere kasteel, het huidige 'Huis der Ge meente Vorden'. Zelfs op dagen dat het nauwelijks licht wordt, de wind de laatste overgebleven bladeren uit de boom jaagt en een miezerige regen de somberheid com pleteert, kan de aanschouwer niet anders dan waardering opbrengen voor de conser vators en restaurateurs van deze cultuur historische bouwwerken. Ook al hebben ze meestal, zoals in dit geval, een gewijzigde bestemming gekregen. Het lijkt niet waar schijnlijk dat de oorspronkelijke bewoners ooit rekening hebben gehouden met de mo gelijkheid dat binnen deze muren nog eens het plaatselijke democratisch spel zou wor den gespeeld. De vele centimeters dikke houten toegangs deur in het Vordense gemeentehuis moet nog handmatig geopend worden. Binnen snort de kachel. De bode controleert of alle voorbereidingen voor de algemene be schouwingen van die avond getroffen zijn. Op de tweede verdieping - in de collegeka mer - zitten de gesprekspartners al klaar. Mevrouw ('jonkvrouwe') M.J.A. van Nispen tot Sevenaer-Ruys de Beerenbrouck glim lacht minzaam, meneer ('jonkheer') W.H. de Jonge neemt duidelijk een neutraal-af wachtende houding aan, en meneer E.J.C. Kamerling (burgemeester van Vorden en vooral als 'adeldeskundige' aanwezig) staat op het punt om in het kort te verhalen over het middeleeuwse gemeentehuis. Bijzonder De gewezen advocaat uit Zutphen slaakt een diepe zucht. De Jonge, wiens vader ook advocaat was en grootvader officier van jus titie, herhaalt de vraag. „Tja, in hoeverre speelt het van adel-zijn een rol als je kind bent? Het is niet iets waar je thuis de hele dag over praat. Als kind merkte je er niet zoveel van. Je werd weieens uitgescholden, maar dat stelde allemaal niet zoveel voor. Ik heb het als kind nooit als lastig of hinderlijk ervaren. Het was een vaag begrip waar je ouders over spraken en waarvan je begreep dat het wel heel bijzonder was. Maar wel is mij van kindsbeen geleerd: laat je er nooit op voorstaan, maar vergeet het nooit. Voor de wet zijn we allemaal gelijk; het van adel- zijn schept geen enkel recht. Maar in maat schappelijk verband is het toch iets belang rijks, zo ervaar ik het wel. Het heeft iets tc maken met een historische achtergrond". „Ik kan niet zeggen dat ik nou nadrukkelijk uit een adellijke familie afkomstig, ben", sluit mevrouw Van Nispen aan. „Mijn fami lie was nogal belangrijk in Limburg, dat wel. Mijn grootvader was er gedurende 25 jaar gouverneur. Maar er werd niet nadrukkelijk gezegd: je bent van adel of je bent deftig of dat soort termen. Het werd niet als iets bij zonders beschouwd. Natuurlijk, adel trouw de met adel; het was in die tijd heel gewoon dat je alleen met iemand uit eigen kring trouwde. Wel werd onderstreept dat je be paalde verplichtingen ten opzichte van de maatschappij hebt omdat je een bepaalde positie bekleedt. Dat voelde je gewoon; dat moest zo. Je kon maar niet alles doen waar Jonkheer W.H. de Jonge (links) en jonkvrouwe MJA. van Nispen tot Sevenaer-Ruys de Beerenbrouck buigen zich over een boek dat de burgemeester van Vorden en 'adel deskundige' EJ.C. Kamerling rechtshun laat zien. Over de adelstand: .Je begreep dat het wel heel bijzonder was". FOTO CEES BAARS 'Laat je er niet op voorstaan, maar vergeet het nooit' je zin in had. Je moest je gedragen. Je moest eraan denken dat je iets hoog moest hou den. Dat is het hele levenspatroon eigenlijk. In onze familie is trouw bijvoorbeeld heel erg belangrijk. Ik beschouw trouw als een soort van kenteken van de familie. We heb ben misschien ook wel verkeerde dingen, maar trouw is iets waardevols wat van gene ratie tot generatie doorgegeven is. Niet met woorden, maar met daden. Niet voor niets staat de spreuk Antes morir que ser traidor (Liever sterven dan een verrader te zijn) al eeuwenlang in ons familiewapen". Interesse Maar heeft U helemaal geen vendelende herin neringen, hel moet toch als kind beklemmend zijn dal je altijd in het gareel moet lopen Mevrouw Van Nispen haalt haar schouders op. „Nee, ik heb het niet als een last erva ren. Ik herinner me nog dat wij na schooltijd naar huis vlogen om in de krant te lezen hoe de strijd op de Balkan verliep. We waren ge weldig geïnteresseerd in wat er in de wereld gebeurde. Dat hoorde bij het milieu; daar werd zondagmiddag op de thee over ge praat. Ik weet nog hoe verbaasd ik was dat andere kinderen pas veel en veel later op de hoogte waren van allerlei gebeurtenissen. Het was misschien wel een wat geïsoleerd bestaan. Maar in alle vakanties gingen we naar Suideras. Dan deed je heel gewone dingen: door de bossen lopen, hutten bou wen". „Men werd vroeger ook vrij streng opge voed, daar moet je eerlijk in zijn", licht de amateur-genealoog Kamerling toe. „Dat gold voor vrinden en kennissen. Afwijkin gen kwamen niet voor. Je voelde dat niet als een druk, ook al was die er wel, zeker als je het vergelijkt met de opvoeding van tegen-' woordig". „Je bent van jongsaf aan in dat patroon op gegroeid", stelt De Jonge. „En waarin je da gelijks verkeert zul je als regel niet als druk voelen. Maar het schiep wel veel verplich tingen. Er konden allerlei dingen niet. Waarom niet? Dat werd je later wel verteld. De keuze van beroep bijvoorbeeld. Ik had het met de ouders verschrikkelijk aan de stok, omdat ik op dat vlak een lastig manne tje was dat dingen wilde die niet konden. Ik wilde in een jazzband spelen, maar mijn va der begreep heel goed dat dat verkeerd was. Die muziek verfoeide hij al, maar dat liet-ie nog in het midden. De sociale gevolgen zou den onaanvaardbaar zijn geweest. Want het zou betekenen dat 'meneertje' diep in de nacht terugkeert en de hele ochtend in bed zou liggen. 'Je moet doen wat ik je zeg', sprak m'n vader, want anders komt er geen klap van je terecht. En ik moet zeggen: daar had-ie groot gelijk in. Ik ben hem er nu nog dankbaar voor. Ik begrijp veel te goed dat het niet goed gegaan zou zijn". Aanzien U legt nu wel heel erg de nadruk op de nobles se oblige-gedachte; adeldom verplicht. Maar stond er dan niet zoiets tegenover als rechten? „Dat werd niet benadrukt", antwoordt me vrouw Van Nispen op besliste toon. „Impli ciet misschien? Nee, dat kan ik niet zeggen, „Het is in dit geval heel gevaarlijk over rech ten te gaan praten, omdat je het dan al snel zult hebben over voorrechten", vindt De Jonge. „Dan spreek je over rechten die an dere mensen niet hebben. Sinds 1848 is daarvan geen sprake meer. Het gaat nu veel meer om het aanzien dat bepaalde perso nen, bepaalde groepen, in de maatschappij genieten. En om aanzien te bereiken, moet je je waarmaken in allerlei posities. In vroe gere tijd bekleedde de adel heel wat belang rijke functies. Niet omdat het adel was, maar omdat ze het wisten; de kennis beza ten. Ze waren al generaties lang betrokken bij het besturen van de maatschappij. Daar om recruteerde men graag voor belangrijke posten, zoals ministers, uit deze kringen. Het waren mensen die geen scheve schaats reden en geen onzinnige dingen zeiden. Nou, ja, dat zullen ze ook wel eens gedaan hebben, maar in principe deden ze dat toch niet". ..Mijn vader heeft zich eerst in Limburg en later landelijk erg ingezet om het democra tiseringsproces te bevorderen", vertelt me vrouw Van Nispen enthousiast. Jonkheer mr. C.H. Ruys de Bëerenbrouck heeft nog steeds de meeste dienstjaren als minister president op zijn conto staan, al zal Ruud Lubbers hem waarschijnlijk voorbijstreven. Begin deze eeuw werd hij. na een kamerlid maatschap, de eerste katholieke premier. Zijn dochter, volgende maand viert ze haar 89-ste verjaardag, vervolgt: „Hij was actief in de arbeidersbeweging, in de woning bouw. Hij heeft zich erg ingespannen voor de emancipatie van het katholieke volks deel, omdat het op allerlei terreinen een achterstand had. Mijn vader en ook mijn grootvader zagen wantoestanden en hebben daaruit geleerd dat de maatschappij anders moest. Dat is ook de reden geweest dat ik na de oorlog de katholieke vrouwenorganisatie mee op poten heb gezet. Ik ben ook betrok ken geweest bij allerlei sociale activiteiten. Je streefde naar een betere maatschappij". Kamerling vult aan: „Er waren in die tijd grote groepen die in verschrikkelijke ar moede leefden. Er zaten veel mensen van zelfs de Nederlandse adel in allerlei sociaal maatschappelijke organisaties. Wat nu de sociale dienst heet, deden heel veel families toen op eigen kosten". Revolutie Koning Willem I verhief in 1814 nog een fors aantal families in de adelstand omdat de oude adel behoorlijk was uitgedund. Het jaar 1848 was voor de edellieden gedenk waardig: het standenkiesrecht werd afge schaft. Voor de adel betekende dat het ein de van een formeel voorrecht. „Toen werd de wereld - door deze op zich democrati sche maatregel - een beetje door elkaar ge-, schud", vertelt jonkheer De Jonge. „En na de Tweede Wereldoorlog deed zich weer een kleine revolutie voor. Toen Hare Ma jesteit terugkeerde uit Engeland wilde ze niets meer te maken hebben met die deftige heren die haar altijd plachten te vergezel len. Ze wilde alleen nog mensen uit de ille galiteit om zich heen hebben. Op zich heel begrijpelijk". De Nederlandse adel bezit vandaag de dag dezelfde rechten en plichten als ieder ande re burger. Toch lijkt het alsof veel adellijken zich in een glazen huis wanen en een zeer bedachtzaam leven moeten leiden. Me vrouw Van Nispen beaamt het: „Maar dat geldt voor alle mensen die een beetje voor- aanstaan. Over mensen in wat minder voor aanstaande posities wordt nu eenmaal min der gesproken. En Nederland staat erom bekend dat alles en iedereen die wat meer dan gemiddeld is, de kans loopt te worden neergeslagen". De Jonge constateert: „Aan iemand met aanzien worden hogere eisen gesteld". Vérgeleken met landen als Engeland, Bel gië en Frankrijk roert de Nederlandse adel zich amper. Maar de jongere telgen willen daar verandering in brengen, vorig najaar riepen ze de Vereniging voor Jongere Adel in het leven. Al enkele honderden adellij ken tussen de 18 en 35 jaar hebben zich aan gemeld. Tijdens internationale weekeinden die de vereniging organiseert, staan onder werpen betreffende cultuur en historie cen traal. Verbroedering van de adel is het doel. „We komen bij elkaar omdat mensen die niet van adel zijn ons niet begrijpen. Die we ten niet wat het inhoudt. Het is een verade ming om als adel onder elkaar te zijn; dat geeft vrijheid", expliceerde secretaris jonk vrouwe Ingrid Quarles van Ufford (22) in een interview. Mevrouw Van Nispen gniffelt om deze uit spraken. „Het klinkt mij iets te jeugdi- g".Ook Kamerling kan het citaat niet on derschrijven: „Ik denk dat het iets te eng ge- De oudere adel heeft ondeling veel contact, vertelt mevrouw Van Nispen. „Maar niet specifiek omdat het adel is, maar omdat het de kring is waarin men geleefd heeft. Bo vendien is die kring veel wijder dan alleen de adel". „Omdat je de meeste kans hebt dat je men sen treft die begrijpen wat je bedoelt, die je omgangsvormen en je taal kennen", moti veert De Jonge. „Maar het is geen exclusivi teit. Het is niet zo dat je eerst kijkt of ie mand van adel is. Ik heb zelf een meisje ge trouwd dat niet van adel is. Het gaat erom datje het liefst omgaat met mensen met on geveer dezelfde denkwijze". „U moet bovendien niet vergeten", mengt stamboomkundige Kamerling zich in het onderwerp, „dat je binnen die adel ook nog flink wat tendensverschillen hebt. Je hebt heel deftige mensen, maar er zitten ook taxichauffeurs tussen, om maar een wille keurig beroep te noemen. Het is geen ho mogene groep. Je hebt te maken met grada ties, als ik het zo mag uitdrukken". Uitsterven Secretaris O. Schutte van de Hoge Raad van Adel reageerde enigszins verbolgen toen de media eind vorig jaar, naar aanlei ding van een congres van het Koninklijk Ne- derlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, volop meldden dat over an derhalve eeuw de Nederlandse adel passé zou zijn. Apert onjuist, meende Schutte. Hij kreeg bijval van de rechtshistoricus Kee- som. „Er is geen enkele aanwijzing dat de adel zou uitsterven. Enkele familienamen verdwijnen, maar er zullen nog eeuwen adellijke personen bestaan. Er zijn alleen al zestig baronnen Van Voorst tot Voorst. Daar kunnen we nog honderden jaren mee voort", meent Keesom. Op het ogenblik zijn er van de 545 nobele families uit 1814 nog zo'n 300 over; in 177 jaar verdwenen er ongeveer 245 familieti- tels. Maar het zou naar oordeel van Schutte verkeerd zijn deze vermindering door te trekken naar de toekomst. De afgelopen an derhalve eeuw zijn in verhouding veel fami lienamen verdwenen als gevolg van 'ge woonten en gebruiken' van de edelen. Ze deden al vrij vroeg aan geboortebepering. Bovendien trouwden ze voor 1900 bij voor keur onder elkaar, wat niet zelden tot on vruchtbaarheid leidde. Als derde reden noemt de secretaris de huwelijkspolitiek: er werd bewust minder getrouwd. „Als er acht kinderen waren, trouwden er soms maar twee. De erfenis van de andere zes ging bij overlijden naar het gehuwde tweetal, waar door het familiegoed bij elkaar bleef', aldus Schutte. Cultuurhistorisch Bent U bang dat er een moment aanbreekt dat er in Nederland geen adel meer is? Mevrouw Van Nispen: „O, daar heb ik nog nooit over nagedacht. Ik vind het jammer dat een deel van mijn familie verdwijnt of verdwenen is". En na enkele seconden be denktijd: „Ik denk dat het niet zo erg is dat het verheffen in de adel verleden tijd is. Het was toch ook een enigszins verouderd sy steem. Er zijn nog genoeg andere mogelijk heden, zoals lintjes en allerlei prijzen, om de waardering voor sommige mensen uit te spreken". De Jonge: „Als cultuurhistorisch fenomeen vind ik het belangrijk dat het bestaat en dat het blijft voortbestaan. Ik denk dat de maat schappij dat ook vindt, anders was er toch allang een einde aan gekomen. Ik denk dat het bijdraagt tot een groter historisch besef. Als je iets van deze dag wilt weten, zul je iets van het verleden moeten weten. Verlening van adeldom zou onder omstandigheden, bij wijze van uitzondering, van nut kunnen zijn. Maar ik zie het niet gauw gebeuren. In de praktijk zijn er nu andere methoden om de waardering te laten blijken". Kamerling antwoordt het duidelijkst: „Ik denk niet dat de adel uitsterft. Ik neem nu even een voorschotje op de toekomst, maar ik denk dat er een behoorlijk aantal families in Nederland is - en het is ook bekend wie het zijn - die op dezelfde gronden als enke le decennia geleden verheven kunnen wor den. Maar dan moet er wel een geheim ka binetsbesluit van Drees uit 1953 worden op geheven. Dat is even een staatsrechterlijk puntje. Als er een wet komt, dan kun je re gelen dat deze stand niet uitsterft. Ik zou geen uitspraak durven doen over de kansen die een dergelijk voorstel maakt". De duisternis heeft Vorden inmiddels in z'n greep. Via de lift zoekt het viertal weer con tact met de buitenwereld. De burgemeester wacht nog een lange avond, waarop hij de begroting voor 1992 mag verdedigen. Me neer De Jonge zal voor het eerst sedert ja ren weer eens een bioscoop bezoeken. Me vrouw Van Nispen keert terug naar Suide ras, het vroegere familiehuis, waar ze nu met haar echtgenoot en zuster domicilie houdt. „Valt het u mee dat we nog niet van zulke oude mummies zijn?" vraagt ze tot besluit. „Sommige mensen denken dat mis schien". BARNEVELD - Elke dag staal naast dezelfde man in de file. E keek ze elke ochtend vanuit haari hoeken naar hem. Hij had een trekkelijk gezicht. Weken later ten ze elkaar eens toe. Inmiddels ze al wat voor stropdas hij op dim droeg. Maar wat was zijn naam? steund door het grote succes vai 06-datingclubs, het groeiend aa contactadvertenties en ellenlang les op de Nederlandse wegen be Max Hoofiëns met een nieuwe di voor alleenstaanden. Waarom den zij in de file stoppen met zoektocht naar een partner? „I alle tijd die in de auto nutteloos w doorgebracht lopen verschrikk veel alleenstaanden elkaar mis", Hoofiëns gedreven in zijn kleine toor in Barneveld. Zijn nieuwe dienst („een gat in de mal heet 'Numberplate dating'. Het prinoj simpel. Alleenstaanden die graag ee spraakje willen, laten zich inschrijven b| bureau Quality Relation Numberplaw ting in Barneveld. Nadat hun persooj gegevens in de computer zitten, krijgé stickers die ze op de bumper van hum en op hun portierraampjes moeten plalj Als ze daarna iemand in de auto zien van wie ze meer willen weten èn difl sticker heeft, kunnen ze naar het datira reau bellen die hun dan de persoonlij!! gevens geeft waardoor ze in contact kij komen. In Max Hoofiëns optiek hoevi schepen elkaar niet meer te passeren kunnen ze recht op elkaar af stevenen. De i bij c hevi duiz jaar een vert wee hier ovei van i Rijp „Ik denk dat Nederland er nu rijp voi zegt Hoofiëns, die twee jaar geleden start is gegaan met alleen Quality Rel „Volgens het CBS zijn er in Nederlan geveer 1,2 miljoen alleenstaanden zoek zijn naar een relatie". „Ik schat dat een kwart daarvan een heeft waarin ze veel zitten voor zakelij keer. Hoe vaak komt het niet voor dal sen iemand in de auto zien van wie zi ken 'die wil ik wel een keer ontmoeten Hoofiëns heeft die vraag zelf al I woord. Twee maanden geleden ging bescheiden schaal adverteren in lam kranten. Zeshonderd inschrijvingen het datingbureau inmiddels. „Alleenstaanden vormen een belai groep in de samenleving. Je kunt het leen zien aan de date-cultuur die n staat, maar ook aan de verkoop van ei soonsmaaltijden in supermarkten" klaart Hoofiëns. „Het wordt tijd dat die mensen wal naar buiten treden, want nu is het ee zwijgende groep. Met een sticker op j; laat je duidelijk blijken dat je alleens!) bent. Numberplate dating is daarom) mensen die de anonimiteit van een .foongesprek schuwen. Voordeel is dal uiterlijk van de persoon op een prese blaadje krijgt aangeboden". Een ander voordeel van het 'plate da volgens Hoofiëns de lage prijs. De voor de inschrijving en het opvragen gevens zijn bij elkaar lager dan die v advertentie in een landelijk dagblad. epri voor.ee: een andi breekt e lijk bij bi veelal t 2o.ooo „Maar zeshonderd inschrijvingen is doende om het succesvol te laten zijl de Barnevelder uit. „Om als "plate genoeg mensen tegen te komen, moe geveer 20.000 mensen in Nederlai sticker op hun auto hebben. De ko weken moet blijken of daar belangs Hoofiëns, die numberplate dating al vol heeft gezien toen hij in de Ver Staten woonde, verwacht dat het ook derland zal aanslaan. „Ik denk ook dat relatiebureaus over jaren een volledig geaccepteerd fen zijn. Dat komt mede doordat de Nedi se vrouw zo geëmancipeerd is. Als ik schrijvingen zie die er nu al zijn dai dat twee keer zoveel vrouwen zich ingeschreven als mannen. Als zoiets staan in een land als Italië dan verw dat zich voor het merendeel manne den laten inschrijven". Hoofiëns is zich bewust van het ris vrouwen die een sticker op hun aut ken door sommige mannen als 'los1 wild' beschouwd worden. „Ik onderken dat probleem", legt „maar ik denk dat je met een adve ook risico loopt en ik vraag me af w een verziekte maatschappij dit is als voor zulke typen moet laten". „Numberplate dating is voor mens met open vizier elkaar willen ontmo het avontuur zoeken. In vind dat voornamelijk als iets voor je plezier, ludieks moet zien". „Als het doorzet zal numberplate zich in bepaalde gebieden concentrei iemand met zijn auto veel in de R; rijdt, zal het goed werken; maar iem veel in een gebied is waar hij één kee uur een auto tegenkomt zal ik afrad in te schrijven". M tele! tele; laxri Direr postl Nee bu i Aan vol Ned toe Romantiel Zoals hier bij schij huwelijken

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 28