RIAGG veroverde eigen plaats in samenleving Jongetje of meisje? EfiidócSomcmt GEZOND EN WEL ien Alert zijn op hoge bloedt INSTELLING VIERT TIENJARIG BESTAAN MET CONGRES J Augustinus MAANDAG 20 JANUARI 1992 It i Iedereen weet tegenwoordig dat hoge bloeddruk ken en een te hoog cholesterolgehalte risicofactor krijgen van hart- en vaatziekten. Wat kunnen we hoge bloeddruk doen? Ieder mens kan hoge bloeddri er is geen verschil tussen ras of tussen mannen en vroi is het zo dat te hoog gewicht en het toch al voorkomj hoge bloeddruk in de familie meer risico geeft. Hoewj langrijk is hoge bloeddruk te behandelen beginnen lanJ mensen er direct aan, eenvoudig omdat ze niet merkenrWNG V kwaal te lijden. Het medische begrip voor hoge bloeddruk is hypertensi woordig wordt gesteld dat 160/95 een grenswaarde is, afhankelijk van de leeftijd. Maar dat is eigenlijk te sin andere aandoeningen bepalen mede of een huisarts eenh depre: druk te hoog vindt. De risico's van hypertensie zijn: ,aüë tro kans op een hartinfarct, nierbeschadiging of een (herse 'Qeving te. Soms is de verhoogde bloeddruk een gevolg van ed Daarm ziekte. In echter de meeste gevallen (90%) kennen wtëvoerd, zaak niet. We spreken dan van een 'essentiële hypereen to leen een arts kan goed bepalen of een behandeling nc^nvriez de eerste plaats zijn er leefregels: afslanken door voediP1 ,e9en nen te veranderen, zoutgebruik verminderen (zoutjes, te haring), meer lichaamsbeweging en zeker niet leefregels niet helpen dan kunnen er geneesmiddelen ma schreven worden. Deze middelen zijn alleen op recept baar. Voorbeelden ziin: plastabletten (bijvoorbeeld Las druk verlagen door de hoeveelheid bloed in het lichaai verminderen, beta-blokkers (bijvoorbeeldTenormin, Emcor, Selokeen) die er voor zorgen dat het hart 1 klopt en daardoor de bloeddruk minder wordt of Call gonisten (Adalat, Isoptin) die de spiercellen minder ca ven, waardoor ze minder hard samentrekken en wa« vaten iets open gaan staan. Andere remmers, zoals O Renitec, werken via een hormoonsysteem in de niere eigenlijk te veel merken om op te noemen. Het belan dat de geneesmiddelen regelmatig en op tijd ingenomei Dit is moeilijk omdat men van de klacht hoge bloedi merkt. Toch doet het erger voorkómen, samen met de de, maar evenzo belangrijke leefregels! Idoor JAN PAALMAN Wat moet het worden? De oude Griekse dokter Hippocrates raadde de aanstaande vader aan om zijn linker zaadbal af te binden als hij een jonge tje wilde. Moest het een meisje worden, dan was het afbinden van de rechter zaadbal de reme die. Aristoteles dacht weer dat men jongetjes uitsluitend in grote hartstocht kan verwek ken en laatst hoorde ik op de BBC een mevrouw vertellen dat gemeenschap in het licht van de volle maan ('with your bare bum up') gegaran deerd een meisje oplevert. Dit alles is in het licht van de wetenschap niet waar. Maar wat precies de mens tot man of vrouw maakt, wat het ge heim is van dat kleine ver schil met die grote gevolgen, dat begint men eigenlijk pas de laatste jaren een beetje te begrijpen. Erfelijkheid Niet zo verwonderlijk. We zijn net het tijdperk van de onbegrensde mogelijkheden op het gebied van de erfelijk heid binnengestapt, en of we man zijn of vrouw heeft alles met erfelijkheid te maken. In elke lichaamscel hebben we 23 paar chromosomen, 46 brokken erfelijk materiaal, waarvan de ene helft van va der afkomstig is en de andere helft van moeder. Daarom valt de appel niet ver van de boom. Niet eens zo lang gele den, pas in 1959, kwam men er achter dat van die 23 stel len chromosomen slechts een tweetal ons geslacht bepaalt. Die hebben een codeletter: X is het vrouwelijke chromo soom en Y het mannelijke; de combinatie XX maakt je tot vrouw, heb ie de combi natie XY dan ben je man. ÏDaar is iets vreemds mee. Ondanks het feit dat mannen een vrouwelijk X-chromo- soom hebben, geeft hun man nelijk Y-chromosoom toch de geslachtelijke doorslag. Er gens op dat Y-chromosoom moet de erfelijke informatie liggen die beslist of je man wordt of vrouw. Maar waar? Op dag één van ons bestaan, toen we nog maar een be vruchte eicel groot waren, was onder de microscoop niet te zien of we man zouden worden of vrouw. We waren uiterlijk geslachtsloos en dat bleef zo tot een week of zes. Tot dan kon het geslacht sweefsel nog alle kanten uit, het kon mannelijk worden of vrouwelijk, en met een beetje fantasie kun je dat nog steeds zien. Penis en kittelaar zijn verschillende vormen van hetzelfde weefsel, ze zijn al lebei in staat tot erectie, al leen is de ene wat groter uit gevallen dan de ander. Wat bij het jongetje uitgroeide tot zaadbal werd bij het meisje een eierstok. Van beide zijn er niet voor niets twee. Bij jongetjes reisden de latere zaadballen vanuit de buik holte af naar lagere regionen en kwamen terecht in de bal zak, een bouwsel dat is ge vormd uit twee aan elkaar gelaste grote schaamlippen. Daarom loopt over de zak heel goed te voelen en duidelijk te zien een naad. Daarom maar ik loop op het verhaal voor uit is het mogelijk dat in een individu zowel mannelij ke als vrouwelijke geslacht sorganen kunnen voorko men, want tot week zes van de zwangerschap was nog al les mogelijk. In die zesde week krijgt het nog steeds geslachtsloze geslachtsweefs el het signaal om testes aan te maken. Blijft dat signaal uit dan wordt de vrucht een vrouw. Dat signaal is afkom stig van een plek ergens op het mannelijk Y-chromo- soom. Niet waar Maar welk signaal precies? Tot zes jaar geleden had men daar een aantrekkelijke ver klaring voor, die niet waar bleek te zijn en ingewikkeld bovendien, dus die slaan we over. In 1987 haalde David Page van het Amerikaanse Whitehead Instituut de ko lommen van de wetenschap pelijke pers met een opmer kelijke vondst. Een wreed experiment van de natuur stelde hem daartoe in staat. Het komt heel soms voor dat embryo's zich ondanks hun mannelijke XY- chromoso men toch als vrouw ontwik kelen of andersom. Er be staan dus XY-vrouwen en XX-mannen, dus vrouwen met testes en mannen met ei erstokken. Welnu. Page kon aantonen dat aan het Y-chro mosoom van de XY-vrouwen een stukje ontbrak, terwijl dat stukje door een foutje van de natuur wel aanwezig was op het X-chromosoom van de XX-man. Dat stukje, het ZFY-gen, had dus aan het vrouwelijke embryo het sig naal gegeven om testes aan te maken, terwijl het mannelij ke embryo door het ontbre ken van dat signaal eierstok ken ging vormen. „Daarmee is bijna zeker het raadsel op gelost" aldus in 1988 het En gelse artsenblad BMJ. Men juichte helaas te vroeg, want al snel kwam men XX-man nen op het spoor zónder dat ZFY-gen, en XY-vrouwen mét. Nauwelijks twee jaar later, in 1990, vond de Engelse onder zoeker Peter Goodfellow een ander gen op het Y-chromo- soom. Dit SRY-gen, zo is ge bleken uit onderzoek bij mens en muis, kan van in aanleg mannelijke indivi duen vrouwen maken, of van vrouwen mannen. Waar schijnlijk, want helemaal ze ker is het nog steeds niet, is dit het geslachtsbepalende gen waar men al die tijd zo naarstig op zoek is geweest. Zo is bijvoorbeeld gebleken dat het SRY-gen bij muizen precies op het juiste tijdstip het signaal geeft aan het tot dan toe geslachtsloze ge slachtsweefsel om testes aan te maken. Het juiste tijdstip is belangrijk, want komt dat signaal een beetje te laat, dan kan het gebeuren dat het ge slachtsweefsel zich tegelijker tijd in mannelijke als vrou welijke richting ontwikkeld: 'echte' hermafrodieten zijn mensen die zowel een eier stok als een testes hebben en dus noch man zijn, noch vrouw. Ingewikelder Het blijkt dus allemaal nog ingewikkelder te zijn. Je wordt geen man of vrouw al leen maar omdat je wel of niet dat SRY-gen hebt. Dat gen is, zoals dat heet, waar schijnlijk een regel-gen. Het draait als het .ware knoppen om in de rest van het erfelijk materiaal zodat andere erfe lijke eigenschappen in het geweer komen om het em bryo in mannelijke richting sturen. Zijn die kapot, dan kan het, ondanks een goed functionerend SRY-gen toch nog mis gaan. Die cascade, dat aan- en uitschakelen van De grote vraag is niet zozeer óf het een jongen of een meisje wordt, maar veeleer hoe het komt dat het een jongen of meisje wordt. foto: milan konvalinka elke cel op de juiste plaats en elk orgaan precies waar het hoort te zijn uit een nieti ge vormeloze eicel. Dat kan ook van groot praktisch nut zijn. Bij de bestrijding van kanker bijvoorbeeld, want kanker is gestoorde groei. een hele reeks erfelijke ei genschappen, wordt momen teel druk bestudeerd. Wat is het nut van dit alles? Het praktisch nut is, zoals bij elk fundamenteel onderzoek, voorlopig gelijk aan nul. Het raadsel van de geslachten is „Godzijdank", schrijft het beroemde artsenblad de Lan cetnog steeds niet opge lost. Maar dit onderzoek kan licht werpen op misschien wel het grootste mysterie van de biologie: het ontstaan van het menselijk lichaam met Onrustig is ons hart, totdat het rust in U, o Heer In tien jaar tijd zijn de RIAGG's in Nederland ofwel Regionale Instellingen voor Geestelijke Gezond heidszorg erin geslaagd een heel eigen plekje te ver overen in de samenleving. Dat betekent dat het tweede lustrum dit jaar met opgeheven hoofd kan worden gevierd. „Zelfs tot in Texel zijn we actief." Op 22 januari is er een speciaal lustrumcongres in het Kurhaus in Scheveningen. Idoor ARVID VAN DER WOLF Zeg het woord RIAGG en de meeste Nederlan ders weten tegenwoordig direct waar je het over hebt: de instelling voor ambulante geestelijke gezondheidszorg, waar je terecht kunt als er psy chisch iets niet in orde is. Sinds haar oprichting tien jaar geleden is de RIAGG erin geslaagd een heel eigen plaats te veroveren in onze maat schappij. Dat heeft niet alleen te ma ken met de vlotte wijze waarop cliënten en verwij- zers haar wisten (en weten) te vinden, maar ook met het feit dat de RIAGG niet te be roerd is zelf actief de patiën ten op te zoeken. „De mensen beseffen steeds meer dat ze niet meer einde loos met problemen hoeven rond te lopen en dat ze recht hebben op hulp", meldt Theo Festen, secretaris van de Ne derlandse Vereniging voor Ambulante Geestelijke Ge zondheidszorg (NVAGG), de koepel van RIAGG's in Ne derland. Fusie De Nederlandse RIAGG is in 1982 voortgekomen uit een fusie van een groot aantal in stellingen die op de een of andere manier bezig waren met geestelijke gezondheids zorg, zoals het Bureau voor Levens- en Gezinsvragen, de Sociaal Psychiatrische Dienst, afdelingen voor jeugdpsychiatrie bij GGD's, instituten voor Medische Psychische Therapie en het Medisch Opvoedkundig Bu reau. Eind jaren zeventig leek het hard nodig uit dit oerwoud van instellingen een herken baar instituut tevoorschijn te laten komen, waar mensen gemakkelijk terecht zouden kunnen. „Voordien kon het gebeuren dat de ene instelling een cliënt misschien te moeilijk vond, terwijl een andere hem of haar misschien juist te ge makkelijk vond. Er was be hoefte aan meer duidelijk heid", zegt Henk Heijs, be stuurslid van de NVAGG en tevens directeur van de RI AGG in Utrecht. In de afgelopen tien jaar zijn er precies 57 RIAGG's ge vormd, waardoor het niet overdreven is te stellen dat op élk plekje in ons land pas sende, ambulante hulp gebo den kan worden. „Zelfs tot in Tessel is de RIAGG actief", stelt NVAGG-secretaris Theo Festen. „Toen daar laatst een geval van seksueel misbruik speelde, heeft de RIAGG Den Helder hulp geboden". Dat de RIAGG een heel ei gen plaats heeft gekregen in de maatschappij kan hij ge makkelijk staven met cijfers: jaarlijks doen 400.000 mensen een beroep op de instelling, 77.000 méér dan enkele jaren geleden. Wachtlijsten Vraag: kan de RIAGG zo'n grote stroom hulpvragen wel verwerken? Festen: „In het begin hebben we de vruchten kunnen plukken van meer efficiency als gevolg van betere mana gement, terwijl er daarnaast steeds een (beperkte) groei is geweest van onze mogelijk heden. Toch zie je langza merhand wachtlijsten ont staan. Dat kan een onoverko melijk probleem worden, want je moet je altijd afvra gen of je hulp, hoe hoog ook van kwaliteit, bereikbaar blijft. Aan de andere kant be sef je dat je hulp niet onbe- WC Soms worden geneesmiddelen, zoals plastabletten, voi ven. tekening: foto: milan konvalinka verlamd raken in hun den ken en doen is hulp hard no dig", aldus Heijs. Ook mi granten, die slechts moei zaam integreren in onze sa menleving, vragen in toene mende mate aandacht van de RIAGG's. Hoe komt het dat het aantal cliënten dat bij RIAGG's aanklopt steeds groter wordt? Festen: „De sociale structu ren in de maatschappij wor den ingewikkelder, terwijl je een toenemende individuali sering ziet. Mensen moeten het steeds meer zonder hun 'steunsysteem' doen. Daarbij doel ik in de eerste plaats op de familie. Vroeger hoorde je heel duidelijk tot een familie, die voor je zorgde en die, als het nodig was, problemen kon afdekken. Tegenwoordig is dat verband veel minder sterk. Er zijn veel echtschei dingen, er zijn veel eenzame mensen". Henk Heijs voegt daar aan toe: „In ons land hebben steeds minder mensen werk. Als je in de ww of wao 'loopt' is de kans op psychische pro blemen groot. Zo iemand krijgt toch een klap, want je zult maar op je 48ste zijn uit geteld. Daar staat tegenover dat je als je wel werkt je je uit de naad moet werken, want Nederland heeft zo'n beetje de hoogste produktie van de wereld." „Er is tegenwoordig ook veel meer erkenning dan vroeger voor trauma's, bij voorbeeld voor slachtoffers van onge lukken, waardoor langdurige angsten kunnen ontstaan en het leven van mensen geheel ontregeld kan worden." De hulp van RIAGG wordt individueel of in groepen ge geven, meestal in de vorm van therapiegesprekken met psychiaters, psychologen of maatschappelijk werkers of, in voorkomende gevallen, medicatie. Theo Festen: „Je probeert mensen tijdens een therapie inzicht in hun problemen en aanwijzingen te geven hoe ze hun leven kunnen verande ren. Er gaat van onze aanpak een sturende werking uit. Niet zelden krijgen mensen concrete opdrachten mee van onze hulpverleners." Samenwerking Samenwerking met andere instellingen, bijvoorbeeld met Psychiatrische Afdelingen Algemene Ziekenhuizen (PAAZ'en) en met psychia trische ziekenhuizen heeft de RIAGG hoog in het vaandel staan. In Eindhoven en Maastricht heeft dat al tot fu sies geleid. Of er meer fusies zullen volgen? Heijs: „Daar kun je geen de finitieve uitspraken over doen. Het is in elk geval wel de bedoeling dat, wat er ook gebeurt, ambulante hulpver lening, heel herkenbaar blijft." Festen: „Op de werk vloer blijkt samenwerking soms gemakkelijker te zijn dan op managementniveau. Eén ding is zeker: de RIAGG is in staat een volwaardig ambulant hulpverleningspro gramma te bieden. Het uit gangspunt blijft dat de RI AGG verantwoordelijk is voor de ambulante geestelij ke volksgezondheid in een bepaald gebied. Daar kunnen mensen ons op aanspreken. Iedereen, die hulp nodig heeft, is welkom. Maar we zullen ook zelf actief blijven toegaan naar die mensen, bij wie die gezondheid wordt be dreigd". Na mijn reflectie op het begrip 'behoefte' is uit de lezerskring een vraag opgedoken. Zou ik niet wat duidelijker kunnen omschrijven waarom en hoe ik verschil maak tussen 'behoefte' en 'verlangen'. Ik had gesteld dat een mens al vanaf zijn vroege jeugd moet leren zijn verlangen te voeden, te doen groeien en rijpen. Anna Terruwes leer van de rijping van het verlangen was daarbij vermeld. Ik heb als mijn overtuiging geschreven, dat die theorie tot in onze dagen haar geldigheid niet heeft verloren. Misschien zou het wat licht werpen op de zaak als we de begrippen 'behoefte'en 'verlangen'naast elkaar stelden als: 'hebbenen 'zijnWie ergens behoefte aan heeft, wenst dat in bezit te krijgen. Maar mèt het bezitten, de vervulling dus van wat werd gevoeld als behoefte, treedt ook een soort verzadiging op. Je zou kunnen zeggen: behoefte waarin wordt voorzien, heft zichzelf op, sterft aan zichzelf. Dat is inderdaad geen blijvende situatie, maar voor het moment is de mens voldaan. Aan de behoefte is (voor éven) het zwijgen opgelegd. Al gauw komt toch weer een ervaring van een ander gemis boven en opnieuw betracht de mens de vervulling daarvan. (Met drank, lawaai, bezit). Verlangen is méér. Verlangen is niet voor even. Verlangen stijgt boven ons uit, is niet tevreden met het nu; ziet uit, hoopt, verwacht. Ziehier een wijze van bestaan die alles met 'zijn' en bitter weinig met 'hebbente maken heeft. Wie om zich heen kijkt kan eigenlijk bevestigen dat we maar liever verlangend dan behoeftig moesten zijn. 'Hebben blijkt maar weinig gelukkig te maken. Zeker niet voor langere tijd, omdat de behoefte aan méér telkens weer opduikt. Voor het schrijven van mijn column 'Behoefte' had ik de onmiddellijke aanleiding gevonden in de aankondiging van een nieuw speeltuig, de skate-bike, waarvoor ongehoorde belangstelling bestaat. Zodat, om in de behoefte te voorzien, wachtlijsten zijn aangelegd... Eigenlijke oorzaak voor mijn bespiegeling was iets anders. Half september is het vierde eeuwfeest ingeluid van Johannes van het Kruis, de Spaanse dich ter mysticus uit de zeventiende eeuw, die grote faam over de wereld geniet. Van wie blijkt dat hij ook de moderne mens kan inspireren. In diens werk vinden wij een tiental trefwoorden, waaraan ik, samen met Frans Vervooren ocd., een boek heb gewijd onder de titel „Adem door mijn tuin dichters in harmonie met Johannes van het Kruis". Eén van die trefwoorden is 'verlangen'. En wie daar wat langer bij stilstaat, ontdekt hoezeer de mens altijd, ook nu nog, een wezen van verlangen is, op zoek naar een méér; boven zichzelf wil uitkomen, je zou kunnen zeggen 'langer wil worden'. Verlangen is ook verlengen. Dat vind je bijvoorbeeld direct terug in de mededeling dat een klein kind dat naar bed moet, zijn liedje van verlangen zingt. Ooit bij stil gestaan dat het een deuntje van verlèngen is? Nu hoeven we natuurlijk niet te denken dat iedere mens, zoals Johannes van het Kruis, verlangend is om de Beminde, de Eeuwige te ontdekken. Maar verlangend zijn de meesten onder ons wél. Al zijn we er ons soms nauwelijks van bewust. Zoeken we in wezen niet allemaal naar het verloren paradijs, naar de volmaakte geliefde, naar een nooit- eindigend geluk? Altijd blijven we op zoek, op jacht daarnaar. Zei Augustinus het al niet: Onrustig is ons hart, totdat het rust in U, o Heer". Verlangen geeft ook avontuur aan het leven. Maakt het de moeite waard. Er moet altijd iets blijven om naar uit te zien. Als er niets meer te verwachten is, wordt het bestaan wel eindeloos saai. We hebben de prikkel nodig van naar iets te streven, ergens voor te ijveren. Is dat, in ons huidig bestel, niet dikwijls de pijn van de werkeloze, die niets heeft om 'na te jagen Verlangen houdt hét élan, de spirit er in. Ook bii een kind. Dat, net als wij, kan leren verlangen, als al zijn behoeften niet onmiddellijk worden bevredigd. RIAGG Haagrand, een van de bureaus in Den Haag. perkt van omvang kan zijn". Heijs maakt duidelijk dat de RIAGG er allereerst voor heeft gezorgd dat er een goe de 24-uurs opvang is geko men voor mensen die in acu te psychische nood verkeren. Daarnaast worden in de da gelijkse praktijk mensen be handeld met (sociaal) psychi atrische problemen, is er een afdeling voor psychotherapie, zijn er 'klachtgerichte' be handelingen van patiënten met bijvoorbeeld smetvrees of faalangst, zijn er aparte programma's voor kinderen, tieners, adolescenten, volwas senen en ouderen. Verder worden er steeds meer 'preventieprojecten' op gezet, gericht op speficieke groepen, zoals kinderen van ouders met psychiatrische problemen, weduwen of ou ders van overleden kinderen. Wat de opvang van mensen in acute psychische nood be treft merkt Festen op: „Het is onder meer de opzet van de RIAGG dergelijke mensen zo lang mogelijk buiten de mu ren van een instelling te hou den. Wij moeten bepalen of ambulante hulp mogelijk is en zo ja wat de beste manier is. Het kan zijn dat iemand met medicatie toch nog thuis kan worden begeleid". Voor ouderen bij wie het schrij nende probleem van demen tie om de hoek komt kijken geldt hetzelfde: hulp van de RIAGG, begeleiding thuis en medicatie, kan mogelijk een opname in een verpleeghuis uitstellen. Suïcide NVAGG-bestuurslid Henk Heijs meldt dat de RIAGG's bij een tegenovergestelde groep, zeer jonge kinderen, onder meer vroegtijdige ont wikkelingsstoornissen opspo ren, terwijl bij tieners onder meer aandacht wordt besteed aan suïcide- en/of identiteit sproblemen. In deze groep komen verder veel hulpvra gen aan de orde rond ano rexia, boulemie (te veel eten) en incest. In de groep adoles centen komen niet zelden problemen naar boven van jongeren die op de middelba re school al op hun tenen moeten lopen en die, een maal verder komend in het leven, hun plek niet in de maatschappij kunnen vinden. „Als ze depressief worden, in de war raken of helemaal 15.04 AKI1 OS De a 14 Filler 2 fceslijn 16.00 KR' a Bartok ek 18.451 van Tsjai adio Filhc et solistei I.OO-24.0C 13.10 VA :ht uit he dison 16. Start 17 erichten Politieke zicht 18. is in het ees 20 3C - 22.20 NC illegale V ande

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1992 | | pagina 10