Griepvirus Influenza Aantal griepprikken verontrust professor Masurel li Dokters hebben steeds meer moeite met de begrippen 'ziek' en 'gezond' 11 GEZOND EN WEL Bezinning Vraag over kalknagels CeidaeGouoont MAANDAG 30 DECEMBER 1991 'RISICOGROEP MOET INGEËNT' Een hoger aantal griep- patiënten dan in dezelfde periode van vorig jaar is kort geleden voor het Nationaal Influenza Cen trum in Rotterdam aan leiding geweest om aan de bel te trekken. De boodschap die in vrijwel alle media werd geci teerd: mensen met een zwakke gezondheid moeten toch vooral een griepprik bij de dokter halen, om sterk te staan als het influenza-virus straks echt toeslaat. De strijd tegen de griep is er één die elk jaar weer terug keert. Maar elke keer is het ook weer een groot raadsel: hoe zou het virus dat de luchtwegen aantast er dit keer uitzien en welk vaccin helpt ertegen? Het Influenza Centrum ziet het schrikbeeld van vele zie ken en mogelijk zelfs enkele sterfgevallen al weer opdoe men. Vandaar dat professor N. Masurel, directeur van het centrum en één van de griep- specialisten in ons land, enigszins ongerust klinkt als hij zegt: „Er heeft zich toen slechts dertig procent van de risicopatiënten laten inen ten". Bij risicopatiënten gaat het om mensen, die bijvoorbeeld een zwak hart, zwakke lon gen, suikerziekte of een nier ziekte hebben. Eén geslaagde aanval van een agressief vi rus, en een griep kan voor deze mensen dodelijk zijn. Berucht is nog altijd de Spaanse griep uit 1918, die in wereldwijd circa 25 miljoen slachtoffers heeft geëist. Dat waren meer doden dan tij dens de Eerste Wereldoorlog. De dertig procent die is in geënt, heeft de prik al in no vember gehad. Dat is zo'n beetje de vaste tijd waarop de Geneeskundige Hoofdinspec tie artsen informeert dat de prikken weer gegeven Griep wordt veroorzaak! doof een micro-organisme dat zich vermenigvuldigt in de celen van andere organismen Het virus wordt door de lucht aangevoerd en ingeademd via mond en neus. DAG 1-3 Het virus doet een 'aanvaT op de celen in het lichaam. Enorme aantalen nieuwe virusceBen worden geproduceerd. Nu pas worden de symptomen duidelijk: niezen, koorts, spierparen vermoeidheid. anp/kfln DAG 4-6 Het lichaam komt in aktie: er worden speoale celen aangemaakt <fe het virus vernietigen DAG 4-7 Alrankel^k van de conditie van de pa bent zal hij/zi) na 4 tot 7 dagen weer beter zijn moeten worden. Na tien tot twaalf dagen het lichaam goed op het vaccin heeft ge reageerd en voldoende af- weerstoffen heeft aange maakt om het eerste griepvi rus van het 'seizoen' en de opvolgers een half jaar de baas te kunnen. Om het percentage van der tig op te krikken, heeft het Influenza Centrum er met zijn oproep aan willen herin neren dat inenten voor risi copatiënten echt noodzake lijk is. „We streven ernaar zeker nogeens dertig of veer tig procent van de patiënten ingeënt te krijgen', verklaart professor Masurel. Samen met het ministerie van WVC is het Centrum een campag ne begonnen die bij de vol gende inenting in november '92 resultaat moet opleveren. Belangengroepen van bij voorbeeld cara-patiënten worden aangeschreven om hun leden toch vooral een prik te laten halen. Masurel hoopt dat het per centage ingeënte mensen in Nederland daarmee op het niveau komt van Frankrijk. Daar is circa vijftig tot zestig procent ingeënt, niet op de laatste plaats dankzij de inzet van de Franse overheid. Prikacties Waarschijnlijk is er nog een dringende oproep van Masu rel nodig, want een rond vraag langs enkele huisartsen leert dat het nog steeds echt niet stormloopt voor de griepprikken. „De afgelopen week waren kwamen hooguit een stuk of vijf mensen voor de prik', somt de assistente van een Haagse arts de oogst op. De tijden dat grootscheepse 'prikacties' werden georgani seerd, waarbij grote delen van de bevolking werden in geënt, behoren voor veel huisartsen toch al tot het ver leden. Dokters zijn veel se lectiever geworden als er prikken moeten worden uit gedeeld. „Mensen die tot de risico groep behoren, krijgen van mij uiteraard een griepprik", zegt huisarts R. Bekendam uit Zwolle. „Maar iedereen vaccineren, ja, dat zou het Influenza Centrum natuur lijk wel willen. Zo is er eigenlijk een richtlijn dat iedereen boven de 65 jaar moet worden ingeënt. „Echt niet iedereen boven de 65 krijgt van mij een griepspuit. Als iemand gezond is en ner gens last van heeft, hoeft hij of zij van mij geen prik. An ders is het als je iemand hebt die moeite heeft om allerlei dingen te doen, waardoor het hart te veel moet werken. Dan is inenten wel nodig". „Ook komt het voör dat ie mand beter geen prik kan krijgen, omdat die er ziek van wordt. Ook zijn er men sen die niet tegen het vaccin kunnen, omdat zij allergisch zijn voor het kippeëiwit dat wordt gebruikt', zegt Beken- dam. Professor Masurel stelt dat allergie zelden voorkomt en ook ziekteverschijnselen door verbeteringen in het vaccin haast zijn verdwenen. Bekendam heeft de meeste inentingen al lang achter de rug. „Eind oktober rolt in mijn praktijk de grieplijst uit de computer, met de namen van de mensen die beslist een prik nodig hebben". Omgeving Volgens Bekendam is het inenten vooral iets dat door de omgeving van iemand wordt ingegeven. „Je ziet het vaak dat mensen een prik komen halen, omdat iemand in zijn of haar omgeving dat ook doet of al heeft gedaan. Of omdat er ineens zieken zijn en ze iets in de krant le zen". Inenten is in zo'n geval zinloos, omdat het vaccin waarschijnlijk geen kans krijgt om effect te tonen. „Maar als iemand per se wil kan die van mij uiteraard een prik krijgen", zegt de huisarts. Zelf heeft Bekendam ook een prik genomen. „Voor de ze kerheid. Als huisarts kom ik natuurlijk nog al vaak met grieppatiënten in aanraking. Dan wil ik voorkomen dat ik zelf ook slachtoffer word". Dat er een griepgolf zit aan te komen, daar zijn alle huis artsen en professoren het wel overeens. Alleen weet geen van hen welke omvang de golf dit keer zal krijgen. „Dat kun je niet zeggen. Soms is er een vaccin gemaakt dat ach teraf helemaal niet blijkt te helpen", zegt dr. S. Thomas, staflid van het Nederlandse Huisartsen Genootschap in Utrecht. Als voorbeelden noemt hij de A-griep en de Hongkonggriep uit 1968. Daar waren de artsen niet op voorbereid. Wat dat betreft is professor Masurel optimistisch dat het juiste vaccin tegen de ko mende hause heeft gevonden. „Ik denk dat we met ons vac- cin zeventig procent bescher ming kunnen bieden. We weten hoe het virus er dit jaar uitziet, namelijk vrijwel net zoals dat van vorig jaar. We weten dat er twee in- fluenza-A-virussen in zitten en wat de aanvalskracht hiervan is. Dus iemand die is ingeënt heeft zeker kans het virus te doorstaan". Onbekende virussen komen volgens Masurel nog maar zelden voor. Het is een kwes tie van herhaling: om de zo veel tijd keert een oud virus terug. Masurel rekent binnen enkele jaren op de terugkeer van de beruchte Spaanse griep. „Maar daar hoeven we niet bang voor te zijn. We weten sinds 1918 hoe het vac cin tegen deze griep eruit moet zien". Van dokters kun je niet alles verwachten. Ze kunnen, om maar wat te noemen, geen chronische ziekten genezen, want konden ze dat wel dan waren die ziekten niet chronisch. Maar dat ze onderscheid kunnen ma ken tussen ziek en ge zond, dat ze je kunnen vertellen of je ja dan nee ziek bent, dat is het is bijna een open deur toch het minste wat je van dokters kunt eisen. Toch hebben dokters daar steeds meer moeite mee. Dat blijkt wel uit het nationale debat over wao en Ziektewet. De medische gemeente weet met de begrippen gezond en ziek steeds minder raad. Vroeger, niet eens zo lang ge leden, was dat wel anders. Je was pas ziek als je lichame lijk wat mankeerde, als er duidelijke en liefst meetbare tekenen waren dat er in het lijf iets niet goed zat. Dat vol deed niet helemaal, want die opvatting bleek te eenzijdig lichamelijk. De Wereld Ge zondheids Organisatie (WHO) kwam toen met een definitie van gezondheid die je nog steeds tot vervelens toe in de leerboekjes kunt aantreffen. Welbevinden „Gezondheid", bedacht de WHO, „is meer dan de afwe zigheid van ziekte. Het is een toestand van volledig welbe vinden op lichamelijk, gees telijk en maatschappelijk ge bied." Over deze goedbedoel de definitie is heel wat afge- lachen. Ga maar na. Wie een blauwtje loopt voelt zich geestelijk niet wel en is per definitie ziek. Wie geen op slag krijgt of een langver wachte promotie langs zijn neus voorbij ziet gaan, be vindt zich niet in een toe stand van maatschappelijk 'volledig welbevinden' en is dus ook al niet lekker. Als je deze definitie wilt geloven is eigenlijk iedereen altijd zwak, ziek en misselijk, is het leven één ziekte en de dood onze arts. Zolang iedereen het er zo on- Als iemand in bed blijft liggen, hoeft dat nog niet te betekenen dat hij echt ziek is. geveer over eens is, valt er met een vage definitie van ziek en gezond best te wer ken. Maar die eensgezindheid over ziek en gezond brokkelt de laatste jaren af. Nog het minst bij de dokters zelf, ook al verschillen die ook nog al eens van mening. Zo wijten Franse dokters een aantal exotische klachten aan de le ver, behandelen Duitse art sen hun patiënten tegen lage bloeddruk, een ziekte die in Nederland niet eens officieel bestaat, en zijn hun Ameri kaanse collega's bevangen door die typische Ameri kaanse smetvrees. Maar veel belangrijker nog is dat dok ters het steeds minder met hun patiënten eens zijn wat nu ziek is en wat gezond. Vroeger legden patiënten zich als makke schapen neer bij het oordeel van hun arts, want die had er immers voor doorgeleerd. Maar daar komt steeds meer de klad in. Pa tiënten zijn in deze bewuste tijden geëmancipeerd van passieve lijders tot mondige klanten, en als ze vinden dat ze ziek zijn dan zijn ze dat ook. Moeheid Je ziet dat aan het toene mend aantal ziekten en kwa len die niet zijn ontdekt door dokters, maar veeleer door de patiënten zelf. Het Chro nisch Moeheid Syndroom, een staat van voortdurende verpletterende moeheid, is daar een mooi voorbeeld van. Mensen die daar aan lijden zijn er vast van overtuigd dat hun kwaal een harde medi sche oorzaak heeft, maar de dokters hebben die tot op he den niet kunnen vinden. Hetzelfde geldt voor fibro- myalgie, een kwaal die ge paard gaat met overal spier pijn. Een paar weken geleden stapten een aantal Engelse typisten naar de rechter en kregen gedaan dat Repetitive Strain Injury (RSI) tegen het medisch oordeel in officieel als ziekte werd erkend. RSI zou een chronische blessure zijn die je oploopt door veel vuldig bewegen van de vin gers. Wat al deze patiënten gemeen hebben is dat ze zich niet willen laten afboeken als psychisch geval. Hun ziekte heeft een harde medische FOTO: MILAN KONVALINKA oorzaak, en als de dokter die niet kan vinden dan heeft hij niet goed genoeg gezocht. Sociaal gebeuren Eigenlijk is dit alles niet zo verbazingwekkend. De be faamde socioloog Parsons wees er al veertig jaar gele den op dat ziekte vooral ook een sociaal gebeuren is, een zaak waar meerdere partijen bij betrokken zijn. Wie ziek is, is automatisch vrijgesteld van werk en andere dagelijk se verplichtingen. Dat is in het begin niet zo'n probleem, maar als de ziekte wat langer duurt dan zal de omgeving er van overtuigd moeten wor den dat het om een 'echte' ziekte gaat. En in deze maat schappij is het nog steeds zo dat alleen een harde lichame lijke ziekte een 'echte' ziekte is. Welnu. Door op de klach ten een medisch etiket te plakken, maakt de dokter van de klager een officieel erkende patiënt, die recht heeft op mededogen, verzor ging en uitkering. Dat is ook de reden waarom het onbe hagen in deze maatschappij, het niet op kunnen tegen de druk van de alsmaar toene mende arbeidsproduktiviteit, steeds meer worden vertaald in medische termen. De ver- zekeringsgeneeskundige Knepper gaf daar een aardig voorbeeld van. „Zwakbegaaf den", zo schreef hij, „bleken pas 'vroeggehandicapt', toen de automatisering in het bedrijfsleven zichtbaar maakte dat zwakbegaafdheid een kennelijk gebrek is." Medisch etiket Wij zijn paradox tege lijkertijd het ziekste en ge zondste volk van heel West- Europa en ver daarbuiten. In de wao zitten nu 900.000 mensen, dertien procent van de beroepsbevolking, en men schat dat binnen twee jaar de miljoen ruimschoots wordt overschreden. Bovendien ko men elke dag 700.000 mensen vanwege ziekte niet op hun werk opdagen. Dat elke dag van het jaar een op de vijf le den van de beroepsbevolking ziek is, kan gewoon niet waar zijn. Het is ook niet waar. De WAO (en ook de Ziektewet) is geen medisch maar een maatschappelijk probleem. Werkgevers en werknemers kopen arbeids conflicten af door er een me disch etiket op te plakken. De produktiviteit kon daar door toenemen en bovendien gaf dat arbeidsrust, want ie-' dereen die daar niet tegen kan kon zo de wao in. Maar, zo schreef de sociaal genees kundige Doeke Post in Me disch Contact, dat kan alleen maar als artsen bereid zijn om over alles wat de maat schappij niet leuk vindt een medisch sausje te gieten. En dat kan alleen maar als het ziektebegrip zo wordt opge rekt dat geen dokter precies kan vaststellen wat ziekte is. Daar moeten artsen zich niet voor lenen, ze zouden zich bij hun leest moeten houden en het ziektebegrip moeten her ijken. „Tenslotte zijn we niet opgeleid tot socioloog of maatschappij verbeteraar." Het jaar is oud: ik spiegel wat ik won in het gelaat van deze laatste Vorige week, vlak voor Kerstmis, hebben we een beetje ons geweten onderzocht. We hebben ons afgevraagd waar we nog schulden moesten inlossen. Aan mensen; aan God. Nu we in het licht van een gloednieuw jaar staan, zouden we er ook goed aan doen 'in het zicht van deze laatste dagen '.eens te spiegelen wat we hebben 'gewonnen'. Het is belangrijk voor de mens te erkennen waar hij fouten heelt gemaakt, wat hij anders, beter had kunnen doen... Maar het is evenzeer wenselijk een keer stil te staan bij wat is gelukt, waarin hij is geslaagd, bij wat misschien zelfs ondanks hemzelf, zonder eigen inzet, goed is afgelopen... Waarom zouden we niet eens onszelf een hart onder de riem steken, een pluim op de hoed zetten. Bevestigen; wat fijn dat dat gelukt is. Is dat hovaardig lopen we daarmee naast onze schoenen krijgen we zo verbeelding? Dat denk ik helemaal niet. Eerlijk voor jezelf en tegenover God staan betekent natuurlijk erkennen waar je in gebreke bent gebleven. Maar keren we de medaille ook eens om. Zodat we durven vaststellen dat we in veel opzichten ons best hebben gedaan; dat we daarvan ook bepaald resultaten hebben kunnen boeken. Soms denk ik ernstig na over het sacrament van de biecht. Vooral dan over het feit dat het veel minder dan in het verleden wordt gepraktizeerd. Je kunt daar wellicht diepzinnige, wetenschappelijke, theologische verhandelingen over houden. Maar daarvoor ben ik niet uit- en toegerust. Wat niet wegneemt dat ik als volwassen vrouw me toch wel eens mag bezighouden met die vraag. Zeker als het woord 'bezinning' op het scherm van mijn inwendige computer verschijnt. Zoals nu, op het einde van het jaar. Ik geloof niet dat, algemeen genomen, de mensen slechter zijn dan vroeger. Of ze zoveel beter zijn dan vorige generaties blijft voor mij trouwens een grote vraag. Een die me met zorg en verdriet vervult, want ik dacht dat we ten minste op weg warenn met zijn allen, naar een nieuwe aarde en een nieuwe hemel. Maar ik heb' wel de neiging te geloven dat mensen zich niet meer voor allerlei handelen zondig verklaren of voelen, terwijl dat in het verleden vaker gebeurd zal zijn. En ik weiger de gedachte te accepteren dat dus de mensen van nu het met hun geweten gemakkelijk op een akkoordje zouden gooien. De mensen van nu krijgen nogal niet wat op hun bordje, waarover ze moeten oordelen en beslissen... Zeker houd ik er geen pleidooi voor de biecht maar af te schaffen. Ik vind trouwens de algemene boetevieringen, hoewel geen vervanging, een uiterst zinvolle aangelegenheid. Misschien wel juist om de gezamenlijke bezinning die ze vragen. Toch voel ik een soort opluchting, tevredenheid als mensen niet voortdurend worden gekweld door schuldgevoelens of het idee dat ze eigenlijk niets goed kunnen doen. Ik ga graag nog altijd mee met de overtuiging dat uiteindelijk alles genade is. En ik weet heel zeker dat we verplicht zijn met die genade mee te werken. Maar daar kan dan ook heel wat goeds uit voortkomen. Waarmee we oprecht blij moeten zijn. Het is niet wéér dat we leven in een wereld waarin mensen elkaar alleen maar naar het leven staan, de loef willen afsteken, tekort doen. Wéér is wel dat, dikwijls in de stilte en de onopvallendheid, veel goeds wordt verricht aan steun, zorg en aandacht voor wie dat nodig hebben. (Heeft u in de week voor Kerstmis de Jostiband van geestelijk gehandicapten bij de NCRV op de televisie gezien?!). Waarom zouden we niet ook eens erover mediteren dat we jazeker, dank zij de genade van de Heer meer dingen tot een goed einde brengen dan we ons vaak bewust maken? Een gevoel van dankbaarheid kan daarbij opwellen, aan het einde van het jaar. En dan mag ook een gevoel van vertrouwen in ons hart opkomen, nu het nieuwe jaar aanstaande is. IER Idoor JAN VANOCHTEN 10RD1 ,g va rkeerb iruik zijn di ordwi; lien te rlast ii Om Y te nt bo ;e tean rs vei twet staat aat sti er nie eel elli hei tere dese stra, :heid Vraag: zijn er geneesmiddelen in de handel, die kalknagels aah de tenen kunnen verhel pen, zodat normale nagelgroei weer kan plaats hebben? Antwoord: In de reguliere ge neeskunde zijn er eigenlijk geen middelen die uw pro bleem kunnen verhelpen. Meestal wordt er gewezen op een goede voetverzorging. Soms is er een medisch pro bleem aanwezig, dat door de arts bekeken dient te worden. Op die manier moet een schimmelinfectie te worden uitgesloten. Kalknagels zijn het gevolg' van een sterke verhoorning onder de nagel met verdikking, meestal aan de teennagels. In de homeopathie worden twee middelen van VSM voor in wendig gebruik aanbevolen: Silicea Penterkan als alge meen middel bij nagelgroeis toornissen en brokkelige na gels die telkens scheuren en Antimonicum crudum D6 bij slechte nagels, gebrekkige groei van nagels en kalkna gels. Vraag: Indometacine heb ik in het buitenland (Bulgarije) uitwendig als zalf tegen ge wrichtsreuma in dé handen gebruikt. In Nederland wordt het inwendig gebruikt, alleen in uiterste gevallen. Is het middel schadelijk? Antwoord: In Nederland is het middel indpmecatine in de handel als capsule, zetpil of oogdrupel. Het wordt zeker niet gebruikt ?ls een zalf of crème. Dit werkt namelijk overgevoeligheid in de hand. Tevens is niet precies bekend of het middel wel voldoende wordt opgenomen. Het is ove rigens nooit verstandig om zo maar in het buitenland ge neesmiddelen te pebroeven. Zeker buiten Europa kan dit problemen geven. Neem altijd Westi Vooral aan de zich nogal eens een verh ning aan d FOTO voldoende medicijnen mee Nederland. Het middel wordt onder ii bij reumatische aandoeniner neei gebruikt, waarbij ontstekin '^rena J pb-xmiL en pijn op de voorgrond st De ontstekingsremmende v king is bij voorbeeld stel Hszel dan die van acetylsalicylz beter bekend als aspirine. dieren Het koortsverlagend en jlancl z stillende effect verschilt veel van de salicylaten. Ii metacine heeft helaas veel werkingen. Bij 30 tot 35 aan cent van de patiënten tre11^11 1 deze op de voorgrond en b procent betekent dit stop - met het geneesmiddel. H,o 15011 r; pijn, duizeligheid en m P> sPra darm-stoornissen komen meest voor. Het middel is geen eerste keus en kan al op doktersrecept worden kregen. Er is binnen de gi en van anti-reumamiddelen keus. Vaak kiikt de do j naar de individuele gevoi:eltde heid van de patiënt voor bepaald middel. Een kwi van uittesten, het is moe van te voren precies te v spellen of een middel help wat de bijwerkingen zijn. afsche Tien elijk ken ;ers, d: en mi tra op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 8