Minimumloon en uitkeringen in '92 BINNENLAND Wettelijk minimumloon 'Cm 1 r iilif jociale verzekeringen IOAW-, IOAZ- en bijstandsuitkeringen i Qowia/nt ZATERDAG 28 DECEMBER 1991 HAAG De bruto bedragen van het wettelijk r en het minimumjeugdloon worden op 1 januari 1992 ver iet 1,45 procent. Inclusief de wettelijke verplichte afron- komt de verhoging uit op 1,48 procent. bruto minimumjeugdlonen bedragen per 1 januari 1992: ïftijd perc. van het per maand per week minimumloon van 23-j. en ouder 's jBË 85 1.813,30 418,50 72,5 1.546,60 356,90 61,5 1.312,00 302,80 52,5 1.120,00 258,50 45,5 970,70 224,00 39,5 - 842,70 194,50 34,5 736,00 169,80 30 640,00 147,70 46; ar de bruto verhoging vallen de netto minimumloon- en mi- 1411 mmjeugdloonbedragen hoger uit. De netto bedragen zijn, an- g®j s dan de bruto bedragen, echter niet wettelijk bepaald. Ze 41 j men per bedrijfstak of bedrijf verschillen door verschillende 29i|Oudingen op het loon. 40J isioenpremies zijn buiten beschouwing gelaten, evenals de 92! ninale premies voor de Ziekenfondswet en de Algemene Wet 56: [ondere Ziektekosten. Omdat de parlementaire besluitvor- )g over de wijzigingen van het ziektekostenstelsel (plan-Si- 41; ns) nog niet is afgerond, kunnen de netto-bedragen nog ver- 173: leren. De onderstaande bedragen geven daarom alleen een 69: bale aanduiding. 1368,00 1535,00 1674,00 1646,00 1391,00 1578,00 1745,00 1765,00 1-7-1991 1-1-1992 per maand per maand per week 1330,00 1366,00 315,00 1156,00 1190,00 275,00 1001,00 1036,00 239,00 875,00 909,00 210,00 778,00 810,00 187,00 693,00 725,00 167,00 623,00 654,00 151,00 561,00 591,00 136,00 x ï.s - V V 'H - "3-'S -'V 67 5gN HAAG Per 1 januari 1992 worden de uitkeringen op in een aantal sociale verzekeringswetten verhoogd. Dit volg van de verhoging van het minimumloon met 1,45 m van de wijzigingen in belastingen en sociale premies, uitkeringen zijn aan het minimumloon gekoppeld. 3^1 netto AOW-uitkering vaneen gehuwde met een partner die 41.001 65 jaar of ouder is, gaat met bijna 22,- per maand omhoog "'[komt daarmee op 837,23. Dit betreft de 50-procent-uitkering maand, voor een AOW-gerechtigde zonder aanvullend pen en en met een ziekenfondsverzekering. Beide partners heb- recht op dit bedrag. t AOW-pensioen voor gehuwden is netto gelijk aan 50 pro- it van het nettominimumloon als beide partners 65 jaar of ou- r zijn. Het netto pensioen van een gehuwde met een partner dan 65 jaar en van een ongehuwde is gelijk aan 70 pro- ran het netto minimumloon, jnoudergezinnen ontvangen een pensioen dat netto gelijk is p 90 procent van het netto minimumloon. Het gaat om onge- kvde bejaarden met een kind dat jonger is dan 18 jaar voor j zij kinderbijslag ontvangen. I gehuwde gepensioneerde met een partner jonger dan 65 jaar li een toeslag op het ouderdomspensioen ontvangen, die af- kelijk is van het inkomen van die jongere partner. Van dit omen wordt eerst een deel buiten beschouwing gelaten. Deze ,5 jlating bedraagt 15 procent van het bruto minimumloon met 137' egrip van de overhevelingstoeslag (f 356,92) en een derde 29 1 van het meerdere aan bruto inkomsten. Wat daarna over- 16 ft, wordt in mindering gebracht op de toeslag. Bij een bruto >men van de jongere partner van meer dan 1.166,68 (met ;grip van de overhevelingstoeslag) per maand bestaat geen it meer op toeslag. Weduwen met kind tot 18 jaar 1.767,58 121,04 Weduwen zonder kind tot 18 jr. 1.230,62 84,74 Wezen tot 10 jaar 393,80 27,12 Wezen van 10 tot 16 jaar 590,70 40,68 Wezen van 16 tot#27 jaar 787,60 54,23 Kinderbijslag De prijzen zijn in de periode van april 1991 tot oktober 1991 ge middeld met 2,65 procent gestegen. Als gevolg daarvan zullen de kinderbijslagbedragen per 1 januari 1992 met eenzelfde percen tage worden verhoogd. Bovendien wordt de kinderbijslag extra Deze bedragen worden overigens voor het eerst uitgekeerd na afloop van het eerste kwartaal van 1992. Kinderbijslagbedragen naar leeftijd per kind bij verschillende gezinsgrootten met ingang van 1 januari 1992 (in guldens, per kind, per kwartaal): WAO-, en de Ziektewetuitkeringen wordt per 1 januari 1992 vastgesteld op 282,88. Kopjes op de uitkeringen Teneinde te voorkomen dat de loondervingsuitkeringen op mi nimumniveau van alleenstaanden van 21 of ouder bij werkloos heid of volledige arbeidsongeschiktheid beneden het relevante sociale minimum dalen, zijn in de WWV en de Invoeringswet stelselherziening bepalingen opgenomen die voorzien in een verhoging van de uitkering. Dit zijn de zogeheten kopjes op de uitkering. Hierbij is van belang dat de tijdelijke maatregel in de loon- en inkomstenbelasting voor alleenstaanden die op 1 januari 1990 27 jaar en ouder doch jonger dan 65 jaar waren, in 1992 niet meer zal gelden. Om deze reden zal vanaf 1 januari 1992 één bedrag worden vastgesteld voor de categorie uitkeringsgerechtigden vanaf 23 jaar. Deze kopjesbedragen zijn per 1 januari 1992 als volgt vastgesteld. In guldens: Alleenstaanden: AAW/WAO WW WWV puwden, partner rdan 65 „.huwden met maximale 3! dag huwden zonder toeslag rtner jonger dan 65) ongehuwden [ehuwden met kind tot 18 jr., :imale toeslag 58,94 117,87 0 t/m 5 6 t/m 11 12 t/m jaar 18 tm 24 17 jaar jaar Gezinnen met: 70 100 130 1 kind 268,67 383,81 498,95 2 kinderen 322,00 460,00 598,00 3 kinderen 339,77 485,39 631,01 4 kinderen 372,18 531,69 691,20 5 kinderen 391,62 559,46 727,30 6 kinderen 404,56 577,94 751,32 7 kinderen 413,84 591,20 768,56 8 kinderen 430,20 614,57 798,94 Het gezinskinderbijslagbedrag wordt voor gezinnen met kinde ren verhoogd met een opslag mor de premies ZFW en AWBZ. Hoogte opslag in de AKW met ingang van 1 januari 1992 (guldens per kwartaal) Hoogte per kind ZFW AWBZ totaal le kind 12,19 10,42 22,61 2e kind 12,19 10,42 22,61 3e kind en volgende kinderen 10,42 10,42 1.396,84 1.741,78 539,84 t pensioen voor een weduwe met een kind jonger dan 18 jaar, 24 2 netto gelijk aan het minimumloon. Voor een weduwe zonder igid jonger dan 18 jaar, is het pensioen of de uitkering netto ijk aan 70 procent van het minimumloon. Weduwnaars kun- onder dezelfde voorwaarden als weduwen aanspraak ma- op een AWW-pensioen. iduwen met kind tot 18 jaar bii D!duwen zon<^er kind tot 18 jr. tot 10 jaar van 10 tot 16 jaar van 16 tot 27 jaar 11 Stree zen titutioni kent tefeuilh het einjfeë: het 1 >r goedjei t ook kkeleni idex, di i bereii 1 op I slot 1 2.400,92 1.744,62 588,28 837,42 1.116,56 152,88 107,02 34,25 51,37 68,49 1' )W en AWWbijzondere bepalingen ast deze pensioenbedragen worden tevens zogeheten fictieve ld ïsioenbedragen vastgesteld die zouden hebben gegolden als de ifrstellen van de Commissie-Oort niet zouden zijn ingevoerd, reële pensioenbedragen worden daartoe verminderd met een overhevelingstoeslag. [enaamde „vóór-Oortse AOW/AWW-bedragen" zijn in lei opzicht van belang. In de eerste plaats kunnen deze iragen worden gehanteerd bij de berekening van de pen- enaanspraken. dirmee wordt voorkomen dat de verhoging van de AO- id AWW-uitkering op grond van Oort-maatregelen zou leiden ten kleiner aanvullend pensioen. In de tweede plaats kun- deze „vóór-Oortse bedragen" worden gebruikt bij de vast- ling van het franchisebedrag, waarover geen premies voor aanvullende pensioenen worden geheven. W (vóór-Oortse bedragen) Bruto p.mnd. Bruto vak. uitk.p.mnd. luwden, partner 2r dan 65 luwden met toeslag luwden zonder toeslag ongehuwden gehuwden met kind tot 18 jr. wimale toeslag 1.222,12 1.580,33 534,48 Hoogte per gezin gezinsgrootte 122,61 gezinsgrootte 245,22 gezinsgrootte 355,64 gezinsgrootte 4.66,06 gezinsgrootte 576,48 gezinsgrootte 686,90 gezinsgrootte 797,32 gezinsgrootte 8107,74 De hoogte van de opslag bij een gezingsgrootte groter dan acht bedraagt de som van 107,74 en zoveel maal 10,42 als de gezins grootte meer bedraagt dan acht. In verband met de Wet op de studiefinanciering is het recht op kinderbijslag voor kinderen van 18 tot 25 jaar afgeschaft. Ech ter, heeft een kind van 18 tot 25 jaar geen recht op studiefinan ciering dan kan toch nog recht op kinderbijslag bestaan. Grondslagen AAW De algemene grondslag van de AAW, die is gerelateerd aan het minimumloon per dag, wordt per 1 januari 1992 verhoogd. Ook de grondslagen voor AAW-gerechtigden beneden de 23 jaar, die worden afgeleid van de minimumjeugdlonen, worden op die da tum verhoogd. Deze grondslagen zijn per 1 januari 1992: vanaf 23 jaar 98,08 22 jaar 83,37 £1 jaar 71,11 20 jaar 60,32 19 jaar 51,49 18 jaar 44,63 De individuele grondslagen in de AAW worden per 1 januari 1992 eveneens verhoogd en wel met 1,48 procent. De individuele grondslag is niet gerelateerd aan het minimumloon. Deze grond slag wordt gehanteerd als iemand in deeltijd werkte en daardoor minder verdiende dan het minimumloon. Daglonen De daglonen waarnaar de uitkeringen op grond van de WAO, de WW en de WWV worden berekend, worden per 1 januari 1992 verhoogd met 1,48 procent Minimum/maximumdaglonen In een aantal gevallen worden op grond van de overgangswet- geving in het kader van de stelselherziening sociale zekerheid de uitkeringen op grond van de Wet Werkloosdheidsvoorziening (WWV) nog berekend naar het minimumdagloon. Het minimumdagloon bedraagt per 1 januari 1992 168,47. Het WW Vanaf 23 jaar 72,00 72,00 77,82 Van 22 jaar 59,45 59,45 64,26 Van 21 jaar 50,30 50,30 54,25 excl. vakantietoeslag Vereveningsbijdrage/premieheffing over uitkeringen per 1 ja nuari 1992 Op WWV-uitkeringen wordt een bedrag ingehouden dat over eenkomt met de premies voor de Ziektewet en de Werkloos heidswet. Deze vereveningsbijdrage is 2,55 procent, namelijk 1,20 procent Ziektewetpremie, 0,50 procent wachtgeldpremie en 0,85 procent werkloosheidspremie. Voor de AAW-uitkeringen bestaat de vereveningsbijdrage eveneens uit 2,55 procent, alsme de uit 13 procent WAO-premie met een premievrije voet van 98 gulden per dag. Over Ziektewet-, WW- en WAO-uitkeringen worden premies werknemersverzekeringen geheven. Daarbij wordt voor de hef fing van de wachtgeldpremie en Ziektewetpremie uitgegaan van een gemiddeld percentage. Dat gemiddelde bedraagt voor de wachtgeldpremie 0,50 procent voor zowel de uitkeringsgerech tigde als voor de bedrijfsvereniging. De gemiddelde Ziektewet premie bedraagt 1,20 procent voor de uitkeringsgerechtigde en 7,25 procent voor de bedrijfsvereniging. Deze gemiddelden gel den niet wanneer de uitkering via de werkgever aan de uitke ringsgerechtigde wordt betaald. In dat geval gelden de percenta ges van de betreffende bedrijfstak. AWBZ De regeling voor de eigen bijdrage verandert per 1 januari 1992 niet. Het minimum ter vrije besteding blijvende bedrag (het zo genoemde zakgeld) voor mensen die bijvoorbeeld in een inrich ting worden verpleegd, wijzigt evenmin. Dit is voor ongehuw den 4.031,98 en voor gehuwden 6.716,25. Per 1 juli 1992 zullen Premiepercentages ink. Met ingang van 1 januari 1992 worden de bijstandsuitkeringen en de bedragen voor de berekening van de IOAW- en IOAZ- uitkeringen verhoogd. Dit is een gevolg van de verhoging van het minimumloon, waaraan de bijstandsnormen en de grondsla gen,IOAW en IOAZ zijn gekoppeld. De bijstand voor een echt paar of twee samenwonende partners wordt verhoogd met 53,78 tot 1.714,28 per maand. IOAW/IOAZ De IOAW is bestemd voor oudere langdurig werklozen die 50 jaar of ouder waren op het moment dat zij werkloos werden en voor gedeeltelijk arbeidschongeschikte werklozen, ongeacht hun leeftijd. De IOAW geldt, nadat de uitkeringsperiode voor de nieuwe werkloosheidswet inclusief de vervolguitkering is ver streken. Voor de IOAZ komen mensen van 55 jaar of ouder en gedeeltlijk arbeidsongeschikte (ongeacht hun leeftijd) ex-zelf standigen in aanmerking die noodgedwongen hun bedrijf of beroep moeten beëindigen. De bruto grondslag bedraagt per maand vak.uitk. p. cimumdagloon de berekening WWV-, AOW 1) -- 14,35 14,35 42.966 p.j. AWW 1) - 1,15 1,15 idem AAW 1) -- 2,75 2,75 idem AWBZ 1) - 7,30 7,30 idem WAO 2) - 13,00 13,00 282,00 p.d. Wachtgeld ver z. 3) 0,35 0,35 0,70 idem Werkloosheidsverz. 4) 0,85 0,85 1,70 idem ZW 5) 4,00 1,20 5,20 idem ZFW 4) 6) 5,15 1,20 6,35 178,00 p.d. Vorstverlet 3) 0,30 0,30 VUT 3) 0,85 ,45 1,45 De overhevelingstoeslag die door werkgevers bovenop het bru toloon wordt betaald - ter compensatie van de AAW- en AWBZ- premie die voor rekening van de werknemer komt - bedraagt 11,50 procent van het loon waarover premie wordt geheven. De toeslag wordt berekend over maximaal ƒ71.500,00. 1) Voor de volksverzekeringen geldt een premievrije voet van ƒ5.225,00 per jaar. Bovendien wrodt per 1 januari 1992 een nominale premie AWBZ ingevoerd. De hoogte van deze pre mie wordt door de ziekenfondsen en andere uitvoeringsorga nen zelfstandig vastgesteld. Ervan uitgegaan wordt, dat de gemiddelde nominale premie AWBZ 125,00 per jaar per vol wassene bedraagt. Voor personen tot 18 jaar wordt 1/3 van de premie voor een volwassene gerekend. Voor alle personen tot 18 jaar dient nominale premie te worden betaald. 2) De franchise of premievrije voet bedraagt ƒ98,00 per dag 3) Geraamd gemiddelde voor bedrijven: deze premies worden vastgesteld door de besturen van de bedrijfsvereniginge 4) Over de verdeling van de premie moet de Raad van Stat adviseren. 5) Gemiddelde premie 6) Voor AO W-uitkeringsgerechtigden die verzekerd zijn vol gens de verplichte ziekenfondsverzekering geldt een premie van 0,75 procent over de AOW-uitkering. De loongrens bedraagt ƒ54.400,00. Verder is een nominale pre mie ZFW verschuldigd. De hoogte hiervan wordt door de zie kenfondsen zelfstandig vastgesteld. Ervan uitgegaan wordt, dat de gemiddelde nominale premie ZFW 175,00 per jaar per vol wassene bedraagt. Voor meeverzekerde kinderen geldt de helft van de premie voor een volwassene. Er is voor maximaal twee kinderen premie verschuldigd. gehuwde en ongehuwde partners 2.323,70 185,90 éénoudergezinnen 2.117,07 169,37 alleenstaanden vanaf 23 jaar 1.747,65 139,81 Op deze bedragen worden inkomsten uit of in verband met ar beid van de werkloze of zelfstandige en zijn of haar partner in mindering gebracht. In tegenstelling tot de bijstandswet wordt geen rekening gehouden met andere inkomsten en met vermo gen. Als geen inkomsten worden afgetrokken, zijn de netto uit keringen gelijk aan 100 procent van het netto minimumloon voor gehuwde en ongehuwde partners, 90 procent van het netto minimumloon voor éénoudergezinnen en 70 procent van het netto minimumloon voor alleenstanden vanaf 23 jaar. Bijstand (netto bedragen) Voor echtparen zonder en met kinderen is het normbedrag per weekper maand 395,60 1.714,28 Hieronder vallen ook twee ongehuwden die een gezamenlijke huishouding voeren. Dus ook mensen van hetzelfde geslacht. Samenwonende familieleden in de eerste of tweede graad zijn hiervan uitgesloten. Voor éénoudergezinnen is het normbedrag per weekper maand 356,04 1.542,85 Bij gezinnen die met anderen een woning bewonen, vindt een vaste aftrek plaats van 180,83 per maand. Het vakantiegeld be draagt bij echtparen ƒ93,95 per maand en bij éénoudergezinnen ƒ84,56 per maand. Voor thuisinwonende werkloze kinderen zijn de normbedragen per weekper maand bij 20 jaar 112,62 488,02 bij 19 jaar 91,33 395,78 bij 18 jaar 90,84 393,64 Voor alleenstaande niet-woningdelers zijn de normbedragen per weekper maand bij 23 jaar en ouder 276,92 1.200,00 bij 22 jaar 232,45 1.007,30 bij 21 jaar 202,89 879,21 bij 18-19-20 jaar 193,45 838,30 Voor alleenstaande woningdelers zijn de normbedragen per weekper maand bij 23 jaar en ouder 235,19 1.019,17 bij 22 jaar 196,96 853,48 bij 18 t/m 21 jaar 193,45 838,30 Het vakantiegeld voor alleenstaanden en thuisinwonende kinde ren bedraagt per maand: bij 23 jaar en ouder65,77 bij 22 jaar69,46 bij 21 jaar58,19 bij 20 jaar50,14 bij 19 jaar43,94 bij 18 jaar38,42 Het vakantiegeld wordt eens per jaar, in juni, uitbetaald. Woonkosten Huurders met een huur tussen f 289,17 en ƒ820,00 per maand hebben meestal recht op huursubsidie. Bijstandsontvangers met een eigen huis waarvan de woonkosten tussen ƒ289,17 en 820,00 per maand liggen, kunnen een toeslag krijgen die gelijk is aan de huursubsidie. Bij woonkosten boven ƒ820,00 per maand kan hooguit tijdelijk een toeslag worden gegeven. Verdiensten uit (deeltijd-)arbeid Van het geld dat een bijstandsontvanger verdient, wordt 25 pro cent niet van de uitkering afgetrokken. Voor éénoudergezinnen geldt, dat de eerste 85,71 van wat de ouder per maand verdient niet wordt afgetrokken. Inwonende kinderen, onderverhuur en kostgangers Op de uitkering van ouders met inwonende kinderen met eigen inkomsten wordt - ongeacht het aantal kinderen - een bedrag van f 41,73 per week of 180,83 per maand in mindering ge bracht. Dit blijft achterwege als er uitsluitend kinderen zijn die studiefinanciering hebben, of (beneden 21 jaar) een inkomen dat ongeveer zo hoog is als de RWW-ultkering voor een thuisinwo nende. Dezelfde aftrek geldt voor bijstandsgerechtigden met één onderliuurder. Voor mensen met één kostganger geldt een af trek van ƒ63,31 per week of 274,36 per maand. Heeft men meer dan één onderhuurder of kostganger, dan stelt de gemeen te per geval vast welk gedeelte van het kostgeld of de bruto on derhuur wordt aangemerkt als netto inkomen dat op de uitke ring in mindering wordt gebracht. Van inkomsten uit arbeid mag niet meer worden behouden dan: 257,14 per maand voor het hoofd van een éénoudergezin en voor een echtpaar met of zonder kinderen; 180,00 per maand voor een alleenstaande van 23 jaar of ouder 73,20 per maand voor een thuisinwonende van 20 jaar. Voor alleenstaanden beneden de 23 jaar en thuisinwonenden onder de 20 jaar gelden andere bedragen. Eigen vermogen Niet al het spaargeld behoeft te worden aangesproken, voordat men voor bijstand in aanmerking komt. Het vrij te laten vermo gen is: 17.200 voor gezinnen; 8.600 voor alleenstaanden. 1 State nog Voor mensen jonger dan 65 jaar die een bijstandsuitkering ont vangen en een eigen huis bewonen, geldt een extra vrijlating. Bij hen wordt van het vermogen in het huis namelijk nog eens 15.000 volledig vrijgelaten en van het meerdere de helft. De totale vermogensvrijlating is begrensd tot 77.000 voor gezinnen en ƒ68.400 voor alleenstaanden. Ziekenfonds-/Ziektekostenpremie Wie verplicht verzekerd is bij een ziekenfonds moet van zijn- /haar uitkering de zogeheten nominale premie aan het zieken fonds betalen. Ook de per 1 januari 1992 ingevoerde nominale premie AWBZ moet uit de bijstandsuitkering worden betaald. Wie niet verplicht verzekerd is bij een ziekenfonds, ontvangt bij het normbedrag een vergoeding voor de betaling van een parti culiere ziektekostenverzekering, die dezelfde risico's dekt als de verplichte ziekenfondsverzekering. De vergoeding wordt ver minderd met het bedrag dat een verplicht verzekerde in dezelf de omstandigheden als nominale premie aan het ziekenfonds moet betalen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 7