91 Nederlandse economie gaat moeizaam vooruit ff ff ff ZATERDAG 28 DECEMBER 1991 6,6 Aantal werkenden x miljoen 6,5 6,4 6,3 Jt 1 <3*. 6,2 l^fSk 6,1 '89 '90 '91 Aantal geregistreerde werklozen 400i '89 90 '91 verwachte teruggang in de Ne- irlandse economie heeft nog fen op zich laten wachten. Hoe- el de ondernemingen de eerste kenen van een verminderde groei merken, is de overheid tevreden i blijft de consument vrolijk ko- Vooral uit politieke hoek, ja- nlang dé club van pessimistische lorspellingen, wordt de ene mee- iller na de andere gemeld. Het fi- incieringstekort daalt harder dan irwacht, de werkloosheid even- de bedrijven gaat het echter inder goed. De export groeit nog i\ en en de produktie blijft ook i peil, maar de winstgevendheid iemt af. Voor het komende jaar jn de bedrijven nog minder opti- istisch. consument laat zich daar nog et door ontmoedigen. Er wordt eer geconsumeerd en men durft or krediet op te nemen bij b bank. Dat duidt op een vertrou- i de toekomst. Hoe staat de 1/ Nederland er nu werkelijk voor i de vooravond van 1992? Aan b hand van een aantal belangrijke :onomische indicatoren wordt de and opgemaakt, overheidsfinanciën lijken aan beterende hand. Onder het renge regime van minister Kok aalt het financieringstekort van overheid dit jaar tot 4,8 procent i het nationaal inkomen, in geld tgedrukt 21,4 miljard gulden. Aantal ondernemingen '86 '87 '88 '89 '90 '91 Door de verbeterde controle op de uitgaven verwacht het ministerie van financiën dat de uitgestippelde daling van het tekort volgens af spraak bereikt zal worden. Dat is ook hard nodig, want per hoofd van de bevolking loopt de schuld aardig op. In 1991 bedroeg de staatsschuld per hoofd 27.317 gul den, bijna 1500 meer dan in 1990. Aan het dalende tekort hangt wel een prijskaartje. De overheid ver zwaart de lasten voor de burgers door allerlei heffingen. Hierdoor stijgt de inflatie tot bijna 5 procent op jaarbasis. Nederland wordt daarmee een van de koplopers in Europa. Hogere inflatie betekent hogere rente, wat ongunstig is voor de bestedingen en de investerin gen. Bovendien zorgt het voor een extra druk op de staatsschuld. BEDRIJFSLEVEN De bedrijven hebben het in 1991 minder goed gedaan dan verwacht. Hoewel de omzetgroei in geld uit gedrukt nog 2,7 procent bedroeg over 1991, bleef daar na correctie voor prijsstijgingen nog maar een magere 0,7 procent van over. In 1990 groeide de omzet nog met 2,6 procent. In 1991 kwamen er per saldo ruim 30.000 nieuwe be drijven bij, waardoor het totaal aantal bedrijven uitkwam op 558.761 stuks. De export steeg met 4 procent tot 249 miljard gul den. De industrie en dienstverle ners konden echter maar voor 2,1 procent meer verkopen in het bui tenland. De rest van de stijging kan op het conto van meer aard gasexporten geschreven worden. Daarbij moet nog bedacht worden dat het bedrijfsleven in 1991 profi teerde van de grote vraag uit het verenigde Duitsland, waar 29 pro cent van de totale export naar toe gaat. De import nam met 3,2 pro cent toe tot 237 miljard gulden. Nu de Duitse economie haar uit bundige groei verliest, zal de eco nomische groei in Nederland ook gaan afnemen. Temeer daar het herstel in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië nog op zich laat wachten. De Nederlandse bedrij ven zullen het in 1992 dus moeilij ker krijgen. Een eerste teken daarvan is dat de prijzen van de exportprodukten in 1991 gemiddeld 1 procent lager waren dan in 1990. De exporteurs hebben de prijsstijgingen dus niet kunnen doorberekenen aan de af nemers. Dat duidt op een toene mende concurrentie. In 1992 zal de prijzenslag zich naar verwachting onverminderd voortzetten. Toch is een herhaling van de crisis zoals die aan het begin van de ja ren tachtig heerste niet waarschijn lijk. De winstgevendheid staat wel onder druk, maar de bedrijven hebben over het algemeen veel meer vlees op de botten dan aan het begin van de jaren tachtig. Ze kunnen nu dus een stootje verdra gen. De verhalen over vertragende groei, recessie en oplopende werk loosheid lijkt de consument voorlo pig nog niet te deren. In 1991 kocht deze er weer lustig op los. Duurzame consumptie goederen 75 '80 '85 '89 '91 Bruto jaarlonen van voltijd werknemers r 1.000,- 90 '91 De verkoop van duurzame con sumptiegoederen - auto's, was machines en dergelijke - steeg met 4,1 procent. Dat is een goed teken, want als de consument min der vertrouwen in de economische ontwikkeling krijgt zijn dit de eer ste uitgaven waarop bezuinigd wordt. ,,De wasmachine kan nog wel een jaartje langer mee", klinkt het dan. De stijgende consumptie wordt veroorzaakt door het naijleffect van de Oort-belastingoperatie, waardoor in 1991 zo'n 5 miljard gulden extra te besteden was. Daarnaast neemt het consumptief krediet toe, met één miljard tot 16,5 miljard gulden. De stijging van het consumptieve krediet hangt sa men met het toenemende gebruik van de credit-card. Langzaamaan begint de Nederlandse consument gewend te raken aan het plastic geld. Tegenover de groeiende kredietop neming staat dat de Nederlanders minder gaan sparen. Spaarden de Nederlanders in 1990 nog 13,4 mil jard gulden bij elkaar, in 1991 daalde het spaaroverschot tot 11,8 miljard gulden. Het is voor de be drijven wat zuur te constateren dat ze niet volop meeprofiteerden van de kooplust van de consument. De Nederlandse bedrijven konden maar voor 2,4 procent meer in het binnenland verkopen. Blijkbaar geeft de consument de voorkeur aan buitenlandse consumptiegoe deren. Ook de werkgelegenheid ontwik kelde zich gunstig. Het aantal wer kenden steeg met 150.000 tot 6,5 miljoen mensen. De werkloosheid daalde veel sterker dan verwacht. Ging men er in eerste instantie nog van uit dat er 350.000 werklozen zouden zijn per ultimo 1991, later werd dat al bijgesteld tot 325.000. Nu blijkt echter dat er aan het eind van het jaar 315.000 mensen een ww-uitkering ontvangen. Voor 1992 wordt op een lichte da ling van het aantal werkenden ge rekend. De eerste schattingen ver wachten een terugloop van onge veer 20.000 arbeidsplaatsen. Het gemiddelde brutoloon in Ne derland steeg in 1991 met 4,8 pro cent tot 51.400 gulden. Daarmee is de inflatie om en nabij goedge maakt. Het lijkt er op, dat de vette jaren nu wel voorbij zijn. Als de be drijfswinsten teruglopen en de werkloosheid stijgt, neemt de on zekerheid toe. De consument gaat dan als eerste bestedingen uitstel len om een appeltje voor de dorst te hebben. Je weet immers maar nooit of je je baan kunt behouden. Die daling in de bestedingen voe len de bedrijven direct in hun om zet, met alle gevolgen van dien. VERWACHTINGEN Wat 1991 betreft kan Nederland nog redelijk tevreden zijn. Het net to nationaal inkomen steeg met 2,3 procent tot ruim 475 miljard gul den. Minder gunstig is de afneming van de investeringen door de be drijven met 2,3 procent. De investeringen van de bedrijven zijn belangrijk voor de toekomstige Totaal uitstaand krediet economische groei. Niet alleen le vert het nu werk op voor de produ cerende bedrijven, het zorgt ook voor een toenemende produktieca- paciteit. Daarmee kunnen in de toekomst weer meer mensen aan het werk geholpen worden. De afnemende investeringen van de bedrijven duiden dus op een af nemende groei. De vertragende groei maakt de za ken er voor het Nederlands bedrijfsleven en de werknemers dus niet gemakkelijker op in 1992. Toch wordt geen rekening gehou den met een recessie. De laatste voorspellingen gaan uit van een groei van 1,5 procent van het na tionaal inkomen. Dat is niet veel, maar het betekent nog steeds groei. Voor de consument zal 1992 een jaar worden van pas op de plaats maken. De lonen zullen de inflatie bij gaan houden, maar van reële koopkrachtverbetering zal nauwe lijks sprake zijn. In 1991 kon de consument nog profiteren van de vette jaren die geweest zijn. Nu het de bedrijven minder goed vergaat, zullen de werknemers dat ook gaan merken. De bedrijven anticiperen al op de lagere groei. Links en rechts wor den saneringen aangekondigd, waarbij honderden banen verloren gaan. Aan het begin van de jaren tachtig waren de bedrijven veel la ter met het nemen van maatrege len. Toentertijd betekende dat ont slagen voor duizenden werknemers en een groot aantal faillissemen ten. Voor de bedrijven zal het moeilij ker worden de winsten op peil te houden, maar zoals gezegd zijn de bedrijven nu veel alerter met het nemen van maatregelen. Het ver trouwen van de ondernemers in de toekomst neemt desondanks af van 71 procent tot 68 procent, maar blijft daarmee ruim positief. De overgrote meerderheid - 94 procent - gelooft dat het bedrijf in 1992 opnieuw winst zal maken, zij het dat slechts 74 meent voldoen de winst te maken. Toch is de stemming over het alge meen licht optimistisch. Zowel in Duitsland als in de Verenigde Sta ten en Groot-Brittannië zal de groei in de tweede helft van 1992 weer aantrekken, is de verwach ting. Voor Nederlandse bedrijven is één moeilijk jaar gemakkelijk te overleven. Ook de overheid lijkt ernst te maken met het terugdrin gen van het overheidstekort. De vakbonden ten slotte komen, in vergelijking met concurrent Duits land, met gematigde looneisen. De concurrentiepositie van Nederland lijkt er dus alleen maar sterker op te worden. Dat is belangrijk, want op die manier kunnen de bedrijven een lagere omzet in het binnenland compenseren door een hogere ex port. Per saldo gaan de bedrijven er dan niet op achteruit, hetgeen ook goed is voor de werkgelegen heid en de koopkracht van de bur gers. Want als er één les is die uit het verleden geleerd kan worden, dan is het wel dat de bedrijven voor de welvaart zorgen. Prijzenindexcijfer van de gezinsconsumptie '75 '80 '85 '89 '91

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 19