CcidaeCouuwt
DENKSPORTEN
OUDEJAARSPUZZEL
BRIDGEN
DAMMEN
SCHAKEN
ZATERDAG 28 DECEMBER 1991
HORIZONTAAL:
1. Eiland in de
5. Blijde
gebeurtenis.
10. Adreskaartje.
14. Klein broodje.
18. Rivier in Italië.
22. Enorm gevaarte.
32. Vis.
33. Genotmiddel.
34. Telwoord.
36. Boom.
37. Losgeraakt
stiksel.
38. Fraaie kleding.
39. Trek.
41. Deel van het oor
42. Kledingstuk.
44. Ondernemings-
45. Gast.
46. Tafelgerei.
53. Schoolvak.
54. Telwoord.
55. Zoogdier.
57. Woonschip.
59. Sprakeloos.
61. Rivier in Italië.
62. Vogel.
64. Roem.
66. Voertuig.
68. Webdraad.
69. Lidwoord.
70. Nota.
71. Aanw. vnw.
72. Slotwoord.
74. Plaats in
Overijssel.
80. Roem.
82. Stoot.
84 Muziek-
88. Turks
bevelhebber.
90. Vogel.
91. Windrichting.
93. Bevel.
95. Rivier in
Duitsland.
98. Noot
99. Dierengeluid.
101. Kuststrook.
103. Rivier in Italië.
106. Europees land.
108. Water in
Friesland.
109. Dierengeluid.
110. Ontkenning.
111. Japans bordspel.
112. Daar.
113. Laatstleden.
114. Oudijslandse
121. En andere.
122. Oude maat.
123. Slaapplaats.
124. Dwarshout.
126. Binnenste deel.
128. Open plek in het
130. Nakomeling.
133. Rivier in Drente.
135. Lidwoord.
136. Europeaan.
138. Spil.
139. Numero.
140. Dwarshout.
141. Zwemvogel.
Deel
149 Nief voor
hetzelfde
,5..
153. Plaats in
Limburg.
157 Weerom.
159 Noot.
160 Slede.
161. Schrap.
162. Klap.
163. Vleesgerecht.
166. Paardje.
168. Monster.
171. Huisdier.
172. Kledingstuk.
173. Zangstem.
175. Voetpunt.
177 Vochtig.
180 Laagte.
182 Spinneweb.
183. Plaats op de
Veluwe.
185. Vogeleigenschap.
187. Gebogen been.
190. Zwaar beschadigd
200. Vak op school.
202. Vroegere
koningin.
208. Moed.
210. Heidemeer.
211. Plaats op de
217. Steen.
219. Insekteneter.
220. Drank.
221. Aanwijzend vnw.
223. Steenvrucht.
225. Hert.
227. Stempel.
229. Zangstem.
230. Europese
hoofdstad.
232. Daar.
234 Gepelde gerst.
235. Plaats in Drente.
237. Onderricht.
238. Deel van een wet.
239. Grondsoort.
240. Voorzetsel.
241. Boom.
243. Dwarshout.
244. Man van adel.
245. Bijbels figuur.
251. Een zekere.
252. Deel van eer
koeiemaag.
Los eerst het grote diagram op. Zoek daarna de in het kleine diagram
gevraagde letters op. Zij vormen een spreuk.
Oplossing vorige puzzel
Het spreekwoord luidt: „Die aan de weg
timmert lijdt veel aanstoot.
De winnaars van puzzel 50 zijn:
Zij krijgen hun prijs binnen drie weken
op hun bank- of girorekening bijgeschre
ven of een cheque toegestuurd.
Oplossingen onder vermelding van
„Oudejaarspuzzel" moeten uiterlijk
donderdag 2 januari a.s. in bezit zijn
262.
ung.
VERTICAAL:
1. Lichaamsholte.
2. Sociëteit.
3. Ieder.
4. Soort onderwijs.
lukt.
1. Kunstprodi
8. PeilstifL
12. Genezen.
13. Rustend
predikant.
14. Tros.
15. Plant.
16. Deel van een
17. Oude maat.
18. Reeds.
19. Hert.
20. Wreed heerser.
21. Zangspel.
23. Proeftijd.
25. Wapen.
27. Ondergang.
28. Schut.
31. Zuidvruchten.
34. Woonschip.
37. Ind. winkel.
39. Telwoord.
40. Aansporing.
46. Met name.
47. Water in
Friesland.
52. Paardenziekte.
53. Vervoermiddel.
56. Voor.
58. Rondte.
60. Dienstbode.
61. Rijstdrank.
63. Padvindster.
65. Een zekere.
67. Gast.
73. Klein teugje.
79. Teder.
80. Gelofte.
81. Adellijke woning.
83. Kant.
85. Militair.
86. Groente.
87. Bijna lpodrecht.
92. Rivier in Siberië.
93. Noot.
94. Welpenleidster.
96. Strooptocht.
97. Voettocht.
98. Insekt.
100. Schip.
102. Dichterbij
104. Lidwoord.
105. Ik.
107. Strekking.
114. Eikeschors.
115. Voorzetsel.
117. Europeaan.
118. Een weinig.
119. Kwaad.
125. Stoom.
127. Paradijs.
131. Boom.
132. Plaats in Bel]
Vlaanderen.
134. Omstandig.
137. Water in
Friesland.
140. Vreemde munt.
142. Boom.
143. Omroep-
145. Roofdfer.6
146. Numero.
147. Aanvoertroepen.
150. Noodzakelijk.
155. Slede.
158. Uitkomst.
160 Rivier in
Zwitserland.
163. Bron.
164. Heilige.
169. Regerings
reglement.
170. Wagen.
172. Deel van
schoeisel.
174. Deel van een
vinger.
176. Wapen.
178. Zachte klap.
179. Teer.
180. Ritmisch
181. Meerdere malen.
183. Roem.
184. Vroegere
koningin.
186. Plaats in Drente.
193. Afrikaan.
195. Verbouw.
196. Watering.
198. Vervelend.
201. Deel van de hals
203. Kort ogenblik.
206. Voerbak.
209. Hoofddeksel.
210. Gevuld.
212. Hartelijk.
214. Misdaad.
216. Plaats in Zuid-
Holland.
218. Mager.
226. Plaats in
Gelderland.
228. Dik.
229. Leger.
238. Bloeiwijze.
240. Verdrags
organisatie.
242. Geld bergplaats.
250. Deel v
Bijbel.
251. Water
Dierengeluid.
Frans lidwoord.
Sombere dagen, kort en weinig dag
licht, maar dan gloort er plotseling
hoop. Partner opent l¥ en met:
A H V 2
-
A V 10 7 2
H V 8 3
houden we hem met 14 aan de praat.
2* is de verrassende herbieding, die
voorkwam in een viertallenwedstrijd
lste klasse. De bezitter van deze han
den bood nu plompverloren 4SA, met
een renonce geen opgelegde actie,
maar de problemen bleven uit, want
partner toonde twee azen, waarna 7*
het bieden besloot. West startte met
♦9 en dat was natuurlijk een teken aan
de wand. Wanneer 'the curse of Scot
land' zich al zo snel met het spel gaat
bemoeien...
10 4 3
A H V 7 3
5
4 A B 6 5
Onder 4 A viel bij oost de B en bij een
nagespeelde en ingetroefde ruiten
voegde ♦H zich er ook nog bij. Met
¥A en ¥H rondde de leider het voor
bereidende werk af: de schoppen en de
ruitenverliezer werden opgeruimd en
triomfantelijk legde hij 4A op tafel,
waarop west niet bekende!
Stomme pech, want met een 4-1 zitsel
was er niets aan de hand geweest. Dit
soort kleine kansjes keren zich wel
eens tegen je. Zuid won zelfs nog 3
impen want aan de andere kant ging
het contract 2 down.
£/allen
NOORD
4
A H V 2
A V 10 7 2
H V 8 3
WEST
OOST
B 9 8 5
4 7 6
B 9 6 2
10 8 5 4
9 8 6 4 3
4 H B
-
4 10 9 7 4 2
ZUID
4
10 4 3
A H V 7 3
4
5
4
A B 6 5
Daar droom je als leider nog wel eens
van.
Deze zuidhand kwam ook langs:
H 6 4
V 8 6 4
10 6 4 2
B 2
Het bieden begon zo (Z/-):
ZUID WEST NOORD OOST
Zuid paste, was blij dat dit spel er qua
bieden op zat, maar dat was natuurlijk
niet zo. Immers, iemand die een info-
doublet geeft en vervolgens een nieu
we kleur of sans-atout biedt, is sterk,
zo ongeveer 17 en meer, dat wil zeg
gen te veel om een volgbod te geven.
Hier werd dus jammerlijk een manche
gemist.
z/-
NOORD
4 A B 7 5 2
A B 10
4 H V 9 7
4 A
WEST
OOST
4 10 9
4 V 8 3
H 7 2
9 5 3
4 A 3
4 B 8 5
4 H V 10 7
6 2 4 9 8 4 3
ZUID
4 H 6 4
V 8 6 4
4 10 6 4 2
4 B 5
Zuid had zich moeten realiseren dat-ie
met nul punten exact hetzelfde had ge
boden. Nu hij er zes heeft, moet-ie een
keertje meepiepen. Het is verstandig
om in alle biedsituaties in 'krachtvel
den' te denken- en die ook aan te ge
ven. Als openaar zijn dat:
12-14, 15-17, 18-19, 20-22, en 23+.
Als partner van die openaar 0-5, 6-9,
10-11, 12-15, en 16+, met tegenover
een ISA-opening 0-7, 8-9, 10-15, en
16+.
Als partner van een infodoubleur
moet je zeer op je quivive zijn. Met 0-
7 bied je voorlopig zo goedkoop moge
lijk een kleur, maar wanneer er nog
maals een beroep op je wordt gedaan,
moet je echt een 'telefoonnummer
hand' hebben om nogmaals 'nee' te
verkopen. Met twee aantrekkelijke
honneurs is het dan al bijna een man
che.
Op het moment dat ik deze regels
schrijf is de strijd in de match tussen
Tsjizov en Valneris zojuist beslist. Het
gelijkspel waarin de vijftiende partij
eindigde bracht de stand namelijk op
20-10 in het voordeel van de wereld
kampioen, en daarmee behoudt hij
zijn titel. Er wordt nu alleen nog maar
verder gespeeld voor de verdeling van
het prijzengeld, en in feite is ook die
zaak natuurlijk al beklonken: zodra
Tsjizov 21 punten heeft is de hele
match over.
We moeten tamelijk ver in de damhis-
torie teruggaan om eenzelfde grote
overwinning tegen te komen. De laat
ste matches eindigden veelal in 22-18,
21-19 of 20-20 gelijk. Pas in 1965, een
kleine dertig(!) jaar geleden dus, tref
fen we ook zo'n zware nederlaag aan:
toen werd de zittende wereldkampioen
Sjtsjegoljev door Koeperman met niet
minder dan 26-14 verslagen.
Met dit indrukwekkende resultaat ver
overt Tsjizov dus voor de vierde maal
op rij de wereldtitel, en steeds duide
lijker wordt dat hij een uitzonderlijk
sterke wereldkampioen is. In de hele
damgeschiedenis hebben nog slechts
drie andere spelers een soortgelijke
prestatie geleverd. Zo was de legenda
rische Weiss in de periode van 1899-
1909 vrijwel onverslaanbaar, won Rai-
chenbach in de jaren 1934-1938 vier
matches achtereen, en veroverde ten
slotte Roozenburg de wereldtitel in
1948, 1951, 1952 en 1954.
Uit de match zag u vorige week de
tweede en de vijfde partij, die beide
door Tsjizov gewonnen werden. Hij
stond toen dus met 7-3 voor. De twee
kamp leek daarmee al gespeeld, maar
in de daaropvolgende partijen maakte
Valneris duidelijk dat hij zich nog ab
soluut niet bij een uiteindelijke neder
laag had neergelegd. Meteen al in de
zesde partij wist hij zich heel goede
winstkansen te verschafïïen.
A. TSJIZOV-G. VALNERIS
Zesde matchpartij 1991.
Speelt het rustig en gaat niet op zwarts
aanbod(?) in de moderne variant 4.31-
26 6-11; 5.36-31 8-12; 6.32-27 16-21
enz. op het bord te brengen.
6-11; 5.46-41 19-23.
Weer iets anders dan het gebruikelijke
5...8-12; 6.35-30 7-12; 7.30-25 14-19;
8.25x14 9x20; 9.34-29 23x34;
10.40x29 10-14; 11.45-40 5-10; 12.40-
34 3-9; 13.44-40 1-6; 14.31-27 22x31;
15.36x27 20-24; 16.29x20 15x24.
Het spel is in klassieke banen terecht
gekomen, en dat zal zo blijven ook.
17.50-45 2-7; 18.41-36 10-15; 19.47-41
14-20; £0.40-35 9-14; 21.34-30 20-25;
22.49-44 25x34; 23.39x30 4-9; 24.44-
39 18-22; 25.27x18 12x23; 26.36-31
13-18; 27.31-27 9-13; 28.41-36 7-12;
29.30-25 14-20.
Vanzelf niet 29... 17-22? vanwege de
combinatie 30.33-28 enz.
30.25x14 19x10; 31.33-28 13-19;
32.37-31 17-22; 33.28x17 12x21;
34.39-33.
Een interessant moment. Wit had hier
ook 34.31-26 kunnen spelen, waarop
de variant 34... 15-20; 35.26x17 11x31;
36.36x27 18-22; 37.27x29 24x44;
38.43-39 enz. met remise mogelijk is.
Kennelijk is Tsjiziv dus op winst uit.
Maar toch lijkt het erop dat hij zich in
de situatie heeft vergist: in het vervolg
komt zwart door aktief spel aan wits
korte vleugel in het voordeel: 15-20;
35.43-39 20-25; 36.33-28 23-29; 37,39-
34 29x40; 38.35x44 18-23; 39.38-33
23-29; 40.42-38 25-30; 41.27-22!
Wel een grappige zet 41...21-27;
42.32x21 16xi8 mag uiteraard niet
vanwege 43.38-32 enz. - maar een de
finitieve oplossing voor de problemen
waarin wit is komen te verkeren, zal
het niet zijn: 11-17!; 42.22x11 6x17;
43.44-39 8-13; 44.39-34 30x39;
45.33x44 10-14; 46.31-27 13-18;
47.44-40.
14-20?
Lijkt heel sterk: op 48.40-35 geeft 29-
34 (niet 48...29-33?; 49.28x39 18-22;
50.27x18 19-23; 51.18x29 24x44 we
gens 52.32-27 enz.) zwart prachtig
spel, en na 48.40-34 29x40; 49.45x34
18-23; 50.38-33 21-26 is wit eveneens
in grote moeilijkheden. De werela-
kampioen beschikte evenwel nog over
een derde verrassende mogelijkheid,
waarmee hij regelrecht naar remise
toewerkte. Daarom was achteraf
47...24-30! veel beter geweest. Wit
staat dan zeer slecht.
48.27-22! 18x27; 49.40-34 29x40;
50.45x34.
Met deze fraaie offeraktie stelt wit de
remise veilig.
20-25; 51.48-42 24-30; 52.42-37
30x39; 53.28-22 17x28; 54.32x14 39-
44; 55.14-9 21-26; 56.37-31 26x37;
57.9-4 en de spelers kwamen remise
overeen.
Op de valreep van 1991 wil ik nog één
der grootste schakers van de geschiede
nis herdenken: dr. Emanuel Lasker. Hij
overleed vijftig jaar geleden, op 73-jarige
leeftijd, in New York. Hoewel hij 27 jaar
wereldkampioen is geweest (1894-1921),
wordt zijn naam minder genoemd dan
andere grondleggers van het moderne
spel, als Réti, Steinitz en Nimzowitsj.
Laskers spel viel dan ook niet op door
vernieuwende strategieën, maar vooral
door enorme vechtlust. Dit gepaard met
een zeer hoge intelligentie (hij promo
veerde in de wiskunde) en een ijzersterk
zenuwstelsel maakte hem een absolute
topspeler. In stellingen waarin de correc
te zet tot vervlakking zou leiden, koos
hij vaak een minder alternatief om de
strijd gaande te houden. Zijn spel is ver
gelijkbaar met Bent Larsen, die in zijn
goede jaren op deze wijze veel toernooi-
Laskers erelijst is te lang om hier weer te
geven; als hoogtepunten wil ik noemen
New York 1924 en Moskou 1935. In
1921 werd hij onttroond als wereldkam
pioen door de Cubaan Capablanca, maar
hij revancheerde zich door op 56-jarige
leeftijd het supertoernooi te New York
te winnen. Ook in de Russische hoofd
stad 1935 liet hij, inmiddels achter in de
60, zien over een uniek talent te bezit
ten. Hij eindigde slechts een halve punt
achter Botwinnik, maar voor grootheden
als Capablanca en Spielmann.
Uit het toernooi van New York 1924
hieronder een partij tegen en andere
grootheid: Alexander Aljechin.
I.d4 d5 2.c4 e6 3.Pf3 Pf6 4.Pc3 Pbd7
5.cxd5 exd5 6.Lf4.
Volgens de huidige inzichten biedt 6.Lg5
meer kansen op openings voordeel.
6...c6 7.e3.
Aljechin geeft het loperpaar om tot een
snelle ontwikkeling te komen. Gezonder
lijkt echter 7.h3 om de loper te kunnen
behouden.
7...Ph5 8.Ld3 Pxf4 9.exf4 Ld6 10.g3.
Na het voor de hand liggende 10.Pe5
Dh4! Il.g3 Dh3 komt wit moeilijk tot
ontwikkeling.
10...0-0 11.0-0 Te8 12.Dc2 Pf8 13.Pdl?!
Wit wil al zijn stukken naar de konings
vleugel brengen, om het gelijk van zijn
openingsopzet te bewijzen. Beter was het
met 13.Tfel op gelijk spel aan te sturen.
13...f6 14.Pe3 Le6 15.Ph4?! Lc7! 16.b4
Lb6 17.PT3 Lf7 18.b5?!
Nodig was 18.Tfdl voor de bescherming
van d4.
18...Lh5 19.g4 Lf7 20.bxc6 Tc8 21.Db2
bxc6 22.f5.
Wit moet zijn pionnenstelling verder
verzwakken omdat er 22...Pe6 dreigde.
22...Dd6 23.Pg2 Lc7 24.Tfel h5!
Met eenvoudige middelen maakt Lasker
nu gebruik van de vele gaten in de witte
stelling.
Gedwongen, want na 29.Pxg5 Dh2+
30.Kfl fxg5 wordt de witte koningsvleu
gel weggeslagen.
29...fxe5 3Ö.Dxg5 e4 31.f6!? g6!
Niet goed was 31...Dh2+? 32.Kfl Dhl
33.Ke2 exd3+ 34.Kxd3 Dxh3+ 35.Pe3,
waarna de zwarte koning in de proble
men komt.
32.f4 hxg4! 33.Le2 gxh3 34.Lh5 Tb2.
Lasker laat zich door wit's spel niet in
verwarring brengen en vindt de kortste
weg naar de winst.
35.Ph4 Dxf4 36.Dxf4 Lxf4.
Wit gaf het op.
Een combinatoir hoogtepunt van Lasker,
was het volgende fragment uit een toer
nooi te Parijs 1909.
Zwart heeft optisch een betere stelling,
maar het lijkt niet eenvoudig verder te
komen. Lasker vond de volgende ma
noeuvre:
24...Pg7! 25.c3?!
D4 was het zwakke punt; na 25.Dxf4
Dxf4 26.Txf4 Pe6 valt d4 en houdt wit
een ruïne over. Beter was echter 25.d5,
om het zwarte paard even tegen te hou
den.
25...Pe6 26.Lfl f5! 27.T4g2 Tf6 28.Ld3
g5! 29.Thl.
De aardigste variant was 29.exf5 Dxh3+!
30.Kxh3 Th6+ 31.Kg4 Th4 mat.
29...g4! 30.Le2 Pg5! 31.fxg4 f3 32.Tg3
fxe2.
Wit gaf het op.