Een pechvogel met geluksvleugels Albert de Jonge, veelvuldig prijswinnaar. inzendingen. Een extra service van huize De Jonge. Het rijmpje is zo ge formuleerd dat elk produktmerk er moeiteloos in kan worden opgeno men. Niet zonder trots reciteert hij: „Engeltjes hebben me verteld, hoe het in de hemel is gesteld. Alles is er even fijn. Dan zal er ook wel 'puntje puntje' van het merk 'puntje puntje' zijn" JALOUZIE De formule van huize De Jonge is zo succesvol gebleken, dat sommige mensen hun jaloezie niet konden be dwingen. Sommige kennissen hebben zwaar geworsteld met de prijzenre gen, vertelt zijn vrouw. ,,Er zijn ook goeie kennissen geweest die jaloers waren. Die zeiden dan: Je kunt wel al lerlei prijzen winnen, maar jouw Albert wordt er niet beter van" Albert: ,,Dat klonk dan wel een beetje bitter hoor Maar ik zeg dan altijd: ie deréén kan toch met die prijsvragen meedoen? Wat sommige mensen vol gens mij onvoldoende beseffen is dat al dat winnen geen kwestie van geluk is, maar gewoon het resultaat van een beetje talent en hard werken. Ik ben toch ook niet jaloers op elke journalist dié dank zij zijn gevoel voor taal nog een fatsoenlijke boterham kan verdie nen?" Tot slot. Hoe zit het met 'De Heb'? Of anders gezegd, wordt de bezitsdrang niet enorm aangewakkerd als veel consumptieartikelen relatief eenvou dig in huis te halen zijn? Of is het om gekeerde het geval? Zit je niet langer met smart op een fototoestel te wach ten als je er al acht hebt gewonnen? Albert trekt zijn wenkbrauwen op. Wat is dat nou voor een rare vraag? ,,Als ik aan een prijsvraag meedoe, wil ik natuurlijk wel een kans op een prijs maken. Als de prijs me niet interes seert, dan doe ik ook niet mee. Maar hebzuchtig ben ik er volgens mij niet van geworden. Ik bedoel: we wonen in een gewoon huurhuis en rijden in een doorsnee auto en het is me best zo Het geld dat we hebben gewonnen is aan de reizen van de familie opge gaan, dus voor het bankboekje doe ik het ook niet" De oud-onderwijzer staart door het vensterglas naar zijn voortuintje, het buurtplantsoen en de kale bomen aan de andere kant van de straat. Hij laat zijn blik dwalen over de Franse slinger- klok, zeshoekige salontafel met plavui zen-blad, het neo-romantische bank stel. Zijn vrouw zegt nog eens: Albert, dat is een hele gemakkelijke man". Albert zelf glimlacht. ..Ik heb nooit van die grote verlangens gehad", bekent hij. ,,lk stel nu eenmaal geen hoge ei sen aan het leven Ik voel me echt niet bezwaard hoor. door alle prijzen die we gewonnen hebben Want ik doe het voor 't plezier. Is dat misschien ge noeg antwoord?" in Arnhem en een in Rotterdam die ie der wel twintig auto's hebben gewon nen. Heus! Met hen vergeleken ben ik nog maar een kleintje. Zij zien het langzamerhand als een vorm van broodwinning" WEER PRIJS Dan kwam er op een goede dag een langwerpige enveloppe binnen van het automerk Suzuki. De postbode wist al hoe laat het was. „Weer een prijsje gewonnen?", vroeg hij bij de deur Het was in de jaren dat het bij 't gezin De Jonge elke twee weken ge middeld drie keer raak was. En inder daad: het plak- en knipwerk van Albert was opnieuw niet zonder resultaat ge bleven: er kon een terreinwagen wor den afgehaald. En reisjes! Wat een reizen al niet ge wonnen zijn! Jammer dat Albert er vanwege zijn handicap niet langer zelf mee mee kan, maar hij gunt het zijn vrouw, zijn drie kinderen en het aange trouwde spul van harte. De familieal bums getuigen van een reis naar Ja pan op uitnodiging van Mazda, een trip naar Cognac vanwege een bekend cognacmerk en een bezoek aan de musical Cats in Londen. Zijn jongste zoon Niels reisde met Muziek Express door de VS en zijn schoonzoon mocht mee met een cruise naar Midden-Ame- rika. De werelkampioenschappen wielrennen in Limburg en schaatsen in Heerenveen: De Jonges waren er gra tis en voor niets bij. En wat een slok op een borrel scheelde waren de stapels reischeques (doorgaans van 2500 gul den per stuk) die met enige regelmaat op de deurmat vielen. Als de opsomming voltooid is lacht Al- bert zich opnieuw bijna een stuip. Hij zakt er zo scheef van in zijn stoel, dat zijn vrouw hem weer recht moet zet ten. „Tijdens die reisjes kom je veel bekende gezichten tegen. Dan is het van: 'hééé! Ben jij er ook? Ken ik je niet van die Heineken-trip?', om maar iets te noemen. Het is steeds weer hetzelf de clubje dat je bij cruises en prijsuit reikingen tegenkomt. De GAK-arts van mijn zoon bleken we laatst nog van zo'n reisje te kennen. Hahaha! Dat was dus óók een slagzinnen-man!". MANNEKE PIS Door de jaren heen heeft Albert wel ge leerd met welke aanpak hij de meeste kans op succes heeft Over zijn recept wil hij niet geheimzinnig doen „Het is eigenlijk heel eenvoudig", zegt hij openhartig. „De grondregel is dat de jury om je grinnikt en je eigenlijk een beetje voor gek verklaart Verder is het meegenomen als je er bij de enorme stapels inzendingen een beetje uit springt, bijvoorbeeld door je formulier op een opvallend stuk karton te plak ken. Humor is prima Maar geen dub belzinnigheden hoor, want dat vindt een jury al snel flauw. Hoewel Met de zin: 'Bij het zien van Manneke Pis moet ik denken aan Hero Fris' heb ik nog eens het Beste boek van de Weg gewonnen". Bij wijze van sluitstuk voegde Albert ja renlang een klein rijmpje toe aan zijn rie auto s, lrtien fietsen, acht Jocamera's, een ireotoren, stapels ischeques en een intal wereldreizen eft hij al gewonnen, aar het uitwerken n originele igzinnen gaat eds moeizamer, i gevolg van de apende spierziekte 3 kan hij nog maar at één vinger typen, it zijn gemoed'er uwelijks onder lijdt jg een wonder ten. Zijn succes met jsvragen zou veel J nder toevallig zijn. iewoon hard Bkerken en opvallen". mm it merkwaardige Ien van Albert de ige, een pechvogel it geluksvleugels. naar en met niets omhanden. Trots had hij gedemonstreerd wat hij met die stoel allemaal niet kon. Een wondertje van techniek! En ook nu laat hij het weer enthousiast zien, alsof het forse meubel pas gisteren is afgeleverd. In de huiskamer klinkt zacht gezoem als Albert, een glimlach op de kaken ge beiteld, zichzelf omhoog en omlaag laat gaan, naar voren en naar achter, de voeten naar beneden en weer hoog in de lucht. „Kijk, zo maak ik mijn mid dagdutje", zegt hij. „Eén druk op de knop en ik kan onder zeil. Is dat niet mooi?". Maar goed, die oud-collega dus, die vertelde dat hij nogal eens wat won met prijsvragen. Slagzinnen afmaken, rebussen oplossen, dat soort dingen. Was dat niets voor Albert? En tijd om over slagzinnen na te denken had hij toch in overvloed? „Het is eigenlijk be gonnen als tijdverdrijf", stelt Albert vast. En wie schetste zijn verbazing toen het al na enkele weken prijs was. Een frisdrankenfabrikant had ge vraagd nieuwe woorden te maken van een bekende reclamekreet. Het gezin De Jonge verzon er dertienduizend. „Dat leverde een stereotoren op Een geluk bij een ongeluk, want zonder die MS was ik nooit gaan puzzelen. Toen die toren gebracht werd dacht ik: als het zó gaat wil ik het nóg wel eens pro beren!". PUZZELVRIENDEN Inmiddels geldt Albert de Jonge'als een geducht concurrent in het gehei me genootschap van 'prijsvraag-oho- lics' Een gezelschap van zo'n twee honderd mensen, schat hij, dat aan elke prijsvraag meedoet die maar wordt uitgeschreven. In deze club van 'puzzelvrienden' zouden gevoelens van jaloezie en sportiviteit elkaar nogal eens afwisselen. „Er zijn er die bellen je om je bijvoorbeeld op een bepaalde prijsvraag te wijzen. Maar anderen werken meer in hun eentje, bang om slapende honden wakker te maken". Uit vrees op een 'zwarte lijst' van fabri kanten te komen willen de meeste semi-professionele puzzelaars overi gens beslist anoniem blijven. Maar Al- bert zal het worst wezen. Hij heeft al genoeg gewonnen in zijn leven. Terwijl vrouw Gien de plakboeken van zolder haalt somt hij op wat er zoal aan prijzen is binnengesleept. Hij begint bescheiden, toewerkend naar een soort climax. Wisten we bijvoorbeeld dat het servies waar we koffie uit drin ken gewonnen is, en wel bij Van Nelle? Zijn schoondochter heeft trouwens net zo'n servies, óók gewonnen. Het kof fiezetapparaat dat het onderhavige bakje troost heeft geproduceerd was de derde prijs van een slagzinnenac- tie, de voorraad koffie in de kelderkast betreft een troostprijs. Willen we mis schien een muziekje horen? Welnu, de piepkleine Bose-boxjes ginds aan de muur zijn eveneens bij elkaar gepuz zeld net als de videorecorder. Het bankstel is overigens gewoon ge kocht, want we moeten niet denken dat bij het gezin De Jonge de prijzen op bestelling worden afgeleverd. Gaandeweg belanden we in de cate gorie 'klappers' Zo zijn daar de der tien rijwielen. Verder wilde het toeval dat er kort na elkaar twee Fiat-Panda's werden thuisbezorgd Maar, stelt Al- bert, enige relativering is hier op zijn plaats. „Ik ken een slagzinnenwonder Van veel dingen in het leven heeft hij afscheid genomen. Een wandeling in het bos, op een frisse zondagmorgen. Het fröbelen met schaar, papier en lijm. Al die alledaagse bezigheden zo als traplopen, scheren of tandenpoet sen. Daarvoor heeft hij een stoeltjeslift en godzijdank zij vrouw Gien, zonder wie hij al lang in een verzorgingstehuis had gezeten. Maar zijn lessenaar heeft hij mogen houden. Daar zit hij nog steeds elke dag achter. Pontificaal midden in de kamer. Hij moet er hard om lachen. Een beetje schoolmeester is hij altijd gebleven. Albert de Jonge, oud-hoofd van een basisschool in Eerbeek, is geen zwaarmoedige man. Waarom zou je gaan zitten sikkeneuren als je er toch niet beter van wordt? Tegen zijn ziekte bestaat immers geen remedie. Han denvol geld heeft hij uitgegeven aan een magnetiseur in de Filipijnen, voor hij tot dat besef kwam. Maar nu heeft hij zich met het idee verzoend. Moraal van het verhaal: als je multiple sclero se hebt, moet je leven met de dag. Want wat je vandaag nog kunt, kan morgen verleden tijd zijn. Hij zegt het bijna triomfantelijk. Wijst naar buiten: „Moet je die keurige vrouw voorbij zien komen, met dat mooie hoedje en die wollen jas. Hoe ze lóópt, zo gehaast en toch deftig. Daar kan ik nou gewoon van genieten". Geen spoortje cynisme als hij over weegt: je moet het maar treffen. Had hij een onrustige natuur .gehad, dan was hij immers goed zuur geweest. Dan had hij nu als een gekooide tijger in zijn stoel geze ten. Al die energie waar je niets mee kunt! Maar Albert is een rustige vent, altijd al geweest. Geen buitenmens. Een beetje lui zelfs mis schien. Zijn vrouw zegt: „Albert is een makkelij ke man". De ziekte MS, die zou hem wel pas sen. „Natuurlijk, mijn toekomst is niet zo roos kleurig. Ik word met de dag onhandiger. Maar ik til er niet zo zwaar aan. Ik ben altijd al ge remd geweest in mijn bewegingen". Een nuchter nest, je zal maar het geluk hebben daarin te zijn opgegroeid. Zijn vrouw Gien laat weten: „Ze maken bij Albert thuis helemaal nergens een punt van". Alberts vader was bakker te Beilen, gespecialiseerd in kruidkoe ken. Er zou nooit een klacht over zijn lippen zijn gekomen. In het buurtkran- tje adverteerde hij met slagzinnen als: „Voor de beste koek, bij De Jonge op de hoek". Het beste recept bewaarde de bakker voor zijn zoon, schatert Al- bert. Waar hijzelf de kracht vandaan haalt om van elke dag nog iets waar- devols te maken, kan hij anders niet verklaren. Geloof heeft er in elk geval niets mee te maken. Van zijn eigen schoolmeester, een SDAP'er, leerde hij dat je leeft, dan doodgaat en dat er dan niks meer is. Over en uit. Is het leven onrechtvaardig als je op je veertigste in een rolstoel komt te zitten met het vooruitzicht ooit totaal hulpbe hoevend te zijn? Het zijn vragen die je jezelf stelt zonder dat er een antwoord komt. Zo is het leven nu eenmaal, dichter bij de waarheid kun je mis schien wel niet komen. Waar heb je het aan te danken, Vragen de mensen je weieens. Waarom jij wel, en hij niet? Het is goedbedoeld hoor, zulk mede leven. Maar je schiet er geen steek mee op. „Ik kom er niet uit", zegt Al- bert peinzend. Weer die schaterlach: „Mijn vrouw hoeft in elk geval niet meer bang te zijn dat ik bij haar weg loop". GELUK Er is een Chinees verhaal van een arme boer die slechts één witte merrie bezat. Op een dag loopt het paard weg en de dorpelingen roepen: „Wat een domme pech! Nu ben je je enige paard kwijt. Had maar naar ons geluis terd en het dier verkocht!". Tot de mer rie terugkeert, in het gezelschap van zes wilde hengsten en de mensen tot elkaar zeggen. „Wat een geluk heeft die man! Niet alleen is zijn merrie te ruggekeerd, maar nu bezit hij tevens zes wilde paardenEnkele weken la ter wordt echter de enige zoon van de boer tijdens een rit uit het zadel gewor pen en het dorp verzucht: „Wat een ongeluk! Was de merrie maar niet te ruggekeerd, dan had de zoon zijn be nen niet gebroken. Nu moet de vader het land alleen bewerkenDan komt er oorlog en de zoon kan vanwege zijn handicap niet meevechten. Een nabu rige boer komt bedroefd melden dat hij zijn zoon heeft verloren en werpt de vader verbitterd voor de voeten: „Jij hebt je zoon tenminste nog. Jij hebt geluk". Maar de vader haalt zijn schouders op en zegt: „Wat is ge luk?". Het is een verhaal dat Albert op het lijf geschreven is. Hij herinnert zich nog goed dat op een dag een oud-collega bij hem aanbelde. Hoe het met Albert ging. Nou je ziet het, had hij gezegd, ik zit hier in mijn stoel, achter mijn lesse-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 33