'ositie directeur Beeren
Stedelijk Museum in geding
üen reisverslag in olieverf door J.H.R. Grégoire
eidócGotvtant
KUNST/RTV
Irie films genomineerd
oor Joris Ivens Award
HILIP AKKERMAN BIJ STROOM HCBK
Nieuw Sinfonietta
Amsterdam is soms
wat al te enthousiast
lï
•M, HELP
HELPEN
DINSDAG 10 DECEMBER 1991 13
1STERDAM De jury van het International
cumentary Filmfestival Amsterdam (IDFA)
.ft'drie films genomineerd voor de Joris
Award. De prijs, waaraan een bedrag van
iduizend gulden is verbonden, wordt jaarlijks
'|ens het festival uitgereikt voor de beste do-
ientaire.
genomineerde films zijn 'DMB 91' van
xei Khanjutin, uit de Sovjetunie (1990), 'Re
et Silence' van Omar Al-Quattan uit België
H) en 'The Leader, His driver and the Dri-
s Wife' van Nick Broomfield uit Engeland
90). De jury bestaat uit Nouchka van Brakel
iderlands filmmaker), Rafi Bukae (filmmaker
Israel), Helke Misselwitz (Duits filmmaker)
Jerzy Toeplitz (Poolse filmtheoreticus). Mor-
wordt de winnaar bekend gemaakt'.
'Zilveren Waterlelie' voor Erkens en Nijsten
HILVERSUM De Vereniging voor Natuur en Milieu
educatie heeft voor het eerst de 'Zjlveren Waterlelie' uitge
reikt. De onderscheiding gaat naar de filmers Jo Erkens en
Maurice Nijsten voor hun bijzondere verdiensten op het
gebied van natuur- en milieu-educatie voor een groot pu
bliek.
Morgenavond zendt de KRO hun honderdste natuurdocy-
mentaire uit in de serie 'Natuur in eigen land' (Neder
land 1 om 18.30 uur). De documentaire gaat over Terschel
ling. Erkens (53) en Nijsten (45) filmen al sinds 1968 samen
en hebben een nuchtere kijk op het werk. Nijsten: „Je
moet niet denken dat natuurfilmers het dier als een heilige
koe op een voetstuk plaatsen. Wij gaan er altijd van uit dat
een plant of dier een indicator is van het milieu. Als het
dier er niet kan leven, dan moeten de mensen ook goed
uitkijken". Momenteel is het duo druk bezig met het ma
ken van een nieuwe twaalfdelige reeks voor de KRO met
als thema natuur-ontwikkelingen. Daarin gaat het over ge
bieden in Nederland waar de natuur weer zijn gang kan
gaan, zodat het landschap zijn oorspronkelijke staat terug
kijkt.
Filmproducent Herb
Jaffe overleden
BEVERLY HILLS De Amerikaanse
producer Herb Jaffe, die bij de film
maatschappij United Artists hoofdpro
ducent was in de periode dat deze studio
films als 'Midnight Cowboy' en 'Last
Tango In Paris' uitbracht, is afgelopen
weekeinde op 70 jarige leeftijd in zijn
woonplaats Beverly Hills aan kanker
overleden. Jaffe begon zijn carrière als
literair agent. In die hoedanigheid be
hartigde hij de belangen van onder an
deren de schrijvers Joseph Heller en
Philip Roth. In 1965 trad hij in dienst
van de produktieafdeling van United
Artists waar hij opklom tot chef. In 1975
werd hij onafhankelijk producer. Na
zijn eerste film, 'The Wind And The
Lion' met Sean Connery in de hoofdrol,
produceerde hij nog ruim tien films.
Regisseur gewond door
schot met 'toneelgeweer
OKLAHOMA CITY Tijdens een toneel
voorstelling in het Amerikaanse Oklahoma
City heeft een acteur zijn regisseur met een
geweerschot verwond toen hij overeen
komstig het script een wapen afvuurde, dat
tegen de verwachting in met echte kogels
geladen bleek. De acteur in het stuk 'Dead
Wrong', uitgevoerd door een amateurgezel
schap, richtte zoals de regie hem had voor
geschreven op een spiegel en haalde de
trekker over. De kogel doorboorde het de
cor en raakte de regisseur Kenneth Benton,
die tussen de coulissen stond in de arm. De
man moest in een ziekenhuis worden opge
nomen, maar was niet ernstig gewond. Zo
wel Benton als de acteur zeiden ervan over
tuigd te zijn geweest dat het 38 kaliber ge
weer met losse flodders was geladen.
1STERDAM De dis-
isie rond de restauratie
n het schilderij 'Who's
aid of...' van Newman
gint zich steeds meer
te spitsen op de positie
i de directeur van het
idelijk Museum, Wim
iren. Ondanks de ver-
tigende conclusies in
rapport van het Ge-
htelijk Laboratorium
het ministerie van
titie, blijft Beeren van
ning dat de restauratie
Daniel Goldreyer
'redigend is uitgevoerd.
n topschilderij wordt wil-
en wetens opgeofferd om-
hij zijn gelijk wil halen",
hoofdrestaurateur van het
smuseum Martin Bijl. Ook
n van de Amsterdamse ge-
ïnteraad hebben al forse
iek geuit op Beeren. D66
ivijt hem vanaf het begin
nening van zijn eigen des-
digen te hebben genegeerd
le PvdA ziet in de verhui-
van het schilderij naar
depot het bewijs dat ook
•en zelf niet gelooft in het
lresultaat.
op 18 december debatteert
Amsterdamse raadscommis-
cultuur over het rap-
het Gerechtelijk La-
itorium, maar in de wan-
angen wordt hier en daar
al gespeculeerd over een ver
vroegd vertrek van de direc
teur van het Stedelijk. Beeren
is 64 jaar oud en gaat officieel
pas per 1 januari 1993 met
pensioen.
Volgens restaurateur IJsbrand
Hummelen van de Stichting
Restauratie Collectief Atelier
heeft Beeren de laatste kans
die hij kreeg om zich van de
restauratie te distantiëren la
ten lopen, door uitsluitend kri
tiek te leveren op de „ontoe
reikende" rapportage van Da
niel Goldreyer, maar niet op
het resultaat van zijn herstel
werkzaamheden. „Als hij nu
nog afstand zou nemen, dan
manoeuvreert hij zich in een
politiek moeilijk parket".
Hoofdrestaurateur Bijl is voor
namelijk bezorgd over de on
herstelbare gevolgen die de
trage politieke besluitvorming
kan hebben voor 'Who's af
raid...'. Hoe langer het uitstel,
hoe kleiner de kans dat „die
troep er nog afgehaald kan
worden", aldus Bijl. Enkele
weken geleden stuurden 25
restaurateurs, onder wie Bijl,
Beeren een voorzichtig gestel
de uitnodiging voor „een rede
lijk gesprek" over de toen al
omstreden restauratie.
Feodaal
Bijl: „Beeren is een feodale
man die buitengewoon eigen
zinnig handelt. We konden
niet massaal stelling tegen
hem nemen zonder bewijzen.
Dan zouden we hem zo tegen
de haren hebben ingestreken
dat er van een herstel van het
schilderij sowieso niks meer
terecht was gekomen". Bijl re
ageert terughoudend, maar nu
de bewijzen op tafel liggen is
hij toch zeer kritisch over
Beerens opstelling. „Ik verge
lijk het met de manier waarop
wij in het Rijksmuseum bezig
zijn met de Rembrandts. Wij
worden bijgestaan door een
sen zitten die veel verstand
van zaken hebben".
Was dat bij het Stedelijk niet
het geval?
Bijl: „Beerens commissie be
stond uit hemzelf, een paar
handlangers die nul verstand
van restaureren hebben en
Elisabeth Bracht, de kundige
restauratrjee van het Stedelijk
Museum die monddood werd
gemaakt." Bracht stelde op 18
oktober een eindrapport op dat
afweek van. dat van de rest
van de commissie. Zij stelde
daarin dat „een groot gedeelte
van het oorspronkelijk kunst
werk nu voor altijd vernietigd
zal zijn. De komende generatie
zal nooit meer de authentieke
materie van een kunstenaar
kunnen zien, maar de geda
teerde ingreep van een restau
rateur. Hier is geen sprake ge
weest van restauratie, maar
van een reconstructie die met
de verkeerde techniek is uit
gevoerd en bovendien nog op
Smaakoordeel
Het overschilderen van een
kunstwerk wordt in restaura
tiekringen als een doodzonde
beschouwd. Niettemin blijft
Beeren ook nadat het be
wijs daarvan is geleverd
Goldreyers werk verdedigen.
„Het was kiezen of delen",
schreef hij aan de Amsterdam
se wethouder van kunstzaken,
M. Baak. „Ik kies niet voor
een materieel behoud dat ten
koste gaat van de intentie van
een kunstenaar". IJsbrand
Hummelen wijst die opvatting
van de hand. „Door een zwak
en tijdelijk smaakoordeel is
hier een schilderij vernietigd".
Directeur Rubin van het Mu
seum van Moderne Kunst in
New York, was één van de
mensen die Beeren destijds op
het spoor zette van Goldreyer.
Hij wijst de kritiek op Beerens
houding dan ook van de hand.
Volgens Rubin, die zelf veel
schilderijen liet restaureren
door Goldreyer, wordt de op
hef rond de restaurateur voor
al aangewakkerd door „profes
sionele jaloezie". Toch onder
kent ook Rubin dat Goldreyer
in de fout is gegaan als de rap
portage van het Gerechtelijk
Laboratorium over de restau
ratie van het schilderij van
Newman waar is.
Wim Beeren vindt nog steeds dat het schilderij van Newman op
een goede wijze is gerestaureerd.
FOTO: ANP
ie Zagwijn, Spui 235, Den
'Over the edge', schilderijen
uur tot 17.30 uur. Maand
uur tot 17.00 uur. Tot
Geopend
laandag tot en met vrijdag van
tot 17.00 uur. Zondag van
tot 17.00 uur. Tot en met
NS OERLEMANS
e vorige eeuw vormde
rand Tour een vast
irdeel van de vorming
een jonge kunstenaar,
een reis door Italië
hij op zoek naar de
tels van de beeldende
it en in Rome en Flo-
e stond hij oog-in-oog
de hoogtepunten van'
[lassieke en de renais-
ekunst. Eenmaal thuis
den de indrukken
verkt in het atelier.
ze tijd is reizen nog
inspiratiebron voor
tenaars. Een uitheemse
ïving kan als een kataly-
het talent fungeren,
wereld is inmiddels wel
kleiner gewprden en van-
ligt Australië even ver
als Italië in de 19e eeuw.
e Haagse kunstenaar
régoire (1961) maakte
van een jaar door Au-
Op de fiets doorkruiste
binnenlanden van dit
'evolkte continent. Hij
onder meer op zoek naar
'enoude rotstekeningen
'oorouders van de Aböri-
s op onherbergzame plek-
hebben aangebracht. In
lari van dit jaar keerde
oire terug. Vervolgens
hij zijn indrukken ver-
:t in een reeks olieverf-
derijen. In galerie Zag-
aan het Spui is dit werk
in onder de titel 'Over the
Hoe vers de werken zijn
I wel uit de aangename
erflucht die in de galerie
De schilderijen hebben
al een rechtstreekse re
let de Autralië-reis. Ze
eren aan belevenissen,
ïoetingen of situaties, wat
bevestigd wórdt door
itels. Zo zien we op het
'The Dive' een onderwa-
ilieu en 'Losing one's
wat er gebeurt
Hollandse
die dagenlang geen
heeft ontmoet. De expo-
Een van de olieverfschilderijen
sitie is te beschouwen als een
persoonlijk reisverslag in
schilderijen. Voor het publiek
in galerie Zagwijn zijn de
anecdoten die aan de werken
ten grondslag liggen eigenlijk
van secundair belang. Wat de
jonge kunstenaar er allemaal
heeft beleefd is in wezen niet
zo interessant. Een anecdote
kan zelfs het schilderij in de
weg zitten. Zonder kennis van
de reis of belevenissen moet
het werk als schilderkunstig
Grégoire. 'Silence' is de titel van dit doek.
FOTO: PR
gebruikt zijn verf niet al-
object overeind blijven.
veel werken van Grégoire
dat gelukkig het geval.
leen om een beeld or
pen, maar buit ook de moge
lijkheden van de verf als ma
terie uit. Het zelfportret 'Step
ping over the Edge' is daar een
voorbeeld van. Door de
Boemerang
De kunstenaar heeft groot ta- verf bijzonder expressief op t
lent voor de olieverftechniek, brengen slaagt hij erin een
Met vaste hand en trefzeker sterk dramatisch effect op te
zet hij diverse kleuren naast roepen. Los van het beeld heb-
elkaar en wisselt op een geraf- ben ve
fineerde manier met de verf- zelfstar
dikte. Af en toe lijkt het of hij kracht,
met de verf boetseert. Grégoi- J.H.R. Grégoire kan schilde
ren, daarvoor heeft hij het be
wijs nu wel geleverd. De Au
tralië-reis is waarschijnlijk
mede van belang geweest om
hem schilderkunstig en per
soonlijk over een bepaalde
grens te helpen. Om vrijer en
zelfbewuster te kunnen gaan
werken, maar de vraag is: hoe
nu verder. De thematische op
zet van deze expositie gaat
lichtelijk irriteren. Het is te
anecdotisch en te exotisch. Op
het schilderij Silence heeft de
schilder zichzelf afgebeeld met
in de ene hand een boemerang
en in de andere hand een
kruis, en dat dan gezeten on
der de kolossale Australische
hemel. Een Hollandse kunst
schilder op de grens van twee
culturen. De symboliek is te
nadrukkelijk en Grégoire wil
alles te expliciet maken. Hij
zou meer moeten vertrouwen
op het materiaal en zich be
perken in de keuze van zijn
motieven.
Bovenkamer
De zolder boven het kantoor
van Stroom, het Haags Cen
trum voor Beeldende Kunst
aan de Koninginnegracht, is
ingericht als een expositie
ruimte. De ruimte is omge
doopt in de Bovenkamer. Hier
wil Stroom exposities houden
om de aandacht te vestigen op
het denkproces in de beelden
de kunst. Het gaat niet om de
concrete kunstwerken, maar
om wat daaraan voorafging.
De titel van deze reeks exposi
ties is Onderstroom in de Bo
venkamer.
Op dit moment gunt de Haagse
kunstenaar Philip Akkerman
(1957) een blik in zijn 'keu
ken'. Akkerman is de kunste
naar die al sinds 1981 uitslui
tend zelfportretten maakt. Het
zijn frontale portretten van
een jongen die de indruk wekt
alle last van de wereld te tor
sen. In de Bovenkamer bij
Stroom is echter geen enkel
portret van Philip Akkerman
te ontdekken en ook in de toe
lichting op papier staat geen
enkele afbeelding. We worden
deelgenoot gemaakt aan wat
zich afspeelt in het hoofd van
de kunstenaar. Maar via een
omweg presenteert hij dan
toch weer een zelfportret. Phi
lip Akkerman heeft acht
zwart-wit foto's gemaakt met
titels als De Oneindigheid,
Boeken over Techniek en Het
Nadenken. Op de foto Muziek
staat een reeks platenhoezen
van onder andere James
Brown, Michael Jackson, maar
ook Fauré en Bruckner. De
foto Boeken over Techniek
laat oude schildershandboeken
zien. Op een andere foto ligt
de favoriete lectuur van de
kunstenaar bij elkaar: De we
reld een hel (Schopenhauer),
Van de ene dood naar de an
dere (Céline), Haat is een
deugd (Flaubert) en Mijn le
ven als genie (Dali).
Een beknopte toelichting op
de expositie bevat citaten uit
een soort dagboek dat de kun
stenaar sinds 1981 bijhoudt.
Een reeks van eerlijke ontboe
zemingen en curieuze opmer
kingen. Een paar voorbeelden
'Voor God zijn alle schilderijen
hetzelfde' (1-4-1980); 'Ik schil
der de hele lijdende en onbe
grijpende mensheid in het on
eindige heelal' (27-2-1985) en
'Mijn talent is een combinatie
van goede intuïtie en prakti
sche intelligentie (8-10-1991).
Cliché
Deze blik in de keuken laat
iets zien van de motieven en
ook van de twijfel waar Philip
Akkerman onder gebukt gaat.
Er is een grote drang tot schil
deren, dat is zonder meer dui
delijk. Maar het waarom blijft
ook voor de kunstenaar zelf
een vraag. Hij gaat op zoek bij
auteurs als Schopenhauer en
Flaubert en bestudeert kunst
historische handboeken, maar
dat levert geen bouwstenen
voor een schilderkunstige vi
sie. Daarom schildert hij ge
woon door op de eens ingesla
gen weg van het zelfportret.
De opvallende keuze voor het
zelfportret ('tot aan mijn dood,'
zoals Akkerman schrijft) lijkt
op een bewuste en inhoudelij
ke stellingname, maar uit het
fotomateriaal of de citaten in
De Bovenkamer blijkt nergens
dat dat ook zo is. Hij schrijft in
zijn dagboek: „Zelfportretten:
het cliché, het is te bedacht en
het is niet nieuw, het is acade
misch en het is nageaapt. Maar
ik wil het doen (2-07-1981)".
Hij heeft een standvastig ka
rakter, want tien jaar later
schildert hij nog altijd hetzelf
de motief. „Ik heb geen artis
tiek probleem", schrijft Philip
Akkerman. „Want ik weet al
wat ik moet doen, namelijk
zelfportretten schilderen. Hoe
of wat maakt niet uit. Ik moet
alleen zien te organiseren dat
ik er een paar per maand
maak. Dat moet te doen zijn".
Niet alle kunstenaars kunnen
schrijven zoals Van Gogh,
daar worden ze ook niet op be
oordeeld. Alleen het werk telt
en als het werk goed is, kan
men een kunstenaar een hoop
onzin vergeven. Helaas sluiten
het werk en de geschriften
van Philip Akkerman naad
loos bij ^lkaar aan.
Moeten we de
Sin t inleveren
voor de Europese
kerstman?
door RENE DE COCQ
De grote angst van veel mensen bij de 'eenwording' van
Europa, heb ik begrepen, is dat we dan 'onze identiteit'
moeten inleveren. De eerste vraag is dan wat dat is, die
Nederlandse identiteit. Is dat zoiets als de
plattelandsmuziek van het Mannenkoor Karrespoor of de
honden wedstrijden bij Martin Gaus of Joop Doderer die
alsmaar roept dat-ie nooit meer Swiebertje wil zijn maar
zich toch elke keer weer in kluchten vertoont als een
Swiebertje après-la-lettre?
De tweede vraag is of het zo erg zou zijn als we dit soort
culturele verworvenheden zouden moeten inleveren.
Gezien de aankoopcijfers voor de curieuze plaatjes van
het mannenkoor en de kijkcijfers voor kluchten en
quizen zullen veel mensen dat inderdaad vinden.
Ze kunnen, lijkt me, gerust zijn: er bestaat geen enkel
gevaar dat hun favorieten moeten worden ingeleverd'
voor pan-Europese coryfeeën (waarbij te denken valt aan
internationaal operererende sterren als Udo Jtlrgens,
Nana Mouskouri en Julio Iglesias). Het een blijft gewoon
en ongestoord naast het andere bestaan.
Immers: is het niet juist zo dat er momenteel een sterke
tendens bestaat het 'regionale' in ere te herstellenDe
ene na de andere stichting wordt in het leven geroepen
om allerlei plaatselijke en provinciale gebruiken en
verschijnselen te bestuderen, te reconstrueren, te
bewaren voor het nageslacht en desnoods weer gewoon in
te voeren.
De Friezen geven het voorbeeld. Ze horen bij Nederland,
maar zaken als plompeblèdden, skütsjesilen, kaatsen,
fierljeppen, Jopie Huisman en klünen vieren hoogtij, en
volgens mij zijn de rayonhoofden van de Elfstedentocht
alweer aan hét prikken. Niks-aan de hand met die Friese
identiteit. Alleen die Camataru in het elftal van
Heerenveen, dat klinkt niet echt Fries.
Daarom hoeven we ook nog niet echt bang te zijn voor
het verlies van Sinterklaas, al is de viering van diens
verjaardag in Nederland en Vlaanderen vanuit Europees
gezichtspunt een strikt regionaal gebeuren, en wordt het
door toedoen van ambitieuze middenstanders wel een
beetje bedreigd door het internationale kerstgeweld.
Inderdaad: ook bij ons neemt het fenomeen kerstmarkt
hand over hand toe, en in de winkels wordt de afdeling
met kaarsen en kerstballen tegenwoordig al ingericht
vóór 5 december, hetgeen vroeger als een streng taboe
werd beschouwd. Iets van dat Sint-eigene is dus al wel
ingeleverd. Maar de Sint zelf is voorlopig nog niet weg te
slaan uit de Nederlandse samenleving, en zeker niet van
de televisie.
In de week waarin 5 december valt duikt immers in
vrijwel elk programma van Nederlandse makelij
(misschien met uitzondering van journaals en
actualiteitenshows)^wel een Sint en/of een Piet op, echt
niet alleen in kinderprogramma's. Dat moet ook maar zo
blijven, hoe flauw de uitwerking soms ook is. Dat hoekje
Nederlandse folklore moeten we maar in ere houden.
Hoewel: die Sinterklaas in Veronica Sport,
donderdagavond, die we aan het eind van het programma
mompelend zagen wegschuiven met aan elke arm een
mooie meid, dat gaat wel weer vrij ver. Zeker op een
tijdstip (kwart voor acht) dat er ook nog Sint-'gelovigen'
met papa kunnen meekijken naar het sportprogramma.
Tenslotte een regelrechte afrader: de speelfilm 'Inspector
Clouseau' die de KRO morgenavond uitzendt. Hoewel
deze rolprent in een Peter Sellers-cyclus is
geprogrammeerd gaat het hier niet, herhaal: niet, om een
film waarin Sellers de rol van Clouseau speelt, maar om
een Amerikaanse produktie uit 1968 waarin de onhandige
Parijse inspecteur wordt vertolkt door Alan Arkin.
Vergeleken met de klassiek geworden manier waarop
Peter Sellers dat deed is de poging van Arkin natuurlijk
onbegonnen werk. Het is dan ook onbegrijpelijk dat de
KRO dit armzalige jatwerk (de Amerikanen hebben er
trouwens een handje van, om succesvolle Europese
comedies na te bouwen met eigen acteurs) uitgerekend
midden in die Sellers-serie neerzet.
Nieuw Sinfonietta
leiding van Lev Markiz, soliste Vera
Beths (viool): werken van Mozart,
Vivaldi en Tsjaikovski. Gehoord in
de Leidse Stadsgehoorzaal, maan
dag 9 december.
Bij de eerste inzet van Mozarts
Adagio en Fuga KV 546 is
meteen duidelijk: dirigent Lev
Markiz houdt van het grote
gebaar. Met heftige bewegin
gen danst de béton in het
rond. Het orkest laat zich dan
ook niet onbetuigd. Bij Mozart
mondt het grote enthousiasme
uit in een al te heftige inter
pretatie. Alsof Mozart op eigen
kracht niet uit zijn fuga zou
zijn gekomen wordt iedere
nieuwe inzet zwaar benadrukt.
Dramatisch, dat wel, maar niet
echt nodig. Inmiddels is al wel
gebleken dat het orkest over
de hele linie over een fraaie,
volle toon beschikt. Het weeë
waartoe strijkorkesten soms
neigen is volstrekt afwezig.
Als Vera Beths het podium
heeft betreden om als ware
Stehgeiger het ensemble aan
te voeren in Vivaldi's Viool
concert in e kleine terts, ver
anderen de musici zelfs in een
roedel uitgelaten jonge hon
den, dat het concert te lijf gaat
met dezelfde agressiviteit als
waarmee Jaap van Zweden
enige tijd geleden Vivaldi's
Jaargetijden aanpakte. Het
geeft het stuk een imposante
lading, maar opnieuw is het
een beetje té. Vera Beths' uit
leg van het stuk blijft hangen
in een bewonderenswaardige
techniek. Dat de wollige bena
dering waarmee Vivaldi jaren
lang zoveel onrecht is Aange
daan bij haar ten minste ach
terwege blijft, is een opluch
ting, maar een beetje bezieling
had wel gemogen.
Hetzelfde geldt voor Tsjai-
kovski's 'Souvenir d'un lieu
cher'. Die geliefde plaats is
Brailov, waar Tsjaikovski
moed verzamelde voor zijn op
handen zijnde echtscheiding.
Tsjaikovksi schreef het stuk
voor viool met pianobegelei
ding, maar 'violist-dirigent
Alexandru Lascae (oprichter
van het Nederlandse Arion
Ensemble) maakte er een bij
zonder geslaagde bewerking
voor viool en strijkorkest van;
de rijkdom van Tsjaikovski's
werk wordt er alleen maar
door benadrukt. Maar ook hier
lijkt het of Vera Beths het te
mooi wil, te dramatisch. De
toon is schitterend, de tech
niek onberispelijk, maar van
betovering is geen sprake. De
heftige bewegingen van orkest
en soliste zitten elkaar dan ook
meer in de weg dan dat ze el
kaar aanvullen.
Echt mooi wordt het pas
Niéuw Sinfonietta alle zeilen
bij mag zetten in het meervou
dig bezette strijksextet 'Souve
nir de Florence', waarin Tsjai
kovski de mogelijkheden van
de instrumenten optimaal
schijnt te hebben willen be
nutten. Een beetje goed gedo
seerde bluf, het grote gebaar
van Lev Markiz, het is hier
helemaal op zijn plaats. Tegen
over een fijnzinnig duet van
viool en cello staan opzwepen
de bewegingen dwars door alle
geledingen van het orkest
heen, en dansende Russische
melodieën. Boeiende muziek
maakt Markiz ervan, en van
de soms zo suikerzoete Tsjai
kovski klinkt alleen nog op
rechte ontroering door.
RODE KRUIS
DEN HAAG GIRO 6868