'ositie directeur Beeren Stedelijk Museum in geding üen reisverslag in olieverf door J.H.R. Grégoire eidócGotvtant KUNST/RTV Irie films genomineerd oor Joris Ivens Award HILIP AKKERMAN BIJ STROOM HCBK Nieuw Sinfonietta Amsterdam is soms wat al te enthousiast lï •M, HELP HELPEN DINSDAG 10 DECEMBER 1991 13 1STERDAM De jury van het International cumentary Filmfestival Amsterdam (IDFA) .ft'drie films genomineerd voor de Joris Award. De prijs, waaraan een bedrag van iduizend gulden is verbonden, wordt jaarlijks '|ens het festival uitgereikt voor de beste do- ientaire. genomineerde films zijn 'DMB 91' van xei Khanjutin, uit de Sovjetunie (1990), 'Re et Silence' van Omar Al-Quattan uit België H) en 'The Leader, His driver and the Dri- s Wife' van Nick Broomfield uit Engeland 90). De jury bestaat uit Nouchka van Brakel iderlands filmmaker), Rafi Bukae (filmmaker Israel), Helke Misselwitz (Duits filmmaker) Jerzy Toeplitz (Poolse filmtheoreticus). Mor- wordt de winnaar bekend gemaakt'. 'Zilveren Waterlelie' voor Erkens en Nijsten HILVERSUM De Vereniging voor Natuur en Milieu educatie heeft voor het eerst de 'Zjlveren Waterlelie' uitge reikt. De onderscheiding gaat naar de filmers Jo Erkens en Maurice Nijsten voor hun bijzondere verdiensten op het gebied van natuur- en milieu-educatie voor een groot pu bliek. Morgenavond zendt de KRO hun honderdste natuurdocy- mentaire uit in de serie 'Natuur in eigen land' (Neder land 1 om 18.30 uur). De documentaire gaat over Terschel ling. Erkens (53) en Nijsten (45) filmen al sinds 1968 samen en hebben een nuchtere kijk op het werk. Nijsten: „Je moet niet denken dat natuurfilmers het dier als een heilige koe op een voetstuk plaatsen. Wij gaan er altijd van uit dat een plant of dier een indicator is van het milieu. Als het dier er niet kan leven, dan moeten de mensen ook goed uitkijken". Momenteel is het duo druk bezig met het ma ken van een nieuwe twaalfdelige reeks voor de KRO met als thema natuur-ontwikkelingen. Daarin gaat het over ge bieden in Nederland waar de natuur weer zijn gang kan gaan, zodat het landschap zijn oorspronkelijke staat terug kijkt. Filmproducent Herb Jaffe overleden BEVERLY HILLS De Amerikaanse producer Herb Jaffe, die bij de film maatschappij United Artists hoofdpro ducent was in de periode dat deze studio films als 'Midnight Cowboy' en 'Last Tango In Paris' uitbracht, is afgelopen weekeinde op 70 jarige leeftijd in zijn woonplaats Beverly Hills aan kanker overleden. Jaffe begon zijn carrière als literair agent. In die hoedanigheid be hartigde hij de belangen van onder an deren de schrijvers Joseph Heller en Philip Roth. In 1965 trad hij in dienst van de produktieafdeling van United Artists waar hij opklom tot chef. In 1975 werd hij onafhankelijk producer. Na zijn eerste film, 'The Wind And The Lion' met Sean Connery in de hoofdrol, produceerde hij nog ruim tien films. Regisseur gewond door schot met 'toneelgeweer OKLAHOMA CITY Tijdens een toneel voorstelling in het Amerikaanse Oklahoma City heeft een acteur zijn regisseur met een geweerschot verwond toen hij overeen komstig het script een wapen afvuurde, dat tegen de verwachting in met echte kogels geladen bleek. De acteur in het stuk 'Dead Wrong', uitgevoerd door een amateurgezel schap, richtte zoals de regie hem had voor geschreven op een spiegel en haalde de trekker over. De kogel doorboorde het de cor en raakte de regisseur Kenneth Benton, die tussen de coulissen stond in de arm. De man moest in een ziekenhuis worden opge nomen, maar was niet ernstig gewond. Zo wel Benton als de acteur zeiden ervan over tuigd te zijn geweest dat het 38 kaliber ge weer met losse flodders was geladen. 1STERDAM De dis- isie rond de restauratie n het schilderij 'Who's aid of...' van Newman gint zich steeds meer te spitsen op de positie i de directeur van het idelijk Museum, Wim iren. Ondanks de ver- tigende conclusies in rapport van het Ge- htelijk Laboratorium het ministerie van titie, blijft Beeren van ning dat de restauratie Daniel Goldreyer 'redigend is uitgevoerd. n topschilderij wordt wil- en wetens opgeofferd om- hij zijn gelijk wil halen", hoofdrestaurateur van het smuseum Martin Bijl. Ook n van de Amsterdamse ge- ïnteraad hebben al forse iek geuit op Beeren. D66 ivijt hem vanaf het begin nening van zijn eigen des- digen te hebben genegeerd le PvdA ziet in de verhui- van het schilderij naar depot het bewijs dat ook •en zelf niet gelooft in het lresultaat. op 18 december debatteert Amsterdamse raadscommis- cultuur over het rap- het Gerechtelijk La- itorium, maar in de wan- angen wordt hier en daar al gespeculeerd over een ver vroegd vertrek van de direc teur van het Stedelijk. Beeren is 64 jaar oud en gaat officieel pas per 1 januari 1993 met pensioen. Volgens restaurateur IJsbrand Hummelen van de Stichting Restauratie Collectief Atelier heeft Beeren de laatste kans die hij kreeg om zich van de restauratie te distantiëren la ten lopen, door uitsluitend kri tiek te leveren op de „ontoe reikende" rapportage van Da niel Goldreyer, maar niet op het resultaat van zijn herstel werkzaamheden. „Als hij nu nog afstand zou nemen, dan manoeuvreert hij zich in een politiek moeilijk parket". Hoofdrestaurateur Bijl is voor namelijk bezorgd over de on herstelbare gevolgen die de trage politieke besluitvorming kan hebben voor 'Who's af raid...'. Hoe langer het uitstel, hoe kleiner de kans dat „die troep er nog afgehaald kan worden", aldus Bijl. Enkele weken geleden stuurden 25 restaurateurs, onder wie Bijl, Beeren een voorzichtig gestel de uitnodiging voor „een rede lijk gesprek" over de toen al omstreden restauratie. Feodaal Bijl: „Beeren is een feodale man die buitengewoon eigen zinnig handelt. We konden niet massaal stelling tegen hem nemen zonder bewijzen. Dan zouden we hem zo tegen de haren hebben ingestreken dat er van een herstel van het schilderij sowieso niks meer terecht was gekomen". Bijl re ageert terughoudend, maar nu de bewijzen op tafel liggen is hij toch zeer kritisch over Beerens opstelling. „Ik verge lijk het met de manier waarop wij in het Rijksmuseum bezig zijn met de Rembrandts. Wij worden bijgestaan door een sen zitten die veel verstand van zaken hebben". Was dat bij het Stedelijk niet het geval? Bijl: „Beerens commissie be stond uit hemzelf, een paar handlangers die nul verstand van restaureren hebben en Elisabeth Bracht, de kundige restauratrjee van het Stedelijk Museum die monddood werd gemaakt." Bracht stelde op 18 oktober een eindrapport op dat afweek van. dat van de rest van de commissie. Zij stelde daarin dat „een groot gedeelte van het oorspronkelijk kunst werk nu voor altijd vernietigd zal zijn. De komende generatie zal nooit meer de authentieke materie van een kunstenaar kunnen zien, maar de geda teerde ingreep van een restau rateur. Hier is geen sprake ge weest van restauratie, maar van een reconstructie die met de verkeerde techniek is uit gevoerd en bovendien nog op Smaakoordeel Het overschilderen van een kunstwerk wordt in restaura tiekringen als een doodzonde beschouwd. Niettemin blijft Beeren ook nadat het be wijs daarvan is geleverd Goldreyers werk verdedigen. „Het was kiezen of delen", schreef hij aan de Amsterdam se wethouder van kunstzaken, M. Baak. „Ik kies niet voor een materieel behoud dat ten koste gaat van de intentie van een kunstenaar". IJsbrand Hummelen wijst die opvatting van de hand. „Door een zwak en tijdelijk smaakoordeel is hier een schilderij vernietigd". Directeur Rubin van het Mu seum van Moderne Kunst in New York, was één van de mensen die Beeren destijds op het spoor zette van Goldreyer. Hij wijst de kritiek op Beerens houding dan ook van de hand. Volgens Rubin, die zelf veel schilderijen liet restaureren door Goldreyer, wordt de op hef rond de restaurateur voor al aangewakkerd door „profes sionele jaloezie". Toch onder kent ook Rubin dat Goldreyer in de fout is gegaan als de rap portage van het Gerechtelijk Laboratorium over de restau ratie van het schilderij van Newman waar is. Wim Beeren vindt nog steeds dat het schilderij van Newman op een goede wijze is gerestaureerd. FOTO: ANP ie Zagwijn, Spui 235, Den 'Over the edge', schilderijen uur tot 17.30 uur. Maand uur tot 17.00 uur. Tot Geopend laandag tot en met vrijdag van tot 17.00 uur. Zondag van tot 17.00 uur. Tot en met NS OERLEMANS e vorige eeuw vormde rand Tour een vast irdeel van de vorming een jonge kunstenaar, een reis door Italië hij op zoek naar de tels van de beeldende it en in Rome en Flo- e stond hij oog-in-oog de hoogtepunten van' [lassieke en de renais- ekunst. Eenmaal thuis den de indrukken verkt in het atelier. ze tijd is reizen nog inspiratiebron voor tenaars. Een uitheemse ïving kan als een kataly- het talent fungeren, wereld is inmiddels wel kleiner gewprden en van- ligt Australië even ver als Italië in de 19e eeuw. e Haagse kunstenaar régoire (1961) maakte van een jaar door Au- Op de fiets doorkruiste binnenlanden van dit 'evolkte continent. Hij onder meer op zoek naar 'enoude rotstekeningen 'oorouders van de Aböri- s op onherbergzame plek- hebben aangebracht. In lari van dit jaar keerde oire terug. Vervolgens hij zijn indrukken ver- :t in een reeks olieverf- derijen. In galerie Zag- aan het Spui is dit werk in onder de titel 'Over the Hoe vers de werken zijn I wel uit de aangename erflucht die in de galerie De schilderijen hebben al een rechtstreekse re let de Autralië-reis. Ze eren aan belevenissen, ïoetingen of situaties, wat bevestigd wórdt door itels. Zo zien we op het 'The Dive' een onderwa- ilieu en 'Losing one's wat er gebeurt Hollandse die dagenlang geen heeft ontmoet. De expo- Een van de olieverfschilderijen sitie is te beschouwen als een persoonlijk reisverslag in schilderijen. Voor het publiek in galerie Zagwijn zijn de anecdoten die aan de werken ten grondslag liggen eigenlijk van secundair belang. Wat de jonge kunstenaar er allemaal heeft beleefd is in wezen niet zo interessant. Een anecdote kan zelfs het schilderij in de weg zitten. Zonder kennis van de reis of belevenissen moet het werk als schilderkunstig Grégoire. 'Silence' is de titel van dit doek. FOTO: PR gebruikt zijn verf niet al- object overeind blijven. veel werken van Grégoire dat gelukkig het geval. leen om een beeld or pen, maar buit ook de moge lijkheden van de verf als ma terie uit. Het zelfportret 'Step ping over the Edge' is daar een voorbeeld van. Door de Boemerang De kunstenaar heeft groot ta- verf bijzonder expressief op t lent voor de olieverftechniek, brengen slaagt hij erin een Met vaste hand en trefzeker sterk dramatisch effect op te zet hij diverse kleuren naast roepen. Los van het beeld heb- elkaar en wisselt op een geraf- ben ve fineerde manier met de verf- zelfstar dikte. Af en toe lijkt het of hij kracht, met de verf boetseert. Grégoi- J.H.R. Grégoire kan schilde ren, daarvoor heeft hij het be wijs nu wel geleverd. De Au tralië-reis is waarschijnlijk mede van belang geweest om hem schilderkunstig en per soonlijk over een bepaalde grens te helpen. Om vrijer en zelfbewuster te kunnen gaan werken, maar de vraag is: hoe nu verder. De thematische op zet van deze expositie gaat lichtelijk irriteren. Het is te anecdotisch en te exotisch. Op het schilderij Silence heeft de schilder zichzelf afgebeeld met in de ene hand een boemerang en in de andere hand een kruis, en dat dan gezeten on der de kolossale Australische hemel. Een Hollandse kunst schilder op de grens van twee culturen. De symboliek is te nadrukkelijk en Grégoire wil alles te expliciet maken. Hij zou meer moeten vertrouwen op het materiaal en zich be perken in de keuze van zijn motieven. Bovenkamer De zolder boven het kantoor van Stroom, het Haags Cen trum voor Beeldende Kunst aan de Koninginnegracht, is ingericht als een expositie ruimte. De ruimte is omge doopt in de Bovenkamer. Hier wil Stroom exposities houden om de aandacht te vestigen op het denkproces in de beelden de kunst. Het gaat niet om de concrete kunstwerken, maar om wat daaraan voorafging. De titel van deze reeks exposi ties is Onderstroom in de Bo venkamer. Op dit moment gunt de Haagse kunstenaar Philip Akkerman (1957) een blik in zijn 'keu ken'. Akkerman is de kunste naar die al sinds 1981 uitslui tend zelfportretten maakt. Het zijn frontale portretten van een jongen die de indruk wekt alle last van de wereld te tor sen. In de Bovenkamer bij Stroom is echter geen enkel portret van Philip Akkerman te ontdekken en ook in de toe lichting op papier staat geen enkele afbeelding. We worden deelgenoot gemaakt aan wat zich afspeelt in het hoofd van de kunstenaar. Maar via een omweg presenteert hij dan toch weer een zelfportret. Phi lip Akkerman heeft acht zwart-wit foto's gemaakt met titels als De Oneindigheid, Boeken over Techniek en Het Nadenken. Op de foto Muziek staat een reeks platenhoezen van onder andere James Brown, Michael Jackson, maar ook Fauré en Bruckner. De foto Boeken over Techniek laat oude schildershandboeken zien. Op een andere foto ligt de favoriete lectuur van de kunstenaar bij elkaar: De we reld een hel (Schopenhauer), Van de ene dood naar de an dere (Céline), Haat is een deugd (Flaubert) en Mijn le ven als genie (Dali). Een beknopte toelichting op de expositie bevat citaten uit een soort dagboek dat de kun stenaar sinds 1981 bijhoudt. Een reeks van eerlijke ontboe zemingen en curieuze opmer kingen. Een paar voorbeelden 'Voor God zijn alle schilderijen hetzelfde' (1-4-1980); 'Ik schil der de hele lijdende en onbe grijpende mensheid in het on eindige heelal' (27-2-1985) en 'Mijn talent is een combinatie van goede intuïtie en prakti sche intelligentie (8-10-1991). Cliché Deze blik in de keuken laat iets zien van de motieven en ook van de twijfel waar Philip Akkerman onder gebukt gaat. Er is een grote drang tot schil deren, dat is zonder meer dui delijk. Maar het waarom blijft ook voor de kunstenaar zelf een vraag. Hij gaat op zoek bij auteurs als Schopenhauer en Flaubert en bestudeert kunst historische handboeken, maar dat levert geen bouwstenen voor een schilderkunstige vi sie. Daarom schildert hij ge woon door op de eens ingesla gen weg van het zelfportret. De opvallende keuze voor het zelfportret ('tot aan mijn dood,' zoals Akkerman schrijft) lijkt op een bewuste en inhoudelij ke stellingname, maar uit het fotomateriaal of de citaten in De Bovenkamer blijkt nergens dat dat ook zo is. Hij schrijft in zijn dagboek: „Zelfportretten: het cliché, het is te bedacht en het is niet nieuw, het is acade misch en het is nageaapt. Maar ik wil het doen (2-07-1981)". Hij heeft een standvastig ka rakter, want tien jaar later schildert hij nog altijd hetzelf de motief. „Ik heb geen artis tiek probleem", schrijft Philip Akkerman. „Want ik weet al wat ik moet doen, namelijk zelfportretten schilderen. Hoe of wat maakt niet uit. Ik moet alleen zien te organiseren dat ik er een paar per maand maak. Dat moet te doen zijn". Niet alle kunstenaars kunnen schrijven zoals Van Gogh, daar worden ze ook niet op be oordeeld. Alleen het werk telt en als het werk goed is, kan men een kunstenaar een hoop onzin vergeven. Helaas sluiten het werk en de geschriften van Philip Akkerman naad loos bij ^lkaar aan. Moeten we de Sin t inleveren voor de Europese kerstman? door RENE DE COCQ De grote angst van veel mensen bij de 'eenwording' van Europa, heb ik begrepen, is dat we dan 'onze identiteit' moeten inleveren. De eerste vraag is dan wat dat is, die Nederlandse identiteit. Is dat zoiets als de plattelandsmuziek van het Mannenkoor Karrespoor of de honden wedstrijden bij Martin Gaus of Joop Doderer die alsmaar roept dat-ie nooit meer Swiebertje wil zijn maar zich toch elke keer weer in kluchten vertoont als een Swiebertje après-la-lettre? De tweede vraag is of het zo erg zou zijn als we dit soort culturele verworvenheden zouden moeten inleveren. Gezien de aankoopcijfers voor de curieuze plaatjes van het mannenkoor en de kijkcijfers voor kluchten en quizen zullen veel mensen dat inderdaad vinden. Ze kunnen, lijkt me, gerust zijn: er bestaat geen enkel gevaar dat hun favorieten moeten worden ingeleverd' voor pan-Europese coryfeeën (waarbij te denken valt aan internationaal operererende sterren als Udo Jtlrgens, Nana Mouskouri en Julio Iglesias). Het een blijft gewoon en ongestoord naast het andere bestaan. Immers: is het niet juist zo dat er momenteel een sterke tendens bestaat het 'regionale' in ere te herstellenDe ene na de andere stichting wordt in het leven geroepen om allerlei plaatselijke en provinciale gebruiken en verschijnselen te bestuderen, te reconstrueren, te bewaren voor het nageslacht en desnoods weer gewoon in te voeren. De Friezen geven het voorbeeld. Ze horen bij Nederland, maar zaken als plompeblèdden, skütsjesilen, kaatsen, fierljeppen, Jopie Huisman en klünen vieren hoogtij, en volgens mij zijn de rayonhoofden van de Elfstedentocht alweer aan hét prikken. Niks-aan de hand met die Friese identiteit. Alleen die Camataru in het elftal van Heerenveen, dat klinkt niet echt Fries. Daarom hoeven we ook nog niet echt bang te zijn voor het verlies van Sinterklaas, al is de viering van diens verjaardag in Nederland en Vlaanderen vanuit Europees gezichtspunt een strikt regionaal gebeuren, en wordt het door toedoen van ambitieuze middenstanders wel een beetje bedreigd door het internationale kerstgeweld. Inderdaad: ook bij ons neemt het fenomeen kerstmarkt hand over hand toe, en in de winkels wordt de afdeling met kaarsen en kerstballen tegenwoordig al ingericht vóór 5 december, hetgeen vroeger als een streng taboe werd beschouwd. Iets van dat Sint-eigene is dus al wel ingeleverd. Maar de Sint zelf is voorlopig nog niet weg te slaan uit de Nederlandse samenleving, en zeker niet van de televisie. In de week waarin 5 december valt duikt immers in vrijwel elk programma van Nederlandse makelij (misschien met uitzondering van journaals en actualiteitenshows)^wel een Sint en/of een Piet op, echt niet alleen in kinderprogramma's. Dat moet ook maar zo blijven, hoe flauw de uitwerking soms ook is. Dat hoekje Nederlandse folklore moeten we maar in ere houden. Hoewel: die Sinterklaas in Veronica Sport, donderdagavond, die we aan het eind van het programma mompelend zagen wegschuiven met aan elke arm een mooie meid, dat gaat wel weer vrij ver. Zeker op een tijdstip (kwart voor acht) dat er ook nog Sint-'gelovigen' met papa kunnen meekijken naar het sportprogramma. Tenslotte een regelrechte afrader: de speelfilm 'Inspector Clouseau' die de KRO morgenavond uitzendt. Hoewel deze rolprent in een Peter Sellers-cyclus is geprogrammeerd gaat het hier niet, herhaal: niet, om een film waarin Sellers de rol van Clouseau speelt, maar om een Amerikaanse produktie uit 1968 waarin de onhandige Parijse inspecteur wordt vertolkt door Alan Arkin. Vergeleken met de klassiek geworden manier waarop Peter Sellers dat deed is de poging van Arkin natuurlijk onbegonnen werk. Het is dan ook onbegrijpelijk dat de KRO dit armzalige jatwerk (de Amerikanen hebben er trouwens een handje van, om succesvolle Europese comedies na te bouwen met eigen acteurs) uitgerekend midden in die Sellers-serie neerzet. Nieuw Sinfonietta leiding van Lev Markiz, soliste Vera Beths (viool): werken van Mozart, Vivaldi en Tsjaikovski. Gehoord in de Leidse Stadsgehoorzaal, maan dag 9 december. Bij de eerste inzet van Mozarts Adagio en Fuga KV 546 is meteen duidelijk: dirigent Lev Markiz houdt van het grote gebaar. Met heftige bewegin gen danst de béton in het rond. Het orkest laat zich dan ook niet onbetuigd. Bij Mozart mondt het grote enthousiasme uit in een al te heftige inter pretatie. Alsof Mozart op eigen kracht niet uit zijn fuga zou zijn gekomen wordt iedere nieuwe inzet zwaar benadrukt. Dramatisch, dat wel, maar niet echt nodig. Inmiddels is al wel gebleken dat het orkest over de hele linie over een fraaie, volle toon beschikt. Het weeë waartoe strijkorkesten soms neigen is volstrekt afwezig. Als Vera Beths het podium heeft betreden om als ware Stehgeiger het ensemble aan te voeren in Vivaldi's Viool concert in e kleine terts, ver anderen de musici zelfs in een roedel uitgelaten jonge hon den, dat het concert te lijf gaat met dezelfde agressiviteit als waarmee Jaap van Zweden enige tijd geleden Vivaldi's Jaargetijden aanpakte. Het geeft het stuk een imposante lading, maar opnieuw is het een beetje té. Vera Beths' uit leg van het stuk blijft hangen in een bewonderenswaardige techniek. Dat de wollige bena dering waarmee Vivaldi jaren lang zoveel onrecht is Aange daan bij haar ten minste ach terwege blijft, is een opluch ting, maar een beetje bezieling had wel gemogen. Hetzelfde geldt voor Tsjai- kovski's 'Souvenir d'un lieu cher'. Die geliefde plaats is Brailov, waar Tsjaikovski moed verzamelde voor zijn op handen zijnde echtscheiding. Tsjaikovksi schreef het stuk voor viool met pianobegelei ding, maar 'violist-dirigent Alexandru Lascae (oprichter van het Nederlandse Arion Ensemble) maakte er een bij zonder geslaagde bewerking voor viool en strijkorkest van; de rijkdom van Tsjaikovski's werk wordt er alleen maar door benadrukt. Maar ook hier lijkt het of Vera Beths het te mooi wil, te dramatisch. De toon is schitterend, de tech niek onberispelijk, maar van betovering is geen sprake. De heftige bewegingen van orkest en soliste zitten elkaar dan ook meer in de weg dan dat ze el kaar aanvullen. Echt mooi wordt het pas Niéuw Sinfonietta alle zeilen bij mag zetten in het meervou dig bezette strijksextet 'Souve nir de Florence', waarin Tsjai kovski de mogelijkheden van de instrumenten optimaal schijnt te hebben willen be nutten. Een beetje goed gedo seerde bluf, het grote gebaar van Lev Markiz, het is hier helemaal op zijn plaats. Tegen over een fijnzinnig duet van viool en cello staan opzwepen de bewegingen dwars door alle geledingen van het orkest heen, en dansende Russische melodieën. Boeiende muziek maakt Markiz ervan, en van de soms zo suikerzoete Tsjai kovski klinkt alleen nog op rechte ontroering door. RODE KRUIS DEN HAAG GIRO 6868

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 13