„Mijn carrière is geen geschiedenis van falen" Voorlopig akkoord EMU- verdrag Europese Top incasseert het loon van de haast BINNENLAND BUITENLAND EeidocSoivumt WOENSDAG 4 DECEMBER 1991 Politie gaat meer op milieu letten ROTTERDAM De politie gaat zich meer toeleggen op handhaving van de milieuwetgeving. In 1995 wil zij vier procent van haar totale budget, twee keer zoveel als nu, aan het mi lieu besteden. In 1996 moeten alle po litiemensen een basiscursus milieu kunde hebben gehad. Thans komt er in de praktijk bitter weinig terecht van handhaving van de milieuwetge ving door de politie. Oorzaak hiervan is dat handhaving van de milieuwet geving over een groot aantal instan ties gaat. Dat geeft vaak coördinatie problemen. omdat de taakverdeling niet helder geregeld is en het uitwis selen van informatie t laat. Terry Anderson riskeerde leven voor verslaggeving (Vervolg van de voorpagina) NEW YORK De eerste taak van Terry Anderson als journalist was die van corres pondent voor de Amerikaanse marine in Vietnam. Het bleek een passende inwijding voor iemand die later naam maakte met zijn verslaggeving van de burgeroorlog die de straten van Bayrut in een slagveld veran derde. Als correspondent van The Associated Press in het Midden-Oosten riskeerde hij vuurge vechten. artillerieduels en persoonlijke risi co's om de verschrikkingen van de oorlog te verslaan. „Hij wilde Amerika de werkelijke hel van de burgeroorlog laten begrijpen en het verwoestende effect daarvan op de gro tendeels onschuldige burgerbevolking. Hij riskeerde zijn eigen leven om jullie te infor meren", zei David Jacobsen, een vrijgelaten gijzelaar met wie Anderson zestien maan den een cel deelde. Collega's herinnerden zich Andersons kalme gedrag temidden van de chaos. Hij placht naar jazztapes te luiste ren terwijl hij zijn auto rond tanks manoeu vreerde in de straten van Bayrut. Zijn me degijzelaars riepen na hun vrijlating de vin dingrijkheid van Anderson in herinnering. Anderson maakte schaakstukken uit het fo liepapier dat om de kaasrantsoenen zat en vervaardigde een kaartspel uit kaasbakjes. De Britse gijzelaar John McCarthy speelde veel schaak met de gegijzelde Brit. „John zei dat hij één op de duizend keer won. Ter ry was voor hun allen een bron van kracht", zei Andersons zuster Peggy Say naar aanleiding van een gesprek dat zij had met McCarthy. BRUSSEL Minister Kok van financiën heeft vannacht in Brussel een voorlopig akkoord over een EMU-verdrag be kendgemaakt. Volgens hem moeten de EG-lei- ders begin volgende week in Maastricht deze en an dere kwesties oplossen zo dat de EMU, met een en kele munt en een ge meenschappelijke centrale bank, op zijn vroegst in 1997 een feit wordt. De kans dat Amsterdam de vestigingsplaats wordt van het Europees Monetair Instituut (EMI) en daarmee van de Eu ropese Centrale Bank (ECB) lijkt erg klein geworden Duitsland heeft volgens minis ter een claim gelegd ten gun ste van Frankfurt, de zetel van de machtige Bundesbank. Minister De Vries van sociale zaken vond binnen de EG steun voor zijn streven de pen sioenrechten voor vrouwen niet gelijk te stellen aan die van mannen. Een meerder heid van de EG-lidstaten deelt De Vries' mening dat de pensi oenrechten van vrouwen moeten worden beperkt. Uit een uitspraak van het Europe se Hof van Justitie viel eerder op te maken dat strikte nale ving van de EG-regels vrou wen en mannen gelijke rech ten zou geven op pensioenge- bied. Minister De Vries over tuigde gisteren zijn EG-colle-| ga's van de catastrofale gevol gen die naleving van deze re gels zou hebben voor de pensi oenfondsen in een groot aantal Europese landen. Voor Neder land alleen al zouden de claims van vrouwen tot meer dan honderd miljard gulden kunnen oplopen. „Wij zijn hier zeer beducht voor. Het zou be tekenen dat de pensioenfond sen hun verplichtingen niet kunnen nakomen", aldus de minister in een toelichting op zijn bezwaren. :hr 'ATT/ !hmer ;eren 'hnom lampar ilaats 12 lede ONR), mg. J 1. De laatste Nederlan der van internatio naal formaat wordt hij wel genoemd. Ze ker is dat jhr. mr. Emile van Lennep (76) als geen andere Nederlander jaren lang als spits fun geerde op het inter nationale speelveld. Eerst als topambte naar die voorzitter was van internatio nale comité's, daarna als secretaris-gene raal van de OESO, de laatste jaren vooral als toponderhande laar/ adviseur na mens Nederland in grote kwesties zoals het Argentijnse pij pleidingencontract en de dreigende slui ting van de Shell-raf- finaderij op Curacao. Wie is deze invloed rijke ambtenaar, die veel gezag maar in Nederland weinig publieke bekendheid oogstte? Een inter view ter gelegenheid van de presentatie, gisteren, van zijn boek waarin hij te vreden terugblikt op zijn loopbaan. VAN LENNEP, EEN LEVEN ACHTER INTERNATIONALE SCHERMEN DEN HAAG De portier van het ministerie van fi nanciën neemt er zijn pe tje voor af. Voor jonkheer Emile van Lennep dan wel te verstaan; zesenze ventig jaar en als minister van staat nog vrijwel da gelijks in het departement aan het Korte Voorhout aan te treffen. „Als ik die leeftijd heb bereikt zit ik waarschijnlijk aan een potje klaverjas, maar de werkdrift van die man is niet te stuiten. Elke och tend komt hij hier vief binnenstappen. Alsof zijn werkend leven nooit op houdt", zegt de geünifor meerde ambtenaar vol ontzag. Dat laatste is niet helemaal waar. Zelf is jhr. Van Lennep namelijk aan het idee aan 't wennen dat zijn loopbaan langzamerhand zijn einde na dert. „Ik was op een punt ge komen dat de behoefte op kwam terug te blikken, af stand te nemen en te vertellen wat ik heb meegemaakt", ver telt hij in zijn werkkamer op de eerste verdieping van het ministerie. „Ik heb er een boek over geschreven omdat ik meende dat ik met mijn 45 jaar ervaring achter de scher men van de internationale economische politiek, een bij drage kon leveren aan de ge schiedschrijving en ook aan het beleid voor de toekomst". Van Lennep had zoals hij zelf schrijft het voorrecht een be langrijke rol te kunnen spelen op het internationale toneel. Eerst als topambtenaar bij De Nederlandsche Bank en, uitge leend aan de Nederlandse re gering, onder meer betrokken bij de financiële afhandeling Jhr. mr. Emile van Lennep. van de oorlog, ten tijde van soevereiniteitsoverdracht als vertegenwoordiger van het Nederlands-Indische landsbe stuur en vervolgens als thesau rier-generaal bij het ministerie van financiën. Van 1969 tot 1984 was hij secretaris-gene raal van de Organisatie van Economische Samenwerking en Ontwikkeling, de OESO, waarbij 24 westerse landen zijn aangesloten. Deze functie stelde hem in staat een belang rijk stempel te drukken op de economisch-monetaire wereld orde van na de Tweede We reldoorlog. Uw invloed is in de jaren ge staag gegroeid, maar niet uw bekendheid in Nederland. In uw boek schrijft u dat u uw persoon voor anderen niet zo interessant vindt, wel uw er varing. U houdt uzelf graag op de achtergrond? Van Lennep: „Het is mijn overtuiging dat je jezelf als ambtenaar op de achtergrond behóórt te houden, in tegen stelling tot de politiek verant woordelijke minister. Maar bij mijn werk als voorzitter van internationale beleidscomite's en later als secretaris-generaal van de OESO, droeg ik overi gens wel degelijk een eigen verantwoordelijkheid. Daarbij heb ik mij dan ook niet op de achtergrond gehouden. Maar u heeft gelijk dat het nooit mijn streven is geweest bij het grote publiek bekend te worden". U heeft uw boek geschreven om de wereld te kunnen ver tellen dat uw werk achter de schermen wel degelijk van groot belang is geweest? „Ik heb niet het gevoel onder schat te zijn. Ik meen wel dat ik een bijdrage heb geleverd aan de internationale samen werking na de Tweede We reldoorlog. Dat ik op bepaalde momenten als vertegenwoor diger van Nederland mede heb kunnen voorkomen dat die sa menwerking werd gefrus treerd". In 1967 werd u gevraagd mi nister van financiën te worden in het kabinet-Biesheuvel. Waarom bent u toen niet op dat aanbod „Niet uit principiële gingen, maar vanwege mijn gezondheid op dat moment. Maar in zijn algemeenheid kun je zeggen dat ik nooit macht heb nagestreefd. Ik streefde wel naar gezag, dat heb ik ook wel gehad geloof ik. Overigens heb ik mijn be noeming tot hoofd van de OESO indertijd wel degelijk beschouwd als een politieke benoeming, in die zin dat je gekozen moet worden door de 24 lidstaten. Daar zit je dan in je eentje, met verantwoorde lijkheid tegenover die landen. Dat is geen gemakkelijke zaak in een tijd van oliecrises en ineenstorting van het monetai re stelsel dat we toen kenden met vaste dollar-wisselkoer- vonden. Daar was geen onver togen woord bij. Geeft dat u geen ongemakkelijk gevoel? „Nee. Het doet je natuurlijk goed als men aardige dingen over je zegt. Ik zou ook zelf publiekelijk nooit onaardige dingen over mensen persoon- FOTO: DIJKSTRA lijk zeggen. Men mag kritiek hebben op mijn denkbeelden, daar ben ik juist blij mee. Maar ik had het jammer ge vonden als mensen ongerecht vaardigde aantijgingen hadden geuit". Eén persoon, die beslist ano niem wilde blijven, plaatste wel de kanttekening dat u uw eigen grootste bewonderaar bent. Ernstig: „Ik geloof dat ik wel weet wie dat was. Nou ja, wat moet je daar ook mee? Ik be schouw het maar als een vreemde grap. Ik geloof ook niet dat het waar is. Ik denk dat mijn vrienden, die mij kennen, dat wel met me eens zullen zijn". Heeft u ooit het gevoel gehad dat u faalde, al was het door omstandigheden „Nee, zo kijk ik er niet op te rug. Mijn carrière is' geen ge schiedenis van falen. Ik heb ook geen spijt van de wezenlij ke beslissingen die ik heb ge nomen. Natuurlijk: ieder mens maakt wel eens fouten, maar het woord falen komt niet in mijn hoofd op. Ik ben tevre den dat ik het heb kunnen volhouden en meen dat ik op de juiste momenten de juiste bijdrage heb kunnen leveren". Tevredenheid en weemoed liggen een beetje in eikaars verlengde. Verlangt u wel eens terug naar die goede oude tijd bij de OESO „Wat ik wel voel, en wat ik ook in mijn boek beschrijf, is bezorgdheid over de afnemen de invloed van internationale organisaties zoals de OESO en het IMF. Kijk, deze instituten die na de Tweede Wereldoor log zijn geschapen om de in ternationale samenwerking te bevorderen, berusten op een heel goed principe. Er is, bij de OESO, een onafhankelijk se cretariaat dat de problemen zo objectief mogelijk in kaart probeert te brengen. Dan zijn er de leden die allemaal, óók de kleine landen, tot hun recht kunnen komen. Maar de laat ste jaren zie je steeds meer de neiging van grote landen om de zaken onderling te regelen. Je hebt de G-7, de leiders van zeven grote industrielanden die jaarlijks een conferentie houden. Dat is een instituut op zichzelf geworden en dat vind ik gevaarlijk. Want als dat proces zich voortzet, en de kleine landen er niets -tegen ondernemen, dreigt een land als Nederland gemarginali seerd te worden. Dan komen wij op het wereldtoneel niet meer aan bod". Bezorgd Tot zijn niet geringe verbazing heeft Van Lennep na zijn te rugkeer in Nederland gemerkt dat veel beleidsmakers dit blijkbaar voor liet nemen. Hij is daar bezorgd over: „Men zegt: het is nu eenmaal zo, die G-7 regelt de zaakjes toch keu rig? Maar als de kleinere lan den langdurig buitenspel staan, dan zullen ze uiteinde lijk ook hun belang bij die ver dergaande vervlechting van het kan anders, dat blijf ik be nadrukken. Let wel: ik heb het hier niet over een utopie, maar over een realiteit uit het verleden dat' ik heel goed De internationale diplomaat komt om de hoek kijken als Van Lennep tot slot de Euro pese éénwording ter sprake brengt en de steeds algemener gedeelde vrees voor Duitse (economische) overheersing. „In alle gesprekken die ik heb gehad met Duitse leiders, van Adenauer tot Kohl, heb ik toch steeds geproefd dat zij niet wezenlijk anders over de Europese toekomst denken dan wij. Maar aan de andere kant moeten we reëel zijn en niet denken dat we door pa pieren overeenkomsten de ge schiedenis van een land kun nen bepalen". „Om de Europese éénwording tot een succes te maken is het van wezenlijk belang dat alle lidstaten de overtuiging delen dat éénwording uiteindelijk ie ders belang dient. Roepen dat we naar een geïntegreerd Eu ropa moeten om Duitsland on der de duim te kunnen hou den, lijkt me op de langere duur geen houdbaar argument, zeker voor de Duitsers zélf niet". Emile van Lennep in de we reldeconomie, herinneringen van een internationale Ne derlander. Uitg. Stenfert Kroese, 55,- /rosK Jiresid ■(ivist v Een genie-eenheid is bij het Mecc in Maastricht bezig met de aanleg van een extra parkeerterrein dag al voor de Europese Top. cp nn, FOTO: ANP nooit van h nen r Zo'n zestigduizend lampjes verlichten de Champs Elysèes in Pa rijs. De bomen zijn versierd teneinde de Parijzenaar alvast in kerststemming te brengen. FOTO: AP BRUSSEL door de snelle veranderin gen in Europa en over moedig geworden door de plotselinge politieke en economische stroomver snelling waarin de Euro pese Gemeenschap enkele jaren geleden terecht kwam, hebben de twaalf EG-landen zich aan twee buitengwoon ambitieuze projecten gezet: de Euro pese Politieke Unie (EPU) en de Economische en Monetaire Unie (EPU). Beide projecten zouden Europa tot een soort federatie van lan den aaneensmeden. Grote za ken als het buitenlands beleid cïï ue defensie zouden ge meenschappelijk worden aan gepakt. Er zou een Europese centrale bank komen en een een eenheidsmunt, de ecu. Op beide hopen werden gaande weg nog tal van andere dingen gegooid zoals: een sociaal be leid, een meer bevoegd Euro pees Parlement en een sterke re economische cohesie van dé twaalf lidstaten. Goed een jaar geleden begon nen de onderhandelingen daarover definitief. Vooral Duitsland en Frankrijk hiel den de vaart erin, terwijl Groot-Brittannië intussen po gingen deed de federale ambi ties van de Europese Gemeen schap zoveel mogelijk af te remmen. De geschiedenis leek de voorstanders van een ver dere integratie van Europa al leen maar gelijk te geven en dus moesten de onderhande lingen over de EMU en EPU in een jaar tijd worden afge rond. Dat is, zo is vooral de laatste maanden gebleken, een al te optimistische inschatting van de Europese werkelijk heid geweest. Want de revolu tie in Oost-Europa die de argu menten aanreikte voor een versnelde integratie van de twaalf EG-landen, bleek een uiterst moeizame en tot tal van conflicten leidende nasleep te hebben. De EG-landen zijn tij dens het Golfconflict tot de ontdekking gekomen dat poli tieke samenwerking een ui terts moeilijk karwei is. De laatste pijntjes van de kwaal die als 'Eurosclerosis' werd ge diagnosticeerd, werkten langer na dan was verwacht. En de voorspelling van de Britse ex- premier Thatcher dat het op geven van zelfs maar een klein deel van de nationale soevereiniteit nagenoeg on doenlijk is, is voor een deel uitgekomen. Volgende week moeten de Eu ropese regeringsleiders in Maastricht niettemin hun handtekening zetten onder de voor de toekomst van Europa zo cruciale EPU- en EMU-ver- dragen. Controversieel Nog afgezien van het feit dat de ontwerpverdragsteksten die de afgelopen dagen zijn klaar gestoomd een zeer controver sieel en weinig doortimmerd karakter hebben, zijn ze ook nog sterk verwaterd. Maas tricht zal in het beste geval twee op zichzelf belangrijke verdragen opleveren. Maar die verdragen zijn niettemin in goede bedoelingen blijven ste ken, hebben aan vormloosheid gewonnen en tegelijkertijd aan diepgang verloren. De regeringsleiders zullen de teksten die nu ter tafel liggen de volgende week wellicht nog meer afzwakken, al was het maar om twijfelaars als Groot- Brittannië zoveel mogelijk in de boot te houden. De afgelo pen dagen is keihard en in grote haast onderhandeld over de laatste punten en komma's van de EPU- en EMU-verdra- gen. Ondanks alle compromis sen die al waren gesloten, heb ben zowel de ministers van buitenlandse zaken als hun collega's van financiën tal van hete hangijzers in de handen van de regeringsleiders gelegd. Die zien zich in Maastricht ge confronteerd met een agende die, mensenlijkerwijs, niet naar behoren kan worden af gehandeld, althans niet in de goed anderhalve dag die in hun Maastricht ter beschik king staat. Voetangels Achteraf blijkt dat Europa wellicht te veel hooi op zijn vork heeft genomen. Het heeft te snel willen beslissen over enkele uiterst belangrijke aan gelegenheden, zonder dat het zich bewust was van de talloze voetangels en klemmen die op de weg naar de politieke en de Niet v Oekra: joek ni dat hij Huslar onverwachte ele- we§ d' de ontwerpverdra- jDe Ri gen worden gebouwd Al pra- tende werden allerlei onvoor- ziene consequenties van de po- L litieke en monetaire integratie I, zichtbaar. Het enige waaraan tijdens de L-7- onderhandelingen hardnekkig werd vastgehouden was het 1^.1 tijdschema. Tegelijkertijd werd i duidelijk dat de grote haast de 1 verschillen van opvatting nog meer zichtbaar maakte. De WENE grote vraagstukken werden al- oorlog dus een soort molensteen om meer de nek van de onderhande- bescha laars. Zelfs op ministerieel ni- heeft veau konden - zo bleek de af- cretari gelopen twee dagen in Brus- P. No' sel - voor de belangrijkste ge- Ibekeni schilpunten geen oplossingen (De vei meer worden gevonden. zeer e Iteit, Zware claims Die situatie gaat bijzonder zware claims op Maastricht leggen. Er is voldoende politie ke wil om tot het onderteke nen van de beide verdragen te komen, maar er is te weinig vastberadenheid om een aan tal heilloze compromissen te vervangen door iets steekhou dends. In een poging de ambi tieuze, maar voor een deel ook onmachtige Europese club bij een te houden, is naar uitwe gen en oplossingen gezocht die een aanfluiting van de oor- J c spronkelijke bedoelingen blij- ken te zijn. Tijdnood, gebrek lDe aan begrip voor de standpun- jrentie ten van de anderen, veel ver toon van nationaal eigenbe lang en wantrouwen over de federale roeping van Europa zullen er dan ook toe leiden dat Maastricht - in het beste geval - het begin is van een I historisch proces dat zich veel minder snel voltrekt dan aarts-federalisten als Euro- 1 commissievoorzitter Jacques Delors i willen. jteit. sche ti feit da sche c lectuel verwo geprot gezwe, nietigi tuurgc K/ strooid. Gaandeweg moesten Europa zal - alweer in h beste geval - wat hechter politiek wat sterker worden zal enkele schoorvoetende 11 stappen zetten op weg naar een nieuwe fase in het integra tieproces. Meer heeft de ge- schiedenis, die zelf nog altijd j haar tempo bepaalt, op dit ogenblik niet in petto. Maastricht wordt overigens geen farce. Daarvoor is Europa QN10 te ver voortgeschreden Maar van z Maastricht wordt wellicht wel Barke de piketpaal die de beperkin- schip gen van Europa duidelijk mar- tegen keert. benec

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 4