J Discussie over toekomst van openbaar onderwijs nodig PvdA terug naar af AVO moet dreigende bijrol la WEU zien te vermijden OPINIE hzidóc Souta/ni ZATERDAG 26 OKTOBER 1991 port- metj ;stien[ 1131 door in de GERRIT SCHUTTE ibishif. Pers"lls je gemeentelijke woning- Irijven kunt privatiseren dat ook met gemeentelij- openbare scholen mogelijk Zo zal het CDA-kamerlid stra gedacht hebben toen ,-li vorige week met voorstel- ;Pvol" ii kwam om op een nieu 'Eigentijdse wijze inhoud te e_ vie5; n aan de financiële gelijk- ^orC tiling van openbaar en bij- s w mder onderwijs. je voorstellen kwamen op klitipk interessant log maar een week Bd de Projectgroep Sociale irnieuwing onder leiding n Jan Schaefer de staf ge- ;oken over het huidige be- tigingsstelsel van ons on- irwijs. En kort daarvoor was Vereniging voor Openbaar iderwijs met voorstellen ge en voor één soort alge- n onderwijs. Bovendien het kabinet al besloten verkennend onderzoek te instellen naar de moge- :heden om het openbaar on- vijs een nieuwe bestuurs- n te geven. in de laatste plaats moet n herinnerd worden dat huidige bekostigingsrege- coalitiepartner PvdA en andere niet-christelijke tijen al lang een doorn in 'g is. Het is dan van poli betekenis als vanuit de •A-fractie voorstellen wor- dan toe spreekbare bespreekbaar maken. des k-christelijke partijen de en is vooral de zogeheten 'overschrijdingsregeling'. Sim pel gezegd komt deze er op neer dat als een gemeente ex tra geld steekt in de exploitatie van het openbaar onderwijs, de bijzondere scholen in de ge meente óók recht hebben op een extra vergoeding. Vanaf de onderwijspacificatie in 1917 fungeert deze regeling als sluitstuk van de financiële ge lijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs, zoals deze in de Grondwet is verankerd. De kritiek op de regeling, vooral afkomstig uit het open baar onderwijs en de niet- christelijke partijen, is zo oud als de regeling zelf. Het klas sieke voorbeeld is dat van de gebroken ruit van een openba re school. De kosten van her stel behoeven dan toch niet te worden doorbetaald aan de bijzondere scholen waarvan géén ruit gebroken was? Dit absurde voorbeeld gaat echter aan de essentie van de rege ling voorbij. Onze wetgeving bevat allerlei garanties tegen het ten onrechte doorbereke nen van kosten. Zo zijn er af zonderlijke regelingen voor scholen die in bijzondere om standigheden verkeren, even als voor specifieke kosten met het oog op leerlingen die in achterstandssituaties verkeren. Bovendien worden eventuele overschrijdingen berekend over een periode van vijf jaar, zodat een eventuele over schrijding in het ene jaar kan worden gecompenseerd door minder uitgaven in een ander jaar. Een effect van de overschrij- CDA-kamerlid Tuinstra. dingsregeling is wel, dat een gemeentebestuur extra zorg vuldig zal omgaan met de kos ten van het openbaar onder overschrijdingsregeling m jaar niet onbespreekbaa: zijn. Er kunnen zich nu blemen voordoen die in verleden niet wa Maar dan zullen die proble men onderwerp van discussie moeten vormen Aangetoond zal moeten worden dat het huidige beproefde bekosti gingsstelsel een oplossing van die problemen in de weg staat en dat er een alternatief aan wezig is dat ook voluit recht doet aan inhoud en strekking van artikel 23 van de Grond wet, waarin de gelijkstelling van openbaar en bijzonder on derwijs is vastgelegd. Tuinstra meent dat zijn voor stel aan die eisen voldoet. Hij wil de rol van de overheid te rugdringen door aan de scho len meer zeggenschap te ge ven. Wat het rijk nu ten be hoeve van het onderwijs aan geld beschikbaar stelt zou rechtstreeks naar de scholen moeten gaan. Het openbaar onderwijs in zijn huidige vorm levert daarvoor een probleem op, omdat het gemeentebe stuur het bestuur van de open bare school vormt en tevens een algemene verantwoorde lijkheid heeft ten opzichte van het gehele onderwijs Dit pro bleem wil het CDA-kamerlid oplossen door de openbare school te privatiseren op de zelfde manier als met gemeen telijke woningbedrijven moge lijk is. Er komt dan een schei ding tussen het beleid en het bestuur van de openbare scho len Het beleid blijft een taak van de gemeente en het be stuur komt in handen van een stichting. Zodoende krijgt het gemeentebestuur een verge lijkbare bemoeienis met het openbaar en het bijzonder on derwijs De oplossing lijkt aantrekke lijk in zijn eenvoud. Merk waardig dat men er al die 70 jaar niet op gekomen is. Maar staatssecretaris Wallage was Tuinstra al voor, toen hij en kele weken geleden zei: „Pri vatisering van het openbaar onderwijs slaat het fundament weg onder ons onderwijsbe stel" Ik meen dat hij daarin gelijk heeft. Openbaar onder wijs is niet één van de richtin gen in ons onderwijs, maar heeft een geheel eigen karak ter en een eigen functie. Openbaar onderwijs moet, an ders dan bijzonder onderwijs, voor ieder toegankelijk zijn. Het onderwijs aan openbare scholen moet, anders dan aan bijzondere scholen, gegeven worden met eerbiediging van ieders godsdienst of levensbe schouwing. De grondwet ver plicht gemeentebesturen voor dit onderwijs zorg te dragen. De gemeenten zijn hierop aan spreekbaar. Als het bestuur van een open bare school wordt opgedragen aan een stichtingsbestuur is dat bestuur aanspreekbaar op de toelating tot de school en het onderwijs aan de school, niet langer het gemeentebe stuur. Maar zo'n stichtingsbe stuur zal altijd een andere band met de (gemeentelijke) Wallage formuleerde het op nog een andere manier preg nant: „Als openbaar onderwijs niet meer openbaar is, is bij zonder onderwijs niet meer bijzonder" Het karakter van het bijzonder onderwijs is in ons onderwijsbestel gekoppeld aan het karakter van het openbaar onderwijs. Wie tornt aan het ene werpt het andere in de waagschaal. Uiteraard zal dit niet de be doeling van Tuinstra zijn. Hij wil de eigen verantwoordelijk heid van de scholen verster ken en meent een oplossing gevonden te hebben waarmee en passant een steen des aan stoots voor de coalitiepartner kan worden weggenomen. Maar hij houdt onvoldoende rekening met het karakter van ons onderwijsbestel, een bouwwerk waarvan elke steen een functie voor het geheel heeft. Ook de vergelijking met pri vatisering van gemeentelijke woningbedrijven gaat mank. De grondwet spreekt over de overheidstaak zowel ten aan zien van de volkshuisvesting als met betrekking tot het on derwijs. De bewoordingen ver schillen echter fundamenteel Over het eerste zegt artikel 22 niet meer dan dat bevordering van voldoende woongelegen heid voorwerp van zorg van de overheid is. Aan die taak kan de overheid voldoen door particuliere activiteiten te sti muleren Afhankelijk van plaatselijke omstandigheden of politieke opvattingen kan daarnaast gekozen worden voor woningbouw en -exploi tatie door de overheid. Maar over de overheidstaak ten aan zien van het onderwijs is arti kel 23 heel expliciet; het geven van onderwijs is vrij. Maar ook: in elke gemeente wordt van overheidswege voldoende openbaar algemeen vormend onderwijs gegeven. Bovendien: privatisering van gemeentelij ke woningbedrijven is een mó gelijkheid, in het systeem van Tuinstra zal privatisering van openbare scholen echter ver plicht moeten worden gesteld. De doelstelling van Tuinstra verdient op zich brede onder steuning en krijgt deze ook in de politiek en bij het onder wijs. In goed overleg met de onderwijsorganisaties wordt gewerkt aan minder over heidsregelingen en grotere ei gen verantwoordelijkheid (ook in financiële zin) van de schoolbesturen. Die weg zal verder bewandeld moeten worden Maar wel binnen de kaders van ons onderwijsbe stel. De vrijheid van onder wijs, zoals deze in ons land nu bijna driekwart eeuw is verze kerd, is het waard nog voluit verdedigd te worden. Maar vrijheid van onderwijs kan in onze pluriforme samenleving niet zonder openbaar onder wijs. waarvan de toegang voor ieder verzekerd is en het ka rakter beantwoordt aan de grondwet: onderwijs met eer biediging van ieders gods dienst of levensovertuiging, gegarandeerd door de over- (G.J. Schutte Tweede Kamer GPV). lid de I. VAN DEN DOEL t het veilig- (ïdsbeleid in het 'verdrag OTO- PPn Maastricht' mag geen lege lis blijven, zo verklaarde een geringswoordvoerder vorige Eek in Bonn. Het Frans- [litse initiatief om gezamen- kl* k een legerkorps op te rich- tM. n betrof in dit geval geen sse flodder maar een juist turned' schot. én paar EG-lidstaten zullen el huldigde men zich nog. Maar jed voorbeeld doet goed vol- n, zal men in Bonn en Parijs pken. Het voorstel heeft or veel onrust gezorgd. De litse minister van Defensie jrhard Stoltenberg heeft ïn- >sen de plannen iets gerelati- erd en verzekerd dat er êts buiten de NAVO om ge urt. Maar sprak hij ook na- ns zijn Franse collega? Het lans-Duitse legerkorps gaat ptaan uit een Franse en een litse divisié en de Frans- litse brigade. De laatste een- id is al in 1988 opgericht, lar nog steed niet operatio- fel. Andere EG-lidstaten irden uitgenodigd om ook Iepen te leveren, zodat op mijn een eigen Europees le- r ontstaat. de Sderlincipiële keuzen lus wej,rcjt met het Frans-Duitse ook iibrstel het einde van de e moto^vo ingeluid? Men zou het ast denken. Afgelopen voor- RS 200(r besloot de NAVO immers lafd. Hiji snelle interventiemacht op pers eijrichten. Na enige discussie legerkorps onder Brits com mando te plaatsen. Duitsland, dat ook kandidaat was, trok aan het kortste eind. Behalve twee Britse divisies zouden ook twee multinationale divi sies tot het 'rapid reaction corps' gaan behoren. Neder land zou hieraan een luchtmo biele brigade bijdragen. Het 'rapid reaction corps', bedoeld om een sleutelrol te vervullen in het nieuwe NAVO-concept, zou natuurlijk dezelfde functie kunnen vervullen als die is toebedeeld aan het Europese leger. Een dergelijke rol was i of i der de paraplu van de WEU, maar dan wel als verlengstuk van de NAVO. Door het nieuwe initiatief wordt de hoofdrol die oor spronkelijk was toebedeeld aan de Britten, nu opgeeist door de Fransen en de Duit sers. Hun nieuwe voorstel stelt niet alleen de EG, maar ook de 'NAVO-lidstaten voor princi piële keuzen. Het betreft de verdere toekomst van de NAVO, de budgettaire conse quenties van een separaat Eu ropees leger en de relatie met de Oosteuropese democrati sche landen. Bestaansrecht Sinds de omwenteling in Oost- Europa is het bestaansrecht van de NAVO regelmatig ter discussie gesteld. De NAVO heeft deze aanslagen tot nu toe weten te pareren. De doelstel ling van de NAVO is immers nog steeds dezelfde. De wijze waarop men de doelstelling wil bereiken, is echter wel aan revisie toe. Het NAVO-concept, waarin 'for ward defense' wordt gewijzigd in 'forward presence' is daar een voorbeeld van. Maar is dit voldoende? Loopt men niet het gevaar zichzelf buitenspel te zetten? Verdere uitbouw van het Frans-Duitse legerkorps tot een Europees leger leidt tot uitholling van de NAVO, te meer daar de toekomstige ta ken van het 'rapid reaction corps' - het toekomstig para depaardje - meer buiten dan binnen het NAVO-verdragsge- bied zijn voor te stellen. Een NAVO-interventiemacht die alleen zal zijn bestemd voor inzet in het NAVO-verdrags- gebied, betekent wel een erg hoge verzekeringspremie om een gering risico af te dekken. De huidige veiligheidsrisico's zijn niet in de eerste plaats een bedreiging voor het NAVO- verdragsgebied, maar het is juist de periferie van dat ge bied waar zich de nieuwe risi co's aandienen. 'Out of area'- optreden is echter, ondanks de gewijzigde veiligheidssituatie, nog steeds taboe voor de NAVO Toch staat men hier voor een principiële keuze. Vasthouden aan dit standpunt drukt de NAVO in een bijrol, die tot voor kort was weggelegd voor de WEU. Dit kan worden voorkomen als de NAVO op liet gebied van de 'out of area' kleur bekent. De uitvoering hiervan kan worden gedele geerd aan de WEU als Europe se pijler van de NAVO. Het afsplitsen van de 'out of area'-problematiek naar een puur Europese organisatie op leidt tot erosie van de Atlanti sche alliantie en tot minder betrokkenheid van de Vere nigde Staten. Juist nu telkens opnieuw is gebleken dat Euro pa niet zonder de Transatlanti sche band kan, is het onver standig om aan te echtscheiding juist nu een gou den huwelijksfeest in het ver schiet ligt. V redesdividend Als gevolg van de gewijzigde veiligheidssituatie is in alle landen het vredesdividend geïnd. Daarbij staat doelmatige aanwending van middelen bij iedereen in het vaandel. Wat in ieder geval moet worden voorkomen is, dat aparte bu reaucratische structuren gaan ontstaan, die wellicht wel dé Europese identiteit uitstralen maar het bewijs voor efficiënt optreden nog moeten leveren. Dat de WEU-organisatie zal moeten worden versterkt, is vanzelfsprekend, maar de vraag is ook gerechtvaardigd of het verantwoord is dat de voorgestelde constructie - los van de NAVO - tot hogere uitgaven voor onze veiligheid en defensie mag leiden. De aparte opstelling van Frank rijk, dat niet militair is geïnte greerd in de NAVO, draagt dat gevaar in zich. Een NAVO-verdragsorganisatie met een Europese (WEU-)pij- ler voor 'out of area'-optreden voorkomt duplicering en biedt, ook al gezien de aanwezige er varing en expertise, op de kor te termijn meer garanties voor effectief en efficiënt optreden. Nederlandse manschappen oefenen in NAVO-verband. gen. Een aparte Noordatlanti- sche Raad, waarin ook de Oosteuropese landen zitting kunnen nemen, is één van de voorstellen die voor de NAVO-top in november is uit gewerkt. De Oosteuropese lan den zien het wezenlijke belang van de NAVO verankerd in de verbondenheid met de Ver enigde Staten. Door Frans- Duitse initiatief dreigt echter een. geheel nieuwe situatie te ontstaan. Niet de NAVO/WEU maar de Europese Gemeen schap zou straks het primaire overlegorgaan moeten zijn wat betreft de veiligheid in Euro pa. In dat geval schuift Oost- Europa aan de verkeerde ge sprekstafel aan. In de binnen kort door de EG af te sluiten associatieverdragen met een aantal Oosteuropese landen is op veiligheidsgebied (consula tes, contacten enzovoort) niets geregeld. Komt Oost-Europa hier wederom in de kou te De aanstaande NAVO-top zal niet alleen van historische be tekenis zijn, maar zal meer dan ooit de eigen toekomst be I FOTO: ANP palen. De keuze van het optreden buiten het verdragsgebied zou hiervoor wel eens van doorslaggevende betekenis kunnen zijn. (De auteur is verbonden aan de Afdeling Onderzoek van het Instituut voor Buitenland se Betrekkingen 'Clingen- dael'.) tevensl fclEVEN VAN LEZERS :metaleri xet0zc)als redactie behoudt zich het ■nde\indbt voor ingezonden brie- Ti en bijdragen (maximaal rel op d^ woorden) eventueel in te arbij opr^en dan wel te weigeren. i aardi(°/ïieme inzendingen ver- bobbelWnen de Prullenbak. die Fori'-"™, d'rnrn te worden jben oifertekend en rookten n naam. adres en telefoon- flemen tariërs |t moet de gewone burger I denken van het bericht de Tweede en Eerste Ka- t niet willen meewerken de bezuinigingen van de isoverheid ja, zelfs eist 5,3 joen meer aan de parle- ntariers te geven, terwijl de jste Kamer ook 139.000 gul- j erbij wil hebben op de be ting. Hebben de Tweede- perleden er kortgeleden niet 1000 gulden per per- li bijgekregen? Hebben ze I slechte 'vergoeding'? Deze hoging moet door de ge inschap weer opgebracht den, terwijl voor ons bur- l de bezuinigingen worden l-gevoerd. Minister Dales, kunt u toch niet aan de be- Ingbetalers verkopen? U j van ons niet eisen waar de regeringsmensen zelf mee willen werken. Wij ïten onze broekriem aan- )n, dan ook zij die ons de ten helpen aanwrijven. Mi er Dales, wees als een huis- uw voor uw ministeries en ners en weiger deze verho- Z op de begroting. Minister Dales van binnenlandse zaken. I FOTO: SP DRBURG. Gelijke behandeling Voor de bestrijding van discri minatie is de bestaande wetge ving toereikend. Maar de rege ring vindt het blijkbaar niet genoeg. Ter uitvoering van een politiek regeerakkoord heeft zij een wetsontwerp van een „Algemene wet gelijke be handeling" bij de Tweede Ka mer aanhangig gemaakt. Hier mede is de regering afgewe ken van haar dereguleringsbe- leid (vermindering van over heidsbemoeienissen en in krimping van het overheids apparaat). Naast de in de grondwet genoemde voorbeel den van discriminatie worden in de voorgestelde wet nog ge noemd: discriminatie op grond van hetero- of homoseksuele gerichtheid en burgerlijke Het wetsvoorstel instelling van een „Commissie gelijke behandeling". De Com missie kan op verzoek of uit eigen beweging haar oordeel kenbaar maken over de vraag, of zich in en bepaald geval dis criminatie heeft voorgedaan. Het oordeel van de Commissie is niet bindend. Een belang hebbende die zich gediscrimi neerd acht, zal dus zijn recht bij de rechter moeten zoeken, precies zoals hij dat nu onder de bestaande wetgeving ook kan doen. Maar nu brengt het wetsvoor stel een bijzonder ingewikkeld en onduidelijk systeem dat het de rechter alleen maar moeilij ker zal maken zijn uitspraak te doen over de al of niet ge rechtvaardigheid van een ge maakt onderscheid. De grondwet garandeert uit drukkelijk de vrijheid van het bijzonder onderwijs „betref fende de keuze der leermidde len en de aanstelling der on derwijzers" In strijd met deze grondwettelijke garantie maakt het wetsvoorstel in breuk op deze vrijheid. In haar Memorie van Toelichting tracht de regering de inbreuk op de vrijheid van benoeming goed te praten door te stellen, dat het enkele feit van een ge richtheid irrelevant (niet ter zake dienende) is voor het functioneren van een leraar en daarom geen reden mag zijn hem als leraar te weige ren. Dit standpunt is in strijd met het wezen van de grond wettelijke vrijheid van benoe ming. Daarin ligt besloten, dat alleen het schoolbestuur heeft uit te maken, of een bepaalde gezindheid, gerichtheid of hoe danigheid van belang is voor het functioneren van een le raar. Bovendien ziet de rege ring geheel over het hoofd, dat ieder mens zijn eigen gedach ten en gevoelens met zich brengt en een bepaalde sfeer schept. Mr. C.A. Baron Bentinck, DEN HAAG. Morgen praat een deel van de PvdA in de voormalige schuil kerk 'De Rode Hoed' te Am sterdam over de toekomst van de sociaal-democratie en der halve die van de Partij van de Arbeid. Onder leiding van oud-partijvoorzitter en oud minister André van der Louw worden de heilige huisjes van de sociaal-democratie ter dis cussie gesteld. Doel: het her stellen van de verloren gegane band met de achterban, dan- wel het aangaan van banden met groepen in de samenle ving die buiten het bereik van de 'conventionele' PvdA lig gen. „In die discussie wordt ook nagegaan of de verschillen tussen PvdA, D66 en Groen Links de bestaande partijgren- zen rechtvaardigen", zo licht Van der Louw zijn initiatief toe. Van der Louw heeft ten be hoeve van de discussie elf stel lingen rondgestuurd, die een wonderlijke mix opleveren van orthodox socialisme en nieuwerwets liberalisme. Aan de ene kant zegt Van der Louw dat de sociaal-democra tie haar ziel verliest als ze geen schild meer kan zijn voor de zwakken. „Ook in de toe komst zal solidariteit een lei dend beginsel moeten zijn", luidt één van de stellingen. ophouden de beweging van een bepaalde klasse te zijn. Minderhedenbeleid, legitima tieplicht, defensie, economie en ecologie, ontwikkelingssa menwerking, drugsbestrijding en ordehandhaving zijn de on derwerpen die „om nieuw ge formuleerde keuzen" vragen. Het is de taal van Van Mierlo, die hier naar boven komt. Nu gaat het hier om stellingen, die na discussie moeten uit monden in een herstel van de electorale positie van de soci aal-democraten. Maar hoewel Van der Louw daarin al ver der gaat dan tal van PvdA- kiezers (en voormalige PvdA- kiezers) willen, zal hij nóg ver der moeten gaan om uit de ruïnes weer een fraai kasteel te kunnen bouwen Het voor stel om te komen tot een nieu we politieke groepering, de Partij van Sociaal-Democra ten, waarmee hij zijn stellin gen afsluit, helpt daarbij niet echt. Door de perikelen in de huidige Partij van de Arbeid is zelfs de aanduiding 'sociaal democraat' besmet geraakt. Bij alle goede, open ideeën die Van der Louw oppert, steekt de suggestie om een nieuwe partij in het leven te roepen die de erfenis van de PvdA dan ook ongunstig af.' Van der Louw zou er goed aan doen het hele fundament van de sociaal-democratie af te breken en van de grond af iets in de kast en modieuze denk beelden dienen buiten de deur te worden gehouden. Alles moet bespreekbaar zijn, zonder vooringenomenheid Alleen dar. kan een nieuwe progres sieve volkspartij ontstaan Waarnaar Van der Louw c.s. in essentie streven. Het is jam mer dat al bij de eerste pogin gen daartoe de behoudzuchti- ger krachten in de partij moord en brand schreeuwden. Velen van hen haasten zich nu overigens om die impulsieve en onverstandige reactie goed te praten. Opmerkelijk is dat nu drie ini tiatieven over elkaar heen bui telen: de activiteiten van de groep-Van der Couw (de 'Rode Hoed-groep'), de werkzaamhe den van de onlangs ingestelde PvdA-commissie ter herzie ning van het sociaal stelsel (met partijleider Kok als toe zichthoudend voogd) en de plannen van Jan Schaefer om naast de huidige PvdA een linkse organisatie op te richten die een klankbord moet vor men voor de man-in-de-straat. Deze drie bewegingen zullen elkaar ongetwijfeld kruisen. Hopelijk komt er echter na de nu al voorspelbare onderlinge twisten toch nog iets moois te voorschijn. De sociaal-demo cratische beweging, die zo lang een onuitwisbaar en inciden teel zelfs fraai stempel heeft op de vaderlandse politiek heeft gedrukt, verdient dat. (De auteur is parlementaire redacteur van deze krant)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 9