J
Discussie over toekomst van openbaar onderwijs nodig
PvdA terug naar af
AVO moet dreigende bijrol
la WEU zien te vermijden
OPINIE
hzidóc Souta/ni
ZATERDAG 26 OKTOBER 1991
port-
metj
;stien[
1131 door
in de GERRIT SCHUTTE
ibishif.
Pers"lls je gemeentelijke woning-
Irijven kunt privatiseren
dat ook met gemeentelij-
openbare scholen mogelijk
Zo zal het CDA-kamerlid
stra gedacht hebben toen
,-li vorige week met voorstel-
;Pvol" ii kwam om op een nieu
'Eigentijdse wijze inhoud te e_
vie5; n aan de financiële gelijk-
^orC tiling van openbaar en bij-
s w mder onderwijs.
je voorstellen kwamen op
klitipk interessant
log maar een week
Bd de Projectgroep Sociale
irnieuwing onder leiding
n Jan Schaefer de staf ge-
;oken over het huidige be-
tigingsstelsel van ons on-
irwijs. En kort daarvoor was
Vereniging voor Openbaar
iderwijs met voorstellen ge
en voor één soort alge-
n onderwijs. Bovendien
het kabinet al besloten
verkennend onderzoek te
instellen naar de moge-
:heden om het openbaar on-
vijs een nieuwe bestuurs-
n te geven.
in de laatste plaats moet
n herinnerd worden dat
huidige bekostigingsrege-
coalitiepartner PvdA en
andere niet-christelijke
tijen al lang een doorn in
'g is. Het is dan van poli
betekenis als vanuit de
•A-fractie voorstellen wor-
dan toe
spreekbare bespreekbaar
maken.
des
k-christelijke partijen
de
en is vooral de zogeheten
'overschrijdingsregeling'. Sim
pel gezegd komt deze er op
neer dat als een gemeente ex
tra geld steekt in de exploitatie
van het openbaar onderwijs,
de bijzondere scholen in de ge
meente óók recht hebben op
een extra vergoeding. Vanaf
de onderwijspacificatie in 1917
fungeert deze regeling als
sluitstuk van de financiële ge
lijkstelling van openbaar en
bijzonder onderwijs, zoals deze
in de Grondwet is verankerd.
De kritiek op de regeling,
vooral afkomstig uit het open
baar onderwijs en de niet-
christelijke partijen, is zo oud
als de regeling zelf. Het klas
sieke voorbeeld is dat van de
gebroken ruit van een openba
re school. De kosten van her
stel behoeven dan toch niet te
worden doorbetaald aan de
bijzondere scholen waarvan
géén ruit gebroken was? Dit
absurde voorbeeld gaat echter
aan de essentie van de rege
ling voorbij. Onze wetgeving
bevat allerlei garanties tegen
het ten onrechte doorbereke
nen van kosten. Zo zijn er af
zonderlijke regelingen voor
scholen die in bijzondere om
standigheden verkeren, even
als voor specifieke kosten met
het oog op leerlingen die in
achterstandssituaties verkeren.
Bovendien worden eventuele
overschrijdingen berekend
over een periode van vijf jaar,
zodat een eventuele over
schrijding in het ene jaar kan
worden gecompenseerd door
minder uitgaven in een ander
jaar.
Een effect van de overschrij-
CDA-kamerlid Tuinstra.
dingsregeling is wel, dat een
gemeentebestuur extra zorg
vuldig zal omgaan met de kos
ten van het openbaar onder
overschrijdingsregeling m
jaar niet onbespreekbaa:
zijn. Er kunnen zich nu
blemen voordoen die in
verleden niet wa
Maar dan zullen die proble
men onderwerp van discussie
moeten vormen Aangetoond
zal moeten worden dat het
huidige beproefde bekosti
gingsstelsel een oplossing van
die problemen in de weg staat
en dat er een alternatief aan
wezig is dat ook voluit recht
doet aan inhoud en strekking
van artikel 23 van de Grond
wet, waarin de gelijkstelling
van openbaar en bijzonder on
derwijs is vastgelegd.
Tuinstra meent dat zijn voor
stel aan die eisen voldoet. Hij
wil de rol van de overheid te
rugdringen door aan de scho
len meer zeggenschap te ge
ven. Wat het rijk nu ten be
hoeve van het onderwijs aan
geld beschikbaar stelt zou
rechtstreeks naar de scholen
moeten gaan. Het openbaar
onderwijs in zijn huidige vorm
levert daarvoor een probleem
op, omdat het gemeentebe
stuur het bestuur van de open
bare school vormt en tevens
een algemene verantwoorde
lijkheid heeft ten opzichte van
het gehele onderwijs Dit pro
bleem wil het CDA-kamerlid
oplossen door de openbare
school te privatiseren op de
zelfde manier als met gemeen
telijke woningbedrijven moge
lijk is. Er komt dan een schei
ding tussen het beleid en het
bestuur van de openbare scho
len Het beleid blijft een taak
van de gemeente en het be
stuur komt in handen van een
stichting. Zodoende krijgt het
gemeentebestuur een verge
lijkbare bemoeienis met het
openbaar en het bijzonder on
derwijs
De oplossing lijkt aantrekke
lijk in zijn eenvoud. Merk
waardig dat men er al die 70
jaar niet op gekomen is. Maar
staatssecretaris Wallage was
Tuinstra al voor, toen hij en
kele weken geleden zei: „Pri
vatisering van het openbaar
onderwijs slaat het fundament
weg onder ons onderwijsbe
stel" Ik meen dat hij daarin
gelijk heeft. Openbaar onder
wijs is niet één van de richtin
gen in ons onderwijs, maar
heeft een geheel eigen karak
ter en een eigen functie.
Openbaar onderwijs moet, an
ders dan bijzonder onderwijs,
voor ieder toegankelijk zijn.
Het onderwijs aan openbare
scholen moet, anders dan aan
bijzondere scholen, gegeven
worden met eerbiediging van
ieders godsdienst of levensbe
schouwing. De grondwet ver
plicht gemeentebesturen voor
dit onderwijs zorg te dragen.
De gemeenten zijn hierop aan
spreekbaar.
Als het bestuur van een open
bare school wordt opgedragen
aan een stichtingsbestuur is
dat bestuur aanspreekbaar op
de toelating tot de school en
het onderwijs aan de school,
niet langer het gemeentebe
stuur. Maar zo'n stichtingsbe
stuur zal altijd een andere
band met de (gemeentelijke)
Wallage formuleerde het op
nog een andere manier preg
nant: „Als openbaar onderwijs
niet meer openbaar is, is bij
zonder onderwijs niet meer
bijzonder" Het karakter van
het bijzonder onderwijs is in
ons onderwijsbestel gekoppeld
aan het karakter van het
openbaar onderwijs. Wie tornt
aan het ene werpt het andere
in de waagschaal.
Uiteraard zal dit niet de be
doeling van Tuinstra zijn. Hij
wil de eigen verantwoordelijk
heid van de scholen verster
ken en meent een oplossing
gevonden te hebben waarmee
en passant een steen des aan
stoots voor de coalitiepartner
kan worden weggenomen.
Maar hij houdt onvoldoende
rekening met het karakter
van ons onderwijsbestel, een
bouwwerk waarvan elke steen
een functie voor het geheel
heeft.
Ook de vergelijking met pri
vatisering van gemeentelijke
woningbedrijven gaat mank.
De grondwet spreekt over de
overheidstaak zowel ten aan
zien van de volkshuisvesting
als met betrekking tot het on
derwijs. De bewoordingen ver
schillen echter fundamenteel
Over het eerste zegt artikel 22
niet meer dan dat bevordering
van voldoende woongelegen
heid voorwerp van zorg van
de overheid is. Aan die taak
kan de overheid voldoen door
particuliere activiteiten te sti
muleren Afhankelijk van
plaatselijke omstandigheden of
politieke opvattingen kan
daarnaast gekozen worden
voor woningbouw en -exploi
tatie door de overheid. Maar
over de overheidstaak ten aan
zien van het onderwijs is arti
kel 23 heel expliciet; het geven
van onderwijs is vrij. Maar
ook: in elke gemeente wordt
van overheidswege voldoende
openbaar algemeen vormend
onderwijs gegeven. Bovendien:
privatisering van gemeentelij
ke woningbedrijven is een mó
gelijkheid, in het systeem van
Tuinstra zal privatisering van
openbare scholen echter ver
plicht moeten worden gesteld.
De doelstelling van Tuinstra
verdient op zich brede onder
steuning en krijgt deze ook in
de politiek en bij het onder
wijs. In goed overleg met de
onderwijsorganisaties wordt
gewerkt aan minder over
heidsregelingen en grotere ei
gen verantwoordelijkheid (ook
in financiële zin) van de
schoolbesturen. Die weg zal
verder bewandeld moeten
worden Maar wel binnen de
kaders van ons onderwijsbe
stel. De vrijheid van onder
wijs, zoals deze in ons land nu
bijna driekwart eeuw is verze
kerd, is het waard nog voluit
verdedigd te worden. Maar
vrijheid van onderwijs kan in
onze pluriforme samenleving
niet zonder openbaar onder
wijs. waarvan de toegang voor
ieder verzekerd is en het ka
rakter beantwoordt aan de
grondwet: onderwijs met eer
biediging van ieders gods
dienst of levensovertuiging,
gegarandeerd door de over-
(G.J. Schutte
Tweede Kamer
GPV).
lid
de
I. VAN DEN DOEL
t het veilig-
(ïdsbeleid in het 'verdrag
OTO- PPn Maastricht' mag geen lege
lis blijven, zo verklaarde een
geringswoordvoerder vorige
Eek in Bonn. Het Frans-
[litse initiatief om gezamen-
kl* k een legerkorps op te rich-
tM. n betrof in dit geval geen
sse flodder maar een juist
turned' schot.
én paar EG-lidstaten zullen
el
huldigde men zich nog. Maar
jed voorbeeld doet goed vol-
n, zal men in Bonn en Parijs
pken. Het voorstel heeft
or veel onrust gezorgd. De
litse minister van Defensie
jrhard Stoltenberg heeft ïn-
>sen de plannen iets gerelati-
erd en verzekerd dat er
êts buiten de NAVO om ge
urt. Maar sprak hij ook na-
ns zijn Franse collega? Het
lans-Duitse legerkorps gaat
ptaan uit een Franse en een
litse divisié en de Frans-
litse brigade. De laatste een-
id is al in 1988 opgericht,
lar nog steed niet operatio-
fel. Andere EG-lidstaten
irden uitgenodigd om ook
Iepen te leveren, zodat op
mijn een eigen Europees le-
r ontstaat.
de Sderlincipiële keuzen
lus wej,rcjt met het Frans-Duitse
ook iibrstel het einde van de
e moto^vo ingeluid? Men zou het
ast denken. Afgelopen voor-
RS 200(r besloot de NAVO immers
lafd. Hiji snelle interventiemacht op
pers eijrichten. Na enige discussie
legerkorps onder Brits com
mando te plaatsen. Duitsland,
dat ook kandidaat was, trok
aan het kortste eind. Behalve
twee Britse divisies zouden
ook twee multinationale divi
sies tot het 'rapid reaction
corps' gaan behoren. Neder
land zou hieraan een luchtmo
biele brigade bijdragen. Het
'rapid reaction corps', bedoeld
om een sleutelrol te vervullen
in het nieuwe NAVO-concept,
zou natuurlijk dezelfde functie
kunnen vervullen als die is
toebedeeld aan het Europese
leger. Een dergelijke rol was
i of i
der de paraplu van de WEU,
maar dan wel als verlengstuk
van de NAVO.
Door het nieuwe initiatief
wordt de hoofdrol die oor
spronkelijk was toebedeeld
aan de Britten, nu opgeeist
door de Fransen en de Duit
sers. Hun nieuwe voorstel stelt
niet alleen de EG, maar ook de
'NAVO-lidstaten voor princi
piële keuzen. Het betreft de
verdere toekomst van de
NAVO, de budgettaire conse
quenties van een separaat Eu
ropees leger en de relatie met
de Oosteuropese democrati
sche landen.
Bestaansrecht
Sinds de omwenteling in Oost-
Europa is het bestaansrecht
van de NAVO regelmatig ter
discussie gesteld. De NAVO
heeft deze aanslagen tot nu toe
weten te pareren. De doelstel
ling van de NAVO is immers
nog steeds dezelfde. De wijze
waarop men de doelstelling
wil bereiken, is echter wel aan
revisie toe. Het
NAVO-concept, waarin 'for
ward defense' wordt gewijzigd
in 'forward presence' is daar
een voorbeeld van. Maar is dit
voldoende? Loopt men niet het
gevaar zichzelf buitenspel te
zetten?
Verdere uitbouw van het
Frans-Duitse legerkorps tot
een Europees leger leidt tot
uitholling van de NAVO, te
meer daar de toekomstige ta
ken van het 'rapid reaction
corps' - het toekomstig para
depaardje - meer buiten dan
binnen het NAVO-verdragsge-
bied zijn voor te stellen. Een
NAVO-interventiemacht die
alleen zal zijn bestemd voor
inzet in het NAVO-verdrags-
gebied, betekent wel een erg
hoge verzekeringspremie om
een gering risico af te dekken.
De huidige veiligheidsrisico's
zijn niet in de eerste plaats een
bedreiging voor het NAVO-
verdragsgebied, maar het is
juist de periferie van dat ge
bied waar zich de nieuwe risi
co's aandienen. 'Out of area'-
optreden is echter, ondanks de
gewijzigde veiligheidssituatie,
nog steeds taboe voor de
NAVO
Toch staat men hier voor een
principiële keuze. Vasthouden
aan dit standpunt drukt de
NAVO in een bijrol, die tot
voor kort was weggelegd voor
de WEU. Dit kan worden
voorkomen als de NAVO op
liet gebied van de 'out of area'
kleur bekent. De uitvoering
hiervan kan worden gedele
geerd aan de WEU als Europe
se pijler van de NAVO.
Het afsplitsen van de 'out of
area'-problematiek naar een
puur Europese organisatie
op
leidt tot erosie van de Atlanti
sche alliantie en tot minder
betrokkenheid van de Vere
nigde Staten. Juist nu telkens
opnieuw is gebleken dat Euro
pa niet zonder de Transatlanti
sche band kan, is het onver
standig om aan te
echtscheiding juist nu een gou
den huwelijksfeest in het ver
schiet ligt.
V redesdividend
Als gevolg van de gewijzigde
veiligheidssituatie is in alle
landen het vredesdividend
geïnd. Daarbij staat doelmatige
aanwending van middelen bij
iedereen in het vaandel. Wat
in ieder geval moet worden
voorkomen is, dat aparte bu
reaucratische structuren gaan
ontstaan, die wellicht wel dé
Europese identiteit uitstralen
maar het bewijs voor efficiënt
optreden nog moeten leveren.
Dat de WEU-organisatie zal
moeten worden versterkt, is
vanzelfsprekend, maar de
vraag is ook gerechtvaardigd
of het verantwoord is dat de
voorgestelde constructie - los
van de NAVO - tot hogere
uitgaven voor onze veiligheid
en defensie mag leiden. De
aparte opstelling van Frank
rijk, dat niet militair is geïnte
greerd in de NAVO, draagt
dat gevaar in zich. Een
NAVO-verdragsorganisatie
met een Europese (WEU-)pij-
ler voor 'out of area'-optreden
voorkomt duplicering en biedt,
ook al gezien de aanwezige er
varing en expertise, op de kor
te termijn meer garanties voor
effectief en efficiënt optreden.
Nederlandse manschappen oefenen in NAVO-verband.
gen. Een aparte Noordatlanti-
sche Raad, waarin ook de
Oosteuropese landen zitting
kunnen nemen, is één van de
voorstellen die voor de
NAVO-top in november is uit
gewerkt. De Oosteuropese lan
den zien het wezenlijke belang
van de NAVO verankerd in
de verbondenheid met de Ver
enigde Staten. Door Frans-
Duitse initiatief dreigt echter
een. geheel nieuwe situatie te
ontstaan. Niet de NAVO/WEU
maar de Europese Gemeen
schap zou straks het primaire
overlegorgaan moeten zijn wat
betreft de veiligheid in Euro
pa. In dat geval schuift Oost-
Europa aan de verkeerde ge
sprekstafel aan. In de binnen
kort door de EG af te sluiten
associatieverdragen met een
aantal Oosteuropese landen is
op veiligheidsgebied (consula
tes, contacten enzovoort) niets
geregeld. Komt Oost-Europa
hier wederom in de kou te
De aanstaande NAVO-top zal
niet alleen van historische be
tekenis zijn, maar zal meer
dan ooit de eigen toekomst be
I FOTO: ANP
palen. De keuze
van het optreden buiten het
verdragsgebied zou hiervoor
wel eens van doorslaggevende
betekenis kunnen zijn.
(De auteur is verbonden aan
de Afdeling Onderzoek van
het Instituut voor Buitenland
se Betrekkingen 'Clingen-
dael'.)
tevensl
fclEVEN VAN LEZERS
:metaleri
xet0zc)als redactie behoudt zich het
■nde\indbt voor ingezonden brie-
Ti en bijdragen (maximaal
rel op d^ woorden) eventueel in te
arbij opr^en dan wel te weigeren.
i aardi(°/ïieme inzendingen ver-
bobbelWnen de Prullenbak.
die Fori'-"™, d'rnrn te worden
jben oifertekend en rookten
n naam. adres en telefoon-
flemen tariërs
|t moet de gewone burger
I denken van het bericht
de Tweede en Eerste Ka-
t niet willen meewerken
de bezuinigingen van de
isoverheid ja, zelfs eist 5,3
joen meer aan de parle-
ntariers te geven, terwijl de
jste Kamer ook 139.000 gul-
j erbij wil hebben op de be
ting. Hebben de Tweede-
perleden er kortgeleden
niet 1000 gulden per per-
li bijgekregen? Hebben ze
I slechte 'vergoeding'? Deze
hoging moet door de ge
inschap weer opgebracht
den, terwijl voor ons bur-
l de bezuinigingen worden
l-gevoerd. Minister Dales,
kunt u toch niet aan de be-
Ingbetalers verkopen? U
j van ons niet eisen waar
de regeringsmensen zelf
mee willen werken. Wij
ïten onze broekriem aan-
)n, dan ook zij die ons de
ten helpen aanwrijven. Mi
er Dales, wees als een huis-
uw voor uw ministeries en
ners en weiger deze verho-
Z op de begroting.
Minister Dales van binnenlandse zaken.
I FOTO: SP
DRBURG.
Gelijke behandeling
Voor de bestrijding van discri
minatie is de bestaande wetge
ving toereikend. Maar de rege
ring vindt het blijkbaar niet
genoeg. Ter uitvoering van
een politiek regeerakkoord
heeft zij een wetsontwerp van
een „Algemene wet gelijke be
handeling" bij de Tweede Ka
mer aanhangig gemaakt. Hier
mede is de regering afgewe
ken van haar dereguleringsbe-
leid (vermindering van over
heidsbemoeienissen en in
krimping van het overheids
apparaat). Naast de in de
grondwet genoemde voorbeel
den van discriminatie worden
in de voorgestelde wet nog ge
noemd: discriminatie op grond
van hetero- of homoseksuele
gerichtheid en burgerlijke
Het wetsvoorstel
instelling van een „Commissie
gelijke behandeling". De Com
missie kan op verzoek of uit
eigen beweging haar oordeel
kenbaar maken over de vraag,
of zich in en bepaald geval dis
criminatie heeft voorgedaan.
Het oordeel van de Commissie
is niet bindend. Een belang
hebbende die zich gediscrimi
neerd acht, zal dus zijn recht
bij de rechter moeten zoeken,
precies zoals hij dat nu onder
de bestaande wetgeving ook
kan doen.
Maar nu brengt het wetsvoor
stel een bijzonder ingewikkeld
en onduidelijk systeem dat het
de rechter alleen maar moeilij
ker zal maken zijn uitspraak
te doen over de al of niet ge
rechtvaardigheid van een ge
maakt onderscheid.
De grondwet garandeert uit
drukkelijk de vrijheid van het
bijzonder onderwijs „betref
fende de keuze der leermidde
len en de aanstelling der on
derwijzers" In strijd met deze
grondwettelijke garantie
maakt het wetsvoorstel in
breuk op deze vrijheid. In
haar Memorie van Toelichting
tracht de regering de inbreuk
op de vrijheid van benoeming
goed te praten door te stellen,
dat het enkele feit van een ge
richtheid irrelevant (niet ter
zake dienende) is voor het
functioneren van een leraar
en daarom geen reden mag
zijn hem als leraar te weige
ren. Dit standpunt is in strijd
met het wezen van de grond
wettelijke vrijheid van benoe
ming. Daarin ligt besloten, dat
alleen het schoolbestuur heeft
uit te maken, of een bepaalde
gezindheid, gerichtheid of hoe
danigheid van belang is voor
het functioneren van een le
raar. Bovendien ziet de rege
ring geheel over het hoofd, dat
ieder mens zijn eigen gedach
ten en gevoelens met zich
brengt en een bepaalde sfeer
schept.
Mr. C.A. Baron Bentinck,
DEN HAAG.
Morgen praat een deel van de
PvdA in de voormalige schuil
kerk 'De Rode Hoed' te Am
sterdam over de toekomst van
de sociaal-democratie en der
halve die van de Partij van de
Arbeid. Onder leiding van
oud-partijvoorzitter en oud
minister André van der Louw
worden de heilige huisjes van
de sociaal-democratie ter dis
cussie gesteld. Doel: het her
stellen van de verloren gegane
band met de achterban, dan-
wel het aangaan van banden
met groepen in de samenle
ving die buiten het bereik van
de 'conventionele' PvdA lig
gen. „In die discussie wordt
ook nagegaan of de verschillen
tussen PvdA, D66 en Groen
Links de bestaande partijgren-
zen rechtvaardigen", zo licht
Van der Louw zijn initiatief
toe.
Van der Louw heeft ten be
hoeve van de discussie elf stel
lingen rondgestuurd, die een
wonderlijke mix opleveren
van orthodox socialisme en
nieuwerwets liberalisme. Aan
de ene kant zegt Van der
Louw dat de sociaal-democra
tie haar ziel verliest als ze
geen schild meer kan zijn voor
de zwakken. „Ook in de toe
komst zal solidariteit een lei
dend beginsel moeten zijn",
luidt één van de stellingen.
ophouden de beweging van
een bepaalde klasse te zijn.
Minderhedenbeleid, legitima
tieplicht, defensie, economie
en ecologie, ontwikkelingssa
menwerking, drugsbestrijding
en ordehandhaving zijn de on
derwerpen die „om nieuw ge
formuleerde keuzen" vragen.
Het is de taal van Van Mierlo,
die hier naar boven komt.
Nu gaat het hier om stellingen,
die na discussie moeten uit
monden in een herstel van de
electorale positie van de soci
aal-democraten. Maar hoewel
Van der Louw daarin al ver
der gaat dan tal van PvdA-
kiezers (en voormalige PvdA-
kiezers) willen, zal hij nóg ver
der moeten gaan om uit de
ruïnes weer een fraai kasteel
te kunnen bouwen Het voor
stel om te komen tot een nieu
we politieke groepering, de
Partij van Sociaal-Democra
ten, waarmee hij zijn stellin
gen afsluit, helpt daarbij niet
echt. Door de perikelen in de
huidige Partij van de Arbeid is
zelfs de aanduiding 'sociaal
democraat' besmet geraakt. Bij
alle goede, open ideeën die
Van der Louw oppert, steekt
de suggestie om een nieuwe
partij in het leven te roepen
die de erfenis van de PvdA
dan ook ongunstig
af.'
Van der Louw zou er goed aan
doen het hele fundament van
de sociaal-democratie af te
breken en van de grond af iets
in de kast en modieuze denk
beelden dienen buiten de deur
te worden gehouden. Alles
moet bespreekbaar zijn, zonder
vooringenomenheid Alleen
dar. kan een nieuwe progres
sieve volkspartij ontstaan
Waarnaar Van der Louw c.s. in
essentie streven. Het is jam
mer dat al bij de eerste pogin
gen daartoe de behoudzuchti-
ger krachten in de partij
moord en brand schreeuwden.
Velen van hen haasten zich nu
overigens om die impulsieve
en onverstandige reactie goed
te praten.
Opmerkelijk is dat nu drie ini
tiatieven over elkaar heen bui
telen: de activiteiten van de
groep-Van der Couw (de 'Rode
Hoed-groep'), de werkzaamhe
den van de onlangs ingestelde
PvdA-commissie ter herzie
ning van het sociaal stelsel
(met partijleider Kok als toe
zichthoudend voogd) en de
plannen van Jan Schaefer om
naast de huidige PvdA een
linkse organisatie op te richten
die een klankbord moet vor
men voor de man-in-de-straat.
Deze drie bewegingen zullen
elkaar ongetwijfeld kruisen.
Hopelijk komt er echter na de
nu al voorspelbare onderlinge
twisten toch nog iets moois te
voorschijn. De sociaal-demo
cratische beweging, die zo lang
een onuitwisbaar en inciden
teel zelfs fraai stempel heeft
op de vaderlandse politiek
heeft gedrukt, verdient dat.
(De auteur is parlementaire
redacteur van deze krant)