Gesmolten spaarvarkens en verknipte vermogens
,Ik ga door met ontwerpen
tot ik er bij neerval"
Finale
RESTAUREREN VAN PAPIERGELD VERGT ENGELENGEDULD
ZATERDAG 26 OKTOBER 1991 PAGINA 25
ederlanders zijn zuinig. Op alles behalve hun geld. Zo lijkt het althans,
agelijks worden maar liefst één miljoen versleten en vernielde bankbiljet-
n uit de roulatie genomen. „Wat er allemaal kan gebeuren met geld, hou
niet voor mogelijk". Pierre van Erve, voorlichter van de Nederlandsche
ink, laat zien wat er in Nederland allemaal kan gebeuren met papiergeld,
het voorlichtingscentrum van de bank aan de Achtergracht in Amster-
Hm kun je genieten van een paar klassieke gevallen. In het centrum, dat
^Ect publiekelijk toegankelijk is, worden op afspraak rondleidingen gege-
^Hn aan gasten van de bank en aan scholieren. In het grachtenpand knj-
n nu leerlingen van het Florijncollege uit Breda een rondleiding door
n gids. Er wordt heel wat gelachen. Leedvermaak, want het gaat vaak
An gevallen waarbij mensen door eigen stommiteiten hele kapitalen ver
zen. Gelukkig is er nog hoop voor deze pechvogels.
recht komen, gaan in de kelder aan het
Fredriksplein door een geavanceerde tel
en controlemachine. „Bekladde, versle
ten en gescheurde biljetten pikt dit appa
raat eruit. Wij zijn gebaat bij een 'scho
ne' geldomloop; dat versterkt het ver
trouwen in het geld. Zo wordt in twee
jaar tijd een hele voorraad papiergeld
vervangen door nieuw bankpapier. Er
zijn zo'n 310 miljoen biljetten in om
loop". De miljoen biljetten per dag die
de toets der kritiek niet doorstaan, wor
den meteen geponst. Een groot gat geeft
de ongeldigheid aan. Een briefje van
duizend moet dan aardig aan waarde in
boeten. Slechts de papierwaarde en aan-
maakkosten blijven over. De materiële
waarde van een biljet ligt tussen de vijf
tig cent en een gulden.
BART DE HAAN
MSTERDAM - Stel je bent
antenjongen en hebt zojuist je
andloon gebeurd. Als je thuis
nt, blijkt dat je onderweg je por-
monnee verloren hebt. Op de
oorwegovergang vind je het geld
lukkig weer. Nadat er een interci-
trein overheen is gedenderd, dat
jt is dan een gevalletje voor de afde-
g Reconstructie van de Nederlandsche
nk. De vier specialisten krijgen dage-
cs veertig vijftig van zulk soort
eemde zaken binnen. „Het is natuur-
triest voor de mensen die het over-
mt, maar er wordt daar heel wat afge-
:hen, hoor", vertelt voorlichter Van
ve. Er zitten dan ook wel absurde ge
ilen tussen. „Soms is er sprake van
Dedwillige verminking. Als op een
:stje een briefje van honderd in de
en haard verdwijnt, valt niet te con-
ileren of dat baldadigheid of een onge-
is geweest. Toch denk ik dat het wel
orkomt, dat geld voor de lol wordt
rnield". Overbekend is het geval van
grappenmaker die een briefje van
ifentwintig doormidden scheurt om
n rekening van twaalf gulden vijftig te
talen. Als de barman weigert het brief
te accepteren, is hij zijn geld kwijt. De
bderlandsche Bank vergoed dergelijke
gallen niet.
loODSCHAPPENBRIEFJE
tn andere categorie is de verzameling
{kladde bankbiljetten. In een vitrine
prden er wat getoond. Op de biljetten
öan uiteenlopende kreten, van 'Weg
et Luns, de kluns' tot 'Wie dit leest is
Jk'. Bankbiljetten als medium. Ook de
Grtretten van Nederlands meest afge
leide historische figuren Joost van den
tondel, Frans Hals, Jan Pieterz. Swee-
Inck, Michiel de Ruiter en D'Espinoza
borden regelmatig ontsierd door baar-
snorren en brillen die daar niet
s horen. „Ook worden we wel eens
van boodschappenlijstjes. Het is
schrikkelijk hoe vaak bankbiljetten
i geheugensteuntje in de supermarkt
He |r^en Bebruikt", klaagt Van Erve. De
pnco gedeelten op het bankpapier no-
;en uit tot kladden. Daarom is er op
'nieuwe geeltje' zo weinig mogelijk
t gelaten.
biljetten die vanuit alle bankinstel-
igen bij de Nederlandsche Bank te-
De ongeldige briefjes worden tot pulp
geslagen. Van de pulp worden 'worsten'
gedraaid. Die worsten, waarin de minie
me snippers nog duidelijk te herkennen
zijn, gaan terug naar de drukkerij van
Johan Enschede in Haarlem. De drukker
stookt er de verwarming mee. Brandstof
van onschatbare waarde. Met de geldres-
ten is ook in het verleden al het een en
ander geprobeerd. Zo wilde een textielfa
brikant zijn kussens vullen met de ka-
toenrijke pulp. 'Slaap eens op een mil
joen' was zijn reclamekreet. Erg rijk is
de man niet geworden met de kussens,
want het plan kwam nooit van de grond.
Ze sliepen kennelijk niet prettig.
Veemarkt
Terug naar de beschadigde biljetten. Er
zitten echte klassiekers tussen. Zo was er
de boer die net een koe had verkocht op
de veemarkt. Toen de man zijn vee de
rug toekeerde, kreeg de koe zijn beurs te
pakken. Het hele fortuin dat de boer aan
de verkoop had overgehouden, werd
verslonden. Het geval werd de koe
noodlottig. De experts van de Neder
landsche Bank kregen versterking van
een dierenarts. Nog voor de koe de kans
kreeg de poen te herkauwen, ging ze on
der het mes. De afdeling reconstructie
had de ondankbare taak uit de maagin
houd het kapitaal van de boer te distille
ren. „Iets wat wel lukte", zegt de mede
werker van de Bank niet zonder trots,
wijzend op de met gras vermengde, ver
weerde geldresten in de tentoonstellings
ruimte. „Het is een kwestie van dagen
puzzelen. De restauratie van half verga
ne biljetten kost heel wat engelengeduld.
We zijn het volgens de Bankwet niet
eens verplicht te doen, maar we willen
weten of de vergane briefjes echt zijn.
Bovendien voorkomen we zo dat men-
Een ongeluk zit in een klein hoekje. Een bankbiljet ligt op een aanrechtterwijl moeder
de aardappelen schilt. De natte pan wordt op het aanrecht gezet en het briefje blijft
plakken aan de vochtige bodem. De pan gaat op het vuur en het geld gaat in vlammen
op. FOTO: STEPHEN EVENHUIS
sen de briefjes zelf met plakbandjes in
elkaar fröbelen".
De gedupeerden hebben er alle belang
bij, want zij krijgen per bankbiljet
slechts het percentage vergoed dat door
de reconstructeurs wordt teruggevonden.
Als zeven achtste deel wordt gevonden
wordt het volle pond teruggegeven.
In 'de zaak van de papiervernietiger'
maakte de Nederlandsche Bank gebruik
van deze regel. Een directeur had zijn se
cretaresse de opdracht gegeven een sta
pel formulieren te vernietigen. Toen hij
zich herinnerde dat er tussen die papier
berg nog een envelop met vierduizend
gulden moest liggen, was het al te laat.
Erfenis
Uit een volle mand snippers wisten de
restaurateurs de vier biljetten te voor
schijn te toveren, op'ëén reepje na. De
onfortuinlijke secretaresse kon opgelucht
ademhalen. De bank betaalde de vier
duizend piek terug.
Ook de factor geestelijke instabiliteit kan
de oorzaak zijn van veel ellende. Zo
nam een rijke man zijn hele vermogen
in briefjes van honderd op bij zijn bank,
nadat hij van zijn arts gehoord had dat
hij het niet lang meer zou maken. In een
vlaag van verstandsverbijstering nam hij
een schaar ter hand en knipte de veertig
duizend gulden in kleine stukjes. Dit tot
groot ongenoegen van de familieleden,
die een forse erfenis aan hun neus voor
bij zagen gaan. Maar ook dit bedrag
werd vergoed. De reconstructeurs verza
melden alle bruine stippen waaraan blin
den het biljet kunnen herkennen, die ze
in de berg knipsels aantroffen. Op die
manier kon een exacte schatting van het
vermogen worden gemaakt.
Voor de kunstenaar die biljetten in poly
ester goot kon de Nederlandsche bank
niets doen. De artiest kreeg in een perio
de waarin hij wat krap zat, behoorlijk
spijt van zijn 'composities in blauw en
groen' waarin een klein kapitaal ver
werkt zat. „Maar ja, dat had hij zichzelf
aangedaan en dat vergoeden we niet".
Ook wasmachines verdienen een aparte
vermelding. Doorweekt en verkleurd ko
men de biljetten uit gewassen broeken.
„Bij erg agressieve wasmiddelen krim
pen briefjes zelfs", lacht Van Erve als hij
op een paar 'vijfjes* wijst die na een was
beurt nog geen drie gulden meer waard
lijken te zijn.
Voetzolen
Plastic en papiergeld blijkt heel vaak een
ongelukkige combinatie te zijn. Bijvoor
beeld voor de vakantieganger die in
Griekenland zijn Nederlands geld be
waarde in een aparte plastic portefeuille
onder de luifel. Na veertien dagen bran
dende zon kon de reiziger noch de Ne
derlandsche Bank de briefjes lospeute
ren. Ook kinderen die na een brand met
hun gespiolten spaarvarken bij de bank
komen, moeten vaak teleurgesteld wor
den.
„Jarenlang zijn kassa's een kwelling ge
weest voor de afdeling reconstructie. De
opbergvakken in de kassa's werden ge
maakt van pvc en waren dus allerminst
hittebestendig". Van Erve laat een paar
kassa's zien waar munten en papiergeld
voor eeuwig in versmolten zijn.
Bij branden gaan hele kapitalen in rook
op. Toch wordt er nog heel wat gered.
„Stapels bankbiljetten in kluizen
schroeien aan de rand, maar blijven her
kenbaar. Nadat de brandweer verdwe
nen is, gaan de kluizen open en begint
ons werk. 'Voetzolen' worden de rokeri
ge pakketjes papiergeld genoemd. Het
vermogen wordt vastgesteld na uitge
breid schade-onderzoek en dat betalen
wij uit. Maar denk niet dat je ons in de
maling kunt nemen door met de as van
verbrande kranten bij ons aan te klop
pen. De inktresten en papiersoorten her
kennen we echt wel!"
Drie b's
Naast verminkt en versleten geld haalt
de Bank ook namaakbiljetten uit de rou
latie. Reclamemakers gebruiken vaak
nepgeld om de aandacht te trekken.
„Billen, borsten en bankbiljetten zijn de
grootste blikvangers die er bestaan. Re
clamemakers mogen best nepgeld druk
ken maar dat moet dan ook duidelijk als
namaak herkenbaar zijn, behalve op vi
deo of film", legt Van Erven uit. Zo
worden er eisen gesteld aan de kleur en
de grootte van fopgeld. Ook mag er
maar één kant bedrukt worden. In het
voorlichtingscentrum worden een paar
voorbeelden van namaakgeld getoond
die niet door de beugel konden. Onder
de grote rivieren kan rond carnaval wor
den betaald met 'leut-geld'. Het portret
van Prins Sjefke de Derde lacht je toe
vanaf het Oeteldonkse elf-guldenbiljet
uit de collectie.
De moderne kopieertechniek bezorgt de
Bank heel wat kopzorgen. „Winkel- en
bankpersoneel zullen een kleurenkopie
onmiddellijk herkennen. Helaas worden
oude bijziende vrouwtjes nogal eens het
slachtoffer van dergelijke malafide prak
tijken".
Slovenen
„Toch mogen we in Nederland niet kla
gen. Nederlandse biljetten worden zel
den vervalst. Dit in tegenstelling tot de
dollar", aldus Van Erve. In Amerika
wordt het de vervalser dan ook makke
lijk gemaakt. „In de VS vinden ze ons
geld Mickey Mouse-money, door die
vrolijke kleurtjes. In Amerika zijn alle
biljetten groen". Een biljet van vijf dol
lar wordt honderd keer zoveel waard
door er twee nullen achter te drukken.
In Nederland ontdekt de Nederlandsche
Bank gemiddeld één valse gulden op de
tien miljoen. „Het is voor vervalsers
veel eenvoudiger dollars na te maken".
De financiële wereld houdt zijn hart vast
bij de invoering van eigen geld door
nieuwe zelfstandige staten in Oost-Euro
pa en de Sovjetunie. Zo wordt in Slove
nië de Joegoslavische dinar vervangen
door een zelfstandige munteenheid, de
tollar (het ontbrak de bedenkers van een
naam voor het beestje kennelijk aan in
spiratie). Er is echter één probleem: de
nieuwe biljetten moeten nog gedrukt
worden. Zolang konden de machtheb
bers in de afgescheiden republiek echter
niet wachten. Iedere Sloveen moet nu
gewoon zijn voorraadje dinars inleveren
en krijgt in ruil daarvoor een bonnetje.
Met dat bonnetje kan, als het nieuwe
geld gedrukt is, het bedrag in tollars wor
den opgenomen. Maar het vervalsen van
het bonnetje is natuurlijk betrekkelijk
eenvoudig. Dat belooft dus een behoor
lijke puinhoop te worden.
De Nederlandsche Bank is goed be
schouwd de enige instantie in Nederland
met een schade-afdeling waar verminkte
biljetten ook weer in elkaar worden ge
zet. De afdeling zal pas verdwijnen als er
een gangbare, onverwoestbare vervanger
voor het papiergeld wordt gevonden,
i Dat lijkt op korte termijn niet te gebeu-
ren. De ras-puzzelaars van de afdeling
Reconstructie zullen voorlopig nog wel
voorzien blijven van werk. Zeker als je
bedenkt dat in de tijd dat dit artikel ge
lezen wordt, je geld ten prooi gevallen
kan zijn aan grijpgrage kleuters, niets
ontziende open haarden of hongerige
huisdieren.
FONG LENG OPENT NIEUWE WINKEL
!e/busine|
:.q. verdej
aar jong, door
van startCHRISTA VAN DER HOFF
igenwoorl
id, inzet,
u ook? MSTERDAM - Verkouden,
lar de ene sigaFet na de andere
itekend en vol nieuwe plannen
mode-ontwerpster Fong Leng
|ijang in haar werkkamer aan de
•gehilweg in Amsterdam. Hier,
het industrieterrein Bullewijk,
n inspirerend uitzicht op het
iter, zoals vanuit haar vorige ate-
aan het IJ, maar zicht op kille
jntoorpanden. „Nee hoor, geen
i's pwaar. Je kunt hier tenminste al-
jd parkeren", zegt Fong Leng.
ïvername
het faillissement in 1987 is de ont-
jster allerminst bij de pakken neer
an zitten. Ze is druk bezig met het leg-
n van een stevige fundering voor haar
euwe bedrijf. Shine B.V. Naast de win-
jn de Maastrichtse Stokstraat opent
is hierin (jn november een nieuwe winkel aan
howh Max-Euweplein in Amsterdam. Ze
eft een confectielijn die in heel Neder-
id te koop is. „Hoe de winkel er pre-
uit gaat zien, weet ik nog niet. Hier
ir me heb ik de tekeningen, ik ben er
bezig".
Lanraken
pr<
«irtefit.
Tie gevra?
ij,winkel is onderdeel van een waaier
)I NV S, n nieuwe winkels naast het nieuwe ca-
hoge scf°- De P.C. Hooftstraat, waar ze vroe-
een winkel had, is op een steenworp
;and. „Die straat is nu niet ideaal
er. De huurprijzen zijn de pan uitge
esten. Het is een beetje té geworden". Ze
couture en confectie 'van goede kwa-
it' gaan verkopen. Als de winkel in
sterdam goed gaat lopen wil ze meer
ikels openen, maar dan alleen met
/070-345lifectie. In Zeist en Groningen bij-
irbeeld.
Fong Leng: „Couture is iets waar je per
soonlijk bij moet zijn. De mensen willen
je zien, willen je aanraken. Je kunt niet
tien winkels afrijden om daar allemaal te
zijn". De mensen zijn argwanend. Daar
om is het volgens Fong Leng moeilijk
om echt wat te adviseren. „Ze zeggen al
tijd: ja maar, je wilt toch verkopen? Dan
zeg ik: er hangen nog rekken vol met an
dere creaties. Bovendien, ik wil toch dat
mijn klanten terugkomen?".
De Nederlander is, tot Fong Lengs spijt,
over het algemeen behoudend in zijn
kleding. „Ze willen dèt dragen wat ze al
honderd jaar dragen. Ze durven niet
gauw er eens heel anders uit te zien. Dan
nemen ze om zich in te dekken hun tan
te mee, hun moeder en hun man en dan
kom je er helemaal niet meer uit".
Of ze het wil of niet, Mathilde Willink
zal altijd met haar eigen naam verbon
den blijven. We komen er op door het
grote aantal kruisbeeldjes dat ze als oor
bellen draagt. „Het zijn er eenentwintig.
Ik heb ze van Mathilde gekregen, in
onze kruisenperiode. Ik heb ze ook van
maansteen". Bedachtzaam: „Mathilde
was een hele goede vriendin. Het is erg
jammer wat er gebeurd is. Maar ze zei
altijd: als Willink dood is, dan ik ook.
Ja, ze was heel bijzonder, hoewel veelei-
send. Misschien dat er de volgende eeuw
weer een Mathilde komt".
Plissé
De collectie voor de nieuwe zaak? Ze is
nog druk bezig, maar: „Het wordt plissé,
plissé en nog eens plissé. Ik vind het zo
elegant. Het waaiert, het beweegt zo
mooi, maar ook: het verhult zo mooi".
Bij het ontwerpen heeft Fong Leng niet
direct één type vrouw voor ogen. Eigen
lijk ontwerpt ze voor iedereen. „Of je nu
een bult hebt of maar één been: iedereen
heeft wel wat moois. Of je hart moet le
lijk zijn, maar dat is wat anders". Eigen
lijk zou ze nu het liefst aan mannenmo
de willen beginnen. Couture deed ze al,
ze wil de confectie in. Nu het beeld van
de mannenmode steeds gevarieerder
wordt - meer kleuren dan ooit, het ge
bruik van zijde en het aanbrengen van
allerlei versieringen zoals borduursels -
wordt de markt makkelijker toegankelijk
voor Fong Leng. „Helaas vereist het een
enorme investering. Daarom moet ik
even wachten tot de fundering van het
bedrijf stevig is. Ik ben nogal ongedul
dig, ik wil dit, ik wil dat".
Parfum
Dat Fong Leng een vrouw is die van
doorzetten weet is zo onderhand wel
duidelijk. De ene teleurstelling is nog
niet achter de rug of de volgende dient
zich aan. Via vrienden moest ze verne
men dat haar parfum, dat twee jaar gele
den op de markt werd gebracht - eerst
in Bahrayn, daarna in Nederland - te
gen afbraakprijzen te koop wordt aange
boden bij drogisterijketen Het Kruidvat.
„Heel vervelend dat de Koninklijke San
ders dat niet in overleg met mij heeft ge
daan. Ik denk dat het een kwestie is van
geldgebrek. Als je een parfum lanceert
moet je je wel realiseren dat je, om te
beginnen, voor een miljoen aan reclame
moet investeren. En je moet blijven in
vesteren. Chanel maakt al 85 jaar recla
me, en alle andere huizen ook. Je kunt
niet iets beginnen en daarna niets meer
doen. Je moet het produkt voortduwen
en steunen". Een rechtszaak wil ze niet
beginnen; dat kost kapitalen en het geld
houdt ze liever in het bedrijf.
Coco
Waar haalt ze de spirit vandaan om
steeds maar opnieuw te beginnen? „Ik
heb daar wel eens over nagedacht maar
ik weet het eigenlijk niet. Ik denk dat ik
een sterke constitutie heb. Ik moet en ik
zal, dat zal de drijfveer wel zijn. Hoewel,
soms is het me wel eens te veel, het be
Fong Leng over de spirit om steeds maar opnieuw te beginnen: „Ik denk dat ik een sterke constitutie heb. Ik moet
de drijfveer wel zijn".
drijf met al z'n zakelijke beslommerin
gen én het ontwerpen. Maar ik kan het
me nu nog niet veroorloven me tot het
puur creatieve te beperken. Ik moet toch
weten wat er allemaal gebeurt en wat er
nog moet gebeuren".
Doorgaan is het motto. Coco Chanel is
daarin haar grote voorbeeld. Het boek
dat Axel Madsen over haar leven schreef
heeft ze in één adem uitgelezen. Artike
len over Chanel hangen aan de muur
van haar werkkamer. „Coco begon op
haar 71e nog aan wat nieuws. Dat ben ik
ook van plan: ik ga door met ontwerpen
tot ik erbij neerval".
Fong Leng is van Chinees-Nederlandse
afkomst. Zegt zeker beïnvloed te worden
door die twee culturen. „Soms denk ik,
vandaag voel ik me heel Nederlands.
Dan kan ik waanzinnig truttig zijn en
heb ik de neiging het hele bedrijf schoon
te gaan maken. En soms voel ik me heel
Chinees, vooral als ik met kleuren bezig
ben. Daarbij hoort ook het gevoel van
'het komt allemaal wel
„Ik ben veel aan het reizen, veel aan het
werken. Ik ben net terug van een werk
bezoek naar Milaan en ga nog dit jaar
naar Indonesië. Ik wil wel eens kijken of
daar ook mooie stoffen gemaakt kunnen
worden". Wild-enthousiast is ze over
Italië. „Het is daar één groot theater. De
hele stijl van leven is prachtig om te
zien. Ze hebben geen cent te makken,
maar ze doen het allemaal gewoon". Ze
is vooral onder de indruk van de stoffen
„die zijn om van te kwijlen" - en de
winkels. „De winkel van Armani bij
voorbeeld. Die is zeer ruimtelijk inge
richt, en er is een perfecte bediening. Als
je binnenkomt staat er al een grote tafel
hapjes en drankjes; als je wat wilt, pak je
gewoon, niets aan de hand. Zo'n sfeer
wil ik ook proberen te bereiken, dat is
eigenlijk een must". Ook de almaar wis
selende decors achter de winkelruit in
plaats van de degelijke Hollandse etala
ges spreken haar bijzonder aan. „Soms
denk je: is dit nu een winkel of een gale
rie? Een etalage is daar kunst. Het. wekt
bij een Italiaan de nieuwsgierigheid op:
i ik zal, dat zal
FOTO: DIJKSTRA
hij gaat naar binnen. In Nederland zou
dat niet werken. Een Nederlander gaal
de drempel niet over voordat hij weet
wat er te koop is".
Ploeteren
Een ander verschil waarover Fong Leng
zich kan opwinden is dat in een land als
Italië wél een echte mode-industrie kan
draaien en in Nederland niet. Ze is er
van overtuigd dat Nederland talentvolle
ontwerpers heeft. „Wij worden niet ge
steund door grote stoffenfabnkanten of
door de staat. In Italië worden giganti
sche bedragen aan reclame uitgegeven,
terwijl wij hier maar zitten te ploeteren.
Mensen moeten een kans krijgen, ze
moeten hun creativiteit kunnen ont
plooien. Dat kan nu niet. Amsterdam als
modestad zou ook eens wat meer gepro
moot moeten worden. Maar ik zie me
zelf niet meer als trekker daarvan; ik heb
genoeg gedaan voor de Nederlandse
mode".
:kendam,
HAVEN rrt
kele ligplj
el. 02995-1
■ccidócsou^mit