De kick van het streepje
D
finali
Hoog,
hoger,
hoogst
Dwaalgast
VOGELS KIJKEN ALSOF JE POSTZEGELS VERZAMELT
Fwiet
Getickt
1
DC
Paniek
Grenzen
Drie kilometer keijkm
<jti
üeidóeQowumt
TEXEL - Vijftig mannen die om
acht uur 's ochtends met open
mond door een telescoop naar een
bosje turen. Wat is dat voor be
roemdheid? Kroonprins Willem-
Alexander met zijn vriendin? Luci
ano Pavarotti wellicht? Welnee, ge
woon een vogel; een bladkoning
om precies te zijn. Nou, zo duide
lijk is het eigenlijk niet, want het
kan ook om een humes bladkoning
gaan en dat is weer een zeldzame
soort. Voor de vogelaars reden om
daar eens op hun gemak uren over
te discussiëren.
Driehonderd vogelaars uit binnen- en
buitenland zijn voor een dikke week vo
gel voyeurisme neergestreken op Texel.
Ze zijn gemakkelijk te herkennen. Leger
groen jack, spijkerbroek, groene laarzen
en zwarte kijker om de nek. De echte fa
naten hebben een telescoop met statief,
een fotocamera met telelens en geluids
apparatuur bij zich. Accessoires: vogel
ringetjes. Voor de bewoners van cam
ping de Robbenjager bij De Cocksdoip
is een hele geruststelling dat de man die
met een telescoop de stacaravan binnen
gluurt onschuldige bedoelingen heeft.
Het gaat slechts om de takken achter de
antenne waarop een bijzonder vogeltje
kan zitten.
Vogelaars zijn verenigd in de Dutch Bir-
ding Association (DBA), een stichting
die inmiddels 1500 begunstigers telt. Zij
speuren gezamenlijk de hemel af, gaan
de polder, de duinen, de struiken of het
bos in. En melden DBA wat zij aan bij
zondere vogels waarnemen. Dertig
DBA'ers hebben een semafoon bij zich
en worden en masse opgepiept zodra een
zeldzame vogelsoort het waagt een voet
te zetten op de Nederlandse bodem. Via
een telefonisch netwerk wordt de rest
van de harde kern DBA'ers gewaar
schuwd. Vervolgens springt een man of
vijftig in de auto of op de fiets, of neemt
de trein of de boot, en racet ernaar toe.
Rode stoplichten worden daarbij als het
even kan genegeerd, snelheidsrecords
worden gebroken om een soortje te 'tic-
ken', vakjargon voor het aanstrepen op
de jaarlijst.
Vogels kijken is alsof je postzegels verza
melt. Liefst zoveel mogelijk soorten en
hoe zeldzamer hoe beter. Tot drie weken
geleden was 1991 een mager jaar voor de
vogelaars. Daarna waren de meldingen
niet van de lucht. Peter Meijer, vogelaar
sinds 1964, reed na de eerste melding
van zijn woonplaats Woerden naar Mid
delburg voor een Aziatische goudplevier.
„Dat is voor iedereen een nieuwe soort
in Nederland, dan wil je wel met een
rotgang gaan kijken, ja. Toen we om ze
ven uur 's avonds aankwamen was het
beest net even weggevlogen. Maar twin
tig minuten later zagen we het alsnog.
Dat is leuk, dat geeft je een kick".
Een grote kanoetstrandloper werd een
week later gemeld bij 'paal 23 punt 5' op
de Oostvaardersdijk in Flevoland. „Een
soort waarvoor zelfs de Engelsen naar
Nederland komen, zo zeldzaam. Dat
noemen wij een dwaalgast. Zo'n beest
ZATERDAG 19 OKTOBER 1991 PAGINi
Vogelaars zijn verenigd in de Dutch Birding Association (DBA), een stichting die inmiddels 1500 begunstigers telt. Zij speuren gezamenlijk de hemel af, gaan de polder, de dui
nen, de struiken of het bos in. FOTO'S: STEPHEN EVENHUIS
trekt van Siberië via Oost-Azië naar Au
stralië, in ieder geval niet richting Ne
derland. Maar door een orkaan of een
storm is zo'n vogel uit de richting gebla
zen". Weer een week later reed Meijer
voor een Canadese kraanvogel naar Lau-
wersoog. Het waren topweken. De laat
ste twee vogels werden voor het eerst in
Nederland gesignaleerd.
Lukt het de 47-jarige Meijer niet om van
zijn werk weg te komen, dan is hij niet
te beroerd om midden in de nacht op te
staan om het diertje bij zonsopgang te
mogen aanschouwen. Zoals laatst bij een
kleine geelpootruiter in Zierikzee. „Bij
ons zijn gelukkig de afstanden niet zo
groot. Wat dat betreft zijn de Engelsen
nog gekker, die vliegen rustig van Zuid-
naar Noord-Engeland om soortjes te be
kijken". Nare herinneringen heeft Meijer
aan de giervalk. Daar is hij vijf keer in
anderhalve maand tevergeefs voor naar
de Eemshaven in Groningen gereden.
Dat was vier jaar geleden en hij heeft het
beest nog niet gezien. Een echte 'dip',
noemt hij dat. Op Texel hoopt hij tij
dens de Euro Bird Week van DBA de
sperwergrasmus en de zwarte zeekoet te
zien. 'Inhaalsoorten', niet echt zeldzaam,
maar Meijer heeft ze tot nu toe ieder
jaar gemist.
„Waar is die zeldzame humes bladkoning nou"?
Terug naar de bladkoning, waarvoor
zich een batterij kijkers, telescopen en
camera's in linie heeft opgesteld. De stil
te overheerst; eerst vogeltjes kijken, dan
praten, luidt het credo. De rij groeit
naarmate de verwarring toeneemt. Van
alle plekken van het eiland komen des
kundige vogellogen toegesneld. DBA
heeft vooral Amerikanen opgetrommeld,
want die hebben geen bladkoning. „Het
is geen gewone bladkoning hoor, we heb
ben geen tweede vleugelstreepje gezien",
wakkert een in parka gestoken vogelaar
de discussie humes bladkoning of gewo
ne bladkoning aan.
Opeens fladdert het beestje naar een
boom honderd meter verderop. De vo
gelaars rennen erachter aan en stellen
hun apparatuur opnieuw op. Als ieder
een daarmee klaar is, vliegt het beestje
terug naar de eerste boom. Op de voet
gevolgd door de vogelaars, die met kin
derlijke glimlach hun kijkers weer instel
len. De stilte treedt weer in, gespannen
wordt naar het gebladerte getuurd.
Niet alleen het uiterlijk van de vogel
wordt bekeken, ook het geluid telt mee
voor het bepalen van de soort. Meijer
draait een bandje met vogelgeluiden af
op z'n walkman. Hij heeft een humes
bladkoning opgenomen in Wassenaar.
„Volgens mij is dat een mandelli", zegt
een jeugdige vogelaar. Hij wordt meteen
afgestraft. „Ach man, dat beest zit hele
maal ingesloten in de bergketens van de
Himalaya. Die komt nooit naar bene
den". De deskundige Zweden en Finnen
herkennen het geluid. „Fwiet, fwiet. Ja,
het lijkt erg veel op dat van de humes".
Hoewel de discussie nog niet is ver
stomd, en dat zal in de loop van de dag
ook niet gebeuren; streept Meijer de hu
mes bladkoning aan op zijn lijst. Want
volgens de deskundigen is het geluid
doorslaggevend.
Vogelaars schuwen het wedstrijdelement
niet. DBA houdt een top vijftig bij van
toppers. Gerard Steinhaus staat op een
gedeelde eerste plaats met 375 'getickte'
soorten in Nederland. Het maximum
haalbare is 431. De verschillen tussen de
nummers één en tien zijn miniem, één
soortje om precies te zijn. Wie bij wil
1LN
blijven, mag niet in oktober op vak r
want tijdens de wintertrek van de n
is de kans op zeldzame soortei 'a
grootst. En de concurrentie ziet ze
dus wel. Steinhaus rijdt de laatste
tien jaar door Nederland op zoek
zeldzame vogels. Als hij een sooi
eerste ontdekt, dan geniet hij niet ii
te, maar roept hij er zoveel mo
mensen bij. „Niet alleen om mijn
dekking te bevestigen, maar ook o
met anderen over te praten. Bovei
maak ik er anderen ook voor korti
gelukkig mee. Dat vogelkijken is
groepsgebeuren".
Groepsgeluk of niet, een aantal
laars houdt het na drie uur kijken |t_.
voor gezien. 'Gelukkig', denkt PETER G
Groen, beheerder van de bewuste
ping. Hij heeft als natuurliefhebber
nig moeite met de vogelliefhebber^RIJS
leen hebben een paar wildebrasseipu en r
de afgelopen jaren bij hem verb;n een
door
„Bij de Siberische boompieper v
dertig man opeens over de omheinii
trapten de boel kapot; dat is niet d
doeling. Dat zijn de egoïsten, die n Stevi
ten alles om die ene vogel te ik on(
Klachten van de mensen in de car; It zo
zijn voor mij doorslaggevend, dan
ik in en stuur ze weg".
Meijer krijgt toestemming van d^
heerder om het bosje in te kruipen? ?aar
wil geluidsopnamen maken van d<tJ doet
mes bladkoning. De rest van de ïoudt
laars gaat naar het zenuwcentrum l u.
vuurtoren op de noordpunt, waa
borden wordt bijgehouden wat er
ontdekt is. Bijvoorbeeld een grote p
op de Vuurtorenweg, een overvlieg.» j
roodkeelpieper, een zwarte koksm
in De Cocksdorp en een slechtvalk
Tuintjes.
belo\
acteui
gisseui
nlijke p
heeft
ïengest
Franki
behah
:1 Blanc
the en
Groepjes vogelaars verspreiden fijn"? U
over het eiland. Soms duiken ze of Mare
op in een weiland, of in de du ine#1 af a;
turen naar de lucht, naar de bofreldooi
naar hel gras. Totdat er opeens een£- Ayrr
ding van een bijzondere soort komtjen de 'e
racet iedereen weer naar de vindp na de
toe. Het zenuwcentrum is de pleken die
sterke verhalen uit te wisselen. „HJen> w0
die roodkeelpieper gezien? Mooi h*lgemee
wat een geluid hè. Ik hoorde hem P. onsai
auto al met de deuren en ramen <?'kt we
Ja, het gaat door merg en been. Alleges ei
in een bakje met glasscherven r<P zegge
Rudy Offenns (22) uit Bovensmildj1 film-t;
wel wat echte vogelaarhumor kwijpk verl
een struisvogel wordt gemeld, is weM» ges
delijk dat het om een grap gaat, ar mijn
niet bij een dwergooruil, zo enig see
's nachts. Iedereen werd om kwartB aldu
twee opgepiept. „In de tent naasp dat ik
ontstond grote paniek. Ze zijn oil dat de
dellijk weggegaan en hebben del-- Ik n
Sluftervallei afgespeurd. Uren laterjap"-
men ze weer terug. Ze slapen nog, zfr1 heef
ten nog niet dat het om een grapje getting
Maar zulke incidenten zijn eigenlijPL om<
zonderingen. Vogelaars laten elkaarp de k;
het algemeen met rust, anonimiteit 1 die in
waarborgd. Meijer vindt dat wel (en, be
trekkelijk. „Je weet van heel veel Pr Dep;
sen niets, niet wat voor werk ze hefret mi:
en of ze getrouwd zijn. Je kent elkafrt dicl
leen van de vogels. Je begroet eP man
met: hé, ik ken jou van de roodmftaan, r
Den Helder. Er is geen kip dieék. Hij
voorstelt. Het is allemaal heel
vend. Je bent niet de werkloze, ma^™
vogeldeskundige".
Hoogbouw nog slechts
een kwestie van wennen
AMSTERDAM - Hoog, hoger,
hoogst. De Delftse Poort in Rotter
dam (151 meter) is nog niet af,
maar de volgende kanjer van een
toren dient zich al aan, de Larmag-
toren (210 meter) in Amsterdam.
Na de flatkater uit de jaren zestig
en zeventig is hoogbouw in Neder
land weer uit het verdomhoekje.
Hoogbouw is niet nieuw. Het neerzetten
van torens die tot in de hemel reiken is
een menselijk verlangen dat al veel
eerder bestond dan in de twintigste
eeuw. In het half-mythische verhaal van
de Toren van Babel kwam die wens al
naar voren. In het Europa van de mid
deleeuwen werden in veel plaatsen ka
thedralen gebouwd. Volgens architec
tuurhistoricus T. van Leeuwen waren
dat geen produkten van een devote gees
telijkheid om een plaats in de hemel te
verdienen. „Het waren stedelijke onder
nemingen die tot doel hadden de buren
de loef af te steken. Kathedralen waren
prestige-objecten van de stad en haar
burgers. Om elkaar te overtreffen in aan
zien werden de torens steeds hoger en
fragieler, tot instortingsgevaar toe".
Ook in Nederland bouwde iedere stad
van enige betekenis één of meerdere to
rens. Indrukwekkende voorbeelden zijn
de Dom in Utrecht en de Nieuwe Kerk
in Delft. Maar Nederland heeft een
slechte ondergrond om op te bouwen.
De kerktorens verzakten op sommige
plaatsen vrijwel onmiddellijk. „De slech-
Ranglijst
hoogste gebouwen
ter wereld:
(A) CN-toren, Toronto, Canada 1
Empire State Building, New York, Amerika 3
Eiffeltoren, Parijs, Frankrijk 5
0 Larmag Tower, Amsterdam11
Euromast, Rotterdam 15
te ervaringen met het zakkingsgedrag
van kerktorens hadden tot gevolg dat
vele torens hun uiteindelijke hoogte niet
verkregen. Dat zijn de stompe torens,
vooral in het westen en noorden van het
land te zien, bijvoorbeeld de toren in
Leeuwarden. In die gebieden is de grond
het meest samendrukbaar", legt profes
sor ir. A. van Weele uit. Torens op een
goede ondergrond zijn wel op volle
hoogte afgebouwd, bijvoorbeeld in
Utrecht, Rhenen en Groningen.
Verzakkingen van één twee meter in
de loop van eeuwen komen voor. Kijk
naar de Nieuwe Kerk in Delft, die oor
spronkelijk een eerbiedwaardige toegang-
strap had om vanaf de Markt het ge
bouw binnen te treden. Nu ligt de kerk
vloer lager dan het marktplein en moet
een trap worden afgedaald om de kerk
binnen te komen. Zo erg zakken wolken
krabbers met de huidige technische mo
gelijkheden niet meer. Zonder uitvoerig
grondonderzoek op grote diepte gaat
geen paal voor hoogbouw de grond in.
Een vaste zandlaag is op twintig meter
diepte meestal wel bereikt. Maar dan
nog moet er rekening worden gehouden
met een verzakking van zo'n tien twin
tig centimeter.
Het Weena is al jaren het gebied waar
economisch Rotterdam zijn spierballen
toont. Zelfs woontorens gaan daar een
flink stuk de lucht in. De nieuwste aan
het Weena is 104 meter hoog (35 verdie
pingen). Uiteraard horen bij technische
hoogstandjes cijfertjes: het gebouw is on
derheid met 136 betonpalen van ruim
27 meter lengte. De Delftse Poort, beter
bekend als het kantoor van Nationale-
Nederlanden, weegt 150.000 ton. De me
tro doorkruist het terrein op een diepte
van vier tot tien meter. De metrobuis
mag in de loop van decennia niet meer
dan 15 millimeter zakken. Wordt het
wel meer, dan moet de buis met vijzels
worden opgekrikt. De twee kantoorto
rens van 151 en 93 meter hoog zijn
daarom aan weerszijden van de metro
geplaatst. Ze staan door middel van 18
meter hoge kolommen los van de onder
bouw.
Volgens een woordvoerder van de verze
keringsmaatschappij is het toeval dat het
gebouw zo hoog is geworden. Het was
puur een kwestie van een klein terrein,
maar een grote behoefte aan ruimte. De
enige oplossing is dan de lucht in. Lar
mag Investments (van de in Nederland
woonachtige Zweed Lars-Erik Magnus-
son), bouwer van 'de raket' in Teleport
Amsterdam bij station Sloterdijk, doet
het er echter om. De Larmag-toren moet
de hoogste van Nederland worden, an
ders hoeft het niet. „Zo'n gebouw heeft
prestige. Gebruikers zijn bereid te beta
len voor zoiets als het mooiste of hoog
ste gebouw. Bovendien vergroot zo'n ge
bouw het prestige van Amsterdam", mo
tiveert woordvoerder W. Berkel. Daar
om liggen de huren voor een topverdie-
ping op 1000 gulden per vierkante me
ter. Nog goedkoop, vergeleken met Lon
den of Parijs waar vanaf 1500 gulden
per vierkante meter wordt verhuurd op
een vergelijkbare locatie.
ue oorspronkelijke plannen voor de
Larmag-toren gingen uit van 280 meter
hoogte. De Rijksluchtvaartdienst stak
daar echter een stokje voor. Schiphol is
zonder obstakels nu eenmaal aantrekke
lijker als luchthaven. De aangepaste
plannen tonen een gebouw van 187 me
ter hoog met een antenne van 23 meter.
De kolos vergt een investering van ruim
350 miljoen gulden. Het bouwen neemt
zo'n drie jaar in beslag.
Het meest verbazingwekkende aan de
Larmag-toren is eigenlijk niet de hoogte,
maar de geruisloosheid waarmee Am
sterdam haar goedkeuring gaf. Een jour
nalist van De Volkskrant vroeg zich ver
twijfeld af wat er toch met de stad aan
de hand is. En mijmerde over de actie
groepen Zij aan Zij voor een tunnel on
der het IJ of Kont aan Kont voor be
houd van de Pont.
De Amsterdamse raad voor stadsont
wikkeling is, gelukkig maar voor de te
leurgestelde journalist, een van de tegen
voeters. „De toren is van Alkmaar tot
Utrecht te zien. Overigens doet het er
weinig toe of zo'n toren in Sloterdijk of
in Zuid staat, hij blijft van heinde en
verre dominant. Verder zal het gebied
rondom Sloterdijk te maken krijgen met
slagschaduwen en visuele overmacht die
voor andere vestigingen niet positief zal
werken. De prijs is voor ons te hoog",
luidt het negatieve advies van de raad.
De prijs van het afwijzen van de toren
blijkt voor de gemeenteraad echter te
hoog. Larmag is namelijk in het bezit
van een stuk grond dat nodig is voor de
toekomstige uitbreiding van het station
Sloterdijk. De geschatte kosten van ont
eigening van de strook bedragen 40 mil
joen gulden. Bovendien zou er vertra
ging in de plannen voor uitbreiding van
het railnet optreden. Nu wil de project
ontwikkelaar het lapje grond wel ruilen,
zolang hij zijn wolkenkrabber mag bou
wen. Rest Amsterdam niets anders dan
toestemming te verlenen. Waarmee het
200 meter record in Nederland wordt ge
broken.
Zijn de grenzen in Nederland voor
hoogbouw al bereikt? Nog lang niet. De
slappe bodem in de Randstad kan 300
meter hoogte ook nog wel torsen, zegt
Van Weele. Of hoogbouw wel zo nodig
is, dat is de vraag. „De Nederlandse stad
heeft nogal een laag-bij-de-grondse tradi
tie. De Nederlandse stad is compact:
panden staan schouder aan schouder
aan een smalle straat. Dé methode om
de beschikbare grond zoveel mogelj J
benutten. Grote pleinen en grandioj
nen, die in het buitenland vele sl.
kenmerken, ontbreken nagenoeg", irrv c
ir. R. Smook (HBM, Rijswijk) op.
Ir. S. Buijs van de Rijksplanolog
dienst voegt daar aan toe dat lage gï^ANK
prijzen hoogbouw niet noodzakelijk^
ken. „Ruimtelijk gezien is Nedef
eerder een stad dan een land. De iPs
structuur maakt een groot deel vaPnrad,
Nederlandse oppervlak perfect btfirijvei
baar. Nederland kent ook een volnjn de
planningsysteem. Tijdig wordt aan,e(jeSp
vraag voldaan, schaarste kan nauvv(nfipi
ontstaan. Dat is de reden waarom J;
bouw schaars is. Ook al heeft Nedep hele
na Bangladesh de hoogste bevolMld, tij<
dichtheid ter wereld". lal wei
Wat voor motief blijft dan over L [n
hoogbouw, juist, puur prestige. Een.L j
veer waar de Nederlander nog aan r.
wennen. „We zijn behept met een
platte mentaliteit. Het zichzelf presPUUt,
ren met echt bijzondere bouwvormiL
structuren wordt niet echt gewaardr Drofel
Het zich onderscheiden van ana *j)el
door het gebouw waarin men wooLt" zc
werkt, past niet in de Nederlandse v -
aard. Nederland kent immers ook
paleizen. Dat zijn hier niet anders
wat groot uitgevallen burgerwoni
Hoogbouw past niet in Nederland.jDOjjt;e-
zit in vredesnaam te wachten op^
bosje verticale accenten aan de IJ-C
in Amsterdam. Hoogbouw omwilla
de hoogbouw moet worden vol j j-
men", vindt Smook. cJ^n c
imens i
tot de
Nog altijd stelt de Nederlandse |heid b
bouw vergeleken met die in AmeriL^gj-^e
grote Europese steden niets vooifopa
Amerikanen kijken al sinds 1931 aale
gen het Empire State Building (44}). ^00
ter) in New York. De hoogste kantq jever
ren ter wereld, de Sears Tower in
go, meet 520 meter. Er wordt in di
stad gewerkt aan een nog hogere,
glin-Beitler Tower (600 meter),
dan 610 meter bouwen kan eigenlijl
in Amerika. Het luchtruim is van;
hoogte eigendom van de overhei
wordt gecontroleerd. Het aanvragei u
een vergunning mag wel, maar ii""?
loos. R. Nilsson, directeur van de L
rikaanse Turner Corporation, be'"
dat de technologie al klaar is voi
gebouw van één kilometer hoog.
gens Nilsson zijn de grenzen aan
bouw alleen nog psychologisch var
Het is slechts een kwestie van wenf
d. Kc
in pc
bew
in es«
I in hi