'finale Jadranka Porter, gevangene van vrees en lef Bloederige beelden is goedkoop sentiment MA OKT THOM VINK, OORLOGSSCHILDER IN IRAK, EXPOSEERT 18 in twi Ex-i agga o| „Je DELFT - Liever had hij nog wat meer tijd gehad en de expositie groter ge maakt, maar nu de doeken eenmaal han gen is hij toch redelijk tevreden met het resultaat: drie grote 'collages' met daar om heen tien kleinere schilderijen. „De schilderijen zijn op zichzelf staande tafe relen die ik heb vastgelegd, en zoals ik ze nu heb opgehangen vormen ze samen een indruk van de Kurdische vluchtelin genkampen in Noord-Irak", legt de Leidse kunstenaar Thom Vink (26) uit. In mei vertrok hij, in opdracht van het Legermuseum in Delft, voor twee weken naar het lie geniehulpbataljon in het Iraakse Zakho. Het bataljon maakte deel uit van een internationale troepenmacht die humanitaire hulp verschafte aan Kurdische vluchtelingen. Vinks op dracht: een artistieke presentatie van de activiteiten van de Nederlandse troepen. Vink maakte een aantal tekeningen en veel foto's, die hij later gebruikte voor zijn schilderijen. Gisteren werd de ten toonstelling in het Legermuseum in Delft geopend. „Ik ben er net mee klaar, de lijstjes zijn er pas deze week omheen gegaan, aldus Vink. „Het ging allemaal vreselijk snel, 12 juni kwam ik terug, en eigenlijk heb ik de eerste anderhalve maand alleen maar zitten peinzen hoe ik het zou aan pakken. Het liefst had ik vijf grote colla ges gemaakt. Maar daar had ik de tijd niet voor en op gegeven moment moet je een beslissing nemen". Om het beeld van de kampen te comple teren heeft hij naast de schilderijen een aantal tekeningen, foto's en etsen opge hangen. „Het was wel een beetje een rare op dracht", vindt Vink, die voor de gele genheid tot sergeant werd gebombar deerd. „Ik had helemaal niets met het le ger. Voor militaire dienst werd ik uitge loot, anders had ik voor vervangende dienstplicht gekozen". 'Zijn' bataljon had een humanitaire missie, beelden van gevechten ontbreken. „Er werd in onze nabije omgeving niet gevochten. We hebben één keer een alarm meegemaakt. Toen had ik wel meteen zoiets van: o, jé, ik wil naar huis", glimlacht de kun- stenaar. „Ik had schokkender ding< kunnen schilderen, maar dan krijg je i voorbeeld iemand met vreselijke branc wonden of bloedende wonden op ee brancard. Dat vind ik inspelen op goeqand koop sentiment". De oorlogsschilder - hij grinnikt bij h< woord - legde dus met name indrukke van de omgeving vast, zinderende zanc massa's, soldaten met gasmaskers, eel kapotte truck, Kurdische mensen. In de twee weken hield hij een dagb< bij, dat als uitgangspunt diende drie etsen, composities van kleine tekel ningen met trefwoorden: dorst, blaren) wachten, 40 graden in de schaduw, Dyi bakir. „Etsen vind ik het leukst, maar il had het al een tijdje niet meer gedaan ei je moet in spiegelschrift schrijven", ver ontschuldigt hij zich voor het wat onbe holpen handschrift. Vink hoopt dat eei aantal van zijn werken in de permanent! tentoonstelling van het museum wordf opgenomen. „Maar we hebben nog geeiDui concrete afspraken. Voor hetzelfde gek belandt het ergens in een kelder". AMSTERDAM - „Het belang van mijn relaas, zit 'm denk ik in het feit dat het een heel persoonlijk verslag is van de bezetting van Ku- wayt. Natuurlijk is de wereld des tijds overstroomd met nieuwsver- halen en analyses. Maar mijn boek is een gedetailleerde beschrijving van gevoelens van mensen die er midden in zaten, reacties op de ge beurtenissen. Geplaatst in histori sche context natuurlijk. Ik had het gevoel dat ik historie meemaakte. Daarom ook, vond ik dat de ge beurtenissen meer aandacht ver dienden dan een reeks artikelen. En daar komt bij, iedere journalist droomt ervan ooit een boek te schrijven". De droom van Jadranka Porter (41), tot de Iraakse invasie in Kuwayt journaliste bij The Arab Times, is waarheid gewor den: deze maand kwam in Nederland haar boek 'Tussen moed en angst, de er varingen van een vrouw in bezet Ku wayt' uit. Ze is even in Nederland om haar eerstgeborene persoonlijk op de markt te brengen. Het relaas is gebaseerd op zes schriften met aantekeningen die Porter bijhield vanaf het begin van de invasie tot haar vertrek in maart, op brieven die ze schreef en op een aantal telefoongesprek ken. „Het schrijven was een therapeuti sche bezigheid. Toen ik met het boek be zig was en alle angstige momenten nog een keer doormaakte, toen begon het proces van verwerking, denk ik. Maar ook het bijhouden van de aantekeningen tijdens de bezetting hielp om de zinnen te verzetten". Op het moment dat de Irakezen op 2 au gustus 1990 Kuwayt binnenvielen, was ze volledig overrompeld. „In die dagen waren Irak en Kuwayt bondgenoten, en hoewel we wel wisten dat het niet alle maal koek en ei was, had ik dit nooit verwacht. De Kuwaytse regering was van nature zwijgzaam; van journalisten werd verwacht dat ze op de hoogte wa ren van de richtlijnen en dat ze onder werpen die als gevoelig werden be schouwd, vermeden. Een bloedeloze be richtgeving was het gevolg", aldus Por ter. En ze vervolgt: „Van de bevolking van het vooroorlogse Kuwayt, was meer dan de helft immigranten van verschil lende nationaliteiten. Zij leefden in overvloed en hét gevolg was dat ze, hoe wel Kuwayt een gebied was waar wel va ker een omwenteling dreigde, maar al te graag een andere kant opkeken en ne geerden wat hun niet aanging".Door haar werk kwam Porter in contact met een dwarsdoorsnede van mensen van al lerlei nationaliteiten, ze maakte geregeld diplomatieke cocktail rondes, ontmoette hoge militairen. „Omdat ik toegang had tot die kringen, dacht ik dat ik goed op de hoogte was. Maar toen de Irakezen binnenvielen, bleek dat ik niet beter was voorbereid dan de andere immigran- DE ERVARINGEN VAN EEN JOURNALISTE IN BEZET KUWAYT Rechts: Kuwayt- stad, na de oorlog. Het land is bezig met de wederopbouw, maar het gaat langzaam. FOTO: AP Porter - Joegoslavische van origine en Britse door een eerder huwelijk - woon de in Kuwayt samen met een Ameri kaanse militair adviseur van het minis terie van defensie. Enige telefoontjes naar de verschillende ambassades leert hen dat ze maar beter binnen kunnen blijven: „Het besef dat we gevangenen waren, begon langzaam tot ons door te dringen. Later op de dag kwam het nieuws waar ik het bangst voor was: Iraakse soldaten waren begonnen met het oppakken van mensen met de Britse en Amerikaanse nationaliteit". Vluchtroutes Er volgt een periode van geruchten, pa niek, angst, van het pakken van tassen en uitstippelen van vluchtroutes. Dan valt The Arab Times op de mat, met de kop 'Het is allemaal voorbij". Hoop leeft op. Valse hoop, helaas. „Het was inderdaad voorbij, voorbij voor Ku- wayt". Voorlopig blijven ze waar ze zijn. Van dag tot dag doet Porter verslag van de (wan)hoop, het hamsteren, het eten, hun ruzies. Het is een dappere poging de sfeer van gespannen sleur weer te geven die ontstaat tussen twee bange mensen die opgesloten zitten in hun apparte ment, maar af en toe dringt de wrevel zich aan de lezer op als er weer een zin begint in de trant van 'opgestaan, plas gedaan'. Bovendien lijkt Porter zich opeens niets meer gelegen te laten liggen aan het feit dat ze journaliste is. Voelde ze dan niet de behoefte op dat moment iets te doen met de informatie die haar - zij het mondjesmaat - bereikte? Ze reageert een beetje verbaasd. „Je kunt je het niet voorstellen hoe het is als je er zelf zit. Iedere beslissing die je neemt kan er een van leven of dood zijn. Bovendien liep Clem (haar vriend, red.) nog meer ge vaar dan ikzelf, door zijn hoge militaire positie en het feit dat hij zwart is en wil de ik hem geen onnodig risico laten lo pen. Ik leefde, had mijn huis in Kuwayt. Andere journalisten, zoals de Nederland se Hetty Lubberding, waren in verband met de crisis naar Kuwayt gestuurd, zij werden beschermd door hun werkgevers, het ei^ste dat hen kon overkomen, was dat zij terug naar huis werden gezon den". „Ik heb wel aanbiedingen gehad, een vriend van de BBC-radio belde op om te vragen of ik geen radioverslag wilde doen. In eerste instantie zegde ik toe, maar onder druk van vele vrienden en kennissen in Kuwayt, die bang waren dat zij naar aanleiding van mijn relaas in moeilijkheden zouden komen, heb ik het weer afgezegd". En even later, verde digend: „Toen ik werd gearresteerd door de Irakezen, maar even later weer werd vrijgelaten, vermoedde ik dat het gevaar voor mij toch niet zo groot was als ik had gedacht. Toen heb ik een aantal stukken geschreven en die via diploma ten het land uitgesmokkeld. Ze zijn ver schenen in de Sunday Times". Gijzelaars Het relaas van de arrestatie van Porter en haar partner brengt het verhaal, zo halverwege het boek, een beetje in een stroomversnelling. Na een kort verhoor mag Porter naar huis. Ze heeft haar Brit se paspoort verborgen en volgehouden dat ze Joegoslavische is. Dit blijkt ach teraf haar redding: Clem wordt als Ame rikaanse gijzelaar vast gehouden in een hotel en een paar dagen later overge bracht naar Bagdad. Na een periode van volslagen apathie, besluit ze mee te gaan helpen in de gemeenschap van onder duikers; ze weet inmiddels dat ze zelf wat meer vrijheid heeft, brengt voedsel en post rond aan onder andere Britse vluchtelingen, probeert de stemming on der hen wat op peil te houden. Porter, die zichzelf in het begin van haar boek af en toe met haast pijnlijke eerlijkheid afschildert als een tuttige hysterica, lijkt op dit punt uit te groeien tot een ware heldin. Ze ontkent, afgemeten. „Ik had zelf zwaar geleund op hulp van buiten af en wilde nu mijn steentje bijdragen. Toen ik me bij het onofficiële netwerk van helpers voegde, was dat net zo zeer een reactie op telefoontjes van mensen die in de problemen zaten als eigen initi atief'. Langzaam maar zeker nadert 15 januari, de datum van het ultimatum dat Bush Irak heeft gesteld. „We zaten met onge duld te wachten op actie, 's Nachts hoor den we nog steeds afweergeschut en steeds meer westerlingen werden opge pakt en als gijzelaars gebruikt. Veel van hen werden verraden door buren, vroe 'ar gere collega's en plunderaars". In haar boek schrijft ze: 'Op gegevei moment besloten we het beste van de si tuatie te maken, en te lachen om het be sef dat de gijzelaars in feite door dri partijen werden gebruikt: door de Irake zen om de oorlog te voorkomen, door d< Kuwayti's om de oorlog uit te lokken, ei door Bush als excuus om de oorlog t< beginnen. Als onze dagen dan toch ge teld waren, dan moesten we ons maar t< buiten gaan aan de geneugten des levens met name op het gastronomische vlak' De louteringen waren dus voor hen me name van psychische aard en Porte EES- geeft toe dat ze zich zo af en toe wel wa inne schaamden voor de betrekkelijke weeldt jite waarin zij leefden. Van het KuwaytsU'DE verzet, de gewelddaden en de martel in gen door de Irakezen hoort zij pas vee,EER later en altijd uit de tweede hand. uns por Wederopbouw Als de gijzelaars - onder wie uiteinde, lijk ook Porters vriend - door Saddam worden vrijgelaten en de meesten de t wijk kiezen naar veiliger oorden, beslui _j| Porter te blijven 'om het helemaal mee ujni te maken'. Ze geeft toe: „Op het mo- nq ment dat ik op het vliegveld stond om^ vrienden uit te zwaaien, bekroop rne)m« opeens de twijfel: was ik niet wat over moedig geworden, werd ik niet eigenlijk Vjn „De oorlog brak aan, ik lag de hele dag UK op de bank om zo weinig mogelijk van_ CNN te missen. Het was absurd: de oor log was begonnen om Kuwayt te bevrij-feel den, maar als Kuwayt al werd genoemd, dan was dat in het voorbijgaan. EenOO maand later kondigde Irak de terugtrek- tot king aan, nog een maand later vertrok ikjrhi uit Kuwayt". De lezer blijft achter, metjnd; een hoop onbeantwoorde vragen. Overrige het verloop van de strijd, het verzet, de>n i oorlogsslachtoffers, de economischere schade, de houding van de PLO, rept^g Porter geen woord. Met opzet, verklaartjn i ze. 'Human interest' staat bij haar voor-|taa op. „Politieke analyses mogen anderent G voor hun rekening nemen".- bp[ Kuwayt is bezig aan de wederopbouw.Ie a Porter wil wel terug, maar tot nu toe isfaa het niet gelukt een visum te krijgen. Zeiree heeft het idee dat het land actief bezig is a de toevloed van buitenlanders te weren:! „Het wil geen ekka voor immigranten| meer zijn". Concrete plannen voor de toekomstl heeft ze niet. Haar ouders wonen nog inl Belgrado, Joegoslavië, alwaar ze de laat-ï ste twee maanden onder meer verslag® heeft gedaan van de burgeroorlog voor1 de Glasgow Herald. Onderwerp voor een volgend boek? „Nee. Ik weet nog niet wat ik ga doen. Ik heb een beetje het ge voel dat ik op een kruispunt in mijn le ven ben aangeland, ik wil een welover-| wogen beslissing nemen. Eigenlijk is hetfi allemaal heel snel gegaan en heb ik het| gevoel dat ik van de ene oorlog in de an-1 dere rol". Jadranka Porter Tussen moed en angst Prijs 24,90 Oorspronkelijke titel: Under siege in Ku- m wait A.W.Bruna Uitgevers BV ISBN 90 229 8028 6 ■Ëeidóe&Hi/uuit'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 32