.ange mensen moeten vaker bukken
toning vol
'oorden 'van
len Heere'
M
Met priem kijken
of een huis goed is
- ouwwereld terughoudend met aanpassen hoogte woningen
|oor INEKE BATS
let begon allemaal op een
■ijaardagspartijtje zo'n zeven
ir geleden. Ontevredenheid
iet hun huidige vorm van
onen was de drijfveer. Die
wee factoren, het feestje en
e onvrede, resulteerden in
et project Anders Wonen in
lelft. „Niet blij in een rij", zo
nschrijft de voorzitter van
nders Wonen, J.W. van
ruif, zijn ontevredenheid,
aarmee doelend op de
jtjeshuizen. Het kon anders,
onen zoals het individu het
il. Huizen voor
irschillende mensen. Lang,
irt, gehandicapt of niet:
oningen die geschikt zijn
ior iedereen. Een schot in
roos in een samenleving
aar de steeds langer
ordende bevolking, de
eeds individualiserende
aatschappij en de
jrgrijzing geen aansluiting
meer vinden op het huidige
verstarde woningaanbod.
„Als de woningbouw blijft weige
ren in te spelen op de steeds langer
wordende mens of mensen met
een handicap, dan zullen de mees
te woningen die nu gebouwd wor
den oncomfortabel en zelfs gevaar
lijk worden". Aan het woord is J.
Molenbroek, die binnenkort hoopt
te promoveren aan de Technische
Universiteit te Delft op het onder
werp 'menselijke vorm en afme
tingen in relatie tot de consument
en goederen'. „Omdat een huis een
langdurig goed is, gemiddeld vijf
tig jaar meegaat, moet de woning
op z'n minst zo gebouwd worden
dat allerlei soorten mensen er on
gehinderd kunnen bewegen, en
dus ook hele lange mensen",
merkt Molenbroek op.
Reuzengroel
Dat de Nederlander steeds langer
wordt is een feit. De in 1989 gepu
bliceerde cijfers over de bevol
kingsgroei spreken boekdelen. Per
jaar worden jongens gemiddeld 1,6
millimeter langer. Met een gemid
delde lengte van 1.90 meter voor
jongens en 1.80 meter voor meisjes
op dit moment is het moeilijk in te
schatten waar de 'reuzengroei' ein
digt.
Het zou dan ook logisch zijn wan
neer de huizenbouwers in Neder
land bij hun ontwerpen met deze
cijfers rekening houden. Maar zo
liggen de zaken blijkbaar niet.
Volgens het hoofd van de afdeling
Onderzoek Kwaliteitszorg van
het ministerie van volkshuisves
ting, L. Huibregtse, is regelgeving
hoe een huis te bouwen „tegen
woordig uit den boze". „Er is de
laatste jaren een maatschappelijke
discussie gaande in de richting van
zo min mogelijk regelingen om
trent woningbouw. Dus daar heb
ben wij in onze nieuwe model
bouwverordening gehoor aan ge
geven", zo verklaart Huibregtse.
H Schaek, directeur van Cwobeo
(stichting Collectieve woonvormen
en buurteconomie in ontwikke
ling), de ideële projectontwikke
laar achter Anders Wonen, vindt
dit „in de grond juist", maar be
twijfelt of het zo werkt. „Als er in
derdaad weinig regelingen moeten
zijn waarom dan een nieuwe mo
delbouwverordening die zeer ge
detailleerd is?" Schaek pleit daar
om voor een beperkte normering
die aangepast is aan de meest re
cente cijfers en ontwikkelingen.
„Die normering houdt juist wel
hoogtes en breedtes in van pla
fonds en deuren omdat op basis
hiervan de aannemerswereld ko
zijnen, deuren etcetera maakt.
Maar dat is nou juist niet geregeld.
In de nieuwe modelbouwverordë-
ning staat alleen een richtlijn die
de hoogte van de deuren aangeeft,
maar daarnaast staat vermeld dat
de ontwerper naar eigen inzicht
daar rekening mee mag houden.
En juist omdat die hoogtes niet
verplicht worden, blijft alles bij
het oude omdat er geen wettelijke
norm is", legt Schaek uit.
Geheim
De Vereniging Nederlandse Ge
meenten (VNG) die voor de nieu
we modelbouwverordening nauw
heeft samengewerkt met het mi
nisterie van volkshuisvesting
vindt het standaard aanpassen van
huizen aan de alsmaar groeiende
Nederlander niet haalbaar. „Dat is
veel te duur", en noemt met name
de materiaalkosten die uit de pan
ten worden steeds langer, maar de bouwwereld speelt daar nauwelijks op in.
foto: dijkstra
gaan rijzen, aldus beleidsmedewer
ker H. Marinus van de afdeling
Volkshuisvesting en Bouwzaken
van de VNG. „Bovendien voldoen
de huidige maten uitstekend".
Ook dit argument weerlegt de di
recteur van Cwobeo. „Men denkt
dat het duur is. Maar ja, wat wil je
als ambtenaren gaan informeren
bij de aannemers. Die aannemers
zeggen natuurlijk: aanpassen is
duur. Maar dat komt omdat ze ook
van die standaardmaat uitgaan.
Maak die maat wettelijk hoger en
breder, dan is het even duurder
om het grootschalig in te voeren,
maar daarna niet meer", pareert
Schaek.
Het project Anders Wonen toont
dit ook aan. De deuropeningen zijn
standaard 2.20 meter en de hoogte
tussen de vloer en het plafond is
standaard 2.80 meter. Terwijl de
modelbouwverordening spreekt
over richtlijnen van 2.10 meter (de
kozijnhoogte in de meeste huizen
is nu 2.01 meter) en van minimaal
2.40 meter tussen twee plafonds,
dezelfde maten als nu.
Maar ondanks de grotere maten is
het project helemaal niet duurder.
„De 43 woningen zijn betaalbaar
voor modale inkomens. Dat was
ook het streven: betaalbaar voor
alle lagen van de bevolking.
Maandlasten naar draagkracht is
het geheim. Bovendien is er met
vormgeving gespeeld, niet beknib
beld op ruimtes of wat dan ook".
Wie in dit wooncomplex meer ver
dient, betaalt ook meer", aldus
voorzitter Van Kruif van de An
ders Wonen, die zelf ook al een
huis in het project aan de Van der
Dussenweg heeft gereserveerd.
Geruisloos
Rob Bruintjes, 2.21 lang en voorzit
ter van de Stichting Languit is ex
treem lang en daarom bij uitstek
geschikt om te vertellen wat het is
om als lang mens in een te lage
omgeving te functioneren. „Ik
stoot steevast overal mijn hoofd.
Als ik kook kan ik vanwege de af
zuigkap niet in de pan kijken en
zit ik op het toilet dan steken mijn
knieën er aan de andere kant van
de deur uit", vertelt hij serieus.
Lachwekkend op het eerste ge
zicht, maar eigenlijk triest. Nu is
Bruintjes nog een uitzondering,
maar de voorspellingen zijn som
ber. Als je het als somber wil in
terpreteren.
De beddenindustrie ziet het in ie
der geval niet als een probleem.
Auping, beddenspecialist van
oudsher, rekent voor een bed van
2.20 meter dezelfde prijs als voor
eentje van 1.80 meter Ook de dek
bedden groeien geruisloos en zon
der schokkende prijsverhogingen
mee. „Hieraan kun je dus al zien
dat het absurd is dat in de bouw
wereld zo moeilijk wordt gedaan
over het verhogen van de pla
fonds, deuren en openingen", zo
merkt H. Schaek op. „Kortom,
aanpasbaar wonen is alleen een
kwestie van inzet, creativiteit en
uwenaar verzamelt
irden met stichtelijke teksten
cxcrnplai
en Marok
afmeting
combine
•■opvatting
Tien kijke
Herman van de Pavoordt bij zijn verzameling barden met stichtelijke teksten. Zoals: 'Hij heelt ieder ding
schoongemaakt op Zijn tijd'. fqtö: martin drooo
I LUCY BEKER
|oma in de huiskamer hing
!ger zo'n houten bordje
|t een godvruchtige tekst,
t klagen, maar dragen en
len om kracht',
nwoordig zie je het niet
f meer in huiskamers,
bij Gouwenaar Herman
de Pavoordt hangen ze
on in de gang.
één, niet twee, maar ettelij-
*ientallen. Hij heeft er een
teling van gemaakt en die
inmiddels zo'n 250 houten
i met een ingebrande,
•lijke teksten,
zie het als een soort volks-
iur, die aan het verdwijnen
daarom is het zo interessant
het te bewaren", meent Van
"'avoordt, in het dagelijks le-
u directeur van de Goudse
ze aktiel° «uitleen.
ctober 195 sschien is deze hobby wel
tegenhanger voor de echte
st, waar ik de hele dag in zit.
&t ik ben zelf niet eens pro
mts en dat zijn die bordjes
3 gj Ik ben nota bene van katho
lieken huize. Bij de katholieken
kwam je dit niet tegen. Zo'n
bordje is echt calvinistisch. De
mensen moesten herinnerd wor
den aan het woord van de Heer".
Langzaam lopend in de brede
gang van zijn herenhuis lezen
we op de bordjes teksten, die er
niet om liegen. Ze variëren van
het simpele 'Vertrouw op God'
tot het uitgebreide 'Welgelukza
lig is een ieder, die den Heere
vreest'. De verzameling omvat
borden in alle soorten en maten:
in Jugendstil en ook in Art
Deco-stijl, in de vorm van hoefij
zers of versierd met bloemetjes.
„En niet alleen aronskelken,
maar soms ook heel frivole bloe
metjes, zoals klaprozen en leliet
jes der dalen". Die bloemen om-
ranken soms zelfs een modern
klinkende tekst als: 'Wentel
uwen weg op den Heere en ver
trouw op Hem, Hij zal het ma
ken'.
Curieus
Andere teksten hebben iets cu
rieus. Van de Pavoordt leest zelf
het vierregelig gedicht. „Kijk,
hier heb ik al zo lang over lopen
piekeren. Er staat:
'Rust aan 't einde van den tijd,
vond geen stervling zonder
strijd,
zij die thans in Galem wonen,
droegen hier hun doornenkro
nen'.
Hij vevolgi: „Galem, daar zal de
hemel wel mee bedoeld worden.
Maar ik kan dat woord nergens
terugvinden".
Van de Pavoordt is nog steeds
zeer geïntrigeerd door de tek
sten. „Hier heb ik nog een ijzer-
sterke, mijn vrouw en ik vinden
zelfs dat het iets erotisch heeft:
Verlustig u in den Heere, zoo zal
hij u geven de begeerten uws
harten". „En deze hier", gaat hij
verder, „die snap ik nog steeds
niet: 'De Heere zal uwen uitgang
en uwen ingang bewaren'. Wat
zou dat toch betekenen
Volgens hem was de gewoonte
om zo'n bordje op te hangen ty
pisch Nederlands. Toch heeft hij
ook enkele Duitstalige bordjes en
zelfs een Belgische. Die laatste is
een herdenkingsbord van de
Eerste Wereldoorlog. Er is een
foto van een soldaat bevestigd
boven de tekst: 'Landeken lief 'k
hielp u vrij, met mijn bloed, bid
voor mij'. Het is een uitzonde-
Nerveus
„Om eerlijk te zijn: één zo'n
bordje in je kamer is tegenwoor
dig vrij zielig, maar als het zo'n CadOSU
serie bij elkaar is, wordt het op
een andere manier toch weer
leuk", vindt Van de Pavoordt.
zitten borduren op gezellige
avondjes bij de kachel", stelt hij
zich voor. „Het past niet echt in
mijn verzameling, maar zoiets
kfin je toch niet weggooien?"
stichtelijke teksten te wonen".
De opvallende verzameling be
gon een aantal jaren geleden vrij
toevallig. „Ik kocht een lijst en
daar zat nog een houten bord
in", herinnert Van de Pavoordt
zich. „Daar stond op: 'Arbeid
adelt'. Ik hing het in de wc.
Maar mijn gasten kwamen na
dien met meer van zulke borden
aanzetten en toen kreeg ik de
smaak te pakken. Sindsdien loop
ik altijd te snuffelen op rommel
markten waar ik ze dan voor
een habbekrats krijg. Mensen
komen ook steeds vaker iets
brengen".
Zo kreeg hij een keer van een
oude dame een ingelijste tekst,
die was geborduurd. „Iemand
heeft dus een loodzware tekst
De meeste bordjes dateren uit de
jaren twintig en dertig. Uit eti
ketjes aan de achterkant blijkt
dat zo'n bordje vaak een cadeau
was. 'Ter gedachtenis aan uwe
belijdenis, 6 april 1930'. Of 'Ter
herinnering aan kinderen en
jongelieden 20 sept. 1924'.
Gedeeltelijk onleesbaar gewor
den door de jaren.
De nieuwste exemplaren zijn uit
de jaren vijftig. Daarna was het
geen mode meer om zo'n bordje
in je kamer te hangen. Ze wer
den niet meer gemaakt. Het lijkt
erop dat de verzameling van
Van de Pavoordt het enige is
wat er van rest. Want hij is nog
nooit iemand tegengekomen die
hetzelfde verzamelt.
„Ooit wil ik nog eens een ten
toonstelling organiseren", bekent
Van de Pavoordt. „En dan ope
nen met stemmige muziek en ge
zangen...".
Architect Michaël de Vos: „Alleen een onafhankelijke deskundige kan
de staat van onderhoud van een huis goed aangeven".
foto: hans de bakker
Een huis kopen blijft een hele operatie. „Doe ik het wel goed
zo vraagt de aspirant-koper zich nogal eens af. „En waar haal
ik een goed advies, met name over de kwaliteit en de staat van
het te kopen huis vandaan
„Bij een onafhankelijk architect", reageert Michaël de Vos van
het gelijknamige architecten- en ingenieursbureau. „Dat is een
deskundige, maar geen direct betrokkene".
Een gesprek met iemand, die desnoods in overall en 'gewapend'
met een zaklamp onder de vloer kruipt om bijvoorbeeld de fun
dering te controleren.
door RIEN VAN DEN ANKER
Aan de buitenkant leek het
zo'n leuk stulpje. Zelfs
moeders, die er aanvankelijk
niks voor voelde, ging bij het
zien van dat huis met het
bordje 'te koop' in de tuin
overstag. De ernstige
'verborgen' gebreken werden
vergeten bij het zien van al
die leuke dingen. Zoals die
prachtige open haard (al
bleek later het rookkanaal,
aangelegd door een slechte
doe-het-zelver, zo lek als een
mandje) en die fantastische
badkamer (jammer dat de
afvoer wat ondeskundig was
gemonteerd).
Bovendien had de oude bewoner
de droom compleet gemaakt met
die suggestie om achter het huis
nog een uitbouwtje neer te zetten.
Pas jaren later kwamen ze erach
ter dat dit volgens het bestem
mingplan helemaal niet mocht.
Het zijn mischien extreme voor
beelden, want de meeste huizen,
die van eigenaar verwisselen, zijn
goed. Maar desalniettemin is het
voor aspirant-kopers zaak goed op
te letten, legt Hagenaar Michaël de
Vos in zijn kantoor aan de Oude
Delft in Delft uit. En als architect
weet hij waarover hij praat.
„Voorkomen is zeker in dit soort
gevallen beter dan genezen. Soms
koop je een huis voor je leven".
„Veel mensen die een huis (willen)
kopen", zo vertelt hij, „komen in
eerste instantie in aanraking met
een makelaar. Ofwel de 'eigen',
aan wie de opdracht is verstrekt
om een koophuis te zoeken, ofwel
de makelaar van de verkoper van
het huis. Van de eerste mag je aan
nemen dat hij het goede met je
voor heeft, van de tweede, zakelijk
gesproken niet, want die heeft ei
genlijk alleen maar met zijn op
drachtgever te maken. In principe
zijn dat best deskundige mensen,
maar ze hebben veelal geen full
time bouwkundige scholing gehad.
In hun rapport levert de bouw
kundige staat van het pand meest
al niet meer dan een alinea op",
aldus De Vos. „Veelal bekijken zij
de bouwkundige aspecten op basis
van hun praktijkervaring als ma
kelaar".
Zo bekeken valt de makelaar in
ieder geval af als adviseur voor de
onschuldige en onwetende aspi
rant-koper, die misschien één,
twee of hooguit drie keer in zijn
leven met een dergelijke operatie
krijgt te maken. Om al dat gebrek
aan kennis deels te verzekeren,
was hij echter al eerder lid gewor
den van de Vereniging Eigen Huis.
Want daar zitten de ingehuurde
deskundigen, speciaal voor de le
den. en die zijn bereid om hun
deskundige adviezen te geven als
dat nodig is. Bovendien tegen een
vriendelijke prijs.
De Vos reageert ietwat schamper
lachend. „Ik loop al twintig jaar
rond en bekijk het allemaal met
een open oog. Ik weet dus dat er
daar niet alleen maar deskundigen
rondlopen. Ze zien nog wel eens
iets over het hoofd. Er wordt nogal
met nadruk gelet op uiterlijkhe
den, zoals het schilderwerk en de
goot. Maar een stopcontact open-
schroeven om te controleren of de
draadkleurcodering klopt, is er
vrijwel niet bij. En dat is toch iets
wat het GEB eist. Als je dan de be
drading moet vernieuwen, kan dat
duizenden guldens kosten".
De enige hoop, zo lijkt het, is nog
de onafhankelijke inspecteur die
de bank langs stuurt. Ook die man
moet het nog aan te schaffen ob
ject beoordelen, want mede op ba
sis van zijn rapport zal de bank
zelf bepalen of er überhaupt een
hypotheek wordt afgesloten. Maar
volgens De Vos valt die man even
eens snel af. „Ook deze is natuur
lijk betrokkene, die er namens de
bank belang bij heeft. Hij bepaalt
alleen de executiewaarde van het
pand. En ook bij hem kun je zeg
gen dat zijn checklist niet echt vol
ledig is"
De enige goede keuze is volgens
De Vos dan ook om een echte on
afhankelijke, deskundige, adviseur
in te huren. Iemand die als het
ware door het gebouw heen kan
kijken. Die weet wat er achter de
muren zit en die ook kan aange
ven wat het allemaal gaat kosten
om het weer op te knappen. Ie
mand die bouwkunde en bouw
techniek heeft gestudeerd en die
architect en ingenieur is. Een De
Vos bijvoorbeeld.
„Dat advies van zo'n onafhankelij
ke architect is zeker niet goedko
per dan bij voorbeeld van de Vere
niging Eigen Huis, maar dan heb
je wel iets waar je echt mee verder
kunt. En voor zo'n deskundig rap
port moet je dus ook betalen. Af
hankelijk van het aantal uren, zjt
je gemiddeld op een bedrag tussen
de 300 en 500 gulden. Maar dan
heb je wel iets degelijks, waarmee
je een goede beslissing kunt ne
men. En als je het op de langere
termijn bekijkt, betaalt zo'n advies
zichzelf terug".
Grondig
Iemand die De Vos in zijn rol als
buitenstaander inhuurt, moet ook
beseffen dat hij grondig te werk
gaat. Niks alleen maar in en rond
de woning lopen. Als het nodig is,
gaat de overall aan en wordt de
kruipruimte bekeken. Ook de
priem of schroevendraaier is bij de
hand. want rotte dakgoten of
raamkozijnen worden door hem
eerst eventjes doorgeprikt. De
structief onderzoek noemt hij dat.
„Waarbij wel eerst even toestem
ming van de eignaar moet worden
gevraagd".
Na zo'n uitvoerig onderzoek vind
De Vos, dat hij verantwoordelijk is
voor zijn rapport. En dat hij dus
ook in zekere zin aansprakelijk is.
„Dat betekent niet dat men mij
kan aanspreken als na enige jaren
de goot gaat lekken. Maar als ik
een volslagen rotte balk over het
hoofd zie, dan had ik die wel
moeten herkennen".
De Vos ziet er niets in dat huizen
bezitters hun onderkomen regel
matig, net als de auto, zouden
moeten laten keuren. Veel dingen
die er aan een woning mankeren,
zijn aan de buitenkant zichtbaar.
Temperatuurschommelingen,
weer', regen, vocht, winddruk,
beestjes en planten 'werken' vrij
wel altijd aan de buitenkant van
het huis.
„Veel van die zaken zien de bewo
ners zelf wel, dus hoef je niet aan
planmatig onderhoud te doen. Je
moet ook geen dingen gaan ver
vangen of verwijderen ais ze nog
niet kapot of versleten zijn. Maar
je kunt wel een plan maken, waar
bij je aangeeft hoe lang bepaalde
dingen nog mee gaan, voor het
echt te laat is".