Spelen met daklicht Trek naar de stad door veranderde levensstijl Slapen op rollen Ondervinding is de op één na beste leermeester. BQBIünGEllllllimi door CLARISSE BUMA Je ziet het steeds vaker om je heen. Huizen met alle mogelijke glazen dakconstructies, kunststof koepels en serre-achtige balkons. De variëteit is groot. Maar een ding hebben deze contructies in elk geval gemeen: ze brengen op een heel slimme manier een zee van licht in huis. Onontbeerlijk in ons zo sombere, regenachtige klimaat. Toch is er in de woningbouw niets nieuws onder de zon. 'Spelen met licht' lijkt dan wel dé trend te zijn, maar de geschiedenis laat genoeg voorbeelden zien waarbij ook heel vindingrijk gebruik is gemaakt van daglicht. „Kijk maar eens naar het Pantheon, die oude tem pel in Rome. Dit ronde bouwwerk heeft geen ramen in de muren. Het enige licht is het daglicht dat door een cirkelvormige opening in de koepel naar binnen valt. Zeg maar in een hoek van ongeveer 45 graden. Daardoor wordt het hele gebouw verlicht", zegt architect J.F. van Vliet uit Leidschendam. Zijn architectenbureau Van Vlie- t en partners is gespecialiseerd in de luxere woningbopw en dat biedt Van Vliet volop gelegenheid zich uit te leven in de toepassing van natuurlijk licht. „Eigenlijk onderscheiden we twee soorten daglicht", zegt Van Vliet, terwijl hij op papier nog eens uitte kent wat hij bedoelt. „Allereerst heb je daglicht dat door vertikale wanden naar binnen komt. Dat is natuurlijk het meest bekend. Maar de laatste tijd is de toepassing van daklicht dat met name door schui ne daken naar binnen valt, sterk opgekomen. Je kunt wel spreken van een omwenteling en dat heeft vooral té maken met de techniek die het gebruik mogelijk maakt van allerlei aluminium profielen en kunststof beglazing, zodat ook ronde vormen mogelijk zijn". De toepassing van daklicht kan volgens Van Vliet heel interessant zijn. Daklicht heeft namelijk een veel grotere intensiteit dan verti kaal licht. Zo zorgt een kleine ope ning in het plafond al voor een zee van licht. „In de hal van ons kan toor maken we ook gebruik van daklicht. Kijk maar. Het is werke lijk ideaal. Vooral omdat we nogal eens stenen en zo wat betreft kleur moeten vergelijken. Zo hoeven we niet steeds naar buiten. Daklicht zou ook veel meer in winkels moeten worden toegepast. De klanten kunnen dan veel beter be oordelen of bepaalde kleuren wel of niet bij elkaar passen". Maar daklicht heeft meer voorde len. Het heeft niet alleen een gro tere intensiteit dan vertikaal licht. Je kunt er ook ruimtelijk veel meer mee doen, zegt Van Vliet. Zowel aan de binnen- als aan de buitenkant. Door bijvoorbeeld schuine, glazen elementen op het dak te plaatsen, kan het plafond best wat lager blijven, zonder het gevoel te hebben dat het op je valt. „Een gunstige bijkomstigheid is bovendien dat je die glazen ele menten goed kunt gebruiken om juist daar te ventileren; alle warme lucht gaat immers naar boven", al dus de architect. Veel ontwerpen met glazen dak constructies roepen, als je goed kijkt, herinneringen op aan oude fabrieksgebouwen. Denk maar eens aan die ietwat vreemde, 'ge kartelde' daken, waarbij de schui ne zijde van de 'kartel' is dichtge- laten, terwijl door de open, verti kale zijde het daglicht naar binnen valt. Met Van Vliets uitleg ziet het er allemaal ineens een stuk logi scher uit. Zonder dat het felle zon licht rechtstreeks naar binnen valt, hebben de werknemers toch genoeg daglicht op de werkvloer. Een heden ten dage veel toegepast principe in de woningbouw. „Zie je wel", zegt Van Vliet dan ook. „Dat spelen met licht is allemaal niet zo nieuw. We hebben nu al leen veel betere technieken om het toe te passen dan vroeger". Kassenbouw In Leidschendam zijn een paar goede voorbeelden te zien van het creatief benutten van daglicht in de woningbouw. Heel aardig is de bloemenwinkel aan de Oude Trambaan. Zoals bekend hebben bloemen licht nodig, maar felle zon is uit den boze. Van Vliet be dacht een oplossing die geïnspi reerd is, op het eerder genoemde 'karteldak'. Deze vorm van dak licht, gecombineerd met het gewo ne, vertikale daglicht, resulteerde in een lichte, aangename sfeer in de winkel, zonder dat de bloemen in het zonlicht verleppen. Architect Henny Boesten ontwierp voor het architectenbureau in 1987 een bungalow aan de Vliet voor een voormalige tuinder. Voor waarde was dat de sfeer van de kassenbouw bewaard moest blij ven. Geen gemakkelijke opgave, maar Boesten bereikte toch het ge wenste effect door in het midden van de woning over de lengte van de gang een kasachtig dak te plaatsen. Zo werd veel licht in huis gehaald. Een architect kan zich ook uitle ven op scholen, bejaardenhuizen en zelfs kerkgebouwen. Van Vliet ontwierp al in 1965 de Prinsenhof- school in zijn woonplaats. Twee rijen lokalen, met daartussen een binnenplein of binnenhof. „Zo komt er licht door beide zijden van de lokalen naar binnen. De bin nenhof bleef destijds open. Die zou je nu waarschijnlijk met glas over dekken". Een ander voorbeeld van spelen met licht is het Paus Johannes Centrum in Leidschendam. Van Vliet: „Ik wilde de kerk zo geslo ten mogelijk houden. Dat betekent dus weinig ramen. Maar door de vier kleine glasstroken op het dak komt er toch een heleboel licht binnen, zonder dat het al te duur is geworden. Als je bedenkt dat het oppervlak van de kerk 400 m2 is en het glas samen nog geen 30 m2, dan kun je wel zien hoe ge concentreerd dat daglicht naar binnenvalt. Zo zie je hoe intens dat licht is". Energieverslindend Wat de voordelen van glazen dak constructies en koepels ook mogen zijn, feit is dat de toepassing tame lijk kostbaar is. Een glazen wand is wel twee keer zo duur als een gemetseld muurtje van hetzelfde oppervlak, zegt Van Vliet. Daar door zijn de toepassingen van dak licht in de sociale woningbouw be perkt. „Toch zijn er ook bij dit soort woningen wel mogelijkhe den", zegt de architect. „Ik heb on langs hier aan de Roomolenstraat een flat neergezet van 73 premie- A woningen. Die flats hebben alle maal een gesloten, serre-achtig balkon gekregen. En dat was mo gelijk door de grote herhaling. Daardoor kun je scherpe prijzen berekenen". Dat glas minder goed isoleert dan een stenen muur is een feit. Toch hoeven volgens Van Vliet de stookkosten helemaal niet zo tegen te vallen in een huis met veel glas. „Je moet bedenken dat het door de zon in huis een stuk warmer wordt. Laatst werd een onderzoek gedaan naar het energieverbruik van scholen in Leidschendam. Ie dereen dacht dat scholen, zoals de Prinsenhofschool, er enorm nade lig uit zouden springen, maar het tegenovergestelde was het geval. Ze kwamen het meest gunstigst uit de bus. Nou geldt dat verhaal na tuurlijk niet voor gewone huizen. Die worden ook 's avonds en 's nachts gebruikt. Bovendien zijn daar zoveel verschillende materia len in toegepast. Dus is het moei lijk daar iets algemeens over te zeggen". Van Vliet plaatste in de nif bouw van de scholengenr schap De Nieuwe Vaart in Le boven de gang een glazen 1 Daardoor valt er bij de IoIl ook aan de gangkant dagj naar binnen. WONINGBOUWBELEID LOOPT VOORTDUREND ACHTER FEITEN AAN door ROB EDENS Al enkele jaren valt in Nederland, maar ook in landen als Groot-Brittannië en de Verenigde Staten, een zogenaamde re- urbanisatietrend waar te nemen. In de periode 1960- 1980 verloren de grote steden veel inwoners aan de kleinere gemeenten, de zogenaamde 'groeigemeenten'. Sinds 1980 is aan deze 'trek uit de stad' een eind gekomen. De verandering in leefwijze is de belangrijkste oorzaak. In de periode 1960-1980 verloren de drie grootste steden in ons land (Amsterdam, Rotterdam en Den Haag), zo'n vijfhonderdduizend in woners, meer dan twintig procent van hun totale inwonertal. In die zelfde periode nam de bevolking landelijk gezien met 27 procent toe. Het waren met name de stads randzones, groeikernen en buiten gebieden van de stadsgewesten die profiteerden van de trek uit de stad. De leegloop van de steden leek rampzalige geyolgen te gaan heb ben. In het begin van de jaren tachtig waarschuwden vele nota's voor het onbeheersbaar worden van de stedelijke problematiek. Woningnood, verpaupering, struc turele werkloosheid, uittocht van koopkrachtige bewoners en bedrij ven, concentratie van uitkerings trekkers en etnische minderheden, verkeersopstoppingen en een af kalvend voorzieningenniveau wa ren allemaal zaken die de gemoe deren van het landsbestuur en de stadsbesturen ernstig bezig hiel den. Stilstand Zo'n vaart liep het allemaal niet, kan achteraf geconstateerd wor den. De leegloop van de stad is tot stilstand gekomen. „Sinds 1980 daalt het inwonertal van de steden niet meer, en in sommige steden stijgt het aantal inwoners zelfs", zegt Jacques Burgers, verbonden aan de vakgroep stadsstudies van het Sociologisch Instituut van de Rijksuniversiteit van Utrecht. (ADVERTENTIE) EEN HUIS KOPEN LAAT HET KEUREN. architecten- en ingenieursbureau ir. a.m. de vos „Ook zie je dat de stad er weer in toenemende mate in slaagt de ho- gere-inkomensgroepen aan zich te binden". Wie zijn nu de stadsbewoners he den ten dage? In ieder geval niet de gezinnen met kinderen, die zit ten nog steeds in de groeikernen, stadsrandzones en buitengebieden van de stadsgewesten. Die blijven daar ook zitten, in die zin is de term re-urbanisatie wat verwar rend. Burgers: „In de eerste plaats blijven en komen met name de jongeren in de stad wonen. Verder wonen er veel allochtonen en ou-^ deren in de steden". De re-urbanisatie heeft als belang rijkste oorzaak de verandering in levensstijl. Jongeren treden niet meer zo snel in de voetsporen van hun ouders. „De groep mensen die deel uitmaakt van de duurzame gezinnen met kinderen neemt dui delijk af. In de stad zie je ook voornamelijk de kleine huishou dens, de alleenstaande en tweever- dienende jongeren". In dit ver-, band laat hij ook de term seriële monogamie vallen. „Mensen heb ben over het algemeen nog wel een relatie, maar niet meer één le venslange". Een gevolg van de verandering in levenswijze is de vraag naar ont spanningsmogelijkheden. „Vroeger trokken de gezinnen in de vrije tijd naar buiten, de open lucht in. En wat zie je nu? Er is veel meer vraag naar culturele vormen van vermaak. De theaters en de ope ra's zitten stampvol, om maar eens wat te noemen. Ook de horeca trekt enorm aan. En waar vind je deze vormen van ontspanning? Juist: in de steden". Ideaal Tot ongeveer twintig jaar geleden was het woningbouwbeleid in Ne derland afgestemd op de dominan te positie van het gezin. Uit wo- ningbouwbehoefte-onderzoek bleek steevast hetzelfde ideaal: de eensgezinswoning met een tuintje. Dit ideaal werd verwezenlijkt in de voorsteden en groeigemeenten. Althans, door hen die het zich konden veroorlbven. Met het afnemen van de dominan te positie van het gezin in de Ne derlandse samenleving is ook de vraag naar woningen veranderd. Koopwoningen in het algemeen zijn niet zo geliefd meer en de eensgezinswoningen natuurlijk ook niet. „De kleinere huurappar- tementen, voor één of twee perso nen zijn heel gewild, en dat zal waarschijnlijk alleen nog maar toenemen", zegt Burgers. Drie op de vier inwoners in Amsterdam bijvoorbeeld zijn alleenstaand of samenwonend en hebben geen kind(eren). De vraag naar kleine appartemen ten heeft ook te maken met de nog steeds toenemende mobiliteit. Vroeger was het een hele eer om veertig jaar bij één baas te blijven werken. Als dat nu gebeurt is er iets goed misgegaan met je", zegt hij schertsend. Gebrek Het bouwbeleid in Nederland ken merkt zich niet bepaald door een flexibel inspringen op demografi sche en sociaal-culturele ontwik kelingen. Een nijpend gebrek aan geschikte woonruimte, met name in de grote steden, is het gevolg van deze ontwikkelingen. De grote steden zijn de trendsetters in maatschappelijke ontwikkelingen, en worden het sterkst geconfron teerd met de daaruit voortvloeien de veranderende woningvraag. „Het gebrek aan geschikte woon ruimte is echter niets nieuws, hoor. Sinds de Tweede Wereldoor log is er voortdurend een gebrek aan woonruimte geweest. In de grote steden heb je dan natuurlijk ook nog eens te maken met een enorm tekort aan ruimte om te bouwen", zegt Burgers. De oplossing voor.de woningnood werd voornamelijk gezocht in ver anderingen in de bestaande capa citeit. Hele grachtenpanden en pakhuizen in het centrum van Amsterdam werden bijvoorbeeld omgebouwd tot één- en tweekame rappartementen. Deze woningen zijn echter alleen toegankelijk voor de zogenaamde 'yuppie's', aangezien zo'n appartement al §iuw drie ton op moet brengen, m de woningnood in de stad op te lossen zijn dit soort maatregelen echter niet voldoende. „Het grote probleem, als je het zo noemen wilt, is dat er een enorm vertragingseffect in het volkhuis- vestingsbeleid zit", zegt Burgers. „Eerst moet je woningbouwbe- hoefte-onderzoek doen, dan ko men de bouwplannen, de bestem mingsplannen moeten worden aangepast, de financiering moet rondkomen, noem maar op. Vaak is het zo dat als alles eenmaal gere aliseerd is, de vraag op de woon- markt alweer veranderd is". Rechts: Duidelijk is te zien hoe vast de waterrollen in de Mimosa liggen. Daarboven is een laag isolatieschuim aangebracht. Onder: Een doorsneetekening van het nieuwe type waterbed. In een soort matrasbak worden 'rollen' met water gelegd. WATERBED AANGEPJ AAN'ANGSTHAZEN' ei Het waterbed blijft 'vechten' tegen vooroordelen. Hoewel de verkoopcijfers elk jaar nog steeds stijgen blijft de handel moeite hebben om bepaalde groepen in de samenleving te overtuigen dat 'slapen op water' niks engs in zich heeft. Er zijn namelijk mensen die, bij de gedachte dat zij zich neerleggen op een plateau van ongeveer zestig emmers met water, niet in slaap kunnen komen. Stel, dat er wat gebeurd? Bijvoorbeeld een lek. En die ruim zeshonderd liter stroomt door het hele huis. Anderen blij ven ervan overtuigd dat 'eruit stappen' zo moeilijk is. En dan zijn er ook nog mensen die vrezen geëlektrokuteerd te worden. „En van dat geklots wordt ik zeeziek", roept de echte pessimist. De handel in waterbedden roept natuurlijk juist het tegenoverge stelde. Slapen op zo'n bed is uiterst gezond, omdat het matras precies de vorm van het lichaam aan neemt. Je kunt het zelf 'harder' of 'zachter' maken, naarmate je meer of minder water in het bed stopt. Je hebt geen last van 'slapende' li chaamsdelen en een goede verko per weet uit te leggen dat je op zo'n bed minder woelt en zelfs minder slaap nodig hebt. Boven dien, van overtromingen kan geen sprake zijn, want het waterbed is geplaatst in een waterdichte bak, die al het vocht opvangt. Toch klinken al die voordelen klaarblijkelijk niet zo overtuigend dat de groep 'angsthazen' direct overstag gaat. Dat heeft in de afge lopen jaren geleid tot tal van aan passingen. Zo werden de 'losse wanden' die in de eerste modellen waren aangebracht om stromingen en geklots te voorkomen, al snel vervangen door 'pilaren'. Het wa ter in het bed bleef daardoor beter 'stil staan'. Later kwamen er ook typen op de markt met een soort harde omslag zodat het instappen, voor bij voorbeeld oudere mensen, gemakkelijker werd. De nieuwste aanpassing is nu het type Mimosa dat onder meer bij het Haagse bedrijf H20 Waterbed den verkrijgbaar is. Dat is een wa terbed zonder beweging, waarbij tien lange rollen met water in de lengte zijn aangebracht. Die tien losse stukken worden bijeengehou den door een soort matras-bak, die aan alle kanten is voorzien van zacht schuimrubber. Een voordeel van dit systeem is dat er slechts tweehonderd liter water wordt gebruikt. Mocht een van de rollen kapot gaan, dan zal dus niet meer dan twintig liter in or E de bak stromen. Bij tweeper bedden is het ook mogelijk o der 'hard' en moeder 'zacht' in ten slapen. Of andersom. ()uw voorkomen dat de slaper ni»eë] gevoel krijgt tussen de rol wo liggen, is het bed voorzier deklaag van isolatieschuim. In tegenstelling tot gewone n e bedden is bij de Mimosa ocjed verwarming niet echt nodiglus' dat er veel minder waterm^orj is de lichaamswarmte veela^ doende. Wie wel een verwa wil kan die ook per persofmr scheiden instellen. I ov De prijs van de Mimosa ligjlge; de 2500 gulden. Dat is w^ten duurder dan gewone waterb^w, die ongeveer 1600 gulden kih (ADVERTENTIE) Zeker voor doe-het-zelvers. De meeste handige doe-het-zelvers hebben een jarenlangst," ervaring. Die andere handige doe-het-zelvers maken daafd t gebruik van. Die praten éérst met de professionals van ImaboLjjv® Want wij leveren alle bouwmaterialen stanlEsp daard met een gratis ml dosis ervaring. ruw Daar kun je op bouwen. Elfrings Bouwmaterialenhandcl Den Haag, Amstclsiraat 26-44,Toonzaal: Lekstraat (nabi| Babyion), Den Haag,Telefoon 070-3836900, ('s maandags gesloten). 'den Elfrings Bouwmaterialenhandel Leiden, Hallenweg 7, Leiden, Telefoon 071 - 2204 OO.jsani fen ■gb

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 26