insdag september 1991 Êcidóc OowiMit Spelen met (kunst)licht door RIEN VAN DEN ANKER Licht, we zijn er zo aan gewend. Overdag gewoon van de zon en 's avonds via energie, die de mens op ingenieuze wijze zodanig zichtbaar maakte dat we niet meer met de kippen op stok hoeven. We vinden licht zo doodgewoon dat we er, als we kunnen, zelfs mee spelen. Overdag via de serre of de half open zonwering en 's avonds met een spotje of een ge dimde halogeenlamp. Desnoods zorgen we voor rolluiken, die ons huis tussen zonsop- en ondergang pikkedonker kunnen maken. En omgekeerd spelen we dat het dag is op het moment dat de datum verspringt. Licht is zo doodnormaal dat we ei genlijk niet meer beseffen hoe bij zonder het is. Enerzijds terecht, want er moet wel heel wat gebeu ren wil er morgen geen zon op gaan. Wat het kunstlicht betreft is het veel minder begrijpelijk. „Niets", reageert jhr. ir. H.E. de Ranitz van Philips Nederland als we hem vragen wat de wereld zou zijn zonder kunstlicht. „En we zijn zo gewend geraakt aan het mani puleren van licht dat we niet eens meer een kaarsje voor noodgeval len klaar hebben liggen". De lichtfabriek heeft om deze stel ling te bewijzen ter gelegenheid van de 100ste verjaardag een spe ciale Imax-film laten maken. In 'Light Life' gaat letterlijk overal het licht uit. „Als je de effecten ziet, dan schrik je echt. Het is on voorstelbaar wat er dan allemaal verkeerd gaat", aldus De Ranitz, die in Eindhoven werkt als mana ger van de Applicatiegroep Licht. Het manipuleren van licht. We drukken op een knopje en ergens in huis of kantoor is ineens alles zichtbaar. De Ranitz speelt even met een apparaatje, waarmee nor male mensen thuis de televisie op afstand bedienen. Zijn kantoor in Eindhoven krijgt plotseling een andere dimensie. Was net nog even de werktafel waaraan we zit ten 'in het zonnetje', nu is de ka mer als totaal geheel verlicht. Na nog een drukje wordt de ruimte omgedoopt tot 'gezellig'. Overal is licht, maar niet te nadrukkelijk. „Nog niet echt in de handel voor de consument. De techniek is er klaar voor, maar de vraag van het publiek is nog niet groot genoeg", aldus De Ranitz. „Maar hiermee kan ik, geprogrammeerd, wel de drie soorten licht die we gebruiken zichtbaar maken". Hij toont zich nu de gespecialiseerde 'light-boy', die een verlichte ruimte toch iets anders bekijkt dan de leek. Voor hem zijn er namelijk drie soorten licht. Ten eerste is er het basislicht. Dat wil zeggen zoveel licht dat je net niet struikelt. Daar naast is er het werklicht, dat ge richt wordt gebruikt. Bij voorbeeld voor lezen of studeren, maar ook voor bij het eten. En tenslotte is er het effect-licht, dat gebruikt wordt voor de gezelligheid. Om een don ker hoekje te accentueren. Of een schilderij extra aandacht te geven. Zie verder pagina 5. Een kaarsje voor nood ligt allang niet meer klaar v

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 21