Brazilianen
vergapen zich
aan Hollandse
cultuur
P
rina
Ie
'De Liefde' geeft
zijn geheimen prijs
Ccidöc Somant'
INA
ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1991 PAGINA 29
SAO PAULO - „We dansen de
samba, we dansen de samba." De
stem van André van Duin schalt
uit de luidsprekers over de hoofden
ïCHiPHfjan tienduizenden Brazilianen. De
:norme meute is afgekomen op de
(Expoflora, die voor de tiende keer
in successie is georganiseerd door
1/ de Nederlandse landbouwkolonie
olambra. De 8000 zielen tellende
;emeenschap heeft het bloemenfes-
ival dit jaar nog grootser aange-
.kt. Met een kwart miljoen gul
len voor televisiespotjes denkt Ho-
mbra tot 22 september minimaal
00.000 bezoekers te lokken.
pver belangstelling valt niet te klagen.
Het parkeerterrein naast de kolonie
traakt in zijn voegen. Naast de duizen-
fcen personenauto's staan 200 touringcars
jeordend opgesteld onder de brandende
Braziliaanse tropenzon. Het grootste deel
[komt uit het nabijgelegen betonmonster
>ao Paulo met haar 17 miljoen inwoners.
Waar ook het 500 kilometer noordelijker
plegen Rio de Janeiro laat niet verstek
taan getuigen de tientallen bussen. De
bloemenliefhebbers komen zelfs uit de
Hoofdstad Brasilia en hebben er een
>chtje van duizend kilometer voor over
jehad om de tulpen van Holambra in le
kende lijve te kunnen aanschouwen,
i tien jaar tijd is de Expoflora uitge-
oeid tot een geweldige happening voor
Braziliaanse begrippen. Wat begon als
len klein tentoonstellinkje is verworden
kt een groots bloemenspektakel com-
Éleet met volksdansen, hutspot en Zaan-
e huisjes. De Brazilianen zijn tuk op het
èstival en vergapen zich maar al te graag
- an zoveel geimporteerde cultuur.
geschiedenis
)e geschiedenis van Holambra is kort
naar krachtig. In de jaren na de Tweede
Vereldoorlog verruilden ruim 200 boe-
en en hun gezinnen het economisch ver
roeste Nederland voor het verre Brazi-
iê, het enige land dat in die tijd groeps-
m migratie toestond. De helft van de kolo-
I isten kon niet aarden en keerde na eni-
F! e tijd terug. Of zocht haar heil in de ou-
ere Nederlandse gemeenschappen in de
leelstaat Parana. De doorzetters bleven
chter. Hoewel er binnen Holambra een
lerke rivaliteit bestond tussen families
(komstig uit het noordelijk en het zui-
[elijk deel van Nederland, zagen de emi-
•anten al snel in dat samenwerking niet
e enige weg was die tot welvaart leidde,
'e taal en gewoonten van het nieuwe va-
erland waren zo anders, dat tijd te
J chaars was om de nieuwe cultuur in alle
pp^V|ist te verkennen. De handen moesten
it de mouwen, want er moest brood op
e plank komen. Met leningen van de
Iraziliaanse en Nederlandse overheid
ochten de kersverse kolonisten in de
leelstaat Sao Paulo grond, werktuigen en
aden en zo werd de grondslag gelegd
|M oor het hedendaagse succes van de
'oöperatie. En succes heeft Holambra
^ïtegenzeggelijk. De Braziliaanse minis-
t van Landbouw, Antonio Cabrera,
:mde de Nederlandse aanpak een half
ir geleden een toonbeeld voor Brazilië
n zei de mogelijkheid te onderzoeken of
et Holambra-coöperatiesysteem op
aeer plaatsen in het land van de grond
an worden getild.
Catoen
)ndanks het kleine aantal inwoners, de
iemeenschap telt 8000 zielen, heeft de
andbouwkolonie 30 procent van de Bra-
iliaanse bloemenmarkt in handen. De
ïmeenschap telt 302 coöperatieleden,
ie gezamenlijk 40.000 hectare verbou-
ven met gewassen variërend van graan
ot sinaasappels en van katoen tot bo-
len. Naast deze produkten is Holambra
actief op het gebied van veeteelt en
luimvee. Maar de meeste faam dankt
lolambra, de naam is een samenvoegsel
an de beginletters van Holland, Ameri
ka (het continent) en Brazilië, zonder
wjfel aan haar bloemen- en plantencul-
ïur. Van de totale produktie van 50
niljoen gulden wordt 85 procent afgezet
P de binnenlandse markt. De rest van
produkten, in hoofdzaak bollen,
'ordt geëxporteerd naar Amerika en Eu-
ipa. De grootste afnemer is ons land.
fanaf volgend jaar gaat de kolonie het
iol van de leeuw zelfs bevoorraden met
LANDBOUWKOLONIE HOLAMBRA
ORGANISEERT 10E BLOEMENFESTIVAL
100.000 verse tulpenbollen. Het is de be
doeling dat de eerste proefzending Brazi
liaanse Holambra-tulpen bij ons buiten
het seizoen in de winkel komen. Verant
woordelijk voor dit huzarenstukje zijn de
gebroeders Schoenmaker, een bedrijf met
900 werknemers. Vader Klaas verliet in
1959 het West-Friese Wervershoofs en
stapte met vrouw en elf kinderen op de
boot naar Brazilië. Vandaag de dag
draaien de Schoenmakers jaarlijks een
omzet van 20 miljoen gulden met de
kweek van gladiolen, lelies, chrysanten,
zomcrplanten en verschillende bloembol
len. Naast de bloementeelt zit het fami
liebedrijf ook in de citrusvruchten, in de
varkens en in de vleesverwerking. Vader
Klaas heeft inmiddels het roer uit han
den gegeven aan drie van zijn zoons, die
gezamenlijk de directie vormen. Eén van
hen is Kees. In onvervalst Nederlands
geeft hij blijk van zijn Braziliaanse hart.
De kweker is compleet vergroeid met het
land van de samba, waar hij als 15-jarige
puber voet aan wal zette. Zijn Neder
landse achtergrond zal hij nooit verloo
chenen, ook al lucht hij wel even tussen
door zijn hart over het landbouwsubsi-
diebeleid van ons land. „Hoe kan een
arm land als Brazilië nu opboksen tegen
dergelijke oneerlijke concurrentiepraktij-
ken?", vraagt hij zich verontwaardigd en
tegelijkertijd geïrriteerd af. „Eerst hebben
de Europeanen dit land schandalig uitge
zogen in de koloniale tijd. Toen kwamen
de Amerikaanse multinationals en nu
deze zich wat beschaafder gedragen,
wordt ons het boeren onmogelijk ge
maakt door Europa, dat de subsidiekraan
weigert dicht te draaien."
Uniek
Met trots in zijn stem vertelt de onderne
mer over de tiende Expoflora. „Zonder
een cent hulp van buitenaf en met puur
vrijwilligerswerk hebben wij de Expoflo
ra van de grond getild. Waar zie je dat
vandaag de dag nog? Dit is echt uniek.
Wij denken dit jaar vier miljoen gulden
om te zetten op een totale investering
van 1,6 miljoen. Het festival is een self
supporting marketingproces. De bedoe
ling is dat wij vandaag een zaadje plan
ten, zodat de naam Holambra in de
hoofden van de bezoekers blijft hangen.
Dit is de filosofie achter het spektakel",
legt Kees (48) uit. Terwijl hij spreekt
over het gebeuren, zweept zijn broer Piet
(47) gehuld in Volendamse klederdracht
op het podium van de sporthal, een paar
honderd jongeren op met de noten van
Nederlandse folkloristische muziek. „Een
kwajongensstreek, die uitgegroeid is tot
een bloedserieuze hobby", zo omschrijft
dansleraar Piet zijn toewijding. Op 20-ja-
rige leeftijd gaf hij bij wijze van grap een
lesje en tot zijn stomme verbazing merk
te hij dat er enorme belangstelling be
stond. Vandaag de dag draagt hij zijn
kennis van het volksdansen over aan 120
Nederlandse en Braziliaanse jongeren in
allerlei leeftijdscategorieën. Elke week
krijgen zij gedurende twee uur les van
hem.
Haring
Het plafond van de sporthal is ter gele
genheid van de Expoflora vol gehangen
met linnen banen in de vaderlandse drie
kleur en langs de dansvloer zijn lange rij
en tafels en banken opgesteld, waar de
honderden bezoekers genieten van een
orkest dat Latijnsamerikaanse muziek
speelt. De tapkranen maken overuren en
het personeel in Oranje voetbalshirts, on
der wie vele Brazilianen, heeft handen
tekort om het gele vocht aan te sjouwen.
Bovenin de bar net onder de nok van het
dak haalt Dire van Vliet (67) een paar
zure haringen weg. Het etablissement
puilt uit van de flesjes Heinekenbier, ge
brouwen in de fabriek in Rio de Janeiro.
Gekleed in een boerenkiel met pet legt
de Zuidhollander uit waarom hij Neder
land mist als kiespijn. „Ik ben blij dat ik
weg ben uit die geordende maatschappij.
Wanneer je 50-plus bent, verplichten ze
je om in de 'prut' te gaan. Mij niet ge
zien! Zuivere ondernemingsgeest, daar
gaat het om. Gewoon je weten te redden,
dat is het vak!", aldus filosofeert Van
Vliet achter zijn zoveelste glas bier. Op
zijn 42e werd hij afgekeurd bij de Neder
landse Spoorwegen, waar hij werkte als
machinist. Op dat moment stortte zijn
wereld in, maar even later zat Dirc op de
fiets en trapte door Zuid-Amerika. Zes
tien jaar geleden kwam hij in Holambra
aan en besloot dat dit het eindpunt was
van zijn zwerftocht. Samen met zijn
Uruguayaanse vrouw ging hij werken
voor een Nederlandse cactus-teler. Van
remigratie wil hij niet horen.
Klompen
Inmiddels worden beneden in de sport
hal de voorbereidingen voor een dans
voorstelling getroffen. Per dag geven ver
schillende dansgroepen, die samengesteld
zijn uit Nederlandse en Braziliaanse jon
geren, minstens vijf volksdansuitvoerin-
gen van een half uur. In het weekeinde
loopt dit op tot tien. „Wie de samba
kent, kan elke dans leren", roept Luis
Carlos dos Reys (21) uit. Het bier lijkt de
donkere Braziliaan in de Nederlandse
klederdracht bijzonder goed te smaken.
„Het is weer eens wat anders dan de
lambada. Zo moet je het zien." Claudia
van der Heyden (17), van Nederlandse
afkomst, en haar Braziliaanse vriend Ri-
cardo Pottes Macedo 17) sluiten zich bij
deze woorden aan. Het stel kent Neder
land alleen maar van foto's, maar dat
drukt de pret niet. Voor de komende we
ken is het feest en volksdansen is vertier.
Even later staan ze met een tiental colle
ga's op het podium en voeren onder lei
ding van dansleraar Piet een Westfriese
hakketone op. Buiten naast de kermis-at-
tracties staat Harry van Laarhoven (58)
uit Best nabij Eindhoven boven op een
een meter hoog podium klompen te ma
ken. De Brabander is speciaal voor het
festival vanuit Nederland en op kosten
van Holambra overgevlogen om het
oude ambacht uit te beelden. Te midden
van de houtkrullen geeft hij uiting van
zijn waardering voor wat de kolonisten
hier voor elkaar gebokst hebben. „Man,
dat kom je in Nederland niet meer tegen,
zoveel samenhorigheid. Het is grandioos
wat hier gebeurt. Ik ben hier nu voor de
derde keer en zolang ik het kan, zal ik
hier ieder jaar blijven terugkomen",
roept hij uit.
Even verderop sjokt op dat moment Eli-
ane Sleutjes (16) op haar wenkbrauwen
voorbij. Nederlands verstaat ze wel,
maar spreken doet ze onze taal niet, bij
na niet. In het Portugees legt ze uit dat
het dragen van klompen geen pretje is.
„Mijn voeten vergaan van de pijn. Ik
loop al vijf uur op die dingen rond. En
Idoor
KARIN SWIERS
DUNDEE - Amateur-onderwater-
archeoloog Richard Price uit Dundee is
een gelukkig mens. Na zeventien jaar ge
ruzie en vertraging is eindelijk duidelijk
dat hij de eerlijke vinder is van de schat
van Oost-Indiëvaarder De Liefde die in
1711 tegen de rotsen van de Shetland Ei
landen te pletter sloeg. Het Britse minis
terie van transport geeft dit jaar nog alle
voorwerpen en munten die al die jaren
in kisten in kelders lagen opgeslagen te
rug aan de rechtmatige eigenaar. Een
jongensdroom kwam uit.
Het VOC-schip De Liefde vertrok in no
vember 1711 met de bestemming Bata
via van Texel. Aan boord waren onge
veer driehonderd bemanningsleden. De
Hollanders wilden contact met de Fran
sen vermijden, omdat zij daarmee, door
het bondgenootschap met Engeland, in
oorlog waren. Daarom werd gekozen
voor de route via Schotland. Het werd
een omweg met rampzalige afloop. Het
eilandje Mioness in de Out Skerries bij
de Shetland Eilanden weigerde opzij te
gaan voor het grote schip, zodat De Lief
de met man en muis verging. Op de uit
kijk in de fokkemast na, die erin slaagde
weer thuis te komen. Hij vertelde het
thuisfront in geuren en kleuren over de
onheilspellende plaats van de ramp.
De bergingspoging die de Verenigde
Oostindische Compagnie een jaar later
ondernam om nog wat van het geladen
zilver terug te halen, liep op niets uit.
Zware zeeën hadden de lading al lang
uiteen geslagen. De plaatselijke bevol
king vond er af en toe iets van terug aan
de kust. Zo bleef het ruim twee eeuwen
stil rond De Liefde, totdat de Britse ma
rine in 1964 het wrak ontdekte. En toen
was de boot aan. Verschillende duikers
ondernamen een serieuze bergingspoging
of stroopten de zeebodem simpelweg af
naar waardevolle voorwerpen. Een ploeg
duikers vond in 1966 bijna honderd zil
veren en vier gouden munten met nog
wat andere voorwerpen. De munten
werden op een veiling verkocht. Voor
archeologen bleef er door de diverse
plunderingen weinig over. De duikers
Alan Bax en Jim Gill maakten een over
zicht van de ligging van de verspreide
voorwerpen over de zeebodem. En on
derwater-archeoloog Colin Martin regis
treerde de gevonden voorwerpen.
Vertraging
Richard Price dook in 1974 voor het
eerst naar het wrak, tot op heden is hij
dat blijven doen. De amateurarcheoloog
had serieuze plannen met de resten van
het schip. Hij vroeg de Britse regering
het wrak tot monument te verklaren, zo
dat het beschermd zou worden. Vissers,
duikers en oliemaatschappijen mochten
dan zonder vergunning niet eens in de
buurt van het schip komen. De aanvraag
werd afgewezen, want zoveel was er niet
meer over van het schip. Nu hoeft De
Liefde niet meer beschermd te worden.
„Het is een hele moeilijke plaats om te
duiken, bovendien weet iedereen nu dat
het schip van mij is", verklaart Price.
Het juridische getouwtrek begon onge
veer tegelijkertijd met de eerste plons in
het water. Het bedrijf Scientific Survey
and Location claimde net als Price de
rechten op als berger. Price stond, zolang
er nog geen duidelijkheid was over de ei
genaar, zijn vondsten af aan de douane.
Die sloeg de voorwerpen en munten op
in kisten in het douanekantoor van Ler
wick en bij het Britse ministerie van
transport in Londen. De zaak werd in
1981 voor de Schotse rechter uitgevoch
ten. Price won en werd tot officiële ber
ger verklaard. Vanwege overleg tussen
de Nederlandse regering, Bntse regering,
Schotse bestuurders en notabelen van de
Shetland Eilanden duurde het tot dit
jaar voordat de schat stukje bij beetje
werd vrijgegeven. „Ambtelijke vertra
ging", noemt Price dat laconiek. Maar
hij is ervan overtuigd dat aan het eind
van dit jaar alles uit de kelders is ge
haald.
scheepsbel
Hij heeft geen idee uit hoeveel voorwer
pen en munten zijn schat bestaat. Om
dat hij nog op het een en ander moet
wachten, heeft hij totaal nog geen over
zicht. Hij somt op: enkele duizenden zil
veren dukaten, vingerhoeden, tinnen le
pels, aardewerk pijpen, twee kanonnen,
duizenden kanonskogels, klokken. „Van
het schip zelf is niets meer over. Het is
aan stukken geslagen, eigenlijk een deel
van de zeebodem geworden. Zelfs grote
objecten, zoals bijvoorbeeld een grote
bronzen scheepsbel lag in stukken ver
spreid op de bodem. We hebben alle
fragmenten gevonden. De bel staat nu
netjes gerestaureerd in het Shetland Mu
seum in Lerwick".
Price verhaalt graag over zijn pioniers
werk. De Liefde was een van de eerste
VOC-wrakken die in de Engelse wateren
werd ontdekt. De technieken die bij de
berging zijn ontdekt, zijn later door ve
len overgenomen. Price duikt nog ieder
jaar met amateur-archeologen naar zijn
grote liefde. Sinds 1974 zijn er meer dan
250 mensen geweest. Vooralsnog heeft
nog geen Nederlander de schat gezien en
dat zal in ons land ook niet gebeuren.
Price stuurt alles rechtstreeks door naar
het Shetland Museum in Lerwick. Van
de munten maakt het museum een selec
tie. De rest verkoopt hij.
Officieel is de Nederlandse regering ge
rechtigd de schat op te eisen. De staat is
erflater van alle bezittingen van de
VOC. „De Britse regering erkent dat Ne
derland de eigenaar is, maar daar blijft
het ook bij. De vondsten mogen niet zo
maar worden opgeëist. Eerst moet het
vindersloon worden betaald", weet Pri
ce. De Nederlandse regering vindt het
best dat de schat in Lerwick blijft. Price
heeft met haar over het vindersloon een
overeenkomst gesloten. De schat is nooit
op waarde getaxeerd, maar Price (lees:
het museum) betaalt een klein percenta
ge (minder dan tien procent) van de
waarde van de diverse voorwerpen aan
Nederland.
Typisch engels
„Typisch Engels", reageert onderwater-
archeoloog Thijs van Maarleveld na
mens het ministerie van WVC op dit
verhaal. Hij is echter verheugd dat de
schat eindelijk de kelders kan verlaten.
Dat de voorwerpen niet rechtstreeks
worden verscheept naar Nederland kan
hij alleen maar onderschrijven. „Het is
een goed archeologisch principe dat de
voorwerpen en documentatie op de
vindplaats bijeen worden gehouden, ook
al is de Nederlandse staat eigenaar. Je
kunt je toch al afvragen in hoeverre het
cultureel erfgoed van een bepaalde fase
in de geschiedenis geclaimd kan worden
door één land. In Indonesië stikt het ook
van de VOC-overblijfselen en daar gaat
het bijvoorbeeld ook om gebouwen. Het
typerende van de VOC is juist dat ze bij
na overal op de wereld is geweest. Het
zou de VOC geen recht doen als alles
naar Nederland werd gehaald".
Conservator Bas Kist, VOC-expert van
het Rijksmuseum in Amsterdam, vindt
eveneens dat de Shetland Eilanden recht
hebben op de Nederlandse schat. „De
opgravingen van De Liefde werden nog
helemaal in de pionierfase gedaan door
de Engelsen. Dat wrak betekende echt
wat voor de Shetlands. Bovendien is het
goed dat belangrijke objecten op de plek
van herkomst zijn te zien. Wij hoeven
onze depots toch niet te vullen met losse
voorwerpen. Ik ben blij dat de voorwer
pen uit de opslag worden gehaald, nu
kunnen de mensen ze tenminste zien.
Ach en de Shetland Eilanden dat klinkt
wie erg ver weg. maar dat is niet zo. Ne
derland had vroeger erg veel met deze
eilanden te maken. Niet alleen liep er
een VOC-route langs, maar de eilanden
betekenden ook veel voor de haringvis
serij".
Een duiker zoekt met een metaaldetector de zeebodem af.
De Braziliaanse
landbou w minister
Cabrera is onder
de indruk van het
Nederlandse
veilingsysteem
zoals hier bij de
Bloemenveiling
Westland. Hij
heeft gezegd
serieus te willen
overwegen om deze
verkooptechniek te
introduceren in
andere sectoren
van de landbouw.
FOTO: SP
iedereen wil foto's van me nemen, om
dat ik er met mijn blonde haren en de
klederdracht zo typisch Hollands uit
zie", weeklaagt het meisje, dat niet zou
misstaan op een KLM-reclamefolder.
Grootste attractie van de Expoflora is
zonder twijfel de bloemententoonstelling.
Een soort mini-Keukenhof. Klein voor
onze begrippen, maar voor de Brazilia
nen een publiekstrekker van de bovenste
plank. Drommen mensen staan in de rij
om de speciaal ingerichte tent te betre
den. Voor de meeste bezoekers wordt de
eerste confrontatie met een tulp, want
deze bloem laat zich in Brazilië vergelij
ken met een kolibri in Nederland. Ge
duldig schuifelt het publiek langs fon
teintjes, watervalletjes en bloemperkjes.
Om de planten zoveel mogelijk tegen de
Braziliaanse hitte te beschermen wordt
het dak van de tent continu afgekoeld
met stromend water. Bij de tulpensectie
ontstaan de opstoppingen. Het is een
constant geflits en geklik van fototoestel
len.
Eenmaal buiten, botst het publiek op de
plantenverkoopkas. Binnen geeft kweker
Johan Cortstee (28) gehuld in een T-shirt
met Heinekenvignet leiding aan een 75
leden tellend leger verkopers. Met trots
in zijn stem vertelt hij dat de kolonie ge
durende het 13 dagen durende festival
minimaal 300.000 planten denkt te ver
kopen. Ondanks de pittige prijs van 22
gulden voor een potje met drie tulpen
zijn er Brazilianen die bereid zijn om dit
bedrag neer te tellen voor ons nationale
symbool. Maar zij zijn veruit in de min
derheid. De meeste bezoekers komen
naar buiten met allerlei soorten potplan
ten.
„Belangrijk is het dat de Brazilianen geld
leren uitgeven aan planten en bloemen.
Daarom organiseren wij deze Expoflo
ra", zegt ondernemer Kees Schoenmaker.
„Brazilianen hebben geen bloemencul
tuur. Wij helpen met dit festival te berei
ken dat mensen bloemen als onderdeel
van het dagelijks leven gaan beschou
wen. Daar is het ons om te doen."
Scepter
Holambra timmert hard aan de weg. In
april van dit jaar heeft de Nederlandse
kolonie een bloemenveiling geopend. De
technologie en de know-how werd voor
een miljoen gulden uit ons land geïmpor
teerd en Brazilië is daarmee het eerste
Latijnsamerikaanse land dat een gedeelte
van haar bloemenproduktie op deze ma
nier verkoopt. Frans Bongers (37), gebo
ren uit emigranten afkomstig uit het
Limburgse Beesel, zwaait de scepter over
de veiling. „Na een onwennige start,
draait het systeem nu naar alle tevreden
heid. De Brazilianen hadden in het begin
nogal wat moeite met deze ordelijke ma
nier van verkoop", vertelt directeur Bon
gers. „De veiling brengt echter voor ie
dereen voordelen met zich mee. De kwe
kers hoeven zich niet meer te bemoeien
met de verkoop en kunnen zich voor 100
procent werpen op de bloementeelt. De
veiling waakt over de kwaliteit van het
produkt, wat tot hogere prijzen leidt. En
de 110 handelaren die bij Holambra ko
pen, weten dat zij goede waar krijgen
voor een prijs die bepaald wordt door
het vraag-en-aanbod."
-Ook de Braziliaanse landbouwminister
Cabrera is onder de indruk van het Ne
derlandse veilingsysteem. En hij heeft ge
zegd serieus te willen overwegen om deze
verkooptechniek te introduceren in ande
re sectoren van de landbouw. Wanneer
dat inderdaad gebeurt, dan kan Brazilië
zich opmaken voor een nieuw Neder
lands woord. Naast 'apartheid' en 'pol
der', zal het woord 'veiling' binnenkort
over de Braziliaanse tongen rollen. Daar
op vooruitlopend heeft Holambra inmid
dels al een patent aangevraagd op de
term. Daarmee hoopt de kolonie een
slimme grapjas voor te zijn, die het ex
clusieve gebruik van het woord voor zich
opeist.
De Hollanders doen het goed in het ver
re Brazilië. En de produkten van de kolo
nie zijn een begrip tot in de verre om
trek. Aan het succes liggen volgens on
dernemer Kees Schoenmaker vier essen
tiële kernpunten ten grondslag. Allereerst
de zuivere vorm van coöperativisme,
waardoor elke partij het gevoel heeft be
lang te hebben bij de innige samenwer
king. Ten tweede een grote mate van
openheid, waardoor achterdocht voorko
men wordt. Ten derde diversificatie, op
dat de kolonie niet afhankelijk is van een
paar produkten. En ten vierde een gezon
de dosis werklust. Maar dat is wel toe
vertrouwd aan de Braziliaanse Nederlan
ders. Afgaand op het welvaartspeil van
de kolonie heeft de gemeenschap in de
'afgelopen 43 jaar niet stil gezeten.