De franje
van Oranje
Ielgentuig
HET ZINGEN ENER SCABREUS
LIED IS VERBODEN
Volgorde
Doodzonde
Brandweer
start
Totale
boeken
DKURSl
Ned. ol 'e'
KS. De
In 25 lei
Dp 2 nivi
EWERK
iktober
I krijgen.
5 57.
)EN HAAG - H^t groepje militai-
tn dat een keer zijn geweer neer-
:ette om even een ijsje te halen,
ïoeft nooit meer ergens op te reke-
:n. Dat soort geintjes is 'not
>ne' op Prinsjesdag, de enige dag
ioI ceremonieel vertoon die Neder-
and nog kent. Op de derde dins-
lag in september moet het immers
illemaal weer perfect gaan, alles in
iet gelid, glimmen en blinken; de
4iniformen vol toeters en bellen, de
beremutsen, de slobkousen, de fu-
5 illen, de bajonetten, de vaandels,
le sabels, de paarden en natuurlijk
le Gouden Koets. Het is elk jaar
e veer hetzelfde ritueel, het gaat
[f ilijkbaar nooit vervelen, en er gaat
telden iets fout. Zolang de militai-
en de avond ervoor maar van de
ilcohol afblijven en studenten geen
iederlijk gezang aanheffen vlak
k voordat de koningin langskomt.
;°,aie
'AARD.
uin, 4 wit
71-6181
ZER pi
Ingeënt
v.a. 1f
b-g
333"
5969 pi
medew
{et werd de twintig leden van het Deta-
hement Delftse Studenten Weerbaar-
leid niet in dank afgenomen toen ze
wee jaar geleden kennelijk half bezopen
ihunnige liederen zongen toen de Gou-
sn Koets al in zicht was. Slechts met
rote moeite werd hen, vlak voordat de
onigin voorbij kwam, het zwijgen opge-
cgd. Het waren eerstejaars studenten die
iet de ontgroeningstijd achter de rug
ladden waarin ze al die liederen hadden
tleerd, zei de President van de Studen-
en Weerbaarheid. Het excuus werd niet
anvaard door de baas van Prinsjesdag,
e Gouverneur der Residentie, en de
)elftenaren mochten één jaar niet aan
reden. De President was bedroefd, diep
jedroefd, want meedoen aan Prinsjesdag
niets minder dan een erezaak,
uletzelfde lot trof de Leidse studenten
vereniging Pro Patria. De twintig afge-
!an aardigden voor de erewacht traden aan
onder geweer. „We hadden het eerst he
imaal niet in de gaten", herinnert zich
oionel Verhaar, verantwoordelijk voor
le militaire en semi-militaire aangele-
inheden op Prinsjesdag. Hij staat, dit
ar voor het laatst, in vol ornaat bij de
intein op het Binnenhof te kijken bi het
lemaal goed gaat, als plaatsvervanger
in de Gouverneur. „Die situatie met
e studenten kun je vergelijken met een
oep mensen die allemaal een clowns-
2 eus hebben opgezet. Dat valt veel min
er snel op dan wanneer er één zo'n
eus op heeft. Bij die studenten was dat
>en ook zo. Ik had er al vijf geinspec-
S erd, toen ik ineens dacht: verrek, die
isten hebben helemaal geen geweren bij
ch".
n dat kan natuurlijk niet op een dag
-aar uitgerekend het ceremonieel ver-
x>n, de franje, boven alles gaat. Ook de
^jeidse studenten werden gestraft met
|n jaar onthouding. Dit keer zijn ze er
er gewoon bij, maar met dien verstan-
dat het andere studenten zijn. Dege-
die zich hebben misdragen komen
niet meer aan te pas. De leiding is
uidelijk: geweren vergeten en het zin-
in ener scabreus lied is verboden.
:haen
ommige toeschouwers roepen „alle bal-
n verzamelen", als ze de opgedirkte
udenten zien, maar de aanwezigheid
an deze detachementen is van histo-
h belang, zoals praktisch alles op de
erde dinsdag in september. In de ne-
ntiende eeuw, ten tijde van koning
'illem I, waren Nederland en België
og één geheel. De Belgen, in die tijd het
l0 lelgentuig' genoemd, wilden zich af-
theiden en dat leidde in 1831 tot een
irlog. die bekend is geworden als de
indaagse Veldtocht,
it 'tuig' won, maar desondanks wordt
aandeel van de studenten in het Ne-
landse leger nog altijd geroemd. Van-
ir dat ze elk jaar op Prinsjesdag on-
•deel vormen van de erewacht op het
inenhof. Althans, alleen de studenten
it Zuid-Holland worden uitgenodigd,
idere provincies voelen zich daardoor
eens gepasseerd. Voor hen is slechts
Het wordt een gedenkwaardige Prins
jesdag dit jaar. De koningin leest de
Troonrede met een gebroken been en
zit alleen op het het podium, want
prins Claus is er wegens ziekte niet bij.
Prins Johan Friso zal eveneens ontbre
ken wegens rugklachten. Verder zijn
er demonstraties en acties tegen het
wao-beleid van het kabinet, waardoor
het openbaar vervoer voor een groot
deel plat zal liggen. Toch zal het er al
lemaal heel vertrouwd uitzien, langs
de route en in de Ridderzaal. En laten
we wel wezen: voor de meeste mensen
draait het deze dag toch alleen om het
uiterlijk vertoon, het ritueel. Wat de
koningin zegt, namens het kabinet, le
zen zij thuis wel in de krant.
een plekje gereserveerd in de buurt van
de Hofvijfer. Elke jaar kan één provincie
daar doen waar-ie zin in heeft. Kolonel
Verhaar: „Maar ze sturen zelden een
korps. Doorgaans staan er schoolkinde
ren in gympakjes".
Alles ligt vast op Prinsjesdag. Wie waar
moet zijn, wie waar staat, hoe lang en in
welke houding, wie waar zit en wie wat
moet doen. Of het nou in de Ridderzaal
is, langs de route van de Gouden Koets
van het paleis Noordeinde tot voor de
deur van de Ridderzaal of in die stoet
zelf. De militairen langs de route van de
Gouden Koets hebben hun normale te
nue aan, de erewachten op het Binnen
hof en de leden van de stoet dragen cere
monieel tenue. Hoe scherp alles afgeba
kend is? Wilt u weten waar het 41e
Pantser Infanterie Bataljon staat? Het
draaiboek leert: „Van het Schelpenpad
ter hoogte van deur Zweedse ambassade
tot laatste boom".
De hele afzetting langs de route die de
stoet volgt is afgezet met militairen -
helft landmacht, kwart luchtmacht en
kwart marine Studenten Weerbaarhe
den, Bond van Wapenbroeders en Na
tionale Reserve. De tussenruimte tussen
de manschappen is ongeveer twee meter
en per detachement staan de manchap-
pen in volgorde van lengte, gerekend
vanaf het paleis Noordeinde. De stoet is
ook altijd exact hetzelfde opgebouwd.
Van voor naar achteren: Koninklijke
Marechausssee, Koninklijke Militaire
Kapel, C-Garderegiment Grenadiers en
adjudant, Vaandelwacht Garde Grena
diers, Erecompagnie Grenadiers, eerste
peloton ere-escorte cavalerie, één rij
knecht-majoor met twee rijknechten te
paard, rijtuigen koninklijke stoet, pelo
ton rijkspolitie te paard, rijtuig konink
lijke stoet, peloton rijspolitie te paard,
Gouden Koets, tweede peloton ere-es
corte cavalerie.
De volgorde in de stoet geeft op één
punt aanleiding tot scheve gezichten. De
rijkspolitie te paard rijdt vöör de Gou
den Koets en het ere-escorte cavalerie er
achter. De laatsten hadden het graag an
dersom gezien. De cavalerie claimt im
mer voor het koninklijk huis te hebben
gereden en daarom belangrijker te zijn.
Het probleem is echter dat er na 1945
geen bereden cavalarie meer heeft be
staan. Door inspanningen van particulie
ren, die er een stichting voor oprichtten
is er inmiddels wel weer een ere-escorte
dat bij plechtigheden altijd één of twee
pelotons levert. Het geld daarvoor -
met name de uitrusting is erg duur -
wordt bijeengebracht door particulieren
en bedrijven. Maar de plaats in de stoet
is en blijft achteraan.
Eén legeronderdeel komt er bekaaid af:
de saluutbatterij. De leden ervan staan
op het Malieveld, waar bijna niemand
acht op hen slaat. Vanaf het moment dat
de koningin haar paleis verlaat tot het
moment dat ze er in terugkeert, lost dit
onderdeel elke minuut een schot. Kolo
nel Verhaar: „Iedereen noemt het sa
luutschoten, maar dat is dus fout. Het
zijn minuutschoten van de saluutbatte
rij". Hoe dan ook, dit gebruik dateert
ook al van tijden her. Toen Nederland
nog stadhouders en koningen had, klon
ken er vanaf de Vijverberg om de mi
nuut schoten van kleine kanonnen „als
de koning enig lustkwartier bezocht".
Kolonel Verhaar: „Er is jaren geleden
nog geprobeerd dat exact zo te doen,
met een mengsel van rook en kruit, als
ik het me goed herinner. Maar dat is één
keer bijna fout gegaan, en vanaf dat mo
ment heeft de koningin er geen toestem
ming meer voor gegeven".
Volgens Verhaar is Prinsjesdag te be
schouwen als een oefening; in discipline,
planning en logistieke procedures. „Ie
dereen is weer een keer helemaal bij de
tijd", zegt hij. „In wezen is dit hetzelfde
als een oefening met beschilderde ge
zichten in de Harskamp. Alleen gaat het
op Prinsjesdag om het vertoon.
Zijn mooiste moment: „Ik geloof dat het
twee jaar geleden was. In elk geval het
jaar dat het aan één stuk door goot van
de regen. Iedereen stond tot zijn enkels
'nsjesdag
bil 1+"' goed
an coma xhou"d
kunt u op oodzonde:
jen zondOilstaan van
salting ^""den
inuleren is nderweg
rwijl de
oningin
2 f.KM
2 f. 13.04
2 f15.64
3 f1*8.26
3 f20.86
3 f.23.46
14 f26.08
14 f28.61
.5 f.31
15 f.33A
15 f.36.51
>6 f.39 11
in het water, maar alles verliep geruis
loos. Ik herinner me een beeld op tv van
een verzopen matroos met blinkend ge
weer. Die man had iets van: mij krijgen
ze dus absoluut nooit klein. Geweldig!"
Zijn grootste angst: „Ach, angst, het is
niet zozeer angst. Het enige dat dit jaar
een beetje moeilijk ligt, is het openbaar
vervoer. Als dat plat ligt, zullen er wat
maatregelen moeten Worden genomen.
Veel militairen kunnen dan beter de
avond tevoren al naar de kazerne gaan.
Als ze dan maar wel van de alcohol af
blijven, anders vallen ze langs de stoel
bij bosjes om als het maar een beetje
warm wordt".
Prinsjesdag kent goed beschouwd één
doodzonde: stilstaan van de Gouden
Koets onderweg terwijl de koningin er in
zit. Het is één keer gebeurd, toen de
twee voorste paarden van het achtspan
ergens van schrokken. De koets stond
toen heel even stil voor het Maurit-
spoortje, toch al de flessehals van de
stoet. Normaal mag de koets dus pas stil
staan als de koningin moet uitstappen
voor de Ridderzaal. Daar wordt ze ogen
blikkelijk 'opgevangen' door het comité
van in- en uitgeleide. In dat comité zit
ten kamerleden en elk jaar zijn dat ande
ren. De leden worden zo goed mogelijk
verdeeld over de partijen en de oudsten
komen het eerst in aanmerking.
Het comtité begeleidt de koningin naar
de troon, waar zij dit keer moederziel al
leen zal zitten; de troon van de zieke
prins Claus is weggehaald. Het is niet ge
bruikelijk dat er een lege troon blijft
staan noch dat er iemand anders op
plaats neemt. Het zal een uinieke ge
beurtenis zijn. Weliswaar zat koningin
Wilhelmina ook vaak alleen tijdens de
Troonrede, maar dat kwam omdat zij
heel lang weduwe is geweest, niet omdat
haar man Hendrik ernstig ziek was.
Ooit zaten de leden van het kabinet op
de eerste rij in de Ridderzaal, maar en
kele jaren geleden kwam men tot de ont
dekking dat dit niet klopte. De koningin
richt, namens de regering, het woord tot
het parlement. Daarom zitten nu de le
den van het parlement recht tegenover
haar; de bewindslieden zitten schuin
links van de troon. De meeste stoelen
worden niet zozeer door dezelfde men
sen ingenomen alswel door dezelfde
functies. Eerste Kamer, Tweede Kamer,
Hoge Raad, vakcentrales. Raad van Sta
te, Rekenkamer, Corps Diplomatique;
elke groep heeft zijn eigen groep stoelen.
Wat wel wisselt is het groepje genodig
den van kamerleden en het handjevol
'gewoon' publiek. Wie er als buiten
staander bij wil zijn, maakt overigens
weinig kans. Elk jaar weer moet men een
verzoekje schrijven, waarna men deel
neemt aan een loting. Over het algemen
maken belangstellenden de eerste vier
jaar geen kans. Oud-kamerleden daaren
tegen zijn van harte welkom. Ze worden
weliswaar niet uitgenodigd, maar als ze
een toegangskaart vragen, krijgen ze die
altijd.
Officieel kan iedereen vervolgens komen
zoals-ie wil, desnoods in spijkerbroek.
De uitnodiging vermeldt slechts 'bij
voorkeur jacquet of donkere kleding'.
Sommigen komen uit principe niet, zo
als enkele leden van Groen Links. Wie
niet komt, moet dat in een brief meede
len en dat wordt dan voor het begin van
de 'verenigde vergadering der Staten-Ge-
neraal' voorgelezen. Als de koningin bin
nenkomt, dient de voorzitter, in dit ge
val de voorzitter van de Eerste Kamer,
het beroemde danwel beruchte 'Leve de
koningin. Hoera, hoera, hoera" te roe
pen. Dit jaar is die taak voor het eerst
weggelegd voor de PvdA'er Tjeenk-Wil
link, de opvolger van CDA-oprichter
Steenkamp. De voorlichter van de Eer
ste Kamer kan niet zeggen of de nieuwe
voorzitter al voor de spiegel heeft ge
oefend, wat voor parlementariërs aan de
vooravond van een eerste protocolair
optreden niet ongebruikelijk is.
Het protocol dat bepaalt hoe en waar de
aanwezigen zitten, is overigens vrij sim
pel. Wie het hoogste is in het land, komt
het laatst. Dat is de koningin. Vervol
gens gaat men steeds een trapje lager.
Leden van de Raad van State zijn ook
zéér hoog, ook zij komen apart binnen
als iedereen al zit. Hoeveel mensen er
precies in de Ridderzaal zitten, wil nie
mand zeggen, omdat het er altijd te veel
zijn en niemand zit te wachten op pro
blemen met de brandweer. Het zou te
gek zijn als, om maar iets te noemen, de
attaché van Ghana, die altijd in vol or
naat komt, wordt verzocht het pand te
verlaten.
De Troonrede zelf doet eigenlijk niet zo
veel ter zake, hoewel uitgerekend dit jaar
de vakbeweging Prinsjesdag heeft uitge
kozen als actiedag, omdat de wao-maat-
regelen dan heel officieel bekend worden
gemaakt. Maar alle aanwezigen weten ei
genlijk al wat er in de - door de minis
ter-president geschreven - Troonrede
staat, dus die slaan we in dit verhaal
maar over. Na afloop wordt de koningin
door het comité van in- en uitgeleide
naar de koninginne-kamer geleid, waar
onder het genot van een drankje tien mi
nuten wordt nagepraat. Onderwijl spelen
vanaf het balkon vier trompettisten van
het Residentie-orkest een stuk van Tele-
mann.
De rit van de Gouden Koets terug naar
Paleis Noordeinde gaat langs dezelfde
route als de heenweg. Met dit verschil,
dat honderd meter achter de stoet alles
meteen wordt afgebroken. De militairen
hebben dan zo'n twee uur op wacht ge
staan. De langste tijd in rust-houding en
alleen met het geweer gepresenteerd op
het moment dat de stoet voorbij komt.
De gasten in de Ridderzaal gaan ieder
huns weegs, leden van het Corps Dim-
plomatique als eersten. Daarna neemt
men het niet zo nauw meer.
De militairen gaan in bussen terug naar
de kazernes, de zakken niet zelden vol
snoep en rookwaren die het publiek de
jongens en tegenwoordig ook meiden vol
medelijden heeft toegestopt. Kolonel
Verhaar: „Wij selecteren niet op geslacht
evenmin als op huidskleur of lengte van
haar".
Als de koningin het paleis Noordeinde
binnengaat, klinkt het laatste minuut
schot vanaf het Malieveld en is Prinsjes
dag officieel afgelopen. Zo ging het laar
in jaar uit en zo zal het nog heel lang
gaan. Kolonel Verhaar: „Het is een cere
monie, een eerbetoon met franje, veel
franje. Maar dat is juist heel leuk, elke
keer weer. En dat geldt voor iedereen die
mee doet, wat men er ook van zegt. Het
geeft een gevoel van: ik hoor er bij. Daar
gaat het toch eigenlijk om".
a£eidóc Qowumtr