De tenor als popster David Bowie: „Tin Machine wil geen carrière maken" final PAVAROTTI'S OMSTREDEN CONCERTPRAKTIJK DEN HAAG - De koning van de hoge c, de tenor van de eeuw. Su perlatieven schieten te kort op de pr-afdeling van de platenmaat schappij. Luciano Pavarotti is een megaster en de verkoopcijfers van zijn cd's overtreffen die van meni ge popzanger. Maar heeft het Pava- rotti-circus, dat zijn tenten voor een paar dagen heeft opgeslagen in ons land, nog iets met kunst te ma ken? Sinds Luciano Pavarotti aan het begin van de jaren tachtig begon met het ge ven van concerten in sportpaleizen en beurshallen, is de kritiek uit de wereld van de klassieke muziek op de tenor ge staag toegenomen. Tegenwoordig is het zelfs zo dat muziekkenners en recensen ten niet eens meer naar de massaconcer ten van il tenorissimo toegaan. De Ita liaan verzorgt naast zijn officiële optre dens in opera's gemiddeld tien grote concerten per jaar. En die optredens lij ken als twee druppels water op elkaar: wat aria's van Donizetti en Puccini, een stukje Verdi en een riedeltje Massenet, en tot besluit wat Napolitaanse krakers als Mama en O sole mio. Het geheel wordt omlijst door ouvertures, te spelen door het begeleidende orkest en, meest al, een optreden van Pavarotti's bescher meling, de virtuoze fluitist Andrea Gri- minelli. „Na vijf minuten dwalen mijn gedach ten af als ik zo'n concert op de tv zie", zegt muziekcriticus Leo Samana. „Ik zou er geen dubbeltje voor neertellen. Het zijn allemaal losse hits van een paar minuten; een soort cd met populaire moppies. Een zanger die dit doet, dient niet de muziek maar zichzelf. Je zou best een acceptabel concert met losse aria's kunnen geven, maar dan moeten de stukken op elkaar zijn afgestemd. Er zou bijvoorbeeld ook een scène bij kun nen zitten, waarin meer zangers optre den". Volksheld Operakenner Menno Feenstra, artistiek leider van de opera van Glyndebourne in Zuid-Engeland en bekend van radio programma's als Operamatinee en Dis- kotabel, is evenmin te spreken over de concertpraktijk van Pavarotti. „Ik gniw van dat soort concerten. Dit heeft niets meer met kunst te maken, het is een soort acrobatiek. Aria's zijn er niet ter De artiest, als Edgardo in Lucia di Lammermoor. FOTO: ARCHIEF SP meerdere eer en glorie van de zanger, ze maken deel uit van een opera. Er gaat zo veel verloren als je die stukken uit' hun context haalt". Makelaar Harry Mens, hoofdsponsor van het Pavarotti-concert in Rotterdam, stoort zich niet aan dit soort kritiek. In het in linnen gebonden programmaboek van het evenement roemt hij juist de op het grote publiek gerichte activiteiten van de tenor. „Pavarotti werd een volks held, met de ondeugende uitstraling die nodig is om die uitstraling te bereiken. Daarmee democratiseerde hij de zang kunst. Hij maakte de massa's die zich met muzak tevreden stelden deelgenoot van muziek". Bovendien gaat de op brengst van het concert naar opvangcen tra voor zwerfkinderen. Wat kan er dan nog mis zijn aan 'Pavarotti in Holland'? Toch zijn er zaken die storen aan het Pavarotti-circus. Want behalve muzikale bezwaren zijn er een hoop andere vraag tekens bij het concert te plaatsen. Hoe veel gewone mannen zullen er bijvoor beeld morgenavond bij zijn in Ahoy', als de kaartjes in prijs variëren van 150 tot 2000 gulden? En steekt de verwachte op brengst voor de zwerfkinderen van een half miljoen niet wat mager af bij de 5,5 miljoen gulden die moet worden overge maakt naar Pavarotti's agent Tibor Ru- das? Buitensporig Dit bedrag is trouwens zelfs voor een megaster als Luciano Pavarotti buiten sporig hoog. Het normale tarief van de zanger voor een dergelijk concert, is na melijk 2,5 miljoen gulden. Vanwaar dit prijsverschil? Sponsor Mens wil hierover niets loslaten. Een verklaring is mis schien te vinden in de volle agenda van de Italiaan, want daarin stond vorig jaar nog voor 1 september 1991 een concert in Hamburg genoteerd. Dit leek aanvan kelijk de droom van Mens in de war te sturen. Maar in december kon hij triom fantelijk aankondigen dat 'de grootste te nor van de eeuw' naar Nederland zou komen. Het in Rotterdam te verdienen vermogen zal er zeker toe hebben bijge dragen dat de agenda van de maestro opeens wat flexibeler in elkaar zat dan normaal. Hamburg werd gewoon een weekje naar voren gehaald. En dan er tussenin nog even op en neer naar Ko penhagen om daar te zingen. Het Deense concert ging overigens wegens keelklach- ten van de zanger niet door. Hoe anders was het allemaal 28 jaar ge- lëden. De volslagen onbekende tenor Luciano Pavarotti vertolkte in januari 1963 in Amsterdam de rol van Edgardo in Donizetti's Lucia di Lammermoor. De kritieken over de uitvoering als ge heel waren slecht, maar de recensenten oordeelden positief over de lyrische en krachtige stem van de tenor. Drie jaar later is hij opnieuw in Amsterdam, in het kader van het Hólland Festival. De wijze waarop de nog steeds onbekende zanger de rol van Tebaldo in I Capuleti e i Montecchi van Bellini op de planken zet, dwingt respect af. Stormenderhand Pas in 1981 was Pavarotti opnieuw in Nederland te horen, maar nu als grote ster in het Concertgebouw. In de loop van de jaren zestig had hij de grote po- C De megaster in Hyde Park. dia stormenderhand genomen. In de Newyorkse Metropolitan Opera verdien de hij de titel 'Koning van de hoge c', door in 1969 op onnavolgbare wijze als Tonio in Donizetti's La fule du régiment de negen opeenvolgende hoge c's te zin gen in de aria Ah! mes amis, quel jour de fête. Enige jaren eerder al veroverde hij de grote operahuizen als Rodolfo in La Bohème van Puccinj. Niettemin waren er in 1981 nog lege plaatsen in Amster dam. De negenduizend kaarten voor het concert in Ahoy' zijn al maanden uitver kocht. Menno Feenstra verlangt terug naar de Pavarotti van toen. „Het is zó jammer. Hij had een heel grote kunnen blijven met z'n unieke geluid. Zoals hij in de Aida heeft gezongen, of in La fille du ré giment. ..dat was schitterend". Hoewel Leo Samana eigenlijk liever Placido Do mingo hoort, erkent ook hij de kwalitei ten van Pavarotti. „Ik ben het meeste onder de indruk van zijn oudere opera- optredens. Vroeger was hij een groot heid, stelde hij zichzelf in dienst van de muziek. Ja, hij is nu ook nog wel be scheiden als hij het over zichzelf heeft, maar hij is toch willens en wetens in dat hele circus verzeild geraakt". Het publiek zal er niet mee zitten, mor genavond, als Lucianissimo ten minste geen last meer heeft van zijn keel. Het zal klappen en juichen als de zanger het buiten-formaat pochet tevoorschijn trekt. En wie weet, beloont de tenor het enthousiasme wel met het geliefde Nes sim dorma uit Puccini's Turandotdat niet op het programma staat, maar het natuurlijk uitstekend doet als toegift. VinceroVINCERO(ik zal overwinnen) zal hij dan zingen. Inderdaad, een over winnaar is hij voor het grote publiek. Maar zijn aanzien in de muziekwereld heeft hij verloren. Plezier lijkt het nieuwe sleutelwoord in David Bowie's leven. Tijdens een ont moeting in The Factory, een tot oefenruimte omgebouwde fabriek in een buiten wijk van de Ierse hoofdstad Dublin, blikt de 44-jarige Engelsman niet alleen ge zond en gebruind de wereld in, maar benadrukt hij verschillende keren zijn ple zier in het leven en in het muziek maken. Verantwoordelijk voor die artistieke opleving is Tin Machine, het kwartet waarvan hij de zanger is. Maandag ligt de tweede geluidsdrager van het gezelschap in de winkel en voor 28 oktober staat, in het kader van de Europese tournee, een eenmalig concert in het Utrechtse Vre- denburg op het programma. Reden voor David Bowie en zijn muzikale makkers de versterkers wat zachter te zetten voor het grote Tin Machine interview. strepen moeten staan, hoor. De reden om voor die verre bestemming te kiezen was simpel: een nieuwe omgeving stimu leert. Ik suggereerde dus Sydney, simpel weg omdat ik van Australië hou en de rest er nog nooit was geweest". Hunt: „We hebben enorm veel werk ver g« snelle juridi- *1 ovei zaken van nt vol- de die op ■at kon nieuwe ten dal geld ti aat he ter eei hem tt vroeg ze for Niet ie op ziji DUBLIN - „Tin Machine is een democratische eenheid. Ik ben ge woon een van de groepsleden en dat bevalt mij prima. Vooral ook omdat ik uitstekend met de rest kan opschieten. Het zijn mijn makkers", laat een ontspannen ogende David Bowie weten. Het opschorten van zijn twintig platen durende solo-carrière heeft hem zicht baar goed gedaan. De zanger oogt ener giek, hoewel Tin Machine inmiddels slo pende uren achter de rug heeft ter voor bereiding van de tournee. „Ik heb veel plezier en dat heeft alles te maken met de positie waarin we ons hebben gemanoeuvreerd. Tin Machine is geen groep die carrière wil maken. Als we op die basis met muziek bezig zou den zijn, hielden we het geen maand uit". Om de democratische uitstraling te be stempelen is behalve David Bowie ook de rest van de groep nadrukkelijk aan wezig bij het gesprek. Met het verschij nen van 'Tin Machine II' lijkt de groep zijn zaakjes beter voor elkaar te hebben dan tijdens het debuut. Zo wordt het Tin Machine-verhaal dit keer niet door kruist met een 'Sound Vision'-tournee' en zijn de zalen wat groter dan tijdens de vijftien concerten durende clubtour nee. Daarbij belandden slechts duizend gelukkigen in het Amsterdamse Paradi- so, terwijl vijfentwintigduizend mensen het podium-debuut moesten volgen op een in allerijl opgetrokken videoscherm op het Museumplein. Bowie: „Van elk concert van die tournee zijn illegale op namen in omloop en er zijn optredens bij waarvoor ik mij absoluut niet schaam". Bassist Tony Sales: „Er bestaat zelfs een dubbel-ceedee van de concerten in de Newyorkse Roxy. Beide optredens staan op een aparte disc". Australië 'Tin Machine II' werd voor het grootste deel opgenomen in Australië. David: „Dat is zo ongeveer de enige invloed die ik op mijn makkers heb kunnen uitoefe nen, maar ik heb er wel voor op mijn Gitarist Reeves Gabrels: „Eenzelfde soort ervaring deden we op in de Baha ma's, waar de eerste plaat is opgenomen. Hoewel misschien niet de vriendelijkste omgeving, stimuleerde het de creativi teit". Hunt: „David bleef maar roepen hoeveel plezier hij had". Reeves tegen Bowie: „Jij hebt zelfs een paar keer gesnorkeld, volgens mij". David: „Maar je moest wel met sanda len over het strand... Echt levensgevaar lijk, want elk moment kon je worden ge mangeld tussen twee elkaar bestrijdende drugbendes of tussen de politie en wat gangsters. 'Crack City' op de eerste elpee is een gevolg van ons verblijf daar. Het kiezen van de juiste plek om op te ne men is uiterst belangrijk. Voor mijn solo-werk heb ik er bij een paar elpees helemaal naast gezeten en dat hoor je. Er is maar één groep in de wereld voor wie het niet uitmaakt, waar hij opneemt en dat is Status Quo. Al zet je de musici midden in Bangkok, dan nog klinken ze zoals op voorgaande platen. Ik geloof dat de invloed van Australië vooral met de atmosfeer op 'Tin Machine II' heeft te maken. De plaat ademt de enorme ruimte die het land met zijn beperkte aantal inwoners biedt en dat is een aan gename afwisseling met de eerste, die toch een wat claustrofobische inslag heefj. Maar we hebben geen nummers geschreven over Aboriginals of zo". Reeves: „En wat denk je van 'Needies"? David: „Oh ja, dat is een directe verwij zing, maar dat nummer staat niet op de plaat". Reeves: „Het heeft met de constante stroom junkies te maken die je tegen komt als je op straat loopt". David: „Maar het ligt dan ook maar drie uur van Hongkong. Bovendien beschikt Australië over zoveel strand dat het voor de politie, hoe ze ook haar best doet, onmogelijk is om die drugsstroom tegen te houden". Spontaniteit Volgens David Bowie is 'Tin Machine II' het gevolg van een combinatie tussen Tin Machine: „Wij converseren met elkaar door middel van muziek en zo'n conversatie blijft alleen boeien als je elkaar iedere keer weer iets interessants hebt te vertellen FOTO: PR spontaniteit en creativiteit. David: „We hadden geen idee wat we in de studio gingen opnemen. En dat is een luxe die ik koester, want zonder verwachtingen aan het werk stimuleer je de creativi teit". Tony: „In de popwereld zijn er maar een paar mensen die dat kunnen. Stevie Wonder is zo iemand". Hunt: „Ik zou het op mijn zenuwen krij gen als ik mij eerst door maanden de mo's maken zou moeten heen ploegen. We hebben er een werkwijze op nage houden die in de jazz-wereld gebruike lijk is, namelijk spontaan musiceren en kijken wat het eindresultaat is". David: „Er kleeft wel het probleem aan, dat we nu de nummers moeten leren spelen. Soms vragen we ons verbaasd af om welk akkoordenschema het gaat. We moeten echt die improvisaties leren spe len". Tony: „Het is een heerlijke manier van opnemen... voor ons". David: „Want het uitgangspunt voor de muzikant is, wel dat hij zijn instrument beheerst, dus weet wat wel en wat niet kan voordat hij grensverleggend te werk gaat. Maar dat geldt voor elke kunst vorm. Kijk maar naar de schilderkunst. Voor nieuwe uitingen in de beeldende kunst zijn mensen verantwoordelijk met een enorme discipline, die precies weten waarmee ze bezig zijn". Reeves: „We hebben onze ervaringen uit de tijd tussen de beide elpees mee de studio ingenomen". Hunt: „Maar we zijn niet zoals Prince zeven weken in de studio ondergedo ken". David: „Prince liet zijn technicus in een ander vertrek slapen om hem midden in de nacht wakker te maken, zodat hij een nieuw idee kon vastleggen. Ik denk niet dat ik daar nog tegen zou kunnen". Kritiek Voortbouwend op de spontaniteit van het moment zijn er twaalf composities ontstaan die de toets der kritiek makke lijk kunnen doorstaan. Reeves: „Ik denk niet dat mensen die de eerste plaat heb ben gekocht, teleurgesteld zullen worden bij de tweede. Het enige wat we aan hen vragen is om er met open oren en zon der verwachtingspatroon naar te luiste ren". David: „Zoals wij ook zonder uitgewerk te plannen de studio zijn ingegaan. Ik heb soms het idee dat het publiek, gesti muleerd door de platenmaatschappijen, verandering bedreigend vindt. Maar als er zoveel kennis, vakmanschap en muzi kale ideeën in een groep leven, is het zonde om daar geen gebruik van te ma ken. Wij praten met elkaar door middel van muziek en zo'n conversatie blijft al leen boeien als je elkaar iedere keer weer iets interessants hebt te vertellen. De al lereerste 'conversatie' die wij hadden, le verde 'Heaven's In Here' op. Aan dat nummer hebben we na die eerste opna me nooit meer iets veranderd-. En als we een slechte dag hadden, gingen we ge woon met iemand anders' werk aan de gang. Roxy Music's 'If There Is Some thing' is daar een voorbeeld van: probe ren zo'n nummer ons jasje te geven". Tony: „Iets dat in de jazz-wereld ook met de regelmaat van de klok gebeurt". Reeves: „'If There Is Something' was een van de allereerste nummers die Da vid, Hunt en ik in Los Angeles speelden. Het vormde de sleutel tot Tin Machine, of Alimony Inc. zoals we ons toen wil- den noemen. Wij zijn namelijk alle vier een keer gescheiden". David: „Hoewel het op de tweede ge luidsdrager terecht is gekomen, is het dus een overblijvertje van de eerste plaat. Voor we in Sydney met de opna me begonnen, luisterden we naar wat oud materiaal en kwam dit weer voorbij. Onze reactie was: jee, wat is dit mooi. Alleen de openings-akkoorden zijn af komstig van een ander nummer dat we voor deze elpee opnamen, maar later niet geschikt bleek". Bank Als de vier niet muzikaal met elkaar zijn verbonden via Tin Machine, kijken ze nauwelijks naar elkaar om. Hunt: „Als het niet hoeft, raak ik mijn instrument niet aan. Soms word ik gevraagd voor een soundtrack of speel ik met wat vrienden in Boston, waar ik woon. Tony houdt zich bezig met acteren en David zit thuis op de bank televisie te kijken (lacht)". David: „Krijg wat!" Hunt: „We weten gewoon altijd wat jij doet, daar hoeven we maar een krant voor open te slaan. Dat is ook het enige verschil met andere groepen, dat wij een zanger hebben die miljonair is". ccidóc0olikmvt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 27