Fractiediscipline CDA: geniaal of schandaal? Sint wil blijven regeren al doet het soms pijn BINNENLAND EcidócSotvumt ZATERDAG 17 AUGUSTUS Marjanne Sint: ,,lk weet niet hoe het kan dat men in het CDA zo rustig blijft". FOTO: CORNÉ SPARIDAENS Als het aan partijvoorzitter Marjanne Sint ligt laat de PvdA zich door de pijlsnelle electorale neergang niet uit het lood slaan. De algemene koers hoeft niet verlegd, wèl moet de eigen achterban voortaan beter worden voorbereid op de jobstijdingen die nu eenmaal met het regeren gepaard gaan. Na het land donderdag met een crisisdreiging in rep en roer te hebben gebracht, spreekt Sint alweer verzoenende taal. „Ik verzet me tegen het beeld van een CDA dat het land alleen bestiert en iedereen vermorzelt die niet braaf wil aanschuiven". AMSTERDAM Het moet een soort rouwpro ces zijn. Je komt onbe kommerd thuis van va kantie en ontdekt dat je geliefde de partij op apegapen ligt. Eerst is er de schok: dit kan niet waar zijn. Dan het ver driet: waarom, waarom? Maar al heel snel moeten vele dingen geregeld wor den en tenslotte komt de angstige vraag: hoe gaan we verder? Marjanne Sint, partijvoorzitter van de PvdA, heeft al deze stappen de afgelopen week in ijltempo moeten doorlopen. Na de eerste schrik moest er met een vergaderd, overlegd, on derhandeld worden. De tele foon stond niet stil. Daar kwam bij dat heel Nederland intussen was gaan denken dat Marjanne Sint de patiënt al had opgegeven. Waarom an ders was zij zo totaal onbereik baar op haar vakantieadres? Sint: „Ik hou vast aan wat voor mij de waarheid is. Ik ben zeer begaan met de partij. Ik heb meermalen verklaard dat iedereen toch kan beseffen dat ik meteen gebeld had, als ik had geweten dat niet alleen de partij maar ook ikzelf zo in opspraak was gekomen. Maar ik wist het gewoon niet". „Toen ik thuis kwam schrok ik me dan ook rot. Maar mijn reflex was: hoe komen we uit deze situatie? De eerste men sen die ik belde waren Thijs Wöltgens en Wim Kok. Nou ja, al snel werd me duidelijk dat het vertrouwen in de partij zeer geschonden was. Ik be doel: als je in de opiniepeilin gen op 21 zetels staat, dan kun je niet volhouden dat de men sen nog veel vertrouwen in je hebben". Zondag kwam de partijtop van de PvdA voor het eerst sinds de vakantie bijeen. Is toen niet overwogen of de PvdA nog wel kon doorgaan met dit ka binet?' „Nee, er is niet gezegd: we stappen eruit. Dat zou ook heel raar zijn geweest want het ka binet had zélf dat omstreden besluit genomen. Eruit stappen komt wat mij betreft ook niet aan de orde. Waar het om gaat is dat je probeert met elkaar dóór te gaan, namelijk door dat omstreden WAO-plan bij te stellen". Alle klappen Het hele kabinet mag dan ver antwoordelijk zijn voor het omstreden wao-plan, de PvdA heeft wèl alle klappen moeten opvangen. Had Kok dat niet moeten voorzien? „Dat is achteraf gemakkelijk gezegd. Natuurlijk wist ook Wim heel goed dat het plan op weerstanden zou stuiten. Maar dat het verzet zo massaal zou zijn en zich speciaal op de PvdA zou richten is volgens mij een inschattingsfout van het hele kabinet geweest". Als het CDA er even hard van langs had gekregen was het DEN HAAG „Voor een cursus verdekt opstellen moet je even De Vries bellen", grapte Vrij Ne derland vorige week over de houding van de CDA- minister van sociale zaken na publikatie van het ge wraakte wao-voorstel. Maar niet alleen deze be windsman, ook de gehele CDA-fractie uit de Twee de Kamer heeft zich een maand geleden de tijger sluipgang eigen gemaakt. Onder leiding van fractielei der Brinkman plaatsten de christen-democraten een bom, trokken zich ijlings terug op campings en in vakantiehuis jes om de klap niet te hoeven horen, en keerden vervolgens vier weken later uitgerust te rug naar het slagveld. „Strate gisch geniaal", roept een ja loers PvdA-kamerlid, een „grof schandaal" vindt het CNV en „slecht voor de demo cratie", meent minister van staat De Gaay Fortman. 1 „Moedig en verstandig", had Brinkman het kabinetsbesluit over de inperking van de wao genoemd. Het is echter de vraag of het ook moedig en verstandig is om je tijdens een maatschappelijke oproer ge heel afzijdig te houden. Het is op z'n minst weinig verhef fend dat een fractie gedurende enkele weken collectief ver wijst naar „de woorden van onze fractievoorzitter". De veelgeroemde en tevens verguisde fractiediscipline van het CDA is een karaktertrekie dat meegenomen is vanuit de Katholieke Volkspartij (KVP). Vanuit deze bloedgroep van het CDA is een stevig stempel gedrukt op de aard van het fractie-overleg. Jarenlang leek het erop dat het CDA nooit een eenheid zou kunnen wor den. Het ging zelfs helemaal de andere kant uit toen de fractie aan het eind van de ja ren zeventig te kampen kreeg met tien dissidenten die tegen plaatsing van kernwapens wa ren. Zo maakt de journalist P.L. SUSKEENWISKE HET WITTE WIEF A ^~f Uit ten haar op hel hoofd van Sushr en U/ske durft hrenkrn ir- L l5 nof metddn 'l e,nd wn miserie J van Enk in zijn boek 'De af tocht van de ARP' (Kok, 1986) tot slot de opmerking: „Met de KVP is ook de notie van be langenbehartiging teloorge gaan. De strijd tussen de be langengroepen (in het CDA) is klaarblijkelijk zo hevig gewor den en treedt sinds enige tijd zozeer in de openbaarheid, dat een politieke partij, breed en conflictbestendig om een duurzaam vergelijk tussen die groepen mogelijk te maken, klaarblijkelijk niet meer kan bestaan". Vertegenwoordigingen Die constatering is slechts vijf jaar oud, maar blijkt toch al flink achterhaald te zijn. Er is geen kamerfractie waarin de belangengroepen zo goed zijn vertegenwoordigd als bij het CDA. In de CDA-fractie zitten mensen die afkomstig zijn uit de christelijke vakbeweging, werkgeversorganisaties, de overheid, het onderwijs, land bouworganisaties en belangen groeperingen voor vrouwen en jongeren. Ondanks deze geva rieerde samenstelling heeft de buitenstaander bepaald niet het gevoel dat er binnen het CDA regelmatig een flink rob bertje wordt gevochten van wege belangentegenstellingen. Dat is vooral het gevolg van de vergaande specialisatie in de CDA-fractie. In de heersen de partijcultuur worden geen bevlogen ideologen, maar spe cialisten gezocht. De kwalitei ten die een kandidaat op één specifiek terrein heeft ge toond, bepalen zijn plaats op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer. Het uitverko ren kamerlid wordt vervol gens geacht alleen zijn eigen straatje schoon te houden. Voor de andere onderwerpen voorziet het ongeschreven fractiereglement in het onbe kommerd stemmen op aange ven van de fractiespecialist die een CDA-straatje verderop re- kabinet nu minder in de pro blemen geweest? „Ik weet niet hoe het kan dat men in het CDA zo rustig blijft. Het moet iets te maken hebben met minder hoogge stemde verwachtingen die in die partij leven. Ervaring mis schien ook wel. Er komt bij dat onze partij de afgelopen paar weken ook niet erg zijn best heeft gedaan om buiten schot te blijven". U doelt op de partijgenoten die zijn gaan roepen dat u en Wim Kok maar moesten opstappen? „Laten we zeggen dat een aan tal mensen gezwicht is voor de verleiding veel in de publici teit te zijn. Dat begrijp ik ook wel, want zeg maar eens 'nee' als je een onbekende bent en er staat opeens een camera ploeg voor je deur. Bovendien heeft onze achterban wat meer het hart op de tong en, ach, dat is ook weer het aantrekke lijke van de partij". Is de afgelopen weken niet zonneklaar gebleken dat de partijtop geen idee meer had van wat er onder de gewone mensen leeft? „Inderdaad is uit de reacties gebleken dat het wao-voorstel zoals het er lag, gewoon niet kon. Maar omdat het besluit zo onverwacht kwam, heeft de opstand ook enorme vormen aangenomen. Onze achterban had misschien de indruk dat het wao-probleem pijnloos op gelost kon worden en dat is natuurlijk niet zo. Voortaan zullen we de mensen dan ook beter op pijnlijke maatregelen moeten voorbereiden. We heb ben onvoldoende durven waarschuwen en dat geldt niet alleen voor het partijbe stuur, maar ook voor fractie en bewindslieden dat er hele lastige maatregelen aan zaten te komen die ons in con flict konden brengen met de vakbeweging". „Nou, het is een deel van het probleem omdat de vakbewe ging veel partijgenoten nog zeer na aan het hart ligt. Dus als de bonden zich verzetten tegen kabinetsplannen, dan is de eerste reactie van veel par tijgenoten: dat beleid deugt niet. We moeten langzamer hand af van het idee dat als de vakbeweging iets afkeurt, dat het dan dus een slecht voorstel is. Ook hadden we beter dat we tot een vergelijk ko- U kunt ook nu al IJS Di 'perplex ge vluch joedelijke de Iraan our Bakh __je week i |n in ziJn fc>rstad Su idie de u »ider als Economisch verhaal Achterban „Het staat voor mij als een paal boven water dat je niet kunt zeggen: er komen een miljoen arbeidsongeschikten, maar we laten het daarbij. Nu is het zo dat iedereen die het tempo niet kan bijbenen vroeg of laat uit het arbeidsproces wordt gestoten. En daar stuit je op een wezenlijk nieuw soli- dariteitsvraagstuk. Moet werk een topsport zijn voor de aller- sterksten, of doen we het sa men? Dan is er het economi sche verhaal, dat veel moeilij ker is uit te leggen, maar waar we als regeringspartij wel re kening mee moeten houden. Als we niets doen stijgen de premies, daardoor lopen de loonkosten op en zullen de werkgevers nóg hogere presta ties van hun werknemers ei sen. De afvalrace gaat zo door en arbeidsintensieve bedrijfs takken delven het onderspit. Dat proces is al jaren aan de gang en dat willen we omke- Maar moet je daarvoor een he leboel mensen hun uitkering afnemen? „Nee, dat is een ander verhaal, dat vind ik niet te verdedigen. Het is ook precies het onder deel van het wao-plan waar de meeste kritiek op is. Onze in zet is om alternatieven te be denken voor de duurbeper- king die de huidige wao'ers zou treffen. Ook moeten we kijken of we de inkomens kunnen beschermen van men sen die arbeidsongeschikt wor den en van wie je kunt zeggen: die komen nooit meer aan de Dus dat is onderhandelbaar? „Als je tevoren zegt: 'dit is onze inzet', dan betekent het dat je vervolgens met elkaar gaat praten. Het is niet anders. We denken wèl dat we redelij ke argumenten hebben, omdat er volgens ons geen maat schappelijk draagvlak is voor de huidige maatregelen. Maar inderdaad: we kunnen het CDA niet onze wil opleggen, we zullen moeten afwachten wat de uitkomst is. Al heb ik tot nu toe er vertrouwen in Dan is het nog de vraag of dat onderhandelingsresultaat aan vaardbaar is voor uw achter ban. Het gewest Leeuwarden eiste donderdagavond nog dat het héle wao-plan van tafel zou gaan. „Ik zie het congres niet met grote zorg tegemoet. Want het is natuurlijk niet zo dat het congres achteraf alsnog de wao-plannen van het kabinet mag goed- of afkeuren. We le ven hier niet in het oude Oost- Europa! Nee, zo'n fiattering achteraf, daar zou ik me sterk tegen verzetten. Het is aan ons democratisch gekozen parle ment om een kabinetsvoorstel al dan niet aan te nemen. En nu kom ik op Leeuwarden: het is wèl een taak van het con gres om met elkaar te praten over wat wèl reëel is en wat niet. Wil je regeringspartij zijn, dan kom je voor lastige keuzes te staan. Daarover moeten we elkaar eens diep in de ogen kijken. Het alternatief is dat je in de oppositiebankjes zit en op papier prachtig beleid mag ontwikkelen waar niets van terecht komt". Gewoon zeggen waar het op staat. Dat klinkt mooi. Wan neer gaat u de partij voorbe reiden op de ontkoppeling? Het CDA roept al maanden dat de koppeling tussen de lo nen en uitkeringen niet vol te houden is, maar het optimisme van PvdA-bewindslieden kent geen grenzen. „Als u de uitspraken die daar over gedaan zijn precies na leest, zult u nergens aantreffen dat wij beloven dat de koppe ling de hele regeerperiode toe gepast wordt. In ons eigen par- tijprogramma staat nota bene dat op bepaalde gronden van de koppeling kan worden af geweken. We praten nu over de vraag of die afwijkings- gronden gelden. Maar u hebt gelijk: het is een van de zaken waar we op het congres over moeten spreken. We zullen zeggen (Sint richt zich tot een denkbeeldig publiek): Hoor es, we hebben in 1989 dat stand punt ingenomen, we hebben vervolgens een regeerakkoord ondertekend en dat kan nu een aantal gevolgen hebben. Uiteraard zetten wij ons in voor het behoud van de kop peling. Maar hou er rekening mee dat het niet per definitie zal lukken". „Een besluit over de mag niet, net als heg be sluit, als een dief inicteurS komen. Als je kijkt^* groei van het aantal met een uitkering, i beeld er niet gunstig i ik zeg nu niet dat de niet zal worden Daarover moet het kï slissen". Klussen afmakcT' Zijn er voor de Pvdjl leuke dingen te berér dit kabinet? Sint veert op: „Jaz^^^" zijn niet alleen voor (JalriKaa het kabinet gaan ziit gist€ willen belangrijke iijestie te gen doen in de kwaipolitiek de samenleving, de nl vuiling terugdringen ciale vernieuwing <r°|e r°' zetten, om maar een luSr gen te noemen. D? Naties sneeuwen nu totaaf8en "el maar we zouden die naar graag afmaken". ,w Uidafrika Als het in de peilf1 Genèv slecht blijft gaan mef£ de,eeJ; kon dat nog wel «Pat worden. Het risico b$za zlJn het CDA de PvdA in net gaat overvleugel* heeft de VVD in hfl kabinet ervaring daan. „Ik verzet me tegen I dat het CDA het hele stiert en vermorzelt bereidwillig aanschuif ik geeft toe: we heli steeds moeite met def keling naar de reger antwoordelijkheid. Wé onze achterban onvi duidelijk kunnen ma| dat voor consequent» De verwachtingen die| partij leven, kloppen wat haalbaar is". Eigener beweging kcl weer terug op de verl staat. „We zijn toch blf nu mede-verantwoordr voor de sanering van I ale stelsel", verzucht is een fraai stelsel, mal zó uitgedijd dat het dn te spoelen als je geen I opwerpt. Juist omdatH hart en de kern van f zorgingsstaat overeina houden, willen we mei aan de bouw van die c Een lastige taak, mal Burger zei het twintig ft leden al: regeren gaat Sint schiet in de lach. I merken we nu wel hej geert. Voor de grote lijnen, de strategie en het imago van de fractie is de fractievoorzitter verantwoordelijk. Hij is de ka pitein op het schip. Vandaar dat er geen andere kamerfrac ties zijn waar de invloed van de fractievoorzitter zo groot is als bij het CDA. Probaat middel Dit erfstuk uit het KVP-verle- den is een probaat middel te gen opkomende verdeeldheid. Het ontneemt echter wel een stuk betrokkenheid van ka merleden die het voorliggende onderwerp niet in hun porte feuille hebben. De enige die inzicht heeft in de strategie is de fractieleider. Vandaar dat je verbluffende reacties krijgt van CDA-kamerleden die bij voorbeeld niets van de wao- problematiek (willen) weten. Neem buitenlandspecialist Aarts die enkele weken terug eerlijk en zonder gêne toegaf niets te weten van de wao-pro- blematiek. „Ik ga over Surina me, daar heb ik m'n handen vol aan en van de wao weet ik eigenlijk niets af. Ik volg in dat opzicht blindelings de frac tievoorzitter". Het doet denken aan wat oud CDA-minister Jan de Koning eens zei over katholieke chris ten-democraten. Daarvan zou de helft het evangelie alleen gezien hebben „in handen van een priester, in de schemerige verte van het koor van de kerk". Datzelfde geldt waar schijnlijk ook voor de minder blijde boodschap van het CDA zelf. Misschien heeft meer dan de helft van de CDA-kamerle den deze alleen in handen ge zien van de fractievoorzitter in de schemerige verte van de katheder in de Tweede Ka mer. Dat is niet vriendelijk bedoeld. Natuurlijk kun je het volledig met je eigen fractievoorzitter eens zijn, maar dat ontslaat niemand van de plicht over belangwekkende zaken als de wao verantwoording af te leg gen. Omdat het kamerlidmaat schap een publiek ambt is, moet er ook publieke verant woording kunnen worden af gelegd. Over het 'klapvee' in de frac tie is weinig verheffends te zeggen. Tot jongstleden don derdag, de eerste werkdag van Brinkman na zijn was niet bekend CDA-fractie stond in cussie over het bijvijle scherpe kanten aan plannen van het is trouwens nog duidelijk wat er boezem van de over het gevoelige van de wao. Het is nauw betrokken leden (Gerritse en De wèl aan het Kok, Lubbers en mochten deelnemen, afloop als enigen niks 1 r* .s mee te delen omdat hur®"- tievoorzitter nog op v2 I, was. Een dergelijke disIKen- 0 zorgt wel voor een over ®.est? lijke politiek, maar is vP, verrijking van de demo* Het 9< HDAD

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 4