„Gaten boren, maar de beller
moet ze niet dichtstoppen"
'final
na ie
Duitsland weet zich geen raad
net Oosteuropese vluchtelingen
r
li
'Hopelozen'
kwijnen
weg in
Roemeense
ziekenhuizen
ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1991 PAGINA 17
jitgevei^
,k,
DE ANONIEME HULPVERLENERS VAN SOS-TELEFONISCHE HULPDIENST:
!N HAAG - Terwijl de meeste
nsen al op één oor liggen, is
irijke klaarwakker. Ze voelt zich
antisch eenzaam en heeft niet
'eel zin meer in het leven. Ze
ft net ontdekt dat haar dochter,
t wie de relatie toch al niet zo
t is, aan de drugs is en weet niet
ze met het probleem om moet
n. Eigenlijk wil en kan ze er
t over praten. Omdat ze zeker
t wil dat haar directe omgeving
an weet, belt ze de SOS Telefo-
:he Hulpdienst. Ze hoeft haar
im niet te noemen, en ze komt
niet te weten wie er aan de an-
kant zit. Haar blokkade om
het probleem te praten is ech-
|zo groot dat ze minutenlang
woord kan uitbrengen. Na
I paar minuten stilte hangt ze
met de belofte terug te bellen
jze wat meer moed heeft verza-
■d.
pen anoniem pand ergens in Den
l staan vrijwilligers 24 uur per et-
1 klaar om een luisterend oor te le-
aan de medemens in nood. Op een
V'^rdeweekse nacht is trainer Ton van
Oosten aan de beurt. De centrale
öt, door het tekort aan vrijwilligers,
dstal door één vrijwilliger tegelijk be
id. Daarom is ook de staf ïngeroos-
heeft de hoorn nog niet neergelegd
Ie volgende beller meldt zich. Het is
meisje met een warrig verhaal. Ze
een nog op school, ziet enorm op tegen
eindexamen. „Het gaat erom te ont-
uter-
?n wij
(een
/V
]en wat nu het echte probleem is",
Ton. „Je moet de heel kleine signa
leren oppikken". Hij concludeert dat
belster, naast angst om te falen, een
irobleem heeft. Daar probeert hij op
r te gaan. Hij raadt haar aan naar ie-
id te zoeken 'die over haar schouder
ïkijkt'.
'ons
moeder van eerder op de avond belt
ig. De hulpverlener doet alles om een
en :tie te ontlokken die verder gaat dan
I- en en 'nee'. Desnoods vertelt hij zelf
verhaal, maar zij moet aangeven
r dat over moet gaan. Hij vraagt om
talen om te horen of de ander er nog
,Als het je is gelukt om de ander in
irek te krijgen moet je proberen zo
nt mogelijk bij hem of haar te ko-
n. Het is niet de bedoeling dat je als
spons gaat zitten luisteren: daar
/0f ft niemand wat aan. De essentie van
pverlening is iemand durven vast-
ken, terwijl iemand wegloopt. Het is'
istens zo belangrijk de hulpvrager
weer los te laten. Dat is voor veel
ïsen het moeilijkste".
elfwerkzaamheid
)rop staat het bevorderen van de zelf-
kzaamheid bij de bellers. „Ze
ïten het uiteindelijk zelf doen. Wij
men ze alleen maar een handreiking
pn". De beller wordt in zijn eigen
Irde gelaten. Als iemand op een voor-
j bijvoorbeeld om eens te praten met
land van de Riagg, niet wil ingaan,
dt hij niet op die beslissing aangeval
maar vraagt Ton de beller na te den-
over de eventuele gevolgen daarvan,
iruit ontstaat bijvoorbeeld het idee
and in de omgeving te zoeken die
tijdje 'meeloopt'.
t later die nacht belt er iemand met
dikke tong. Hij heeft wel zin in een
:llig praatje. De hulpverlener vraagt
lij medicijnen of alcohol of een com-
atie van beide heeft gebruikt. „Het
lerscheid is soms heel moeilijk. Het is
kwestie van ervaring hoe je dat in
pt schatten". In ieder geval werken de
hulpverleners nooit mee aan zomaar een
gezellig kletspraatje. Ook op sekstele-
foontjes, die alleen ten doel hebben tot
bevrediging te komen, wordt niet inge-
Prioriteit
Doordat de vrijwilligers bijna altijd al
leen hun dienst draaien, komt het regel
matig voor dat ze op twee telefoonlijnen
tegelijk bezig zijn.
„Je moet dan kiezen voor het gesprek
met de hoogste prioriteit en dan de an
der vragen terug te bellen. Heel verve
lend, maar het kan niet anders", zegt
Ton. Het is geen uitzondering dat een
gesprek drie kwartier duurt. Pas als de
hulpverleners het idee hebben dat voort
zetting van het gesprek op dat moment
niets meer kan bijdragen, wordt het ge
sprek in overleg met de beller beëindigd.
De relatie tussen beller en hulpverlener
moet eerlijk en open zijn. „De hulpver
lener hoeft zichzelf niet weg te cijferen.
Het komt weieens voor dat hij met een
probleem wordt geconfronteerd dat hij
zelf ooit heeft meegemaakt. Oude won
den worden opengereten en hij ziet het
niet zitten om erover te praten. Wij vin
den dat hij dat dan ook tegen de beller
moet zeggen en die persoon laat terug
bellen als er een andere collega achter de
telefoon zit. Zo blijf je eerlijk tegenover
jezelf en de ander".
Overtuiging
De allerbelangrijkste eigenschap van een
vrijwilliger is volgens Ton dat hij zich
voortdurend realiseert dat de beller an
ders is dan hijzelf.
„Je mag natuurlijk je eigen overtuiging
hebben, maar je moet andere ideëen
kunnen accepteren. Als je faliekant tegen
abortus bent en dat aan de hele wereld
wilt verkondigen, kan je hier niet wer
ken". Een vrijwilliger moet uiteraard
ook stress-bestendig zijn. Er kunnen zich
crisis-situaties voordoen waarin iemand
een einde aan zijn leven wil maken of
belt terwijl de pillen al zijn ingenomen.
„Als achteraf blijkt dat de poging is ge
slaagd kan een vrijwilliger zich daar ont
zettend schuldig over voelen. Maar wij
wijzen erop dat iedereen verantwoorde
lijk is voor zijn eigen leven".
Overigens kunnen de vrijwilligers, als ze
met een situatie geen raad weten, altijd
de dienstdoende stafmedewerker oppie
pen.
Per jaar melden zich ongeveer 120 vrij
willigers aan. Een klein deel daarvan
komt daadwerkelijk achter de telefoon
terecht. Er is een grondige selectieproce
dure. Er zijn groepsgesprekken en indivi
duele gesprekken en er worden oefenge-
sprekken gehouden. Bij het eerste ge
sprek vallen de meeste mensen af. „Ze
denken er vaak veel te lichtvaardig over.
Dat merk je bijvoorbeeld als iemand
zich afmeldt met de mededeling liever
op jazz-ballet te gaan", zegt Ton. Vrij
willigers in spe hoeven ook weer niet
bang te zijn een sensitivity-training te
ondergaan. De trainers leren ze hun ei
gen grenzen aan te geven. Ook tijdens
het trainingstraject zelf komen mensen
erachter dat ze niet zo geschikt zijn voor
het werk. Wie het hele proces doorloopt,
draait na twee maanden zelfstandig
diensten. Om de medewerkers inzicht te
geven in allerlei problemen wordt iedere
maand een thema-avond gehouden. Des
kundigen komen over het thema, bü-
voorbeeld verslaving, praten en over ae
aanpak van die problemen wordt gedis
cussieerd.
Idealistisch
Mireille (52) werkt nog maar kort bij
SOS. „De training vond ik goed, maar in
de praktijk is iedere situatie anders. In
het begin moet je je enorm concentreren
op het actieve luisteren, op het uitzetten
van een spoor voor het gesprek. Ik zat
zowat in de telefoonhoorn, zo intensief
was ik bezig. Je moet heel creatief met
de problemen leren omgaan. Maar soms
klikt het totaal niet in een gesprek. Als
ik dreig vast te lopen zeg ik dat gewoon,
hoe vervelend ik dat ook vind".
Bij SOS Den Haag voelde ze zich met
een thuis. Iedereen zet zich enorm in en
ook het enthousiasme van de staf moti
veert haar. Mireille zat jarenlang op kan
toor, maar dat werk was niet haar sterk
ste kant. Ze wilde altijd al met mensen
omgaan. Bij SOS heeft ze helemaal ge
vonden wat ze zocht. „Ik hoop met het
werk aan de telefoon een bijdrage te
kunnen leveren aan een wat minder een
zame wereld", zegt ze. Wel heeft ze nog
heel veel moeite om het werk van zich
af te zetten. „Van de problemen die je
tegenkomt heb je altijd wel gehoord via
kranten en tv. Maar als je er zo persoon
lijk mee geconfronteerd wordt, is het
toch anders".
Boren
Bezuinigingen
In de voorjaarsnota van de gemeente wordt in de sectie ge
zondheidszorg een bezuiniging van een halve ton opge
voerd voor de SOS-Telefonische Hulpdienst. Op dit mo
ment krijgt de hulpdienst per jaar 465.000 gulden. Wethou
der R. Ramlal (dienstverlening, welzijn, gezondheidszorg)
wil niet bezuinigen via het korten op personeel, maar door
efficiënter te werken en door de regio-gemeenten te laten
meebetalen. Ook samenwerking met andere telefoondien
sten zou een oplossing kunnen bieden. SOS is niet tegen
samenwerking. De stichting zou graag trainingen aan me
dewerkers van andere telefonische hulpdiensten geven.
Van de kant van de VVD werd de suggestie geopperd SOS
onder te brengen bij het Steunpunt Vrijwilligers aan de
Mauritskade. Dat ziet de organisatie niet zitten. In het
pand zou, door de krappe ruimte, de privacy van bellers en
vrijwilligers niet voldoende gegarandeerd worden. Bezui
nigingen zouden verder alleen te behalen zijn in de sfeer
van de onkostenvergoedingen van de vrijwilligers. De ver
zekeringen, de reiskostenvergoeding en de hapjes en de
drankjes op het werk zouden geschrapt kunnen worden.
,,De besparing is minimaal. Maar de belangrijkste vraag is
hoe je dan nog vrijwilligers krijgt. Dat is nu al zo moeilijk",
zegt trainer Ton van 't Oosten. SOS heeft 50 vrijwilligers
in dienst. Maar om optimaal te draaien, zodat in vakanties
en bij ziekte geen problemen ontstaan, zijn 65 a 70 mensen
nodig. Aan betaald personeel heeft de stichting één forma
tieplaats voor een administratief medewerker, drie forma
tieplaatsen voor begeleiders/trainers en één voor een di
recteur. „Overigens wil ik benadrukken dat wij het gevoel
hebben dat de gemeenteraad een zeer gewillig oor heeft
voor onze problemenzegt directeur H. van der Lee. De
raad neemt na het zomerreces een beslissing.
Jan (63) heeft al twee en een halfjaar er
varing aan de telefoon. „Ik ben techni
cus en heb mijn hele leven hard gewerkt.
Toen ik in de vut ging, viel ik, na een
jaar of twee, in een diep gat. Ik vond het
vreselijk. Op een gegeven moment zag ik
een advertentie van SOS hangen. Dat
was het helemaal. Die interesse voor an
dere mensen zat er al vroeg in. Vroeger
heb ik altijd in clubhuizen in de Haagse
binnenstad gewerkt en dit sloot daar een
beetje bij aan". Bij de training had Jan
het gevoel helemaal te worden openge
sneden, hoewel de trainers nooit indis
creet werden. Hij vindt het werk span
nend en avontuurlijk. „Je hebt heel gro
te en heel kleine problemen en je hebt te
maken met een grote verscheidenheid
aan mensen, doktoren, oude vrouwtjes,-
er zit van alles bij".
De strikte anonimiteit waarin het werk
wordt gedaan vindt Jan heel belangrijk.
„Als ze toch niet willen praten, zeg ik:
mevrouwtje, u kent mij niet, ik ken u
niet, dus u hoeft nergens bang voor te
zijn". Soms werkt de beller totaal niet
mee. „Dan zeg ik: Moet u 'ns luisteren.
Nu heb ik zoveel gaten geboord en u
stopt ze allemaal dicht. Wat moeten we
daar nu mee?". In tegenstelling tot Mi
reille kan Jan het werk goed van zich af
zetten. Dat wil niet zeggen dat hij er
nooit over loopt te tobben. „Van ver
krachtingen van jonge kinderen word ik
helemaal naar. Dan moet ik toch wel
even wat wegslikken". De hulpverlener
heeft al met ontzettend veel ellende -
„ongelofelijk wat mensen elkaar aan
doen" - te maken gehad. Maar over
sommige dingen blijft hij zich verbazen.
„Het meest verbijsterend vind ik dat zo
veel vrouwen nog in het verdomhoekje
zitten. Ze cijferen zich helemaal weg
voor man, kinderen of ouders en kun
nen absoluut niet voor zichzelf zorgen.
Zelfs als ze zwaar mishandeld worden
blijven ze bij hun man".
De vrijwilligers horen, behalve wanneer
de mensen regelmatig terugbellen, nooit
hoe het afloopt met hun gesprekspart
ners. Dat interesseert Jan ook niet. Het
gaat hem om de hulpverlening op het
moment. Hij werkt het liefst tussen elf
en drie 's nachts, de tijd waarop de
meeste telefoontjes binnenkomen. „Het
was eens een heel warme zomeravond.
Buiten floten de merels. Dat heb ik laten
horen aan een eenzame vrouw. Zo nou
heb je het leven weer beet, zei ik. En
daar kon zij wat mee. Maar voor hetzelf
de geld sloeg het helemaal niet aan en
had ik wat anders moeten proberen".
De eerstvolgende training voor vrijwilli
gers start half september. Aanmelden kan
via tel.nr. (070) 365 89 45.
Het SOS-alarmnummer staat op de ach
terkant van ieder telefoonboek. Voor Den
Haag en omgeving is het nummer (070)
345 45 00.
Om redenen van anonimiteit zijn de namen
van de vrijwilligers veranderd. De beschreven
situaties zijn gefingeerd, maar komen voor.
RLIJN - Ze beloofden Janina Luciah
iden bergen. Ze was net elf geworden,
ar ouders hadden haar fantastische
'halen verteld over de rijkdom die
chtte in het Westen. Vol verwachting,
ar ook een beetje angstig, verliet ze
ir Roemeense dorp voor de lange reis
Ir Duitsland. Tegen de tijd dat de fa
lie de rivier de Neisse bereikte, die
pr een deel de grens tussen Duitsland
Polen vormt, was Janina niet bang
hadden geen van allen reispapieren
een visum voor Duitsland, maar ze
jden gehoord dat de rivier zonder
Iblemen overgestoken kon worden,
i was ondiep en er was nauwelijks be
king. Ze wisten dat al duizenden Roe-
Ine n voor hen de rivier waren overge-
(ken. Het was de eenvoudigste weg
)r een nieuw leven in het Westen.
Ieen donkere nacht leidde Constantin
iah zijn vrouw en vijf kinderen voor
lig de Neisse in. De rivier was die-
dan ze dachten, maar ze hoefden nog
te zwemmen.
toen ze de Duitse kant bereikten
men ze tot de ontdekking dat Janina
iet meer bij was. Haar lichaam werd
/olgende dag gevonden,
ina was een van de ongelukkigen.
zenden Oosteuropeanen zijn er wel
in geslaagd Duitsland binnen te glippen
en vormen daarmee een ernstig dilemma
voor de regering van bondskanselier
Helmut Kohl. Deze tracht een even
wicht te vinden tussen de vanouds edel
moedige behandeling van vluchtelingen'
door Bonn en de toenemende bezorgd
heid van het Westen over de omvang
van de vluchtelingenstroom sinds de val
van de Berlijnse Muur anderhalfjaar ge
leden.
In Frankfurt an der Oder, de belangrijk
ste overgang tussen Duitsland en Polen,
zijn vorige maand meer dan duizend
mensen - hoofdzakelijk Roemenen en
Bulgaren - gearresteerd omdat ze pro
beerden illegaal de grens over te steken.
In tegenstelling tot de Berlijnse Muur,
met z'n mijnenvelden, bewakingsposten
en torenhoge prikkeldraadversperringen,
is de Oder-Neisse grens zo lek als een
mandje. De Duitse grenspolitie beschikt
slechts over 770 man om een vierhon
derd kilometer lange grenslijn te bewa
ken. „Ze worden gewoon onder de voet
gelopen", zegt een jurist in Berlijn.
Hun taak wordt bovendien bemoeilijkt
door de opkomst, van zogeheten schlep-
pers. Dat zijn plaatselijke gidsen die aan
bieden om groepjes vluchtelingen veilig
naar de Duitse zijde te loodsen. Daar
voor rekenen ze tussen de honderd en de
drieduizend gulden per persoon, zonder
garantie te geven.
Illegale immigranten kunnen politiek
asiel aanvragen op het moment dat ze
In Frankfurt an der
Oder, de belangrijkste
overgang tussen
Duitsland en Polen,
zijn vorige maand
meer dan duizend
mensen -
hoofdzakelijk
Roemenen en
Bulgaren -
gearresteerd omdat ze
probeerden illegaal de
grens over te steken.
m FOTO: SP
Duits grondgebied betreden. Er gaan
soms maanden voorbij voordat zo'n
aanvraag wordt behandeld en al die tijd
hebben de immigranten recht op over-
heidsaccommodatie. Sommige autorite
ten in gemeenten die worden overspoeld
door vluchtelingen beginnen zich af te
vragen of het nog wel verstandig is asiel
te verlenen aan Oosteuropeanen die af
komstig zijn uit een land dat niet langer
geregeerd wordt door een communisti
sche dictatuur. De meeste immigranten
lijken af te komen op het 'grote geld' in
het Westen.
(c) The Times
BUKAREST - Bij Ziekenhuis
nummer 2 wacht een lijkwagen op
het lichaam van Marioara Ionescu,
een 89-jarige doofstomme vrouw
en een van de als „hopelo9s" opge
geven zielen van Roemenië. Iones
cu heeft de laatste jaren van haar
leven doorgebracht in Ziekenhuis
nummer 2, een van 67 instituten
voor gehandicapte volwassenen;
smerige plaatsen waar de commu
nistische president Nicolae Ceau-
sescu geestelijk en lichamelijk ge
handicapte en sociaal zwakke bur
gers placht op te bergen.
Rotterdamse
kunst met lef
„Het grootste probleem in dit
soort ziekenhuizen is dat de patiënten,
bij gebrek aan hulp, maar op één manier
vertrekken: in een kist", zegt dr. Ovidiu
Popescu. De ziekenhuizen voor volwas
senen zijn te vergelijken met de beruchte
tehuizen voor verweesde en geestelijk
gehandicapte kinderen die aan de wereld
werden geopenbaard na de val van
Ceausescu in december 1989.
Sommige patiënten worden na een onge
luk of ziekte door hun familie afgele
verd, maar de meesten worden op hun
18e doorgeschoven vanuit de kinderte
huizen, zodat zij hun hele leven in in
richtingen doorbrengen. Ziekenhuis
nummer 2, in Bukarest, geldt nog als een
van de beste, maar de omstandigheden
zijn er barbaars.
Op de tweede verdieping staat een
vrouw met een geamputeerde arm bij de
openstaande deur van een toilet terwijl
een geestelijk gehandicapte vrouw op de
wc zit. Een verlamde vrouw van 80 ligt
naakt op bed met een arm en been in
vreemde positie gebogen. Beneden wordt
een kamer gedeeld door vijf vrouwen,
van wie er een in coma ligt en intrave
neus gevoed wordt. „Ik denk dat zij
morgen doodgaat", zegt dr. Petru Soare,
de directeur van het ziekenhuis.
Behoefte
De patiënten doen hun behoefte in bed
en wachten tot er iemand komt om hun
kleren en lakens te verschonen. De druk
op de waterleiding is minimaal en brengt
het water niet verder dan de eerste ver
dieping. „Als deze ziekenhuizen in het
westen stonden waren ze al lang geslo
ten", zegt Sica Pavlescu van Equilibre,
een Franse gezondheidsorganisatie.
Is de toestand al slecht in de hoofdstad,
op het platteland is het nog veel erger,
zoals in het Nucet-ziekenhuis voor neu-
ro-psychiatne in Transsylvanië en in zie
kenhuis nummer 4 in Plataresti, 32 km
ten zuidwesten van Bukarest.
Medewerkers van internationale medi
sche hulpverleningsorganisaties beschrij
ven hoe hongerige patiënten stukken
brood van de grond grissen en verslin
den. „Het is de hel op aarde", zo om
schrijft een van hen een mannenafde-
ling. „Geen onderbroeken, geen zeep,
vuil, stank, menselijk leed dat je in de
20e eeuw niet meer voor mogelijk had
gehouden". De medewerker wil anoniem
blijven uit vrees de regering te beledigen.
Ceausescu's oplossing voor het probleem
van chronische patiënten was om hen
uit de maatschappij te verwijderen en te
verwaarlozen. De huidige regering heeft
verbeteringen aangebracht, maar het ef
fect daarvan is nog minimaal. Dr. Dan
Cristescu, de directeur van het Secretari
aat voor de Gehandicapten, zegt voor
1991 een budget van 20 miljoen gulden
te hebben gekregen, bijna het dubbele
van het jaar ervoor. Op 11.500 patiënten
komt dat neer op ongeveer 1700 gulden
per persoon. Patiënten die een pensioen
genieten moeten een eigen bijdrage beta
len van 44 gulden per maand.
„We proberen hun leefomstandigheden
te verbeteren, omdat we beseffen dat een
aantal van hen terug zou kunnen keren
in de maatschappij", zegt Cristescu.
Uitbreiding van het medisch personeel
zou veel uitmaken. Soare is slechts een
van twee artsen die aan het ziekenhuis
verbonden zijn. Samen met 12 verpleeg
sters moeten zij 123 patiënten verzor
gen. In het ziekenhuis in Plataresti
moeten twee artsen 220 patiënten ver
zorgen. Er zijn daar 80 verpleegsters,
maar ze zijn ongeschoold.
Er zijn vrijwel geen voorzieningen om
de patiënten bezig te houden. In Zieken
huis nummer 1 in Bukarest is een man
bij wie beide benen zijn geamputeerd en
die zich op zijn stompen voortbeweegt,
bezig klokken te repareren „om de tijd
te doden". Een andere man heeft een ge
dicht geschreven over Ceausescu: „God
heeft onze gebeden verhoord. Als u de
dictator weghaalt, vergeet dan niet zijn
bedienden mee te nemen".
Veel verlamde patiënten komen maan
denlang hun bed niet uit. In Plataresti
slapen sommige patiënten met z'n twee
ën in één bed.
„Het is een droevig leven", zegt dr. Ghe-
orghe Tanase, de directeur van het zie
kenhuis in Plataresti. „Hun vreugde
moeten zij putten uit verbetering van
het voedsel, onze aandacht en bezoeken
van hun familieleden - als die al ko
men - misschien één keer per jaar".
'£aidóe(Soivumt