'finale
„Er gebeurt nou
iets wat Lubbers
zelf niet eens
had durven doen"
PROF. JAN PEN
OVER DE WAO EN DE PVDA:
Ceidóe Sou/tont
ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1991 PAGINA 15
vaï
e
")Ol
Het 'omverhalen' van de wao loopt
onvermijdelijk uit op een kabinetscrisis,
meent de Groninger econoom prof. Jan
Pen (70). We zochten de man die ooit het
'linkse geweten van Nederland' is genoemd
thuis op. Om te vernemen dat Lubbers en
Kok slachtoffers zijn van 'de kleine
computer' in hun hoofd. „We gaan door de
verloedering en de vervuiling naar de
bliksem, niet door de collectieve lastendruk
of de wao".
schoolt
FOTO:
BERT
J1PPES
ioi gem
gr. balk
•or 2 tot t
NRUIMT
met kir
faciliteit)
- p.m. T.
tT vraagl
gen hogi
Pijnboi
.00505.
nenlijk
sn
teden.
HAREN - Een mooie zomeravond
in landelijk Haren onder Gronin
gen, waar de grote-stadsgeluiden
aangenaam ver weg zijn. Terwijl de
democratisch socialisten in het
land 'knap zenuwachtig' het tref
woord wao verbuigen, bladert pro
fessor Jan Pen, in hemdsmouwen
voor de opengeslagen deuren van
zijn werkkamer, in een SER-rap-
port.
„Aha, hier heb ik het", zegt de man die
zich nog altijd een 'vriend' van de Partij
van de Arbeid noemt, maar geen goed
woord over heeft voor 'die stomme
streek' met de wao. „In tien jaar tijd,
van '80 tot '90, is het aantal aww-
/wao'ers gestegen van 650.000 tot
883.000. Dat is een stijging van twaalf
naar veertien procent van de beroepsbe
volking. Twee procentpunten stijging.
Dan kun je zeggen: dat is ook de hele
wereld niet, en dat vind ik ook wel. Het
stijgt wel hoor, het stijgt, da's waar. En
dat moet niet. En dat is een reden waar
om ze nou wat willen gaan doen. Maar
zo vreselijk is die stijging nou ook weer
niet. Er zijn ergere dingen aan de gang in
Nederland".
Waarom, denkt hij, wil het kabinet dan
uitgerekend geld verdienen met een wao-
korting waardoor half Nederland op tilt
slaat? Maar Pen wil 'bij het begin' begin
nen. En hecht er aan 'een paar heldere
dingen' even duidelijk te zeggen. „Mijn
opinie is deze en ik zeg dit met enige na
druk, omdat ik geloof dat het in kringen
van de Partij van de Arbeid, de partij
waar ik overigens nooit lid van geweest
ben, een goed links standpunt is: inko
mens moeten eigenlijk min of meer ge
lijk verdeeld zijn. Iemand mag een hoger
inkomen hebben, maar daar moet iets
tegenover staan in de vorm van extra in
spanning of leed. Lééd".
Het woord valt loodzwaar in de avond
stilte.
„Een rechtvaardige inkomensverdeling
is, volgens een definitie van Tinbergen,
een inkomensverdeling waarbij het leed
van het werk of andere omstandigheden
gecompenseerd wordt door geld. Zwaar
belastend werk? Hoge beloning. Licht,
prettig werk, zoals het mijne? Lage belo
ning".
„Uitvloeisel van dit standpunt is: ie
mand die ziek is en vooral langdurig
ziek, en speciaal gehandicapt, denk aan
dat leed, die moet een hoger inkomen
hebben dan gewone gezonde mensen.
Dat is mijn ethische standpunt".
De werkelijkheid is dus anders. „Ja, wie
ziek is krijgt minder en wie invalide is
krijgt een stuk minder. In Nederland
gaat dat nog wel hoor, maar het is niet
rechtvaardig".
tgelijke
Tinbergen
Hoewel dit standpunt nergens zo expli
ciet wordt geformuleerd, ook niet in de
PvdA, heeft Pen het gevoel dat de mees
te mensen n die partij wel zo denken.
Hij verwijst voor 'meer' naar een boekje
maxj_ dat hij samoi met Nobelprijswinnaar en
i een j collega-ecomom Jan Tinbergen heeft ge
schreven, vi.ftien jaar geleden: 'Naar een
salaris- rechtvaardige inkomensverdeling'.
„De stapper die de regering op 't ogen-
blik neemt 'ergroten de bestaande mis
stand en zjn düs onrechtvaardig en
imen moeten dus »p ethische gronden worden
afgewezen. Toch kunnen er allerlei rede
nen zijn datje zegt: 'in godsnaam, laten
j we het maar doen'. Maar het is in wezen
niet goed. Vat ik mis in de discussie,
van de kant van de regering, van de kant
van de leiding van de Partij van de Ar
beid, is dus een hard argument. Het is
geen verwijzing naar het regeerakkoord.
En dat verklaart de grote oppositie die er
nu aan zit te komen, dat men zegt: we
snappen dit niet, dit is niet goed".
Zijn vrouw verschijnt met koffie/sprits
voor mij en met een glaasje water plus
pruimen voor hem.
„Merkwaardig dat de regering, of liever
de Partij van de Arbeid in de regering,
met met wat meer klem heeft gezegd: ja,
jongens en meisjes, we doen hier iets
wat ei-gen-lijk toch tegen onze ideeën in
gaat, maar tot ons leedwezen moeten we
het wel doen... En dan moet je dus een
verhaal houen wat de werkelijke reden
is".
Dat verhaal hebt u nog niet gehoord?
„Dat verhaal hoor ik niet. Ik heb een
mening over die filosofie, maar dat is
een interpretatie van wat ze in de rege
ring zitten te denken".
„Zo moet je geloof ik het verhaal begin
nen. Mijn standpunt zou dit zijn. Als ik
in de regering zat en ik zou hier vóór
zijn, en dat zou best kunnen, dan zou ik
wel heel nadrukkelijk moeten zeggen
waarom ik tot deze voor mijn gevoel on
sympathieke en onrechtvaardige maatre
gel kom".
Hij ontsnapt voorlopig door een zijpad
in te schieten. „Even ertussendoor: ik
ben in het algemeen geen vriend van de
redenering dat de Partij van de Arbeid
verliest, omdat ze het niet goed hebben
uitgelegd. Ja, in dit geval wel. Maar over
het algemeen is dit soort argumentatie
grote onzin. Kijk, ik heb een hele simpe
le theorie waarom de PvdA zulke enor
me klappen heeft gekregen bij de verkie
zingen. Daar wordt vreselijk ingewikkeld
over gedaan en aarzelend en geheimzin
nig, zo van 'we hebben het niet goed
verkocht en we zijn het land niet in ge
weest', maar dat is volgens mij allemaal
grote onzin".
„Als er nou iets (knipt met de vingers
als een zweepslag, red.) is wat simpel
verklaarbaar is. Want wat gebeurt er? Je
had het kabinet-Lubbers, 1 en 2. En je
had oppositie van de Partij van de Ar
beid. En wat zei die oppositie? Het kabi
net-Lubbers is slecht, ze breken de socia
le zekerheid af, ze doen geen bliksem
aan de werkgelegenheid. Dat werd er bij
de kiezers van de Partij van de Arbeid
iedere dag ingehamerd".
„We hebben het jaren gehoord. En de
mensen gaan dat gelóven. Terwijl het
niet waar is hoor. Want het kabinet-Lub
bers heeft de sociale zekerheid namelijk
helemaal niet afgebroken. Het is waar
dat er een deuk is geweest midden in de
jaren tachtig, die iedereen heeft gehad en
die niet goed gemaakt is, maar dat is
niet een afbreken van de sociale zeker
heid. Dus ik vond deze hele draai onver
standig. Want ik denk: hé jongens, dat is
niet zo wat jullie beweren en als je straks
zelf..".
Apekool
„En dat verhaal over de werkgelegen
heid is helemaal apekool, want als er
nou óóit een periode is geweest in de
Nederlandse geschiedenis sinds de ze
ventiende eeuw. dat de werkgelegenheid
snel groeide was het precies die twee jaar
waarin Kok riep: 'hij doet niks, hij doet
niks, hij doet niks aan de werkgelegen
heid'. Dat ik bij mezelf dacht: man, zeg
dat nou niet, want daar krijg je last mee
als je nog ooit wilt regeren".
Kok regeert inmiddels met diezelfde
Lubbers. „Ja, en dan gaat-ie fluisteren
dat er een heel ander beleid gevoerd zal
worden. Dan gebeurt er vervolgens niks
dat er een beetje links uitziet. Het verlies
van de Partij van de Arbeid is volgens
mij daaruit te verklaren. Maar nu dat
proces eenmaal aan de gang is zetten ze
dan als kroon op het werk deze aardig
heid er bovenop. Ja dan kan ik me voor
stellen wat er nu gebeurt".
Een duikeling voor de PvdA van 49 naar
27 zetels, in de opiniepeiling van bureau
Interview althans. De socialisten net zo
klein als D66 en de VVD. „Precies. Ko
men we dus nu op de vraag: waarom
doen ze dat dan? Laat ik eerst een kleine
redenering opzetten wat het volgens mij
niet is, maar wat ik wel aldoor hoor. Ik
zit iedere dag op de economische facul
teit en je hoort van alles. Dit is de sim
pele redenering: dit mot gebeuren, want
we kunnen het niet langer betalen; het
economisch draagvlak is te klein gewor
den, en Europa, dat heb je dan ook nog;
jammer hè, maar er zijn economische
grenzen".
Uithalend: „Maar vorig jaar hadden we
al die wao'ers ook al, evenals de collec
tieve lastendruk. Al die dingen die we
nou ook hebben, maar die we zoge
naamd niet kunnen betalen. En wat ge
beurde er? De groei van het reële natio
naal inkomen was vier procent. Geen
topjaar sinds 1950, maar het scheelt niet
veel hè. Dus waar is nou de stagnatie,
waar is de rem? Die zijn er helemaal
niet".
Dus wat is de rechtvaardiging? „Die is
er niet. Of is er iets anders, iets geheim
zinnigs, aan de gang? Wat is dat dan?"
„Ik heb geen vermoeden, tenminste niet
als ik in de hoek van de macro-econo
mie ga zitten zoeken. Want wat staat er
te gebeuren als je niks doet met die wao?
Nou, dan komt er het een ander bij aan
collectieve lasten. En als je doet wat de
regering nu wil, spaar je dus geld uit.
Dat kan een argument wezen".
„Nou, ik heb het SER-advies er onlangs
nog 's op nagekeken. Een ingewikkelde
tabel met vele varianten, maar het praat
je komt erop neer dat als je dit nou alle
maal doet, spaar je op de collectieve uit
gaven een bedrag uit van vier miljard
gulden. Da's een hoop geld, maar op een
nationaal inkomen van vierhonderd mil-i
jard is dat één procent. En we hebben
een collectieve lastendruk nu van 53
procent en die gaat dan omhoog als al
deze trends doorlopen naar 54 procent.
Terwijl we dus bij 53 procent een reèle
groei van het nationaal inkomen van 3,9
procent hebben".
Waarom dan?
Uit uw verhaal begrijp ik dat de regering
een wao-maatregel neemt die in strikt
economische termen geredeneerd niet
nodig is. De vraag is: waarom neemt ze
die dan?
Afwerend: „Ja, ja, moet ik even naden
ken. Waar zijn die pruimen? Oh ja, die
had ik hier staan. Wilt u er ook één?"
Laat mij met een pruim zitten en gaat
een sigaret ophalen.
Komt terug en vraagt of ik economie
heb gedaan. Ik zeg: nee, maar spreekt u
vrijuit, ik begrijp veel als het helder ver
teld wordt. Hij begint een college over
de micro-economische gedachtengang
van de neo-Oostenrijkers. „Die is erg in
de mode. Vroeger had je macro-econo
mie, die bestaat nog wel, maar die is
overvleugeld door de micro-economie.
Die micro-economie heeft als uitgangs
punt, dat wat er in de wereld gebeurt,
dat gebeurt door individuele mensen.
Die nemen de beslissingen. Die zijn de
hele dag aan het kiezen. Ze kiezen op
prikkels van buitenaf. Ik kies nu voor
een glaasje water en weeg daarbij baten
en kosten af'.
Een aantal volzinnen later: „Die prikkels
van buitenaf, dat zijn prijzen en als je
daar goed over nadenkt, kom je tot de
conclusie dat de wereld heel goed in me
kaar zit. Mensen worden geleid door
prikkels, zoeken naar een optimum:
winstmaximalisatie en nutsmaximalisa-
tie vallen samen. Kortom, er is een hele
economische theorie op gebouwd. De
neo-Oostenrijkers zeggen: mensen zijn
onzeker, ze weten het allemaal niet zo
goed, mensen rekenen ook niet echt. Er
zit iets instinctmatigs in die kop. De
mens is in de bevrediging van z'n be
hoeften net een vogel die voer zoekt".
Maar wat heeft dat met Lubbers en de
zijnen te maken? „Kijk, het kabinet is
gegrepen door de filosofie van de micro
economie, die zegt: mensen zoeken hun
eigen voordeel. De zelfzuchtige mens,
geleid door een kleine computer in z'n
hoofd. Die opvatting heeft zich de laat
ste vijfentwintig jaar als een veenbrand
door de economie gevreten. Het wordt
óveral op toegepast. Op inbrekers, op
politici, op fietsendieven, iedereen is
nutsmaximalisator. Dat is in de mode.
Ik ben het persoonlijk met die opvatting
niet eens, maar hij is in de mode en ik
ben ervan overtuigd dat in het kabinet
mensen zitten die misschien zonder dat
ze er zelf erg in hebben, zich hebben la
ten meeslepen door de verleidelijkheid
van deze begrippen".
„Dan kom je toch tot de conclusie, dat
als je de kosten-batenverhouding van
het wao-schap ongunstiger maakt, dat de
mensen er dan minder zin in zouden
hebben. Kwestie van rekenen of iemand
voor de wao kiest of niet. Het klinkt he
lemaal niet gek. Kijk, vroeger mocht je
zoiets niet zeggen, want als je vroeger zo
dacht en deed, dan was je een profiteur.
En terecht. Tegenwoordig noemen ze zo
iemand een nutscalculator".
Toevlucht
„Dus als je normgeving, je regelgeving
allemaal niet lukt, en dat zie je op aller
lei terreinen om je heen gebeuren, ga je
zoeken in de richting van kosten-baten.
Dus ik denk dat de reden waarom het
kabinet dit zo doet, is dat men zijn toe
vlucht neemt tot een evident systeem
van prikkels. Want het werkt in de prak
tijk".
Maar wat is nu het verwerpelijke als we
het over de wao hebben? „Het interes
sante is dat het mensbeeld van die neo-
Oostenrijkers en kennelijk ook van het
kabinet uitgaat van vrije, kiezende men
sen. Die bestaan er ook in de wao-situa-
tie. Maar in dat hele wao-bestand zitten
ook een heleboel mensen voor wie dat
verhaal slaat als een tang op een varken.
Die hébben niks te kiezen. Als je van de
steiger gevallen bent heb je daar niet
voor gekozen. En als je in een rolstoel
zit kun je alleen nog kiezen voor een
blokje linksom of rechtsom om je huis
heen".
„Nu het bezwaarlijke. Het bezwaarlijke
van deze filosofische achtergrond is dat-
ie opgaat voor een aantal gevallen van
mensen die niet in de wao gezeten zou
den hebben als de wet er niet geweest
was, maar dat het niet slaat op mensen
die het slachtoffer van een bepaalde situ
atie zijn".
Maar hoe stel je vast wie wel en wie niet
terecht in de wao zit? „Juist. De weten
schap kan het niet. De statistici kunnen
het niet. Maar het vervelende is, dat de
keuringsartsen het ook niet kunnen".
Psychisch
Een kwart van de wao'ers heeft een uit
kering op grond van vage psychische
klachten. „Precies hetzelfde laken een
pak. Er zijn mensen met psychische af
wijkingen, daar kunnen ze niks aan
doen. Maar er zijn natuurlijk ook men
sen met dat etiket door de attractie van
de wao. Dat is niet mooi, maar dat is
ook niet zo verschrikkelijk".
„En wat er nu gebeurt is dus dat er
maatregelen worden genomen die'ge
richt zijn op mensen die nog iets te kie
zen hebben, maar die mensen treft die
niks te kiezen hebben. En dat allemaal
om die armzalige vier miljard te bespa
ren". Een slok water nemend: „Beetje
een tragische zaak".
U hebt nu het oog op de slachtoffers?
„De slachtoffers ja, en die ouwe leden
van de Partij van de Arbeid. In de ver
kiezingstijd is hun verteld: Lubbers was
verkeerd en nou gaat het beter. Maar er
gebeurt nou iets wat Lubbers zelf niet
eens had durven doen. Nee, want zo is
het ook nog 's een keer, ik bedoel, zon
der de PvdA in de regering had het CDA
dit nooit aangedurfd".
Het effect is dat de socialisten de schuld
krijgen. Bij het CDA gaan al stemmen
op om de zaak een wat socialer gezicht
te geven, wat in feite zal terugslaan op
de PvdA, waar de partijgelederen al we
ken lang overhoop liggen.
Glimlacht ironisch. „Kijk, als je mali
cieus bent, en dat ben ik niet hoor, dan
zou je natuurlijk kunnen zeggen: we heb
ben de Partij van de Arbeid mooi de re
gering ingelokt. Het is niet helemaal on
zin hè".
Milieubeleid
Opzetje van Lubbers, de nutscalculator,
in de wetenschap dat het zou terugslaan
op de PvdA en niet op het CDA? „Zou
je kunnen veronderstellen, maar zo is
het natuurlijk niet. Maar Lubbers heeft
wel bij zichzelf gedacht: nou ja, als dit
zaakje vastloopt slaat het terug op de
PvdA. Daar ben ik van overtuigd. Want
er zitten nog een paar dingetjes in de
lucht die veel belangrijker zijn. Want in
feite praten we met die wao over een
marginaal verschijnsel; maar wat niet
marginaal is, dat is het milieubeleid".
Weer een heel ander onderwerp.
„Jawel, maar ik wil er toch wel iets over
zeggen. Je kunt een milieubeleid voeren,
maar dat betékent al z'n levensdagen dat
een aantal dingen die de mensen prettig
vinden naar beneden zullen moeten. En
die zul je zó verschrikkelijk duur
moeten maken. Auto's bijvoorbeeld. Ik
kan het milieuprobleem op papier zo op
lossen, maar dat zijn geen oplossingen
die een democratisch draagvlak heb
ben".
„En als de PvdA dat toch doet met Al
ders... ja minister Alders wil wel. Maar
als er gebeurt wat Alders eigenlijk wil,
wie krijgt-ie dan tegen zich? Niet ajleen
Andriessen en zulke grappenmakers,
maar z'n eigen kiezers natuurlijk. Die
zeggen: wat heb ik nou aan m'n fiets
hangen, ze pakken me m'n autootje af...
Dus dat is wat er gebeurt: ze doen niks.
En heel rijke mensen die kruipen toch
wel in dat vliegtuig, ook al maak je dat
drie keer zo duur".
„En dat moet natuurlijk ook gebeuren.
Die vliegerij, als je nou prikkels wilt toe
passen, doe het dan daar. Er wordt veel
te veel gevlogen. Dat is toch van de gek
ke, het is angstaanjagend. En dat kun je
nou gewoon door een kosten-baten-ana-
lyse. Als je mij nou vraagt, als je spreekt
over milieuproblemen, dan biedt de mi
cro-economie de sleutel tot de waarheid,
tot de oplossing. Die vliegerij is een on
gelooflijke vervuiler. Als je die milieu
kosten in de prijs verdisconteert gaan er
heel wat minder vliegtuigen de lucht in.
Maar ja, dan krijgt het toerisme naar
Griekenland een klap. En dat geeft on
rust en dat krijgt de Partij van de Arbeid
op z'n brood".
Geen antwoord
Uw verhaal geeft geen antwoord op de
vraag wat er nou eigenlijk zou moeten
gebeuren. „Nou ja, ik heb niks anders te
melden dat wat iemand als het SER-lid
Wolfson ook voortdurend zegt. En
Wolfson heeft er volgens mij een heel
aardige kijk op. Die zegt: 'het probleem
is dat er in het bedrijfsleven mensen
worden uitgestoten die best kunnen wer
ken'. En niet alleen künnen, ze doen het
ook, want op het moment dat ze in de
wao komen werken ze door op een lager
pitje. Daar is niks tegen, da's uitstekend.
Het zou alleen in het bedrijf moeten ge
beuren".
„Maar voor het bednjf is de situatie on
aangenaam, want die mensen hebben
niet de produktiviteit die bij hun inko
men past. Maak dus iets waardoor het
prodiiktiviteitsverschil van wat ze kun
nen en wat ze kosten door de overheid
wordt opgevangen. Dat klinkt mooi,
maar dat kan dus niet, want dan zit bin
nen vijf jaar heel Nederland in de wao".
U hebt dus ook geen oplossing? „Nee. Je
zou die mensen inderdaad in het
bedrijfsleven moeten houen, niet uitsto
ten. Dat is ook wat Wolfson zegt, maar
rechtstreeks subsidiëren moet je ze niet".
„Ik vind het niet goed hoor wat nu
dreigt te gebeuren. Ik ben ertegen. Maar
de volgende vraag is inderdaad: waar
ben ik dan vóór? Ik moet eerlijk zeggen,
ik heb dat op veel terreinen dat ik denk:
over vervelende ontwikkelingen moet je
niet al te veel zeuren".
Zuchtend: „We zijn in de ban geraakt
van Milton Friedman, vijfentwintig jaar
geleden al. Die zei: tot die grens met de
collectieve lastendruk en niet verder,
want dan stort de boel in. Het stort hele
maal niet in. Het stort toch niet in? Je
krijgt bijverschijnselen, je krijgt proble
men. Hij zei: bij 28 procent collectieve
lastendruk gaan we naar de bliksem. We
zitten hier nu op 53 en we leven nog".
„Nee, we gaan naar de bliksem door de
criminaliteit, door de verloedering, door
de milieuvervuiling. Daardoor gaan we
naar de bliksem. Maar niet, omdat onze
economie zo slecht draait. Of door de
collectieve lastendruk of door de wao.
Kom nou toch".
Waar heb ik dit meer gehoord? Dit
klinkt als een ethisch reveil, als een ver
kapte oproep aan het kabinet tot herij
king van normen en waarden. „Nee
hoor. Dat wil zeggen: ja, als die herijking
van normen en waarden zat waar die be
hoort te zitten, dus niet bij het kabinet,
maar bij de mensen zélf. Dan heb je het
lek boven water. Maar je krijgt het kabi
net dat je verdient en dal is het kabinet
van de mensen zelf'.
Redden
Hoe moet de PvdA zich hieruit redden?
„Die redt er zich volgens mij niet uit.
Volgens mij loopt dit gewoon op een ka
binetscrisis uit. Dat is heel simpel. Als
Elske ter Veld en andere kopstukken van
vakantie terug komen zullen ze zich lam
schrikken. Van wat er in de Partij van
de Arbeid nu aan de gang is".
De zaak is aanvankelijk licht opgevat in
de PvdA-Kamerfractie. „Ja, Wöltgens
blijft lachen. Ik vind Wöltgens een reuze
aardige man, maar die maakt ook geen
sterke indruk, die weet er ook geen raad
mee. En Lubbers heeft geen enkele reden
om terug te krabbelen. Hij zal misschien
wat concessies doen, maar die zullen de
Partij van de Arbeid niet ver genoeg
gaan. Dus dat is het einde van dit kabi
net".
'Is het gedaan met de Partij van de Ar
beid? Heel beslist: „Néé. Het is niet ge
daan met de partij. Hij wordt misschien
wel kleiner. Dit thema gaat me nogal
aan het hart. Kijk, ze kunnen als partij
nu wel in zak en as zitten, maar dan zou
ik willen zeggen: denk erom, er blijft een
maatschappelijke stroming die vindt dat
de mensen eigenlijk gelijk zijn".
deze