'finale Krentewegge en ooievaar nog steeds in zwang Zwoelte Angst Muggen VEEL GEBOORTEGEBRUIKEN EN BAKERPRAATJES VERDWENEN ii Aan huis gebonden wikkelkinderen CcklócGouAatit ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1991 PAGINA 25 a ver- huis- veken artis- ie as- oman Ie Ro- ;e hek- endui- het ge in lei- n haar en ge- idelijk dat de insloe- Mas- dat hij onge- eft ge- k later oorde- let be- £odra het zomert jult Nederland ich in de korte jroek en laardoor krijgt iet straatbeeld lirect een ander lanzien. Het is /erbazing- vekkend hoeveel nensen een iomerbroekje lantrekken, :onder acht te laan op de edematen die laardoor ilotseling evoorschijn [omen. De bonte deuren van lermuda's en indere tintrijke ilternatieven lebben stad en and veroverd. Veinigen kunnen ir weerstand aan heden, maar nooi is anders. rd be- ement [artelli f Mas- boek- drugs, itessa' it kan uiden. pillen cijnen loeder dberi- loezie lar de jwon- eerste intens te da- e ver is ge- iet de ip Ce- berica stad lat hij sbben roble- ïk als itlicht cono. res is n het bruik zaak nacht iet de ussen DEN HAAG - De korte broek siert linds enkele weken weer het onderli- :haam van velen, dus het zal wel weer '.omer zijn. En zo komt 'alles' bloot wat ;edurende al die andere maanden voor iet oog van de wereld verborgen bleef. Dat heeft enkele nadelen: niet altijd bie- ien dijbenen, schenen, knieén en kuiten ren esthetische aanblik. Maar dat zal de Iragers van de pijploze broek een zorg :ijn. Lopen in de korte broek betekent /rijheid voor de benen, die het in de ichterliggende, zonloze periode, zo noeilijk hebben gehad. En ze swingen, lie benen, want ze weten dat die vrij- leid maar zo bitter kort duurt. Dus hijst Nederland zich massaal in de korte )roek. Maar doen mannen dat wel van larte? Volgens mij (man) niet, maar er üestaat nu eenmaal een mysterieuze drang om in het kort te gaan. Daaraan runnen maar weinigen weerstand hie len. Wat maakt het kort gepijpte textiel toch to bijzonder? Shorts zijn pas in deze leze eeuw gepromoveerd tot kleding- itukken waar je mee voor de dag kunt comen. De korte broek had het zwaar te /erduren in de negentiende eeuw, alleen ongens hadden er een aan. Rond 1880 verd hun eindelijk de lange broek ge dund. Die korte pijpen straalden teveel laaktheid uit en daar hadden de 'jonge leren' enorm de pest aan. Misschien zuchten wij verder ook nog vel onder de vroegere preutsheid. „Het vel lijkt of de negentiende eeuwer het iefst het feit dat de mens een lichaam Dezit, geheel zou willen elimineren', al- lus een wetenschappelijke studie over deding. De studie is een doctoraalscrip- ;ie van K.P. de Leeuw, waarin staat dat n het begin van de twintigste eeuw zelfs log over nauwsluitende, onzedige kle iing werd gediscussieerd. Dat we in het (orte broekje kunnen lopen hebben we volgens hem aan de sport te danken. geaccepteerd zijn korte broeken intus sen wel maar het blijft zo dat deze frivo le kleding hier nauwelijks slijt, door het Tuks verstrijken van de zomer. Daar door is het modieuze gehalte van de kor te broek nogal dunnetjes. Nou ja, wat wil je met die zogenaamde zomers. En tegen de avond, zo is mijn ervaring noopt de vaderlandse zomer al snel tot het aantrekken van degelijker kleding. De korte broek kan hier ook nauwelijks slijten. Nee, dan het zuiden, de Rivièra, de Spaanse costa's, waar hele menigten tot diep in de nacht in minimale broekjes op straat kunnen verkeren. Dat is daar mogelijk door de zwoelte die volgt op het ondergaan van de zon. Alle korte- broekendragers zouden zich op emigratie naar betere klimaten moeten bezinnen. Zelf wacht ik het eerste sein om in het broekje te stappen ongedurig af. Als het eigenlijk nog niet kan, trek ik er een uit een langzamerhand bonte collectie aan. Maar de eerste stap in het kort is altijd wat onwennig. De onbedekte benen moeten plompverloren aan de buitenwe reld worden getoond. Het gevoel dat ik voortdurend ergens op betrapt word gaat niet over, zodat ik eerlijk gezegd altijd weer opgelucht ben als het weer weer 'normaal' wordt en mij de lange broek voorschrijft. Dan lijken mijn benen op schepen die een veilige haven zijn bin nengevaren. Niettemin blijft de drang om de benen te exposeren de kop opsteken. Dat is bij mij zo en bij duizenden anderen. Zie op een warme dag een willekeurige binnen stad eens aan: een uitstalkast van de meest uiteenlopende soorten broeken en benen. De korte broeker presenteert zich op onnavolgbare wijze. Je hebt brpeken waaruit slepende benen steken, vitale rechte, wiebelende, knoestige, door de jaren getekende... Al die vormen zijn moeilijk te beschrijven, ze moeten ge zien worden en genoten in al hun ver scheidenheid. Ik moet zeggen dat de mannenbenen, die zich in warme dagen laten zien, mij niet verleiden tot een groot gejuich. Jammer, maar waar. Laat ik mezelf als voorbeeld nemen. Mijn benen die zich het hele jaar redelijk elegant in lange pij pen voortbewegen, komen nu pas in hun ware gedaante tevoorschijn. Nogal arm zalig, moet ik zeggen. Daar waar beha ring zou moeten groeien zitten stoppels, als op een weiland dat te overdadig is, maar gelukkig dat mannen zich alleen in de zomer in de korte broek hoeven te steken. Iets moois laat je als man dus doorgaans niet zien in een korte broek, maar als dit kledingstuk nou complete vrijheid biedt, dan valt gauw over dat probleem heen te stappen. Helaas! Niets veroorzaakt zo veel problemen als de korte mannen broek. Ik spreek beslist niet alleen uit ei gen ervaring als ik zeg dat een korte broek gevoelens van angst oproept. Ik zie toch hoe soortgenoten voortdurend in een reflex aan de pijpen van hun broek trekken. Angst dat het flodderige zomertextiel toch niet aan zijn belang rijkste taak voldoet: het bedekken van de lichaamsdelen die voor expositie niet geschikt zijn. Ik heb een ervaring, die mij als zinnig mens tot de pantalon had moeten beke ren. Het begon met een nachtelijke voet tocht in Zuid-Frankrijk, waartoe een wakkere campinghouder ons, eenvoudi- gen van geest en kledij, had opgeroepen. Het slot van dit sportieve festijn zou een wijn zijn. Daar gingen wij langs paden, die door braamstruiken en andere stekeligheden omzoomd werden. Onze arme, aan de bescherming van lan ge pijpen gewende benen werden hier le lijk op de proef gesteld. En ook de Zuid franse muggen weien van wanten. Die wijn achteraf was dus wel nodig om het verlies aan levensvocht te compenseren. Trouwens, wat hoor ik Jean Nelissen tij dens de uitzending van de Tour de Fran ce op 24 juli zeggen: „Heel veel mensen in het publiek lijden kou omdat ze in hun korte broek door de regen zijn over vallen". Daarom overvalt me deze ge dachte: is het niet beter de korte broek niet aan te trekken, hij brengt immers al leen maar ongemak. Maar toch weet ik dat, als de eerste warme dag daar is, het schaarse textiel vanuit de kast ons toe zingt als een sirene. En trekken we het, huiverend van angst weliswaar, toch maar weer aan. Hopelijk valt de winter gauw in. De bakerpraatjes rondom een geboorte mogen dan grotendeels verleden tijd zijn, veel gebruiken uit vroeger tijden leven nog steeds voort, zij het in een hier en daar wat aangepaste vorm. Want de enorme krentewegge waart nog steeds door Twente, maar het bijbehorende vaatje brandewijn voor degene die het kind gehaald heeft, ontbreekt tegenwoordig. Deze en andere gebruiken en bakerpraatjes staan opgetekend in het onlangs verschenen boekje 'Beschuit met muisjes'. :hten s tel- justi- lader ïpre- ik is GLANERBRUG - Mevrouw M. Th. Blom, 64 jaar, kent de baker praatjes. Ze is al 36 jaar vroed vrouw en heeft een indrukwekkend aantal bevallingen achter de rug. Zeker weet ze het niet, maar het moeten er meer dan 4000 zijn. Met de inhoud van het nieuwe boekje 'Beschuit met muisjes' is ze het niet he lemaal eens. Zo constateert ze dat de krentewegge niet, zoals de schrijfster suggereert, van het toneel is verdwenen. Ook de ooievaar is nog vaak in het straatbeeld te vinden. „Die hadden ze er wat mij betreft wel wat eerder neer mo gen zetten, want soms kon ik een adres heel slecht vinden", grapt de vroed vrouw uit Glanerbrug. Het verdwijnen van de bakerpraatjes noemt ze logisch. „Tegenwoordig is alles beter medisch te verklaren. Bovendien kennen we de zwangerschapsgym, de ou dercursussen en lezen de mensen veel boeken. Het is geen taboe meer en dat was vroeger wel heel anders. Tegenwoor dig zit de vader bij de bevalling, maar vroeger mocht het onderlichaam van de vrouw niet eens ontbloot worden en zat de vroedvrouw maar wat onder de rok ken te werken. Hoewel het bij buiten landse gezinnen nog wel eens voorkomt, daar gaat de man meestal de kamer uit. Soms blijven ze erbij om te tolken, maar dan met de rug naar de vrouw toe. Ik heb wel eens meegemaakt, dat de vader achter een gordijn stond te vertalen wat er tussen mij en de vrouw werd gezegd," vertelt de van oorsprong uit Amsterdam afkomstige vroedvrouw. Uit 'Beschuit met muisjes' blijkt, dat de zwangere vrouw vroeger met handen en voeten aan huis en haard was gebonden. Ze mocht de was niet ophangen, want dan zou het kind in de buik worden om strengeld door de navelstreng en dood gaan. Ze mocht haar haar niet knippen anders kreeg ze een kaal kind. Als een zwarte kat haar pad zou kruisen, zou haar kind vrijwel zeker zwaar behaard worden geboren. Hevige emoties en vooral schrikken moesten vermeden worden. Het verschieten, plotseling erg schrikken, werd zeer gevaarlijk geacht. Overigens schijnt dit laatste bakerpraatje ook tegenwoordig nog steeds de ronde te doen. Ook het gedrag van de moeder was be langrijk, want dat kon rechtstreeks in vloed hebben op de baby. Op die manier werden vaak aangeboren afwijkingen verklaard. „Ik heb meegemaakt, dat in een gezin een mongooltje werd geboren. De familie verklaarde dat dat wel moest zijn gekomen, doordat de moeder tij dens de zwangerschap erg geschrokken was. Want het kwam niet voor in de fa milie. Terwijl aan tafel een zusje zat dat duidelijk ook mongool was". „Een kind is natuurlijk in aanleg goed of niet. Maar het komt natuurlijk wel voor, dat een nerveuze moeder ook een ner veus kind krijgt. Als zwangere moet je normaal gezond leven, alles doen wat je deed. Maar speel je bijvoorbeeld tennis, dan kun je maar beter geen wedstrijd spelen. Want tijdens een gewone partij kun je tenminste nog even aan de kant gaan zitten. Een kind heeft ook zuurstof nodig en wat wil je als de moeder al staat te hijgen. Maar de nieren en de bloeddruk moeten natuurlijk goed in de gaten worden gehouden, want daardoor kunnen dingen misgaan". Ook het wikkelen en inbakeren, zoals dat vroeger gebeurde, is gelukkig verle den tijd. Dat heeft een tegenoversteld ef fect van wat men ermee beoogde te be reiken, namelijk het verkrijgen van ste vige spieren, ,,'t Is juist goed als een been beweegt, dat is nodig voor de ont wikkeling van de spieren. Ga maar na: als je een been breekt en daarna weer gaat lopen, dan is dat been nog heel erg slap. omdat het al die tijd niet bewogen heeft", vertelt mevrouw Blom uit eigen ervaring. In Nederland heeft zij het wik kelen. waarbij een kind van voeten tot hals strak in doeken werd gepakt, niet meer meegemaakt. Maar toen ze in 1966 tijdens een congres een bezoek bracht aan een Berlijnse kliniek, bleken daar de kinderen nog gewikkeld te worden. De tendens 'terug naar de natuur', die zich ook rond de geboorte afspeelt, is volgens mevrouw Blom een goede zaak. Hoewel zij zich als vroedvrouw niet echt kan vinden in de hang naar het vertica le, zittende baren. „Als de vrouw ligt, kan ik m'n werkterrein overzien. Verti caal bevallen is heel slecht voor de rug van de vroedvrouw. Het werd vroeger altijd gedaan, maar je zou ze de kost moeten geven die na de bevalling incon tinent werden, omdat ze een totaalrup tuur (totale inscheuring) opliepen, die niet gezien werd en dus niet gehecht". Maar een kind direct na de geboorte op de buik van de moeder leggen, daar is mevrouw Blom een warm voorstander van. „Ik heb het altijd gedaan, ook toen ik pas begon en de meeste kinderen di rect na de geboorte bij de moeder wer den weggehaald om gewassen en aange kleed te worden. Je moet natuurlijk wel eerst goed kijken of het kind goed is, want je kunt niet zomaar een kind met een hazelip plompverloren onder moe ders neus duwen. Die schrikt zich een ongeluk. En de vader moet erbij zijn vind ik." „Die nestwarmte is heel belangrijk, want het is niet niks om geboren te worden. Stel je voor, het zou een enorme erva ring zijn om bewust geboren te worden. Gelukkig gebeurt dat niet. zelfs moeders zijn zich tijdens de bevalling niet eens van alles bewust, laat staan het kind. Maar je maakt als kind heel wat mee: de druk op het kind tijdens de contractie is 25 kilo per vierkante centimeter, je komt uit warm vruchtwater. 37 graden, in de kou, 20 graden. Je moet opeens gaan ademhalen, er zitten allemaal grote, dro ge handen aan je. die bovendien je mond en je neus leegzuigen, je wordt ge wogen, er wordt gekeken of je goed func tioneert en ga zo maar door. Daarom is het ook goed, dat een baby direct bij de moeder op de buik komt te liggen en binnen een half uur na de geboorte wordt aangelegd aan de borst" Mevrouw Blom vindt het een pluspunt, dat de mensen tegenwoordig veel meer ter zake kundig zijn („een kind komt uit* de navel, dat hoor je niet meer"), maar stoort zich aan de opmerking 'we nemen een kind'. „Dat vind ik vrij arrogant, want een kind knjg je, dat neem je niet," aldus mevrouw Blom. Beschuit met muisjes, en andere gebrui ken rond geboorte. Auteur: Ineke Strou- ken. Uitgeverij: Kosmos, Utrecht/Ant werpen. ISBN-nummer: 90 215 1687 X. Prijs: 14,90.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 25