„Ik ga pas naar het strand als het geasfalteerd is" I mal Ie 'Burcht' Zwitserland laat loopbrug langzaam zakken Italië in ban van society- moord OVER BERMTOERISME EN ZANDHATERS Zv ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1991 PAGINA 24 DEN HAAG - „Naar het strand? Zeg, ben je helemaal gek geworden. Je denkt toch niet dat ik in een kattebak ga zitten. Ik ben als mens geboren en niet als mol". Hagenaar Verheij nestelt zich op een afgelegen plekje in het recrea tiegebied Madestein nog eens lek ker in z'n tuinstoel en haalt z'n schouders op. „Ik denk dat ik al tien jaar niet meer naar het strand ben geweest. Mij niet gezien". Hij is een van de fervente strandhaters die Den Haag rijk is. Mensen die op steenworp afstand van de kust wonen en braakneigingen krijgen bij de woorden Scheveningen en Kijkduin. Zeker nu de stranden overbevolkt zijn, het zand is verdwenen onder een lappendeken van handdoeken en de zilte zeelucht ernstig overstemd wordt door zonnebrand- en frituurolie. Ze gaan veel liever naar een natuurgebiedje in de buurt; ze vissen langs de slootkant of recreëren desnoods op een klapstoel voor hun portiek. Sa men met de buren, pilsje bij de hand en de kaarten op tafel. Maar het strand? Dat nooit! Klapstoeltjes In de jaren zestig en begin jaren zeventig was voor strandhaters het bermtoerisme een bron van vermaak. De complete fa milie picknickte op zondag langs de snelweg. Nieuwe modellen auto's kregen waarderingscijfers, kinderen peurden vrolijk in een modderige sloot en na een dagje benzinesnuiven aanvaardde men spinnend als een kat en uitgerust de te rugtocht. „Bermtoerisme komt niet meer voor", zegt een woordvoerder van de ANWB. „Afgezien van het feit dat het verboden is, zijn er nu veel meer recrea tiegebieden dan vroeger. Soms zie je nog wel families op parkeerplaatsen langs de snelweg picknicken, maar ik vraag mij af of ze dit doen om te recreëren. Ik denk meer dat het passanten zijn die even een Wouter se: „In recreatiegebie den mag ik niet met mijn busje komen... Ziet u trouwens dat kleedhokje achter de auto? Zelf gemaakt". FOTO'S: SA- CHA PIETERSE boterhammetje eten. Langs de B-wegen zie je heel sporadisch mensen op een kapstoeltje zitten, dat nog wel". Zoals op de brede middenberm van de Rijswijkse Beatrixlaan. Het is niet alleen een bekende stek voor het laten luchten van de tent, maar ook dagjesmensen strijken er graag neer. Waarom eigenlijk? Met recreactiegebieden als Madestein, Vlietlanden, het Wilhelminapark en O vervoorde in de directe omgeving, is dit toch onzin? „Dat valt best mee", zegt de heer Wouterse, die zich samen met zijn vrouw heeft verschanst achter een bosje op de middenberm. „Deze plek is voor doordeweek. In het weekeinde gaan we naar Hoek van Holland of zoiets". De PTT'er was vroeger te vinden op een volkstuintje. „Maar daar werd ik gek. Als we kwamen vroegen de buren hoe lang we bleven en gingen we weg, dan vroegen ze waar we naartoe gingen en of we nog terug zouden komen. Ik heb toen een busje gekocht en speciaal ingericht voor dagtóchtjes". „Kijk", vertelt Wouterse terwijl hij naar de achterkant van zijn auto wijst, „dat kleedhokje heb ik zelf gemaakt. Aardig hè. En in de auto is alles aanwezig: gas- comfortje voor de koffie, flessenrekken en noem maar op. Wilt u soms iets drin ken?" Naar het strand gaat het echtpaar nooit. Veel te druk en te duur. „En in de recreatiegebieden mag ik niet met mijn busje komen, dus is deze plek riant. Nu moet alleen nog het geraas van de auto's worden uitgezet". Strak Een stukje verderop zit een ouder echt paar. Twee klapstoeltjes, koelbox onder handbereik en een overbodig lijkende parasol. De auto staat pal voor hun neus. „We wonen hier twintig minuten vandaan en hebben het hier prima naar ons zin. Geluidsoverlast? Mijnheer, ik heb dertig jaar op een HTM-bus gezeten, dus dat hoor ik niet meer. Je kunt hier ook een beetje klungelen aan de auto". Zijn vrouw kijkt strak voor zich uit. Plotseling spreekt zij op barse toon, zon der op of om te kijken: „We zijn al twee jaar niet meer naar het buitenland ge weest. We gingen altijd naar Oostenrijk. Prachtig daar... maar dat is twee jaar ge leden". Haar man wrijft de handen ze nuwachtig over zijn knieën en zegt bijna verontschuldigend: „Tja, in dat land is de lucht nog lekker fris, hè..." Ze kunnen zich niet meer herinneren wanneer ze voor het laatst naar het strand zijn geweest. „Vroeger misschien, met de kinderen. Maar ja, die hebben ook alweer kleinkinderen". Of hun naam in de krant mag, wordt er ge vraagd. „Nee", antwoordt de vrouw re soluut. En tegen haar man: „Denk toch aan de familie". Cricketveld De meeste Hagenaars die het strand mij den hebben dezelfde redenen: het is er te vol, te duur, te zanderig en er is te veel wind. „Onbegrijpelijk", zullen anderen zeggen die er flink wat uurtjes voor over hebben om bij hun geliefde kust te ko men en dan nog eens graag op eikaars handdoek willen zitten. Dit alles terwijl het monotone gedreun van gettoblasters de oren op onnatuurlijke wijze uitspuit. De heer Verheij vanuit zijn comfortabe le ligstoel: „En als je daar wilt klaverjas sen, moet je de kaarten met een touwtje om je nek binden, anders waaien ze weg. Maar laten al die mensen lekker daar blijven, dan hebben wij het hier rustig". Benoordenhouter Van Dijk, die vijf mi nuten lopen van het Scheveningse strand woont: „Ik haat het strand en dat zandhappen. Ook de duinen zeggen me niks. Vroeger liep ik er 's winters nog weieens toen ik nog een hond had. Nü vertoef ik het liefst op het eerlijke gras van een cricketveld. Begrijpt u? Ik ga pas naar het strand als ze het hebben ge asfalteerd..." 'RUN OP EG' ZET 700-JARIGE ALPENSTAAT AAN HET DENKEN DEN HAAG - Ambassadeur Karl Fritschi slaat denkbeeldige ankers in een steile berghelling. Zijn han den grijpen omhoog, zoekend naar houvast. De ambassadeur wil, hoe wel gezeten op degelijk Hollands meubilair, de indruk wekken dat hij voorzichtig maar vastberaden omhoog klimt. „U herkent het pro ces?", vraagt hij zo doende, met glimoogjes achter gekleurd brille- glas. „Stapje voor stapje, en steeds het touw aan de wand verzekeren. Zo ontwikkelt Zwitserland zich. Traag. Erg avontuurlijk kun je het niet noemen". Een lach kaatst te gen het met gipsfiguren gedecoreer de plafond. „Maar Zwitserland is ook geen avontuurlijk land!" Deze maand vieren de Zwitsers het feit dat de inwoners van vier bergvalleien rond het meer van Luzern zevenhon derd jaar geleden de koppen bij elkaar staken en besloten een 'eeuwig verbond' te sluiten ter verdediging tegen het Habsburgse rijk. Het was het bescheiden begin van de staat Zwitserland, die zich in 700 jaar tijd langzaam maar zeker wist te ontworstelen aan bittere armoede en nu tot de rijkste landen van de we reld behoort. Het is de reden voor een bezoek aan de Zwitserse ambassade aan het Haagse Lange Voorhout waar Frit schi zetelt, een goedgeluimde man die graag bereid is zijn land van enige af stand te beschouwen. De ambassadeur begint maar meteen met een kritisch zelfonderzoek. Zwitser land heeft - hij geeft het ruiterlijk toe - vanwege zijn ietwat behoudende instel ling moeite met snelle veranderingen. Wisten we bijvoorbeeld dat het vrou wenkiesrecht eerst in 1978 werd inge voerd? Waren we ervan op de hoogte dat de vraag of Zwitserland volwaardig lid moet 'worden van de Verenigde Na ties tijdens een referendum in 1989 met een overtuigend 'nee' beantwoord werd? Zwitserland is er verder nog niet uit of het wel mee moet doen met de Oosteu- ropese 'run' op de EG, nu ook EFTA- landen Oostenrijk en Zweden toetre- dingsverzoeken hebben ingediend. Er dringt zich een beeld op van onbe weeglijkheid en besluiteloosheid. Vol gens Fritschi zijn er dan ook steeds meer mensen in Zwitserland die menen dat het land zich in een identiteitscrisis be vindt. „Ik deel die mening niet, maar het wordt toch maar gezegd". Fremde hande Vanwaar alle twijfels? Fritschi, nog maar net een half jaar in Nederland na posten in Buenos Aires en Moskou, hoeft daar niet zo lang over na te denken. „Wij hebben onzelf altijd gevleid met de ge dachte dat Zwitserland een uitzonde ringspositie innam. Je had in de bele ving van de Zwitsers aan de ene kant Europa en aan de andere kant het tame lijk unieke eigen land. Dat klopte ook wel. Terwijl Duitsland en Italië een heidsstaten werden, bleef Zwitserland een federatie van tamelijk zelfstandige kantons. Er werd geannexeerd, gevoch ten en gekoloniseerd in de wereld, maar de Zwitsers hielden sinds 1515 vast aan een neutraliteitspolitiek die gebaseerd was op het adagium: 'Haltet euch von fremde Hande fern'. Die afwerende hou ding werd ook gevoed door de buitenwe reld, die altijd als bedreigend is ervaren. Welke machthebber keek immers niet met begerige ogen naar onze Alpenpas sen? Bovendien was het voor onze bin nenlandse stabiliteit gevaarlijk partij te- kiezen, omdat het Zwitserse volk uit welgeteld vier cultuurgebieden afkomstig Ontwerp Maar de tijden „they are a-changing", zoals Bob Dylan al in de jaren zestig zong. Volgens Fritschi zijn ook de Zwit sers getuige van het onstaan van een ge heel nieuwe Europese achitectuur. En ze weten nog niet of ze bij de bouwmees ters moeten aankloppen om inspraak in het ontwerp te krijgen. De ambassadeur: „Heel Europa is in beweging. De Come con is opgeheven, het Warschau Pact eveneens. Duitsland is herenigd, de Sov jetunie en de VS hebben de vrede gete kend en Joegoslavië dreigt uiteen te val len. De EG speelt bij dat alles een steeds belangrijkere rol. Tegelijkertijd valt het ons zwaar afstand te nemen van onze neutraliteitspolitiek. Waarom zouden we?, denken we. Onze uitzonderingspo sitie heeft ons tenslotte geen windeieren gelegd. En in Europa, ook in de EG, is zoveel onzeker. Hoe zal het gaan?" Er is intussen niettemin sprake van een volledige ommekeer in de verhouding tussen Zwitserland en zijn omgeving, stelt Fritschi vast. Om te beginnen is die buitenwereld niet meer zo bedreigend als weleer. Het Europa anno 1991 is eerder uitnodigend en uitdagend. „Zwitserland is ook vergaand met Europa verweven", benadrukt Fritschi. „Van onze export gaat 56 procent naar EG-landen en van onze import is 71 procent afkomstig uit de Twaalf'. De uitzonderingspositie die Zwitserland zichzelf toedichtte, is aan het verbleken. Het referendum is in opkomst - ook in Nederland -, in de Sovjetunie is een unie-verdrag in de maak dat enige over eenkomsten vertoont met de Zwitserse federatie en 'neutraal' is nauwelijks meer een relevant begrip nu de Oost-Westte genstelling is weggevallen. „We zullen afscheid moeten nemen van het idee dat we iets bijzonders zijn", concludeert Fritschi. „Zwitserland maakt gewoon deel uit van de wereldge meenschap die steeds meer vervlochten raakt en steeds verder integreert. Ook onze neutraliteitspolitiek zal, als je het mij vraagt, een andere invulling moeten krijgen. De Iraakse annexatie van Ku- wayt heeft ons wat dat betreft wel aan het denken gezet. Kun je bij dergelijke conflicten nog wel zeggen: ik kies geen partij? Het antwoord was nu ondubbel zinnig: nee. Ik zal u zeggen wat we vroe ger hadden gedaan. Toen had de over heid gekeken hoe groot onze export naar Irak de afgelopen drie of vijf jaar was ge weest, had daar het gemiddelde van ge nomen en gezegd: dat is het plafond. Maar nu heeft Zwitserland zich voluit Eg Als het aan veel jongeren in Zwitserland ligt. meent Fritschi, gaat het land een veel actievere buitenlandse politiek voe ren. Het zou hen storen dat Zwitserland wel handel drijft met de hele wereld, maar nauwelijks zijn stempel drukt op de grote internationale gebeurtenissen. Met zijn keuze voor het lidmaatschap van de EFTA (een economisch samen werkingsverband tussen de Scandinavi sche landen, Oostenrijk, Liechtenstein en Zwitserland) lijkt de regering boven dien op een verliezend paard te hebben gewed. Nu Oostenrijk en Zweden im mers ondubbelzinnig voor toetreding tot de EG hebben gekozen verliest de EFTA gevoelig aan gewicht. Bovendien zijn de onderhandelingen tussen EFTA en de EG over de vorming van een 'gemeen schappelijke Europese ruimte' wat in het slop geraakt. Fritschi wil de EFTA echter nog niet op geven. „Deze organisatie heeft een be langrijke rol gespeeld en zal ook in de toekomst nog een plaats hebben. Ik er ken dat de onderhandelingen met Brus sel niet zo voorspoedig verlopen als ge hoopt was. De EG heeft ook een aantal andere grote projecten op de agenda staan die nu even voorrang krijgen. Maar je moet de hoop niet opgeven voordat je de eindstreep gepasseerd bent. Het is veel te vroeg om te zeggen: dat wordt niets tussen de EFTA en de EG". In plaats van aan te sluiten bij de lange rij landen die tot de EG willen toetre den, kiest Zwitserland ervoor nog even de kat uit de boom te kijken. „De ont wikkeling van de EG is nu in een beslis send stadium. Komt er een politieke en economische unie die op een behoorlijke manier door een Europees parlement ge controleerd wordt of niet? Blijft de EG een gemeenschap van de Twaalf of wor den het er bijvoorbeeld Twintig? Onze opvatting is dat we het even willen aan zien. Je doet er overigens sowieso niet verstandig aan op een trein te willen springen die in volle vaart voorbij rijdt". Kristallen bol Degeswenst is Fritschi evenwel best be reid in een kristallen bol te kijken en zijn eigen verwachtingen over de rol van Zwitserland in het Europa van de vol gende eeuw prijs te geven. „Ik kan zeggen", begint hij, „dat de kwestie van toetreding tot de EG - óók op het hoogste regeringsniveau - geen taboe meer is in ons land. Ook uit on derzoeken blijkt dat het idee terrein wint; bij sommige enquêtes wordt zelfs veertig procent voorstanders gemeten. Ik ben ervan overtuigd dat de EG uiteinde lijk bij de opbouw van het nieuwe Euro pa als middelpunt zal fungeren. En een zwaar middelpunt trekt aan. Uiteindelijk zal deze magneet vermoedelijk ook Zwitserland naar zich toetrekken". Haast met een toetredingsaanvraag heeft Zwitserland niet, tekent Fritschi daarbij aan. „Want niemand ervaart nog aan den lijve dat het Europese alternatief be ter is. Want zeg nou zelf: er wordt in Zwitserland ook nü nog meer verdiend, meer geinvesteerd en meer gewerkt dan in de meeste andere EG-landen. Onze welvaart wordt niet bedreigd door de EG. En dan moet je wel over héél veel durf beschikken om te zeggen: we laten 700 jaar geschiedenis los en beginnen iets heel nieuws". Wederom kaatst een lach tegen het gip sen plafond van Fritschi's werkkamer. „Daar zijn we terug op de berghelling", zegt hij. „De Zwitser wil eerst zijn anker in de rots geslagen hebben voor hij ver der klimt. Of, om het Nederlandser te zeggen: het Europese ijs is nog te dun. Er moeten eerst nog een paar nachtjes vorst overheen gaan voordat wij ons er op durven te wagen". ROME - Wie heeft de gravin ver moord? De echtgenoot, de huis vriend of de butler? Al drie weken lang volgen de Italianen een artis- tocratische moordzaak die alle as pecten vertoont van een roman van Agatha Christie. Het drama begint op 10 juli in de Ro meinse wijk Olgiata, een door hoge hek ken omgeven park waar circa tiendui zend leden van de jetset ver van het ge mene volk een beschermd bestaan lei den. Omstreeks negen uur 's morgens wordt de als beeldschoon omschreven 42-jarige gravin Alberica Filo della Torre in haar slaapkamer bewusteloos geslagen en ge wurgd. Van meet af aan is het duidelijk dat het een 'inside job' betreft, omdat de waakhanden rond de villa niet aansloe gen. Rechter van instructie Carlo Mas- tellioni zegt daarom na een week dat hij in de loop van het vooronderzoek onge twijfeld al met de moordenaar heeft ge sproken. En verklaart nog een week later zelfs dat hij de identiteit van de moorde naar al kent en alleen nog maar het be wijs hoeft te leveren. Alle betrokkenen - van de verdachten tot en met de kinde ren van zeven en negen jaar van de gra vin - worden blootgesteld aan een sper vuur van vragen en flitslampen. Door dit geringe respect voor hun privacy wordt ook de politiek bij de moord be trokken. Na protesten in het parlement kondigt minister van justitie Martelli aan dat hij zal laten controleren of Mas- tellioni in zijn openhartigheid zijn boek je niet te buiten is gegaan. Wat is het motief geweest? Roof, drugs, seks? Uit de kamer van de 'contessa' zijn sieraden verdwenen, maar dat kan ook op een afleidingsmanoeuvre duiden. Op de vloer worden mysterieuze pillen aangetroffen die dagen later medicijnen blijken van de gravin zelf. De moeder van het slachtoffer verklaart dat „Alberi ca in de ban van een man" was. Jaloezie zou dus een reden kunnen zijn, maar de echtgenoot van het slachtoffer, bouwon dernemer Pietro Mattei, die in de eerste dagen na de moord onder de intens meelevende bevolking als favoriete da der gold, wordt na een paar dagen als verdachte uitgesloten. Wie is het dan wel? Op de televisie ver klaart een medium dat de moord is ge pleegd door een buitenstaander met de initialen F.T. De Romeinse bisschop Ce- lani zegt tijdens de lijkmis dat „Alberica is vermoord door de zondige stad Rome", maar hij voegt eraan toe dat hij hoopt dat zij „niet het slachtoffer is ge worden van haar eigen goedheid". De gravin blijkt zich ingezet te hebben voor de opvang van mensen met proble men, zoals de man die na een week als hoofdverdachte voor het voetlicht treedt, de 29-jarige Roberto Jacono. Deze zoon van de huisonderwijzeres is werkloos, lichtelijk gestoord en is in het verleden veroordeeld voor drugsgebruik en exhibitionisme. Hij is een van de weinige vaste bezoekers van de villa en heeft geen alibi. Jacono maakt zijn zaak er niet beter op door midden in de nacht televisiejournalisten op te bellen met de mededeling dat de verhouding tussen Alberica en hemzelf 'heel intiem' was en zich vervolgens op te laten nemen in een inrichting voor geesteszieken. Wanneer in zijn woning ook nog een briefje van Alberica en een pantalon met bloedsporen worden aangetroffen, wordt hij in staat van beschuldiging gesteld. Ja cono, die op de televisie desgevraagd zijn onschuld bezweert, moet een DNA- test afleggen om zijn bloed te vergelijken met de vlekken op zijn broek, maar in de pers wordt nauwelijks meer aan zijn schuld getwijfeld. Maar op dinsdag 30 juli komt volkomen onverwacht een andere verdachte op het toneel. De Filipijnse majordomus Win ston Manuel was tot april dit jaar in dienst van de Romeinse aristocraten, maar verricht sindsdien los werk voor andere bezoekers van de Olgiata. Als vriend van het overige Filipijnse huis personeel (dat in elke herenwoning in Rome te vinden is) kwam hij nog regel matig in de villa over de vloer. Manuel heeft evenmin een alibi. Ook in zijn kast werd een broek met bloedspatten aange troffen en bovendien had hij geld ge leend van de gravin dat hij ook na her haald aandringen niet had terugbetaald. Plotsklaps is Jacono nu vergeten en is ie dereen overtuigd van de schuld van de Filipijn. En ondertussen doemt ook het spook beeld op van het 'raadsel van Via Poma'. De minstens even geruchtma kende zomermoord van vorig jaar. De secretaresse Simonetta Cesarini werd toen op gruwelijke wijze om het leven gebracht in haar kantoor. De verdachten waren op de vingers van één hand te tel len en binnen een week kraaide de justi tie victorie. Als vermoedelijke dader werd de portier Pietro Vanacore gepre senteerd, die sedertdien onsterfelijk is geworden als 'het monster van Via Poma'. Ook hij had geen alibi en ver sterkte de verdenking door bruusk ge drag en ontwijkende antwoorden. Toen hij aanvankelijk ook nog weigerde een DNA-test af te leggen leek de zaak ge knipt. Totdat uit diezelfde test bleek dat Vana core juist niet de dader kon zijn. De ware moordenaar is nooit gevonden. £odi lult ïich iroe laar iet lirec lanz ierb vekl nen :om lant :onc laai edel laar iloti evo tom deu iern inde liter ïebl and Vei ir w lied noc 3EN iinds :haar tome jedur iet O' Dat h len d :en e Irage rijn. /rijhe ichte noeil lie b leid ^Jede jroek ïarte' Desta; jrang icunm len. iVat i io bi leze itukk come /erdi onge verd ;und. laaki leren Misse vel c vel 1 iefst jezit, lus i dedii ;ie v< n he 10g ling corte irolge aeac sen v e klc luks loor grol vee: tijd zij wat de nog ma; bra het ont De; bak opg ver; me £eidóc0ooxont

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 24