I Achtervolgd door de ret van Pim 'Finale „Ik moet vanmiddag nog even twintig shaggies oppuffen" -r Fabriek maakt zoetste dromen van Polen waar CeidóöSouAdrtt ZATERDAG 27 JULI 1991 PAGINA 25 3V-STUDENTENKAART BV LAAT |>ROF. DR. FORTUYN GAAN "hij had zoveel plannen met de Nederlandse Spoorwegen en de §V-Studentenkaart. Maar de NS en het ministerie van onder- jijs en wetenschappen wensen niet langer gebruik te maken van fijn diensten als directeur van de O V-Studentenkaart BV. Prof. Ir. Pim Fortuyn (42) is teleurgesteld én weer beschikbaar. Voor ïlevisie, overheden, bedrijven, Suriname. „Ik predik een kruis- j>cht voor de modernisering van de samenleving". {OTTERDAM - Achteraf, zegt [ortuyn, is hij toch naïef geweest. T)m te denken dat de OV-Studen- fenkaart BV de deur zou openen tot de door hem gepredikte con- ractmaatschappijÓndanks het Lcces van de ÓV-jaarkaart heeft fortuyn „die verfoeide bureaucra- Tn" niet kunnen bekeren. Sterker Jog, de mensen die hem zouden jioeten danken en koesteren, laten |em gewoon gaan. 'eet u wat ik nu zo vervelend vind, at er nog geen bedankje af kan. De fou- inmarge van de invoering van de OV- tarkaart was tot mijn eigen verbazing ul. We hebben hele leuke reacties ge regen vanuit het bedrijfsleven, bloemen :lfs. Maar de eigen aandeelhouders vin- :n het niet nodig om er een opmerking ver te maken. Vorig jaar hebben we j. iet een miljoen kosten minder gedraaid an begroot. Dat wordt stilzwijgend aan- :hoord. Geen compliment, niets. Dét :éft nu veel van de cultuur weer van erken in de collectieve sector: uiterst demotiverend", ét is theetijd dus we drinken thee. onder vragen schenkt Fortuyn bij. On- erispelijk gekleed, sigaar binnen hand bereik. Het kostuum hoort een beetje bij jn imago. In zijn studententijd onder leidde hij zich ermee van zijn Marxis- sche gelijkdenkenden. Op de Groning- Universiteit van zijn collega-docenten nu, als adviseur in politieke en strat- lische vraagstukken, van de grijze amb- inarij. „Ik ben een uitgesproken man. oor mijn uitgesprokenheid heb ik ienden en vijanden. Er tussenin zit arti "a11 ets". Iuzie lij het vertrek van Fortuyn als docent ociologie in Groningen schetste zijn romotor prof dr. G. Harmsen hem als en geestelijke terrorist die zestien jaar ng een spoor van vernieling door de niversiteit heeft getrokken. En dank zij jn vroegere vriend Ton Kee wordt hij og altijd achtervolgd door de 'Wet van n': waar Pim komt, komt ruzie, 'aar kom ik dus nooit meer vanaf', irzucht Fortuyn. „Een discussie of ver- :hil van mening wordt in Nederland al d snel ruzie genoemd", ortuyn heeft geen ruzie met de aandeel- ouders van de OV-Studentenkaart BV, ,een zakelijk verschil van me- iDaa: Fortuyn: „Je mag in dit land ook niets ongevraagds zeggen en al helemaal niet hoog geplaatste mensen bekritiseren". FOTO: STEPHEN EVENHUIS gens de aandeelhouders (de Nederlandse Spoorwegen, het ministerie van onder wijs en wetenschappen en het stad- en streekvervoer) is het contract van de di recteur niet verlengd omdat was afge-' sproken dat Fortuyn is aangesteld om de zaak op de rails te zetten. Nu dat is ge beurd, kan beter iemand anders, iemand ook die minder kost, de positie van het bedrijf consolideren, zo menen de aan deelhouders. „Consolidatie? Dat kan he lemaal niet. Een bedrijf als dit kün je niet stationair laten draaien. Ik heb jon ge, dynamische managers aangetrokken. Die willen groeien. Als zo'n bedrijf niet uitbreidt, is het ten dode opgeschreven". Aanvankelijk gingen de aandeelhouders mee in de expansiedrift van Fortuyn. Zij stemden in met een onderzoek naar de haalbaarheid van een zogenoemde smartcard, maar floten Fortuyn uitein delijk toch terug. „We hadden al een be drijf gevonden dat eventueel wilde parti ciperen in de uitgave van de smartcard. De uitgave zou zich niet beperken tot studenten, maar achthonderdduizend mensen is een mooi begin voor een kaart waarvan de toepassingen bijna ein deloos zijn: door de elektronische opge slagen informatie zou je er mee kunnen telefoneren, betalen, de toegang tot kan toren kunnen regelen en ga zo maar door. Maar toen puntje bij paaltje kwam, gaven de aandeelhouders niet thuis". Emigreren De gang van zaken vindt Fortuyn exem plarisch voor de bureaucratische Neder landse samenleving die hij zo graag wil veranderen, moderniseren. „Toen ik in '78 de opdracht accepteerde om een openbaar vervoerkaart voor studenten uit te geven, speelde de paspoortaffaire. De risico's van de opdracht waren dus bekend. Als het project mislukt, dacht ik, rollen er koppen en moet ik emigre ren. Slaagt het, dan gaat de overheid veel meer van die dingen doen. Dan staat Verkeer en Waterstaat op de stoep met ideeën over tolheffen, Justitie voor het handhaven van de maximum snel heid, de Informatiseringsbank met debi teuren. Maar de OV-Jaarkaart is een succes en er staat niemand. Mijn eigen geesteskind is overgeleverd aan de bu reaucratische sfeer. Misschien ben ik toch te naïef geweest. Of was het hopen tegen beter weten in?". Fortuyn wil de samenleving veranderen. En hij doet alles om die verandering te bewerkstelligen: columns schrijven, boe ken, prikkelende redes houden, adviezen uitbrengen. Over de Gezondheidsraad, inkomens van specialisten, de ambtena rij, burgemeester Peper, Suriname, de Nederlandse Spoorwegen. Gevraagde en ongevraagde adviezen. Zo liet Fortuyn het kabinet via de krant weten dat het beter op kan stappen en kon de directie van de NS een reorganisatieplan lezen in de rubriek 'Open Forum'. Want als het spoorwegbedrijf niet klantgerichter gaat werken, gaat het kopje onder, weet For tuyn. Volgens de socioloog-ondernemer moet het logge bedrijf worden omge vormd tot een holding met vijf zelfstan dige werkmaatschappijen die zich bezig houden met respectievelijk personenver voer, goederenvervoer, inirasstructuur, hoofdstations en ondersteunende dien sten. Op deze wijze zouden de NS veel klantvriendelijker en efficiënter kunnen werken. Het verambtelijke bedrijf zou een voorbeeld moeten nemen aan de PTT, zo schreef Fortuyn. „En dan reage ren mensen bij de NS vijandig. Vragen ze zich af waar ik me mee bemoei. Je mag in dit land ook niets ongevraagds Lastig In een interview heeft directeur Ploeger de OV-Studentenkaart BV 'de nagel aan zijn doodskist' genoemd. „Hij bedoelt mij natuurlijk", meent Fortuyn. „Men vindt mij lastig. Ik wil niet zeggen dat al mijn ideeën levensvatbaar zijn, maar je kunt er toch op z'n minst over discussië ren?" Noch de ideeën over de smart card, noch die van de omvorming van de NS tot holding of het koppelen van buitenlandse arrangementen aan de Stu dentenkaart vonden weerklank in de volgens Fortuyn „zeer centralistische, bijna militaristisch, geleide organisatie van de NS". Volgens de directeur lijdt de NS aan de zelfde kwaal als veel andere verstarde bedrijven en overheidsinstanties. De manier van leiding geven deugt niet. In zijn zevende boek, dat dit najaar ver schijnt, legt Fortuyn uit waar de schoen wringt. „We moeten naar een contract maatschappij. De burger is geëmanci peerd, de maatschappij geïnduviduali- seerd maar de sturing ervan is nog altijd gericht op de collectiviteit. We moeten veel vaker contracten gaan sluiten met burgers. Een werknemer moet een serie keuzemogelijkheden krijgen en op zijn verantwoordelijkheid worden aangespro ken. Zo kan ik me voorstellen dat een werknemer met zijn werkgever afspreekt of hij bij arbeidsongeschiktheid zeventig procent van zijn laatstverdiende loon wil hebben of de voorkeur geeft aan een andere regeling. Afhankelijk van de keu ze betaalt hij een bepaalde premie. Net als bij een verzekering. Het probleem is dat wij niet in een experimenteer-cultuur leven. Alles moet hier altijd meteen luk ken en voor iedereen. Waarom moet de basisvorming voor alle scholen tegelijk worden ingevoerd? Waarom mag je als school daar niet vrijwillig mee experi menteren?" Dromen Fortuyn zou niets liever doen dan een bedrijf of overheidsinstantie helpen een cultuuromslag te maken. „Liefst een be drijf waar het vijf voor twaalf is. Maakt niet uit welk bedrijf. Als het maar moei lijk is". Sunname? „Ja", zegt Fortuyn enthousiast. „Daar zou ik ook wel graag naar toe willen. Ik hou van het Caribi sche sfeertje en zou er dolgraag meehel pen de overheidsadministratie op poten te zetten". Een politiek praatprogram ma? „Dat u dat vraagt... Dat is een stille ambitie van mij. Een praatprogramma met elementen van 'de achterkant van het gelijk' van Marcel van Dam. Met prikkelende vragen die autoriteiten van hun automatische piloot afzetten, want politici krijgen veel te veel ruimte om weg te lopen". Zijn oud-collega Harmsen heeft ooit ge zegd dat Fortuyn altijd hogerop wil. Het hoogleraarschap aan de Rotterdamse Erasmusuniversiteit zou slechts een troostprijs zijn. „Hij ziet zichzelf toch het liefst als minister-president", zei Harmsen. Fortuyn lacht. „Ik heb mijn dromen nooit op tafel gelegd maar ze liggen in een veel kunstzinnigere hoek. Ik zou graag een goed romanschrijver willen zijn, maar mis de kwaliteiten. Zo'n boek schrijven als De Avonden, dat had ik graag gekund. Als ik jaloers ben, dan is het op kunstenaars, die zich van niets en niemand wat aantrekken en iets neerzetten. Impulsief, intuïtief, crea tief. Zo leid ik eigenlijk een beetje mijn bedrijf, als een kunstenaar". BIJ NIEMEYER ROKEN ZE VOOR HUN WERK finnen vijf minuten roken ze drie shaggies. Om ze te testen op smaak, tasmaak en geur. 'Proefje roken' heet dat in vaktermen. Elke morgen om sseialf elf begeeft het rokerspanel zich naar de rookkamer van Theodoras emfliemeyer bv om zich te wijden aan dit ritueel. Ze ruiken en proeven feil-, r\el dos of de melange van de tabak te zwak, te zoetig, te gronderig of te pittig h ^oor deze vijf panelleden is roken een onderdeel van hun werk. Een rijkje in de keuken van de Groningse tabaksfabriek. ■|uk 1 MARJA KLIP door i n 'KONINGEN - Buiten is de 'e 1( oordringende tabaksgeur al te rui ns en. Het Tasting-Department, de noejfdeling waar de monsters van de igekochte tabak worden gekeurd, gt een behoorlijk eind van de ta- laksfabriek aan de Paterswoldse- Elf mensen werken hier. Alle- naal rokers? General manager leaf ^njobacco purchases and product de- ou' elopment, zoals ziin kaartje ver geldt, oftewel hoofd inkoop R.J. oxopeus schudt zijn hoofd. Niet Tltoeer. Eén medewerker van de lig Monsterkamer is er onlangs mee 1 estopt. „Maar hij heeft er verder een problemen mee". )e kamer van Toxopeus is een eldorado ikte00r rokende bezoekers. Op de deur een ooifole sticker 'Roker of niet, blijf hoffe- KU jk'. Een enorme fruitschaal gevuld met jjo'n twintig verschillende soorten shag, £mi garetten en pijptabak pronkt op de ver gadertafel. Op het bureau staan twee ooie (lege!) asbakken. Ernaast ligt een inzende blauwe stropdas. Die zat van morgen bij de post. Een cadeautje van ,uk en PÜprokersgilde voor wie hij onlangs jl jen lezing hpett gegeven. 3 landen 'oxopeus reist voor zijn werk de hele 'ereld rond. Als hoofd inkoop bezoekt ij jaarlijks alle 33 landen waar Niemey- eni#1" zijn tabak vandaan haalt. Wat hij laar dan doet? Hij reageert verbaasd Hij doet testruns, maakt tabakscomposi ties, kijkt of het deskundig 'gecured' is. En koopt uiteindelijk voor zo'n 80 tot 100 miljoen gulden per jaar aan tabak in. Vorige week bijvoorbeeld zat hij in Zim babwe. „Van tevoren heb ik dan al met de leveranciers afgesproken waar mijn interesses liggen. Zij zorgen ervoor dat de balen tabak klaarstaan als ik aankom. Het eerste wat ik dan doe is testruns ma ken. Uit elke baal haal ik een bundel ta bak en leg die als een waaier op de vloer. Als ik dan uiteindelijk de compositie heb bepaald, laat ik de tabak versnijden om een rooktest te doen. Om te kijken hoe de eerste smaakbeleving is. Je zou kunnen zeggen dat ik diegene ben die de eerste smaak van een nieuw produkt be paalt". .Als de door Toxopeus geselecteerde ruwe tabak in Groningen wordt afgele verd, komt het Tasting Department in actie. In de Flavourruimte, waar duizen den potjes staan, wordt de tabak uitein delijk op smaak gebracht. Want met name in de pijptabak worden de meest uiteenlopende (natuurlijke) smaakstof fen, zoals honing, droppoeder, cacao en suiker verwerkt. In de monsterkamer worden de aange komen balen op kwaliteit beoordeeld. Toxopeus doet alle keuringen zelf. Om dat hij wil zien of hij heeft gekregen wat hij heeft gekocht. In grote plastic zakken, afgebonden met een felrood lint, liggen er ook deze dag veel zakken op hem te wachten. Hij is een tijd in het buiten land geweest en moet nog een grote ach terstand wegwerken. „Dat wordt nog even hard werken. Ik denk dat ik van middag nog zo'n twintig shaggies moet roken". De shaggies zijn al voor hem gedraaid door Evert, de enige medewerker op de monsterkamer. Zijn taak is het om voor de keuring de tabaksbladeren te verwer ken tot tabak. Het proces vergt veel tijd. De bladeren worden eerst in een hand doek gelegd die hij bespuit met water. Daarna wordt ze gesneden. Boven de hitte van een braadpan wordt de tabak dan uiteindelijk gedroogd. Neus erin Toxopeus wil wel even voordoen hoe een monsterkeuring in zijn werk gaat. Hij schudt een zak leeg op de tafel en drukt zijn neus erin. Snuift een paar maal en verzucht 'aah, dit is pittig, hoor.' Dan pakt hij het bijbehorende shaggie dat Evert al voor hem gerold heeft. Als hij een eerste trek neemt blijft de rook in zijn mond. Op het moment dat hij deze uitblaast, steekt hij zijn neus erin en snuift. „Dit is goed, dit heeft een schone smaak". Eigenlijk, zegt Toxopeus, is 's morgens rond half elf de beste tijd om de tabak te testen. Dan is de smaakbeleving het eer lijkst. Daarom komt het rokerspanel, waarvan hij zelf deel uitmaakt, om half elf bij elkaar. „Deze mensen zijn geko zen uit de elf mensen die op deze afde ling werken. Omdat ze een zuivere smaak en een goede neus hebben. Elke ochtend staan er drie potjes met tabak voor hen klaar, waaruit ze dan drie shag gies draaien. Het kunnen nieuwe pro- dukten zijn die ze testen, maar het zijn ook vaak bestaande produkten. Vanmor gen hebben we bijvoorbeeld Samson, ons eigen merk, en Drum, die van de concurrent, getest. Dat doen we zeer re gelmatig. We moeten tenslotte weten wat de andere tabaksfarieken doen. We vergelijken hun produkten met die van onszelf. Want wij moeten beter blijven". Is Toxopeus zelf een echte roker? Hij is, zegt hij genuanceerd, een professionele roker. Verslaafd is hij absoluut niet. Dan zou hij geen goede smaakbeleving meer hebben. Af en toe kan hij echt genieten als hij rookt. „Op feestjes bijvoorbeeld, dan ben ik er als de kippen bij als ik ie mand een bijzondere sigaret zie roken. Ik ga er dan altijd op af om te vragen of ik er eentje mag proberen. Dan probeer ik te proeven welke tabak erin zit. Op die momenten rook ik echt voor mijn plezier". R.J. Toxopeus, professioneel roker, snuift, proeft en rookt in de monsterkamer van Nie- meyer. U FOTO: ANNE MARIE KAMP HOOGEZAND Buiten de fa briek in Hoogezand maken zoete geuren van spekken, schuimblok- ken en trekdrop de wildste fanta sieën los. Binnen is de droomwe reld van menig kind realiteit. Op lopende banden schuiven kilo's overheerlijk snoepgoed voorbij. Personeelsleden in steriele witte jassen met hygiënische petten op het hoofd houden het produktie- proces in de gaten van één van Europa's grootste snoepleveran- ciers: Hoepman. Het is de enige producent van schuimblokken en besuikerde spekken in Europa. In Nederland kent het bedrijf slechts één concurrent met spek ken. „Maar die zijn niet besuikerd", zegt pr- medewerkster Ineke Biegel. Snoepgoed: de droom van ieder kind, de nachtmerrie van iedere tandarts. Biegel is het er niet mee eens. „De ge steldheid van de gebitten is nog nooit zo goed geweest als tegenwoordig", pa reert ze de stelling handig. „En er is nog nooit zoveel gesnoept als tegen woordig. Als je je tanden goed poetst en je snoept met mate kan het geen kwaad. Er zit natuurlijk suiker in snoep. Maar dat zit ook in een appel". Het gaat goed met de snoepfabrikanten. „Als je in de winkel kijkt zie je steeds meer snoep. Het aanbod is veelvuldig en breidt zich steeds verder uit", zegt Biegel. Trekdrop In Nederland is vooral trekdrop popu lair. Het staat op de eerste plaats van de snoephitlijst. Op de tweede plaats staan de schuimblokken. De spekken staan derde. Maar die zijn in het buitenland binnengekomen op de eerste plaats. In Polen zijn de spekken sinds december vorig jaar niet meer aan te slepen. „Met de spek gaat het goed. Niet alleen in Polen, maar ook in andere landen in Europa", zegt Biegel. „Er komt uit die landen steeds meer vraag naar spek ken. Schuimblokken en trekdrop wil men in het buitenland niet. Dat is puur Nederlands". Het Hoogezandster bedrijf exporteert al jaren snoepgoed. Tot voor kort voornamelijk naar Westeuropese landen. Vooral Engeland en Ierland zijn grote afnemers van spekken. Maar ook Duitsland weet wat lekker is. Vorig jaar werd het exportvizier voor het eerst op Oost-Europa gericht. Via de Leipziger Messe, een Duitse beurs, werden de eerste contacten gelegd. Vooral de kleuren van de spekken zijn volgens Biegel van groot belang ge weest bij de doorbraak van het pro dukt. „De Poolse huisvrouwen zijn zeer te spreken over het produkt. Zulke mooie kleuren zijn ze niet gewend in de winkels". Hoe erg de snoepfabriek het Poolse pu bliek tot de verbeelding spreekt, blijkt wel uit het bezoek van een Poolse groep twee maanden geleden aan Hoogezand. Als dagtocht had de organi satie een tweetal rondleidingen voor de groep georganiseerd. Een deel van de groep mocht naar de suikerwerkfa- briek. Het andere deel naar een stro kartonfabriek. Dat leverde problemen op, weet Biegel nog. „Iedereen wilde naar ons toe. Niemand van de Polen stapte in de bus voor de strokartonfa brieken. Ze hebben het opgelost door de mannen naar de strokartonfabriek te laten gaan en de vrouwen in ons be drijf rond te leiden. Die mannen waren al heel snel klaar. Wij waren de vrou- wen nog aan het rondleiden toen ze al terugkwamen van de strokartonfa briek. We hebben hen toen ook nog maar een rondleiding gegeven". Waar het publiek de verleiding amper kan weerstaan om een spekkie of trek drop van de produktieband te trekken om stiekem even te snoepen, laat het personeel het snoepgoed rustig aan zich voorbij schuiven. Ze hebben geen enkel probleem om zich te beheersen, weet Biegel. „Tegen iedere nieuwe werkne mer zeggen we altijd dat ze zoveel mo gen snoepen als ze willen. We weten gewoon zeker dat ze na drie dagen meer dan voldoende hebben gehad". 'Controle-snoepers' Een enkele werknemer ontkomt echter niet aan het snoepen. Op de testafde ling wordt iedere dag aan de kwali teitscontrole gewerkt. Maar vooral ook aan de voorbereidingen voor nieuwe produkten. Onlangs werd al het nieuwe produkt triospek geïntroduceerd. Een spek met drie verschillende smaken. Momenteel wordt hard gewerkt aan de vervolmaking van een nieuw schuim- blok voor de Spaanse markt. In tegen stelling tot de Nederlandse schuimblok ken, die zoet zijn, is de Spaanse schuim- blok zuur. „Ze houden daar niet van zoete schuimblokken", zegt Biegel. „Het marktonderzoek belooft veel goeds". De nieuwe markten worden voorlopig bestormd met het bestaande personeel Sinds de oprichting begin deze eeuw is het familiebedrijf Hoepman gegroeid naar vijftig werknemers en tien uit zendkrachten nu. Biegel verwacht dat hun aantal voorlopig nog niet hoeft te worden uitgebreid. Door van een dag dienst over te schakelen op een twee ploegendienst is de produktieverhoging tot nog toe opgevangen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 25