i-l-l
Een oude en een nieuwe
Ellington op jazzfestival
M
400
Lyrische Miles Da
doet het met bordji
Een koninkrijk voor een kaartje voor North Sea Jaz\
Patricia Barber:
piano-vuurwerk
JWlL
i
j
EcidócSouoant
KUNST/RTV
MAANDAG 15 JUI
II-
Er hoeft niemand meer in de rij te staan voor een kaartje voor
het North Sea Jazz Festival. Gisteravond werden de deuren van
het festival weer gesloten. foto: cornê sparidaens
f^erg
su
DEN HAAG Zijn er nog kaartjes? Is het nog
mogelijk vanavond op North Sea Jazz Festival
Paolo Conté, George Benson en Rachelle Fer-
rell aan het werk te zien en vooral te horen?
Dat zijn de kwellende vragen die de mensen
zaterdagmorgen om negen uur bij de ingang
van het Nederlands Congresgebouw in Den
Haag bezighouden. Bij de kassa's hangen wei
nig bemoedigende briefjes: Zaterdag uitver
kocht", „Saturday sold out". „Ik word gek",
zegt een jongen in een trainingspak, als hij de
onheilstijding heeft gelezen. „Zou echt alles
weg zijn?". Gisteravond zeiden ze dat er van
morgen nog vijfhonderd kaartjes zouden wor
den verkocht", probeert een vrouw de moed
erin te houden. Ze bivakkeert met een termos-
kan koffie op een van de bankjes onder het
grote afdak. „Ik denk dat die briefjes er nog
hangen van gisteren".
De zaterdag van het North Sea Jazz Festival is
officieel al lang uitverkocht. Het is vooral voor
mensen die niet speciaal voor het evenement
hebben vrijgenomen, de ideale festival-dag: tot
diep in de nacht swingen en de volgende dag
lekker uitslapen. Het is een ongeschreven regel
dat er altijd wat kaarten achter de hand wor
den gehouden om op de dag zelf nog te verko
pen. Maar helemaal vertrouwen doet het groep
je bij de kassa's het toch niet.
Om tien uur verschijnen de dames van de
kaartverkoop ten tonele. „En?", roept de jongen
in het trainingspak, „zijn er nog kaarten?". „We
weten het nog niet precies, maar over een half
uurtje krijgen we bericht", meldt een van de
meisjes door het glas van haar kassahokje. De
jongen wordt door de omstanders terstond in de
rol van tolk gedwongen. Duitsers, Engelsen, In
donesiërs, voor allen telt maar één ding: erbij
zijn vanavond. „Oh, a kingdom for a ticket",
prevelt een Brit, die zijn klassieken kent.
Op last van de kassadames moeten de mensen
in één lange rij gaan staan, zodat duidelijk is
wie er allemaal voor een zaterdagkaartje ko
men. Geduw, gedring, nerveus geschuifel. Even
later verschijnen er twee mannen ruitbroe-
ken, truien met een wapentje, chaukers die
net doen alsof ze de rij niet zien en recht op een
andere kassa afstevenen. De juffrouw wijst de
heren beleefd op de rij. Wat? U
niet dat we in de rij gaan staan?", z
de twee. Hij buigt zijn hoofd naar
sist wat over 'directie' en 'JVC' (de
sor). De juffrouw heeft er in elk
terug want de heren hoeven niet in
is het zover. Iemand van de orgai
schijnt wapperend met een stapel ka
kassa's. Een zucht van verlichting g
menigte die nu zeker enige honden
telt. Wat iedereen al voelde aankom
het arrogante tweetal heeft het eersi
pakken. „So et was gibt's doch nü
een Duitser verontwaardigd. Maar
is snel voorbij. Er zijn net genoeg
Brit wandelt, opgetogen wapperen
kaartje, naar de bushalte. „See you
tDW
wijk
tneir
•riga
:hap
n, n
North Sea Jazz Festival, Congresge
bouw Den Haag: Willem Breuker
Collectief, vrijdag. Tribute to Stan
Getz, Bird Winners Concert, zater
dagavond. Duke Ellington Orches
tra, zondag.
Jeff Silvertrust kan einde
lijk naar huis. Hij heeft
vier dagen lang voor de
deur van het Congresge
bouw gezeten en gemusi
ceerd. Hij staat niet op de
salarislijst van Paul Acket
c.s., maar probeert er in
z'n eentje naam te maken
met een orkest voor twee
handen: een trompet in de
ene, een speelgoed-for
maat synthesizer in de an
dere en daarbij een mini-
drumstel dat hij er zowel
met drumstok als met
trompet van langs geeft.
Jeff verkoopt z'n eigen platen
en volgt het festival-circuit
door Europa. Hij hoopt vol
gend jaar het North Sea Festi-
al ook van binnen te kunnen
zien. Ik krijg zijn adres: of ik
Paul Acket maar even wil
waarschuwen. Hierbij dan.
Paul Acket zelf is binnen dat
Congresgebouw voortdurend
en onvermoeibaar controle
rend op weg van het ene con
cert naar het andere. Wanneer
hij mijn route heeft gevolgd
heeft hij in elk geval veel
moois gezien. Zondagavond:
het orkest van wijlen Duke El
lington onder leiding van
diens grijze zoon Mercer. Het
orkest draagt de oude getrou
we Ellington-composities ver
der via kersverse arrangemen
ten. In 'Caravan' klinken in
middels slangebezweerders,
Afrikaanse dansen en de hele
Djem-el-Fna van Marrakesh
door. De Jan Steenzaal herin
nert even aan de Cottonclub
van weleer, vooral wanneer
bij het orkest een danser en de
dynamische Patty Holley ver
schijnt. Ze komt vanuit het
publiek te voorschijn, springt
wild voor het podium in het
rond om dan zonder naar
adem te happen achter de mi
crofoon te duiken voor een
solo zoals Adelaide Hall die op
z'n minst vijftig jaar geleden
liet horen. En vervolgens het
publiek bijna knock-out te zin
gen met een aantal klassieke
Ellington-hits als 'It don't
mean a thing when it aint got
that swing'. Heerlijk.
Willem Breuker
Vrijdagavond laat heeft Wil
lem Breuker Collectief in het
Tuinpaviljoen zijn nieuwe pro
gramma laten horen en zien.
Wat Ellington is voor Ameri-
Kc, begint Breuker voor Euro
pa te worden. Breuker werkt
door aan een orkest-oeuvre
waarin allerlei Europese in
vloeden en muziekstijlen ver
tegenwoordigd zijn. Zijn grote
kunst is het te parodiëren zon
der de originelen belachelijk
te maken. Hij geeft muzikaal
commentaar op stijlen die hij
en zijn mensen ook nog tot in
de perfectie beheersen. Vrije
jazz, gearrangeerde moderne
jazz, Kurt Weill en Paul Des-
sau-achtige orchestraties en
aan het slot een imitatie van
een klassiek blazersensemble:
Breuker komt op als dirigent,
in billetikker en aangeschoten.
De pseudo-klassieke muziek
daarna is niet alleen gekkig
heid, maar legt ook muzikale
structuren bloot en is zoals
alles wat Breuker doet in
hoge mate theatraal. Een rijk,
gedisciplineerd en spannend
concert. Om door een ringetje
te halen.
Zaterdagavond krijgen de
Bird-winnaars hun prijs: Frans
Eisen, Rita Reys en Barry
Harris. Eisen heb ik de avond
daarvoor nog stampvoetend
van woede gezien omdat de
auto van een van zijn leerlin
gen, bassist Nils Tausk, na een
concert weggesleept bleek.
Wanneer hij de Bird krijgt
zegt hij: „Ik ben natuurlijk
blij, maar ik nog blijer voor de
man die hem straks krijgt".
Dat is Barry Harris die een
elegant concertje geeft en 'Salt
Peanuts' zelfs in het Neder
lands weet uit te zingen. Rita
Reys is iets minder dankbaar:
Ze vindt dat ze de prijs eerder
gehad had moeten hebben,
maar geeft haar publiek wel
complimenten voor hun muis
stille andacht voor haar werk
en laat met Pim Jacobs aan de
vleugel een prima concert ho
ren. Voor later op de avond
heeft musicoloog Wouter Tur
kenburg van het Koninklijk
Conservatorium een 'Tribute
to Stan Getz' georganiseerd.
Joanna Brackeen aan de pia
no, Bob Brookmeyer op ven
tieltrombone, en Charlie Byrd
op de gitaar: de laatste met een
ontroerende serie bossa nova's
die door wijlen Getz wereldbe-
faamd werden. Nog mooier is
het optreden van vier jonge te
norsaxofonisten die allemaal
een tik van Getz hebben mee
gekregen: De Belgen Philip
Vennema en Jan Menu, de
Nederlanders Toon Roos en
Bernard Berkhout. Alle vier
bewijzen ze hoe goed jonge
muzikanten naar hun voor
beelden luisteren. Berkhout
bekender door zijn werk op
de klarinet laat je op tenor
sax zelf even schrikken: zijn
intro van 'Pennies from hea
ven' is in noten en toon grieze
lig exact hetzelfde als Stan
Getz het ooit met Oscar Peter
son liet horen. Zelfs gitarist
Charlie Byrd kijkt verrast en
bewonderend naar de jonge
Nederlander op.
'Jong, begaafd en koel'. Het
geldt voor meerdere musici tij
dens het North Sea. Maar
vooral voor de combinatie
'Jazz Futures', gevormd door
trompettisten Roy Hargrove
en Marion Jordan, saxofonis
ten Tim Warfield en Antonio
Hart, pianist Benny Green en
hun ritme-sectie. Hier zijn een
aantal jonge toptalenten aan
het woord voor wie de toe
komst allang is begonnem. Ze
spetteren, schetteren en im
proviseren er op los, met de
hoorbare bagage vj_
traditie gepaard aait
den van vandaag.
een kanjer, de mait_
Jordan gas terugrar
een Hoagy CarmiclU|..j
is adembenemend.
klasse. Zolang er nil
lenten zijn, hoeven
vrezen voor de to^
de jazzmuziek.
JAN AKKERMAN VIRTUOOS
North Sea Jazz Festival met o.a.
Paolo Conté, The Neville Brothers,
George Benson, Etta James, Patricia
Barber Trio, Charlie Byrd Trio, The
Buddy Guy Blues Band en The Zawi-
nul Syndicate. Nederlands Congres
gebouw, Den Haag. Zaterdag en
zondag.
Betty Carter was zaterdag
de meest geliefde persoon
in het Nederlands Con-
gresgbouw in Den Haag.
Tenminste zo leek het.
Het veiligheidspersoneel
van de North Sea Jazz-or-
ganisatie had er zijn han
den aan vol de rijen
wachtenden (ook) voor
het tweede concert niet
nog meer te laten groeien.
Er kwam zelfs een mede
deling op de televisie
schermen dat het vol was,
maar enig effect had het
niet.
Betty was niet de enige die
meer liefhebbers telden dan
het aantal stoelen in de Van
Goghzaal. Het Art Porter
Quartet had hetzelfde pro
bleem en dat gold ook voor
George Benson, die een aantal
keren in de PWA-zaal optrad.
De enige zaal die de brede
stroom mensen aankon, was
de Statenhal, voor de rest was
het Nederlands Congresge
bouw gewoon te klein. Een ge
luk voor Paul Acket en zijn
mannen en vrouwen was dat
ze te maken hadden met jazz
liefhebbers, en dat bleken hele
geduldige mensen te zijn. Ze
wachtten, soms té lang, voor
ze alsnog een zaal in mochten.
Kon dat niet dan gingen ze ge
woon naar een ander concert.
Of popliefhebbers zo ver te
krijgen zijn, is maar zeer de
vraag.
Eigenlijk was het gewoon te
druk en dat leverde behalve
volle trappen je moet toch
ergens zitten ook een ge
deukte organisatie op. Want de
opzet om veel verschillende
artiesten te zien, viel hierdoor
in het water. Wie echter voor
de grote namen was gekomen
zoals Van Morrison, Paolo
Conté of The Neville Brothers
had niet te klagen, want on
danks de enorme stroom men
sen was er plaats genoeg. In
een bomvol Tuin Paviljoen
beet Paolo Conté zaterdag de
spits af met een innemend
concert. Eigenlijk was het hele
gebeuren gewoon pure kitsch
met die in het Engels zingende
achtergrondzangeresjes en een
kreunende Conté achter de
piano. Aan de andere kant
klonk het ook wel weer erg
goed. Dat gold zeker voor het
Patricia Barber Trio, dat in de
veel kleinere Carel Willink
Zaal zowel zaterdag als zondag
piano-vuurwerk afleverde. In
tegenstelling tot de (professio
nele) middelmatige Conté, be
schikt Patricia over een piano
techniek waarmee ze zowel de
oerwouden van Brazilië als de
hectische wereld van de New-
yorkse ondergrondse kan be
spelen. Bovendien heeft ze een
schitterende stem, waarmee ze
de uiterst sentimentele uitvoe
ring van 'Summertime' tot een
hoogtepunt van het festival
maakte.
Bloeien
Ook The Neville Brothers de
den geen water bij de wijn.
Voor een zaal die in omvang
het aantal van INXS, een paar
weken geleden, benaderde,
groeide het concert zonder
zichtbare moeite uit tot een
swingende gebeurtenis. De
sterke samenzang van de
broertjes Neville bloeide,
evenals eind vorig jaar. Het
enige verschil met dat concert
was het solo-uitstapje van Aa
ron Neville, die hiermee een
kans kreeg zijn nieuwe ge
luidsdrager te promoten.
George Benson voelde zich als
een vis in het water met het
Count Basie Orchestra. Het
leek alsof hij voor het grote
orkestwerk is geboren. Met
alle gemak van de wereld
loodste hij zichzelf door het
volume van blazers om even
later met zijn eigen combo
i v
Candy Dulfer blies de sterren uit de hemei.
John Lee Hooker.
verder te gaan. Behalve een
duetje met Carmen Bradford,
de zangeres van het orkest,
speelde hij ook veelvuldig gi
taar. Niet onverdienstelijk al-
FOTO: SACHA PIETERSE
lemaal al was het misschien
wel heel 'easy listening'.
Echt vlammen deden Etta Ja
mes and The Roots Band. De
soul van Etta James dampte op
FOTO: CORNÊ SPARIDAENS
de zeer vroege zondagmorgen
zonder dat ze even naar adem
hoefde te happen. Haar or
kaankracht werd op perfecte
wijze ondersteund door The
Roots Band, die even vurig
was als Etta.
Op zondag leek dat vuur, be
halve bij Miles Davis, niet echt
aanwezig. Bij het zien van
Nueva Manteca bekroop alleen
het gevoel dat drumsolo's
voorgoed verboden zouden
moeten worden. Maar mis
schien zijn er de afgelopen da
gen teveel drumsolo's geweest.
Hoewel een jazz-solo vaak wat
fantasievoller klinkt dan een
roek-solo, kunnen ze nauwe
lijks boeien. En dan te beden
ken dat de driedelige 'Monk-
suite' van Nueva Manteca bij
na geheel is opgebouwd uit
percussie en drumsolo's. Jam
mer.
Om aan dat trommel-geweld
te ontkomen, kozen we voor
een kijkje in de Statenhal, tot
uit het programma bleek dat
daar The Zawinul Syndicate
optrad, een vijftal dat een
groot deel van zijn composities
op ritme heeft gebaseerd. Het
Charlie Byrd Trio bracht uit
komst met zijn gitaarspel. En
toen Jan Akkerman ook nog
even mocht laten horen hoe je
met één gitaar een heel orkest
overbodig maakt, kon de
avond niet meer stuk. Hoe
wel... Ook nu weer volle zalen,
dus een beperkte keuze. De
Buddy Guy Blues Band vond
met een soms naar Jimi Hen-
drix neigende zanger-gitarist
een enthousiaste zaal tegen
over zich, die al snel uit volle
borst meezong. Hoewel Guy
een knap gitarist bleek te zijn,
klonk zijn overstuurde gitaar
toch niet zo lekker als het ont
spannen virtuoze gitaarspel
van het Charlie Byrd Trio met
Akkerman in zijn gelederen.
North Sea Jazz Festival met o.a
Candy Dulfer, Miles Davis en de
Andy Summers Band. Nederlands
Congresgebouw, Den Haag. Vrijdag,
zaterdag en zondag.
Praten is nooit Miles Da-
vis sterkste kant geweest.
Hij gebruikt zijn adem lie
ver voor zijn trompet. En
met de noten die hij daar
mee vormt, brengt hij zijn
publiek meer in vervoe
ring dan duizend woorden
kunnen zeggen. Laat die
Davis dus maar blazen.
Zelf voert de Amerikaanse
trompettist die grap inmiddels
heel ver door. Geen woord
komt er tijdens het zestiende
North Sea Jazz Festival in
Den Haag over zijn lippen.
Zelfs aan het einde van zijn
concert niet. In plaats daarvan
houdt hij twee witte bordjes
omhoog waarop hij zijn dank
woord heeft geschreven.
Miles Davis opent de vierde
dag van het festival met een
concert, dat de rest van die
avond in de Statenhal niet
meer wordt overtroffen, hoe
zeer een niet onverdienstelijk
spelende David Sanborn, het
in dansritmes handelende The
Zawinul Syndicate of de in
vette gitaarpartijen gestoken
Buddy Guy Blues Band ook
hun best doen. Davis kiest, net
als de andere musici in de hal,
voor een bijna 'middle of the
road' aanpak. Er is echter een
verschil: bij Davis raakt elke
noot zijn doel. Als hij tegen het
einde van het, met tien minu
ten uitgelopen, concert Cyndi
Laupers 'Time after Time'
speelt, dan is de emotie uit dat
nummer aanwezig: er vloeit
een traan met elke noot.
Ingetogen
Davis vergaapt zich niet aan
gefreak, kiest aan het eind
voor wat funky stukken, maar
handelt, traditioneel met zijn
hoofd voorover gebogen, in in
getogen spanning. Zijn lyri
sche spel is breekbaar en be
zorgt in al zijn zuiverheid kip-
pevel. De trompettist hoeft
niet langer te spetteren, al
doet hij dat in een duetje met
zijn saxofonist nog even. Hij
gebruikt zijn adem veelal voor
hele zachte klanken en laat
het vuurwerk aan zijn groep
over. En die groep staat als
een huis. Het vijftal draagt een
Miles Davis heeft tijdens het hele
behoorlijk steentje bij aan het
succes. Zo blaast saxofonist
Kenny Garrett de ene na de
andere schitterende partij en
blijkt bassist Joseph Foley
McCreary over een verbazing
wekkende techniek te be
schikken. In zo'n atmosfeer
mag de meester best wat min
der blazen en dat doet hij dan
ook, al lijkt zijn 'minimalisme'
een andere voedingsbodem te
hebben dan deze groep. Davis
hoeft namelijk niets meer te
bewijzen. Niet aan zichzelf en
niet aan zijn publiek.
Funky Stuff
Dat moest Candy Dulfer nog
wel en dus blies zij niet alleen
hoog van de toren, maar voor
al alle sterren uit de hemel.
Dat bleek vrijdagnacht tijdens
haar concert met Funky Stuff.
Voor een publiek van zo'n zes
duizend mensen, dat aanwezig
was omat men dat wilde en
niet, zoals een dag later bij de
Neville Brothers, omdat alle
andere zalen vol waren, gaf ze
de show van haar leven, ten
minste zo leek het.^ss
in vorm, zoals eig)'ei
Funky Stuff en darf0"3
zo moeilijk om ee|lei
bouwen. Dat leverr1
taferelen op, die dej>mi
in vuur en vlamlë6
vond een enkele k<pai
het na afloop nier11,
wat commercieel g£sc
Andy Summer"
Veel breder uitgef 1
het spel van Candf—
saxofoonpartijen
Evans, die gisterav
met de Andy Sum
in het Tuin Pavili—
Bill was, evenals |sla
vooral liet horen
is na 'The Police',^ch
drukkelijk aanwen 1
breiwerk van klanm
kwam vooral doork 1
uitgemeten klankdLp
in het tweetal om [j
leefden. Met werklrou
1920' en een bludk
blues prior to Richr 1
ten ze, ondanks watpr|
hoogstandjes, geen'5g
indruk. p. i