Drie uitblinkers
in de startblokken
CUM LAUDE GESLAAGD
AAN KUNSTACADEMIE
ZATERDAG 29 JUNI 1991 PAGINA 28
hier gebouwen ontwerpen, die te bou
wen zijn, ook in technisch opzicht. Maai|^
ik hoef geen uitgebreide berekeningen tc
maken".
Congrescentrum I
Björn toont zijn belangrijkste examenj
werkstuk, een maquette van een gebouv
in de duinen van Kijkduin. Een congres-;
centrum, met een schelpvormige staler;
zelfdragende dakconstructie boven eec
glazen hal, die deels verzonken ligt it
het duinlandschap Op de flank staal L
een vinvormige toren, een vorm die ge- y
repeteerd wordt in de draagmuur var
het hotel aan de andere zijde van het ge;
bouw. Aan de muur hangen elipsvormi
ge etage-vloeren met eveneens glazer
wanden. Evenals in het congrescentruri
hebben alleen de natte cellen dichte fjai
wanden. „En de portierswoning in hel
centrum", vult Björn aan. „De logées ir Vdi1
het hotel moeten maar jaloezieën of gor vo'
dijnen gebruiken. Ik vind dat de passamgen
het binnengebeuren moet kunnen zien"; ken
Björn heeft bij de vormgeving gebruileen
gemaakt van elementen uit de duinen; we»
het strand en zee, om op die manier eer
eenheid te creeëren met de omgevinflPaa
Björn kan meer dan alleen gebouweriS v
ontweipen. Dat bewijst hij bijvoorbeeld wor
met zijn tafel, deels van hout, deels vaiden
staal. Het tafelblad bestaat uit twee hou Sprf
ten deklagen, die over een metalen mid
denplaat geschoven kunnen worden. He
is de tafel van de directeur van het een dc
trum. Bij een vergadering wijken drl HE
twee houten deklagen richting de flan"
ken, waardoor het metaal-gedeelte me
perforaties zichtbaar wordt. Björn: „EjHII
ontstaan dan twee aparte gedeelten me sine
een storend middengedeelte. Dit moefloe
zo storen, dat de tafel na de vergadering^
onmiddellijk weer wordt ingeschoven
Die perforaties in het metaal zijn bf^en
doeld om te spelen als men zich tijdentwei
de vergadering te verveelt". van
Hij
Strijkplank
kleii
Björn maakte ook een metalen strijk ter
plank, die door de vormgeving na gfyan
bruik gewoon in de kamer kan blijve
staan als sieraad. Hiermee rekent hij i
met de gebruikelijke „witgoed-strijkplat
ken". Opvallend zijn ook zijn waxinf»1K 1
lichthouders in de vorm van vliegendze.t(
schotels. Als je ze optilt verzinken d™ls
waxine-lichtjes in de houder, zodat
wanneer, je ermee rondloopt niet uijj13™
waaien. dj
„Ik ben geen bouwkundig ingenieurr)erd
zegt Björn. „Ik ben ook naar de kunstu!?r
cademie gegaan, omdat alle kunsten trjJ20
elkaar horen. Daar hoort ook een ruiml, erv'
bij, waarbij je niet alleen op de buite£fn
kant maar ook op de binnenkant iriema
zoomt. Dat vind ik ook het aantrekkeli Seei
ke van dit vak. En van de andere kare 1
zie je dat architecten meubels gaan otfy'0™
werpen en binnenhuis-architecten fT d
bouwen". 20
Björn heeft zijn levenspad nog niet ulr®n
gestippeld. Hij wil nu eerst stage lopc,,11
bij architectenbureaus om te uit te vC..-
den wat hij precies wil. Natuurlijk is flrJ.n
blij dat hij cum laude is geslaagd. ,,MaP*er
na de opleiding heb je daar heel weinr 61
aan. Je moet het toen zelf waarmaken)
Björn Mulder: „Na de opleiding heb je weinig aan het feit dat je cum laude bent geslaagd". FOTO'S: MILAN KONVALINKA
Jules heeft wel kleur gebruikt in het
schilderij met de vis, die rechtstandig op
zijn staart uit het lichte water springt en
afsteekt tegen de donkere hemel. Lood
recht beneden het dier staat een kleine
soortgenoot eveneens op zijn staart. Het
visje lijkt gevangen in een cirkel. Het
schilderij doet mystiek aan. En dat geldt
ook voor de afbeelding van de gekleurde
zonnegod in het vierkant, omringd door
zwart-witte evenbeelden, met eronder
een latijnse tekst. De mystiek is ook te
rug te vinden in het boek op de stan
daard, dat doet denken aan een alche
mistisch handboek uit de middeleeuwen.
Ook de collage, een krioelende menigte
van vingerafdrukken (Jules' eigen af
druk) in een zwart en oranje tinten, waar
een afdruk boven uitstijgt, heeft iets ge
heimzinnigs. Jules: „Dat is ook weer het
thema van de folder die ik heb gemaakt.
De sublematie, al weer een alchemisti
sche term. Het opstijgen. Ik geloof niet
dat ik een reïncarnatie ben van een mis
lukte middeleeuwse alchemist. Maar ik
denk dat ik in de middeleeuwen wel in
het bos zou prutsen met kruiden en zo".
Postzegels
Even verderop zien we door Jules ont
worpen postzegels, met daarop het ont
veld menselijke hoofd, waardoor alle
spieren zichtbaar zijn. De maker: „Het
gaat hier om het bloot leggen van de
structuur achter het ervaren. Ik wil een
verhaal vertellen en gebruik daarvoor
verschillende media. En ik wil op zo'n
vrij mogelijke manier dingen maken. Ik
voel me wel sterk aangetrokken tot de
grafische vormgeving, maar ook tot een
hele boel andere dingen. Ik heb vroeger
wel overwogen om schilder te worden.
Maar ik denk dat het grafische voor mij
toch meer aanknopingspunten biedt met
hetgeen ik wil vertellen. Grafische vorm
geving is veelzijdig, want je bent zowel
met, fotografie als met illustratie en let
ters bezig".
Jules komt oorspronkelijk uit Amster
dam. Aanvankelijk wilde hij naar de
Rietveld-academie, maar daar werd hij
afgewezen. Het komende jaar gaat hij
stage lopen, onder meer bij het NOB.
Zeiltocht
„Meer voor de computertechniek om
animaties te maken. Ik ga ook door met
filmpjes maken voor andere mensen. En
daarna wil ik weer verder studeren, iets
post-academisch, maar dan in het bui
tenland. Er zijn hier ook mensen geweest
van een Duitse academie. Die hebben
mij gevraagd om mee te doen aan een
animatie-project. Ik zie wel wat ik op
mijn pad vind".
Björn Mulder, afgestudeerd in de archi
tectonische vormgeving, komt van oor
sprong uit Zuid-Afrika. Na de middelba
re school (highschool) zeilde hij met
kennissen naar Europa. Het reisdoel was
Turkije. Björn wilde daar werk zoeken,
toen hij onderweg hoorde dat hij dat wel
kon vergeten, stapte hij in Spanje van
boord. Omdat hij in dit land ook geen
emplooi vond, trok hij naar Nederland,
waar zijn Nederlands vader- woonde.
Björn had hoog gespannen verwachtin
gen, hij meende dat de werkgevers hem
met zijn highschool-diploma met open
armen zouden ontvangen. Dit bleek een
jammerlijke misrekening. Hij struikelde
over de taalbarrière, hij sprak alleen En
gels en Zuidafrikaans. Uiteindelijk werd
hij productiemedewerker in de Staats
drukkerij, werken in ploegendienst. Dit
hield hij een jaar vol, een periode waarin
hij na gedane arbeid te moe was zijn pa
let aan te raken, terwijl hij in zijn ge
boorteland toch veelvuldig had geschil
derd. Björn: „Ik dacht, ik moet iets an
ders gaan doen. Dit houd ik niet langer
vol. Toen heb ik me aangemeld bij de
academie. Bij de toelating vroeg men
zich af of ik niet beter de schilderkant
kon opgaan. Maar ik wilde architectuur,
een vorm van toegepaste kunst die mij
erg aantrok. Ik had natuurlijk ook naar
de TU-Delft kunnen gaan om bouwkun
de te doen. Maar dat vond ik te wiskun
dig, te afstandelijk. Natuurlijk moet ik
Annet Schaap: „Ik wil zowel voor vol
wassenen als voor kinderen werken" (bo
ven).
Een tafereel uit het boek van Annet
Schaap, (rechts)
Jules van der Waals: „Hallo Theater is
mijn ervaring van mijn innerlijke en van
de buitenwereld" (boven).
Een collage van vingerafdrukken van Ju
les van der Waals, (links)
door
GÉ ANSEMS
DEN HAAG - Wat Annet Schaap,
Jules van der Waals en Björn Mul
der met elkaar gemeen hebben is
dat zij dit jaar cum laude zijn afge
studeerd aan de Koninklijke Aca
demie van Beelden Kunsten in
Den Haag. En daarmee onder
scheiden zij zich van de overige
meer dan honderd collega-studen
ten, die onlangs zijn gediplomeerd.
Reden om eens nader kennis met
hen te maken.
Dat Annet niet voorkomt in de catalo
gus van het eindexamenwerk van de
academie, schrijft zij toe aan het feit dat
zij de 1-jarige postacademische opleiding
illustratie heeft gedaan. Deze nieuw loot
aan de academiestam is vorig jaar ont
sproten. Het is een vervolg-studie voor
reeds diplomeerde kunstenaars. Er was
voor Annet en haar jaargenoten geen
ruimte in het hoofdgebouw van de aca
demie aan de Prinsessegracht of in de
dependance aan het Leeghwaterplein om
hun eindwerk te exposeren. Gelukkig
was de hal van het ministerie van finan
ciën aan het Korte Voorhout, op een
steenworp afstand van het academie-ge-
bouw beschikbaar.
Het opzettelijk sober ingerichte bolwerk
van de nationale penningmeester Wim
Kok is niet de uitgelezen plek om kunst
te bewonderen. Het roept eerder associa
ties op met de beruchte blauwe envelop
pe op de deurmat.
Annet (26) studeerde drie jaar geleden af
aan de kunstacademie in Kampen, als il
lustratrice. Ze werkte twee jaar voor
zichzelf, voordat zij naar de Hofstad
kwam. „Ik wil het allerliefst zelf beeld
en tekst maken. Dat heb ik in die twee
jaar ook gedaan. Ik heb ook samen met
iemand een krantestrip gemaakt. Tot nu
toe niet aangeslagen, maar dat komt
misschien nog. Ja, wat heb ik nog meer
gedaan? Een prentenboek gemaakt en
strips voor een kindertijdschrift. Ik heb
ook voor bladen gewerkt, het heftigste
blad waar ik in heb gestaan is de Viva.
De andere waren meer vaktijdschriften".
Toen Annet hoorde van de Haagse post
academische opleiding, besloot zij weer
student te worden. „Ik had er weer zin
in. Bovendien had ik nog een jaar beurs
tegoed. Financieel kon het dus ook".
Mengvorm
Annet heeft voor haar eindexamen als
vrije opdracht een boek gemaakt 'Veer
tien daagjes' genaamd, een mengvorm
tussen een stripverhaal en een tekst met
illustraties. Het gaat over een klein meis
je dat door haar ouders op sleeptouw
wordt genomen door een vreemde, soms
boze wereld. Het beeldmateriaal bestaat
uit gouaches en pentekeningen waar met
pastelkrijt overheen is geschilderd. An
net spreekt over „een gemengde tech
niek". De vorm heeft ze dit jaar be
dacht. „Ik had een aantal strips gemaakt,
beeldverhalen in kadertjes. Ik wilde het
proberen zonder die kadertjes te doen,
dus door een beeld te maken waarin ver
schillende dingen gebeuren". Annet
doelt onder meer op de plaat in het
boek, die het interieur van een bus voor
stelt, het perspectief is zo vertekend dat
het lijkt alsof de banken door het beeld
draaien.
Annet zou het liefst voor volwassenen
en kinderen werken. „Prentenboeken
worden in de regel alleen geschikt geacht
voor kinderen. Maar voor mijn gevoel is
dat niet noodzakelijk. Waarom moet je
een prentenboek altijd ophangen aan een
simpel verhaaltje? Ik zie dat niet in".
De jonge illustratrice heeft nog geen op
drachten in portefeuille. Ze is van plan
om maar weer eens een tournee langs de
uitgeverijen te maken. Daar is het het af
gelopen schooljaar niet van gekomen.
„En dan maar kijken wat er gebeurt".
Hallo theater
Jules van der Waals (23) heeft de oplei
ding grafische en typografische vormge
ving gedaan. Hij is afgestudeerd met een
project dat hij het 'Hallo Theater'
noemt. „Heel ingewikkeld", krijgen we
te horen. Hij ontvangt ons in een vier
kante ruimte, met wanden van wit bijna
doorzichtig textiel. Op de middenas van
het vertrek staat een kast met video
scherm tegenover een standaard waarop
een boek rust. Aan de wand boven het
drukwerk prijkt een zwart-wit afbeelding
van een oog in een vierkant kader. Het
oog kijkt naar het scherm, waarop een
animatiefilmpje van Jules te zien is, met
een vogeltje dat uit een ei komt. Het
beestje, dat zich bekommert om zijn af
komst, staart naar de lege eierschaal. Het
ei wordt een vaasje, dat zich vermeer
dert. De vaasjes veranderen op hun
beurt in door het beeld vliegende Griek
se tempels. Tenslotte doemt een realis
tisch stadsbeeld op, waar de camera met
zo'n grote haast doorheen schiet dat de
beelden dikwijls wazig blijven. Het roept
associaties op met het lied 'Opzij, opzij'
van Herman van Veen. Jules: „Ik heb
bewust gekozen voor een heel vrij, asso
ciatief onderwerp, in plaats van mij op
te hangen aan een bepaalde firma of be
drijf. Het Hallo Theater is niet zozeer
een bestaand theater, maar mijn erva
ring van mijn innerlijke en van de bui
tenwereld".
Mystiek
Bij de ingang van de expositie-ruimte,
hangen boeken aan touwtjes. Jules: „Ik
heb de meeste dingen opgehangen, om
dat ik geen behoefte had ze vast te leg
gen. Alles moest zweven zodat er een
duidelijk contrast zou ontstaan tussen
onder en boven, een spanning die je ook
terugvindt in mijn animatiefilm". In een
van de boeken staan reeksen afbeeldin
gen van lepels en vorken, die verschil
lende patronen vormen. Ook hier ver
schijnt weer het oog in het yierkante ka
der. Met het bestek heeft Jules gepro
beerd de ervaring 'proeven' (van eten)
uit te drukken. Opvallend is ook de uit
klapbare zwart-wit kaart met een inte
rieur van een kamertje, dat ook in platte
vorm enkele keren op de expositie terug
keert. De maker: „Het stelt het inwendi
ge van mijn kamertje voor. Het gaat ook
hier weer om het contrast, zwart-wit, po
sitief en negatief'.
cetdóe&hi/umt1