nae Hollandse stempel op besluiten levert vooral publiciteit op Nederland halfjaar voorzitter van Europa ■CfiidócSouAant- fi ZATERDAG 29 JUNI 1991 Aanstaande maandag, de le juli, is voor Nederland een uiterst belangrijke dag. Ons land wordt dan voorzitter van de Europese Gemeenschap. Die situatie blijft zo tot 1 januari 1992, wanneer Portugal de hamer van ons overneemt. Het belooft de komende zes :maanden een zwaar en moeilijk voorzitterschap te worden. De Gemeenschap zal meer ingrijpende beslissingen moeten nemen dan ooit eerder in haar geschiedenis. Nederland zal als voorzitter besluiten moeten voorbereiden over de vorming van een Europese Politieke Unie (EPU), een Economische en Monetaire Unie (EMU) en de voltooiing van een interne EG-markt (Europa '92). Eén Nederlander heeft in verschillende capaciteiten al twee keer eerder zo'n periode van een half jaar meegemaakt. Dat is de 55- ip(jjarige mr. Jan Willem Bertens, die in 1981 persoonlijk woordvoerder was van minister Yan der Klaauw en in 1986 als ambassadeur in Midden- Amerika achter de schermen 3k»ii|Prec'es kon zien hoe minister Van den Broek de voorzittershamer hanteerde. Ook deze keer heeft Bertens direct met het Europese voorzitterschap te maken, nu wvn)als lid van het Europees Parlement voor D66. irs. >ok deze keer heeft mr. Jan Willem Bertens direct met het Europese voorzitterschap te maken, nu als lid van het Europees Parlement voor D66. FOTO: ANP BRUSSEL - „Allereerst wil ik met de grootst mogelijke nadruk stellen dat dit voorzitterschap geen enkele reden is voor borstklopperij. Ne derland krijgt deze positie louter en alleen omdat het alfabetisch aan de beurt is. Maar het kan ons wel een gigantische pubiciteit opleveren. Kijk naar de Luxemburgse minis ter Poos die het afgelopen half jaar voorzitter is geweest van de Raad van Ministers. De Golfoorlog heeft ervoor gezorgd dat hij nu één van de bekendste Europeanen in de we reld is, ook in Nederland". Jan Willem Bertens pauzeert even na dit krachtige inleidende statement. De vro lijke, besnorde Maastrichtenaar, die door sommigen getipt wordt als opvol ger van minister Van den Broek, kijkt om zich heen in het grote restaurant van het Europees Parlement in Brussel. Het lijkt of hij een applausje verwacht. Maar misschien is hij ook gewoon op zoek naar de ober die inderdaad wel erg lang op zich laat wachten. Dan richt Bertens de donkere ogen weer op zijn ondervra ger. Mag minister Van den Broek zich het komende half jaar een soort president van Europa voelen? Bertens schiet in de lach. „Dat mag-ie zich wel voelen, zo- lang-ie 't maar niet zegt. Hij wordt geen president in de Amerikaanse zin van het woord. Hij wordt gewoon voorzitter van de Algemene Raad, het college van mi nisters van buitenlandse zaken. Maar natuurlijk kan hij net zoveel mazzel heb ben als Poos en dan wordt-ie zes maan den lang Het Gezicht van Europa". Het „gezeur over de belangrijkheid van het voorzitterschap" brengt Europarle mentariër Bertens onverwacht tot een kleine explosie. „Ik vind het ronduit er gerlijk", roept hij, „dat de Nederlandse media, de vakbonden, de werkgevers en allerlei andere belangengroepen in koor roepen: 'nou zullen we de rest van Euro pa 'ns eventjes een poepje laten ruiken!' Dat moeten we zeker doen, maar het dient wel een reukloos gebeuren te zijn. Op geen enkele wijze mag iemand op de gedachte kunnen komen dat wij een slaatje uit het voorzitterschap proberen te slaan. Wat we wel mogen proberen te bereiken is dat de aandacht meer op Ne derland wordt gevestigd. In positieve zin dan". Dat laatste zinnetje slaat op het feit dat in 1981, toen Nederland ook EG-voor zitter was, zevenhonderd mensen dood ziek werden na de Europese Raad (top conferentie van regeringsleiders) in Maastricht. Zij bleken voedselvergifti ging te hebben opgelopen tijdens het af sluitend koud buffet. Sindsdien staat die bijeenkomst in Maastricht bekend als de 'Salmonella-top', naar de naam van de ziekteverwekkende bacterie. Lubbers De besnorde D66'er wil daar liever niet aan herinnerd worden. Als hoofd voor lichting van het ministerie van buiten landse zaken was hij medeverantwoor delijk voor het rampje in '81. Hij haast zich dus het gesprek op de kwaliteiten te brengen van de twee Nederlandse minis ters die nü het voorzitterschap zullen be lichamen. Twéé? Ja, want ook premier Lubbers zal zijn partijtje meeblazen. Hij zal gastheer zijn op de eind december in ons land te houden Europese Raad, die toevallig weer in Maastricht zal plaats hebben. Ruud Lubbers zal tijdens dit 'Europese' half jaar zijn allerbeste beentje voor zet ten, daar is onze gesprekspartner diep van overtuigd. „Al was het alleen maar omdat hij wil laten zien dat hij een uit stekende opvolger zou zijn van Jacques Delors. Die neemt immers begin 1993 afscheid als voorzitter van de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de Gemeenschap". Van Lubbers' omgeving heeft Bertens begrepen dat de Nederlandse premier, hoewel hij dat zelf ontkent, de Brusselse topfunctie wel degelijk zeer ambieert. „En terecht. Ik kan me geen betere voor zitter indenken. Lubbers is een voortref felijk econoom en hij heeft al een kleine tien jaar een regering geleid. Bovendien heeft hij zowel geestelijk als lichamelijk een grote veerkracht. Meer nog dan de andere kandidaat, Felipe Gonzalez, de minister-president van Spanje. Ik denk dat Lubbers - ik wil hem niet uit Ne derland weg hebben, hoor - een heel goeie kans maakt. Je moet daarbij trou wens bedenken dat Nederland nooit eerder een echte voorzitter van de Euro pese Commissie heeft gehad. Sicco Mansholt is het ooit een paar maanden geweest, maar dan alleen als invaller". Bertens vindt het heel eigenaardig dat er in Nederland zwaar gediscussieerd wordt over de vraag of Lubbers tussentijds weg kan uit Den Haag. „In Spanje zou men het juist als een geweldige eer zien als hun MP gekozen werd. De Spanjaarden denken namelijk in termen van: als onze man daar zit, komt er op alles een extra Spaans zegeltje". Geweldige belangen Voor ons land staan toch ook grote be langen op het spel? „Ja, de transportsec tor bijvoorbeeld is voor ons land van het hoogste belang. Dan praten we in derdaad over miljarden en miljarden. Zestig procent van het Europese vervoer over de weg is in Nederlandse handen. De vraag is nu hoe we het voor elkaar kunnen krijgen, dat onze vrachtvervoer ders straks in héél Europa mogen wer ken. Nu is het nog zo dat bijvoorbeeld alleen Duitse vervoerders Duitse ritten mogen uitvoeren, bijvoorbeeld van München naar Frankfurt. Onze trans porteurs zouden dolgraag ook op die markt gaan opereren". Dat klinkt wel heel erg chauvinistisch! Bertens vindt dat kennelijk zelf ook en voegt er onmiddellijk een paar zinnen aan toe. „Europa '92 is een kwestie van geven en krijgen. Als Nederlanders zit ten wij in de hoek waarin we wat meer zullen geven dan krijgen. Ik heb daar geen moeite mee, want we zijn een rijk land en kunnen best wat missen. Waar om zouden we ons wel altijd druk ma ken over de Derde Wereld en niet om de Europese Derde Wereld: Griekenland, Zuid-Italié, Portugal, Spanje en delen van Groot-Brittannié?" Bertens ergert zich zichtbaar aan het feit dat dit soort feiten over Europa bij het Nederlandse publiek niet bekend zijn. „Dat is niet jullie schuld. Jullie schrijven er veel over, gigantisch veel zelfs. Maar wie leest het? Tot dusver alleen de tuin der die geïnteresseerd is in de afmetin gen van een tomatenkist en de transpor teur die wil weten hoe lang een truck met aanhanger mag zijn". Volgens de D66-Europarlementarièr is het onderwijs de hoofdschuldige van deze misstand. „Er is geen kind dat niet weet wat de Tweede Kamer en wat de regering is. Maar over Europa leren ze niks. Ik kan het weten want ik geef elke maand een Europees 'college' op een ba sisschool, de St. Jozefschool in Hel mond. Ik was stomverbaasd te horen dat Europa helemaal niet in het onderwij spakket voorkomt. Toen ik een kleine jongen was moest ik de kaart van Indiè van buiten leren. Waarom? Omdat Indiè van groot belang was voor ons. Daarom moet Europa nu op het lesrooster ko men". Hoe weinig vertrouwd de Nederlanders met de Europese gedachte zijn, blijkt volgens Bertens haarscherp uit een reac tie op de aanstaande verhoging van de benzine-accijnzen in ons land. „Gisteren zag ik een pomphouder in de grensstreek met Belgiè op de televisie. Hij vertelde dat zijn zaak kapot zal gaan doordat de benzine in Nederland volgende week zo'n veertig cent duurder zal zijn dan in België. Het kwam niet bij de interviewer op de pomphouder te vragen: vindt u het niet vreemd dat in het Europa van '92 u failliet gaat en dat uw Belgische collega twee keer per jaar met vakantie kan gaan? Maar dat besef leefde kenne lijk ook niet bij de pomphouder. Terwijl beiden moord en brand hadden moeten schreeuwen over dit on-Europese beleid van de Nederlandse regering! De Neder landse automobilist valt niets te verwij ten. vind ik. Niemand ziet toch zo bleek dat hij in zijn eigen stad of dorp gaat tanken als hij honderd meter verderop een halve gulden minder per liter hoert te betalen? Als iemand dat wel zou doen, ga je twijfelen aan z'n vermogens. De grens is toch open. sterker nog: er is straks toch helemaal geen grens meer?" Maastricht Zoals al even ter sprake kwam, wordt de 'Nederlandse' Europese top weer gehou den in Maastricht. Hoe komt de keus voor zo'n stad tot stand? Waarom wordt het niet Groningen of Deventer? Ber tens: „Hoe die keuze nu gemaakt is, weet ik niet. Ik weet wel hoe het in '81 gegaan is. Ik was erbij natuurlijk. Dat ge beurde in het vliegtuig waarmee we te rugkwamen van de begafenis van Tito. 'We' waren Chris van der Klaauw (mi nister van buitenlandse zaken), Ehies van Agt (premier), een ambtenaar van Algemene Zaken en ik. Ik ben een Maas trichtenaar, Eugenie, Van Agts vrouw, komt er vandaan en de betreffende amb tenaar is getrouwd met een dochter van een ex-gouverneur van Limburg. Zo kwamen we op Maastricht. En waarom ook niet? Het is de meest Europees geo riënteerde stad van ons land". „Belangrijk is naturlijk ook dat zo'n be trekkelijk kleine stad goed te beveiligen is. De vergadering van de Europese Raad was (en is) in het stadhuis aan het marktplein. Alle bovenste verdiepingen van de aanpalende gebouwen moesten worden verlaten en daar werden scheip- schutters geposteerd. Dat geeft de veilig heidsdienst een goed gevoel. Als je het aan die lui zou overlaten, zou er vijftien kilometer onder de grond vergaderd moeten worden, in een betonnen bunker waar niemand in of uit kan. Dat kan na tuurlijk niet. Maar als het dan toch in een stad moet, dan maar in een kleine stad. Die is veel overzichtelijker en veel gemakkelijker onder controle te hou den". Wat het voor de 140.000 Maastrichte naars betekent dat er weer een Europese top in hun stad wordt gehouden? Ber tens grijnst: „Dat het weer feest is... Maar de stad moet deze keer wel beter voorbereid worden. In '81 hadden de mensen niet in de gaten wat er nu eigen lijk aan de hand was. Ze hadden braaf hun etalages opgetuigd en hun straten omgedoopt. Zo was er een Italièplein en hadden winkeliers Italiaanse wijnen uit gestald. Sommigen hadden ook een foto van de Italiaanse minister-president in de etalage gezet. Maar ze wisten abso luut niet hoe die man heette. Ze dachten alleen: we geven die man een hand als die langs komt en dan komen we zelf ook in de krant. Het kwam niet in hen op zich af te vragen waarom deze eer dergenoemde man daar was. Hetzelfde gold voor Helmut Schmidt. Ze vroegen zich hooguit af waarom die dat rare pe tje niet afzette... Een topconferentie? Dat begrip verbonden ze met Churchill, Roosevelt en Stalin". „Ik ben nu met een aantal andere Euro parlementariërs aan het kijken of we de Limburgse bevolking wat beter kunnen voorbereiden. We zouden op de regiona le omroep een wekelijkse column kun nen inspreken over wat er in Europa gaande is. Ook zouden we in de kranten, de Limburger en het Limburgs Dagblad, kunnen uitleggen wat er gaat gebeuren in december". Zonnekoning De enige hoge gast die bij de Maastrich tenaren in 1981 wel goed bekend was, was de president van Frankrijk. Maar dat kwam vooral, zegt Bertens, doordat die dignitaris nog meer noten op z'n zang had dan de Zonnekoning. „Of het nu Giscard d'Estaing is of Mitterrand, ze willen altijd naast de voorzitter zitten of staan. Ze vinden dat ze daar recht op hebben, omdat ze zowel staatshoofd als regeringsleider zijn". „Het is misschien wel leuk om te vertel len dat ik, als lid van de liberale groep in het Europarlement, vergader onder het voorzitterschap van Giscard d'Estaing. Ja, dezelfde Giscard die in 1981 presi dent van Frankrijk was, is nu lid van het Europees Parlement. Toen ik de eerste keer de fractiekamer binnenkwam, had hij kennelijk al gelezen dat ik uit Maas tricht kwam. Hij zei: 'Je connais Maas tricht! Daar was toen de top. U had een half stadsdeel herbouwd om de leden van de Europese Raad te herbergen'." „Hij bedoelde dat naast het hotel 'Maas tricht' een heel stel oude panden stond die de eigenaar na restauratie bij zijn zaak had mogen voegen. Alle nieuwe ka mers werden genoemd naar deelnemers aan de top. Er kwam dus een Van Agt- kamer, een Giscard-kamer enzovoort Giscard wist nog precies dat zijn naam op de kamer stond en dat er een schilde rij van hem hing. En hij heeft ook nog steeds dat aardewerken tableau dat de firma Sfinx speciaal voor deze gelegen heid had vervaardigd, geschilderd door Charles Eijck". „Het is de afdeling protocol van Buiten landse zaken die dat soort zaken regelt Eén man is daar een jaar lang mee bezig. Alle regeringsleiders hebben namelijk hun eigenaardigheden en ze vinden het ontzettend fijn als daar rekening mee wordt gehouden. Voor het organiserende land is dat ook van belang. Je kunt veel meer van mensen gedaan krijgen als je ze op hun gemak stelt. Daar heb je dus vaklui voor nodig en die hééft Buiten landse Zaken, al ben ik op dat punt na tuurlijk wel een beetje bevooroordeeld".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 25