Jan Raas vindt zich niet zo'n harde
V,
I
Itletiektrainer Henk Kraaijenhof noemt Nederland bekrompen
VOETBALLERLEI
Niet
populairder
door
kortgeding
Sport
CeidócSouoatit
ZATERDAG 29 JUNI 1991 PAGINA 1
Di Montezemolo weggestuurd bij Juventus
TURIJN Luca di Montezemolo is met onmiddellijke ingang
bij Juventus vertrokken. Het bestuur besloot het vertrouwen in
de vice-president, tevens algemeen manager, op te zeggen. Di
Montezemolo was vorig jaar bij het WK in Italië voorzitter van
het organisatie-comité. Hij was slechts 300 dagen in functie bij
de club uit Turijn.
Zijn vertrek heeft te maken met het ontbreken van successen.
Ondanks gigantische investeringen plaatste de record-kampioen
van Italië zich niet voor Europees voetbal. De leiding van de
club besloot het succes-duo van weleer in ere te herstellen.
Als trainer keerde al eerder Trapattoni terug, de functie van al-
jemeen manager komt vanaf nu weer in handen van de vorig
aar februari weggestuurde Boniperti.
Luca di Montezemolo.
Salaris verdrijft stress
BARCELONA Geld vergoedt veel. Vorige
week nam Petrovic ontslag als trainer van
Rode Ster Belgrado. Het kampioenschap van
Joegoslavië en de winst van de Europa Cup
1 hadden teveel stress losgemaakt. Hij wilde
rust. Een week later tekende hij een éénjarig
contract bij Espanol, de buurman van Barce
lona. Het salaris verdreef alle stress. Petrovic
gaat 900% meer verdienen. Van Espanol
krijgt hij voor één seizoen 900.000 gulden.
Naamsverandering Dynamo Zagreb
BELGRADO Als gevolg van de onafhan
kelijkheidsverklaring van Kroatië heeft de
voetbalclub Dynamo Zagreb de naam veran
derd in Hask-Gradjanski. Dynamo is de top
club van Kroatië, tot maandag een deelstaat
van Joegoslavië. De club heeft de naam van
twee verenigingen aangenomen waaruit Dy
namo in 1945 na een fusie ontstond.
Doll in plaats van Gascoigne
ROME Lazio Roma ziet voorlopig af van het
aantrekken van de zwaar geblesseerde Paul Gas
coigne. De Italiaanse club contracteerde als ver
vanger Thomas Doll van Hamburger SV. De 25-
jarige Duitse international gaf zijn fiat aan een
verbintenis van drie jaar met een optie voor nog
eens zes seizoenen. In de eerste drie jaar gaat hij
1,6 miljoen gulden per seizoen verdienen. Ham
burger SV ontvangt voor de transfer 16 miljoen
gulden. Doll verwisselde vorig jaar het Oostduit-
se Dynamo Berlin voor Hamburger SV.
Rap-plaat Barcelona
BARCELONA Ronald Koeman heeft met zijn
ploeggenoten Alexanco, Bakero, Beguiristain,
Eusebio en Laudrup een rap-plaat gepresenteerd.
De plaat werd opgenomen nadat Barcelona het
landskampioenschap had behaald. De titel luidt
„Aquest any si" (Dit jaar, ja).
K
door FRANK WERKMAN
5-HEERENHOEK Al
rijftien jaar bestaat er een
nnige band' tussen Jan
laas en het Nederlands
ampioenschap, dat dit
reekeinde wordt gere-
en. De Zeeuw hééft iets
net die wedstrijd; dat was
als renner en is nu het
eval als ploegleider,
lij zelf stond drie keer
'76, '83 en '84) op het po-
ium om de kampioen-
rui in ontvangst te ne-
ïen en de laatste twee
ar gold dat voor een
:nner uit zijn ploeg:
rans Maassen in '89 en
orig jaar Peter Winnen,
aas greep in zijn periode als
tief renner het NK aan om
oeggenoten te belonen voor
iwezen diensten. Henk Lub-
irding mocht kampioen wor-
'n, evenals Jacques Hane-
aaf en Johan van der Velde.
weet de nationale titel-
ijd op zijn waarde te schat-
i, Vooral vanwege het tijd-
week voor aanvang
n de Tour!
enheid hè." Jan Raas heeft
linig woorden nodig om de
arde van het Nederlands
mpioenschap duidelijk te
iken. „Met het oog op de
Dur de France is het goed dat
van mijn renners kam-
?n wordt. Het kweekt ver-
mwen. Voor de sponsor is de
iliciteit interessant, maar de
rui minder. De reclame komt
roldoende tot haar recht."
k een titel heeft zijn keer-
denen
as heeft zo zijn redenen om
Nederlands kampioen-
ap ernstig te nemen. Waar-
niet is gezegd dat de titel
vanzelfsprekend bij één
zijn renners terecht komt.
de periode van TI-Raleigh
eerde één ploeg het NK,
lar daar is met de toegeno-
concurrentie geen sprake
van. Er moet serieus
ijd worden geleverd voor de
npioenstrui.
'endien is de titelstrijd zo
igrijk dat niet de 'ver
fde' renner mag winnen.
Bij Buckler start een viertal
renners in beschermde positie
en vervolgens dient iedereen
zich naar de afgesproken ran
gorde te schikken. Niet goed
schiks dan maar kwaadschiks,
zoals twee jaar geleden Nico
Verhoeven ondervond. De
Brabander leek op weg naar
de titel, maar zijn eigen ploeg
zette de achtervolging in en
voorkwam dat Verhoeven
kampioen werd. Zo was het
niet afgesproken en Raas wil
de Verhoeven niet in de rood-
wit-blauwe trui. Hij had na
melijk geweigerd zijn contract
te verlengen. Over het inci
dent wil Raas nu weinig meer-
kwijt dan dat Verhoeven don
ders goed weet hoe de zaak in
elkaar steekt. „Als hij het spel
verstandiger en niet zo achter
baks had gespeeld was Ver
hoeven kampioen geworden",
zijn de enige woorden die de
Zeeuwse ploegleider er nog
aan vuil wenst te maken.
Geen talent
Mocht de titel worden vero
verd door een renner van
Raas, dan zal dat iemand zijn
die is geselecteerd voor de
Tour de France. Voor de trui
komt absoluut geen jong, aan
stormend talent in aanmer
king. De jonge garde bij Buc
kler moet zich eerst bewijzen.
Zeker bij Raas, die niet de ge
makkelijkste ploegleider heet
te zijn. „Dat valt wel mee",
zwakt hij dat imago af. „Ren
ners die beroepsernst tonen en
hun vak serieus uitoefenen
zullen geen problemen met me
krijgen. Wie er echter met de
pet naar gooit heeft een hele
slechte aan me. Ik ben niet
zo'n harde, dat valt echt mee".
Doorgaans heeft Raas snel
door wat voor vlees hij in de
kuip heeft. „Na een half jaar
weet ik al genoeg", meldt hij.
„De eerste maanden krijgen ze
geen opdrachten mee; kat ik
ze voor het vaderland weg rij
den. Dan blijkt al snel wie er
voor een prijsje gaat rijden of
wie zich ondergeschikt maakt
aan het ploegbelang. Nee, ik
trek niet onmiddellijk een
conclusie. Iedere neo-prof
krijgt bij ons twee jaar de tijd
om zich te ontwikkelen. Daar
na is het een kwestie van blij
ven of vertrekken. Ik zeg dan
exact hoe ik erover denk. Er
zijn er aan wie ik het advies
heb moet geven om terug te
keren in de maatschappij, om
dat het als prof toch nooit wat
zou worden. Inderdaad, dat
gold onder anderen voor Pa
trick van Passel".
Geen uitslagen
Bij zijn keuze van amateurs
laat hij zich leiden door infor
manten en eigen waarneming.
Minder door uitslagen. Raas:
„Een topamateur geeft aller
minst de garantie dat hij ook
een goede prof wordt. Het te
gendeel gaat eerder op. De
beste amateurs leven al als een
prof en die verbeteren niet zo
veel meer als ze eenmaal be
roepsrenner zijn. Resultaten
zeggen niet altijd wat. Aan de
andere kant weet je het nooit.
Renners in wie je niets ziet,
kunnen maar zo kanjers wor
den. Neem Lemond. Die was
wereldkampioen bij de junio
ren en bood zich aan bij Peter
Post. Die zag het toen niet in
de jonge Amerikaan zitten... Ik
bedoel maar".
Jan' Raas geldt als de no non-
sense-ploegleider, die de niet
te definiëren eigenschap voor
succes bezit. Zolang de Zeeuw
ploegleider is, heeft hij grote
overwinningen behaald. Wat
is zijn geheim? Volgens Raas
bestaat dat niet. Intuïtie ver
mengd met kennis, is dat het?
De ploegleider haalt zijn
schouders op. „Mogelijk", luidt
zijn antwoord. „Ik werk heel
simpel. Om te beginnen ver
schaf ik in alle opzichten dui
delijkheid. Ik vertel hoe ik
over zaken denk en zeg dat
eerlijk tegen alle betrokkenen.
Wat de programmering betreft
mogen mijn renners kleine
wedstrijdjes laten lopen, als ze
maar zorgen dat ze er staan in
de grote koersen. Dat eis ik
van ze. Verder vertel ik altijd
ruim van tevoren wie welke
wedstrijden rijdt. Zeker ten
aanzien van de Tourploeg is
dat belangrijk. Een renner
moet tijdig weten dat hij de
Tour rijdt, dan kan hij daar
naar toewerken. Het belang
rijkste is dat Buckler gewoon
over goede renners beschikt.
Wij hebben toppers in huis,
vergeet dat niet".
Na met de nodige scepsis vijf
jaar terug aan het ploegleider
schap te zijn begonnen, is Jèn
Raas inmiddels vertrouwd met
zijn rol. Hij zegt vooral te ge
nieten van de jongens als Jelle
Nijdam, Edwig van Hooy-
donck, Gerrit Solleveld en
Frans Maassen, die Raas van
amateurs met een minimumsa
laris heeft zien uitgroeien tot
goed betaalde, succesvolle
profs. „Zij vormen de harde
kern op wie ik blind kan va
ren. Bovendien zijn het jon
gens die goed met elkaar kun
nen opschieten", verklaart
Raas ook een deel van het suc-
„Zelf doe ik het werk nog
graag, ook al zijn er vervelen
de kanten. Je bent als ploeglei
der nooit klaar. Vakantie? Ik
ga wel eens weg, maar echt op
vakantie ben ik de laatste ja
ren niet meer geweest. Vorig
jaar heb ik de week na de
Tour de stekker uit de tele
foon getrokken. Dat was wel
lekker rustig. Heerlijk niets
doen en 's avonds uit eten. Dat
gaf me wel een vakantiege
voel. Dat was trouwens de
tweede week al weer over.
Toen liet ik mijn vrouw de te
lefoontjes beantwoorden. En
ach, dan is het maar even of je
zit weer tot de nek in het
Nieuwe sponsor
De ploegleider houdt er overi
gens ernstig rekening mee dat
hij op zoek moet naar een
nieuwe sponsor. Buckler zal
hem binnenkort laten weten
of het contract wordt ver
lengd. Er zijn sterke aanwij
zingen dat dat niet gaat gebeu
ren, erkent Raas. In het geval
Buckler afhaakt en Raas geen
vervanger vindt, stopt hij. „Ja,
zo simpel, is dat", verklaart de
Zeeuw zich nader. „Ik ga de
renners en begeleiders echt
niet uit eigen zak betalen.
Daar moet je ook niet senti
menteel over doen. Als ieder
een tijdig weet dat het is afge
lopen kan een andere werkge
ver worden gezocht. Daar ben
ik simpel in. En denk maar
niet dat ik met iedere sponsor
in zee ga. Nee, ik stel geen on
gewone eisen. Het moet een
sponsor naar mijn zin zijn en
ik wil inspraak in het pro
gramma. Dat is alles. Dat moet
toch geen groot obstakel zijn?','
Volgende week woensdag dient in Den Haag een
kort geding, dat ik heb aangespannen tegen mijn
hoofdredacteur.
Wat was het geval? Een paar weken geleden zat ik
achter mijn bureau een stukje te tikken. Als ik
mijn verhaaltje op tijd zou afhebben, zou het
worden gepubliceerd. Zo niet. dan werd andere
tekst afgedrukt. Welk laatste konsekwenties zou
hebben voor mijn toekomst als scribent.
Alles ging van een leien dakje, tot het laatste
kwartier vóór de deadline. Normaal gesproken had
ik in een luttel aantal minuten de laatste hand aan
mijn schrijfsel kunnen leggen. Maar toen ontstond
elders op de afdeling een geweldige deining over
het een of ander, waardoor mijn concentratie
danig werd verstoord.
Ik moest mijn creatieve oprisping staken, nadat
ook een bemiddelingspoging van mijn adjunct-
hoofdredacteur geen staakt het vuren had
bewerkstelligd. Gevolg: de deadline verstreek,
mijn stukkie verscheen niet en dat kost me dus
geld. Waarna de adjunct liet weten dat het hem
geweldig speet, maar dat hij er niets aan had
kunnen doen dat toch de story van een ander was
gepubliceerd.
Daarom sta ik dus volgende week voor de rechter.
Ik eis dat mijn stukje alsnog wordt afgedrukt,
waardoor ik nog méér verhaaltjes kan produceren
en ik daardoor elders ook opdrachten in de wacht
kan slepen. Iets waartoe mijn hoofdredacteur tot
dusver niet genegen was.
Er speelt een extra probleem. Als de rechter
woensdag bepaalt dat mijn hoofdredacteur mijn
verhaaltje alsnog moet a fdrukken is de actualiteit
er af. Ik zal dus een ander cursiefje moeten
produceren, nadat mijn plekje dus al was
ingenomen door een concurrent. Die daarmee dus
al wel wervend had kunnen rondgaan en elders
opdrachten had bemachtigd.
Waar het mij omgaat is dat ik genoegdoening wil
hebben voor het feit dat ik een extra schnabbel
dreig mis te lopen. Kijk, die bewuste deadline is
gepasseerd: daar valt niets meer aan te doen. Waar
ik wel zekerheid over wil hebben is de vraag of ik
bij het schrijven van een nieuw stukje ongestoord
kan werken. Dus geen rumoerige collega 's om me
heen.
Ook daar zal de rechter een uitspraak over moeten
doen. Mijn hoofdredacteur had namelijk al gezegd
dat ik mijn stukje dan maar zou moeten schrijven
op een moment dat de meeste collega's afwezig
zouden zijn; op een arbeids-onaangenaam uur
derhalve en dus bij voorkeur laat in de avond of in
de nacht.
Dat pik ik dus ook niet. Ik wil werken op een
tijdstip waarop anderen eveneens aan de slag zijn,
maar zich wel een beetje rustig zullen moeten
gedragen. Want zo'n stukje tikken lijkt wel een
simpel klusje, maar je moet er niet alleen inspiratie
voor hebben maar ook concentratie.
Bekvechtende collega's rond de koffie-automaat
achter je vormen bepaald niet het beste podium
voor een poging tot een creatief en/of stilistisch
hoogstandje. Dat weet mijn hoofdredacteur
natuurlijk ook wel, maar het is veel gemakkelijker
om mij direct een nieuwe poging te ontzeggen; is-ie
van alles af, denkt-ie.
Ik wil dus gewoon dat stukje zien afgedrukt en
daarna meer schrijfsels elders slijten. Vandaar dat
ik net als BW Den Bosch naar de rechter stap en
zeker mijn gelijk zal krijgen. Waarna mijn
hoofdredacteur mij dus wel een kans moet geven.
Ik moet dan, zo zal hij verordonneren, vlak voor
sluitingstijd een nieuw stukje beginnen te schrijven
om voor afdrukken in aanmerking te komen;
hetgeen door de klokdruk natuurlijk niet lukt.
Waarop mijn collega-schrijver naar de rechter
stapt en eist dat zijn stukjes voortaan moeten
worden gebruikt. Hetgeen dan door de rechtbank
weer wordt toegestaan. Tenzij een jury uiteindelijk
bepaalt dat mijn stukje beter is dan dat van mijn
concurrent.
Dat ik me bij m 'n hoofdredacteur en m 'n collega 's
niet populairder heb gemaakt moet ik dan maar op
de koop toenemen.
DWIN ALBLAS
plaa:
f 33
1STERDAM Henk
^eaaijenhof heeft het ge-
ffen. Na Nellie Fiere-
?er oman en Merlene Ottey
nu een heel land aan
voeten. In het olie-
atje Oman voelt de
ïsterdamse atletiektrai-
zich de koning te rijk.
ar maakt hij geen ge-
im van. ,,Ik leef niet als
in Frankrijk, maar
een God in Oman". En
in Oman kijkt
ïr op een kikkerlandje
Nederland, waar Plu-
al dagenlang het ge-
van Kraaijenhof be-
beii Ügt. „Ik hoef alleen
ar even naar buiten te
ten", klinkt het veel-
gend.
f 1
f 3 leeft Kraaijenhof zelf niet
meer op met zijn land van
_LL? komst; de vaderlandse atle-
f 20, wereld is hem nog niet
E,eten. Heel af en toe laat
Jjn gezicht zien in Neder-
f 261. De Koninklijke Neder-
f 3D se Atletiek Unie strikte
afgelopen zaterdag nog
een clinic in Apeldoorn,
tientallen clubtrainers en
imefde (top)atleten op afkwa-
Kraaijenhof mag dan
als een excentrieke wijs-
14,45 s worden afgeschilderd,
zijn soortgenoten geniet
espect.
aijenhof kan als geen an-
boeiend, soms humoris-
soms warrig, over zijn
praten. Hij zoekt niet naar
[egen en verhult zijn min
ing voor de Nederlandse
iek evenmin. Als het on-
jerp „Nederland" aan de
j^^Bkomt, druipt het cynisme
^Hzijn woorden af. „Neder-
is een goede en harde
leerschool geweest", meent
Kraaijenhof in alle ernst.
„Van negatieve ervaringen
leer je altijd meer".
Nu heeft hij er niets meer te
zoeken. „Je moet hier in be
paalde gedragspatronen bewe
gen, je tengels bijna overal van
afhouden. Klimatologisch is
het niets en het sociale klimaat
deugt ook niet. Dat is het pro
bleem van Nederland. Daarom
gaan mensen als Beenhakker,
Cruijff en Arie Selinger weg.
Nederland is te bekrompen
voor iemand wiens werk iets
voorstelt".
Zelfstudie
Kraaijenhof maakt zich er niet
druk meer om. Zo verschijnt
een glimlach op zijn gezicht,
als hij voor de zoveelste keer
zijn naam in één adem met het
woord doping hoort vallen.
„Typisch Nederlands. Ik weet
wel waar het vandaan komt.
Ik werkte graag met nieuwe
methoden. Nu nog. Er werd
toen jaloers naar mij gekeken,
omdat Nellie zo hard liep.
Maar die naam raak je nooit
meer kwijt. Ik doe daar ook
geen moeite voor. Ik steek nog
steeds veel tijd in zelfstudie. Ik
probeer de nieuwste trends te
volgen. Dat moet je zelf uit
vinden. Je kunt het niet uit
boeken halen of op congressen
horen. Straks gaat een aantal
andere trainers zich daar ook
voor interesseren. Ik wil niet
afwachten".
Kraaijenhof vertoeft nu al an
derhalf jaar in het oliestaatje
en zegt geen last te hebben
van bemoeizuchtige sjeiks die
de Nederlander bij het minste
of geringste het land uit zullen
schoppen. „Ik heb een contract
tot en met de Olympische Spe
len in Barcelona. Daarna kan
ik zo bijtekenen. Het is geen
Koeweit of de Emiraten.
Oman is het Nederland van de
Arabische wereld. Het meest
liberale land. Ze toeren er wel
allemaal in Mercedessen, maar
daar zitten geen gouden deur
knoppen aan".
Eigenlijk stond hij niet te trap
pelen om aan een avontuur in
het Golf-gebied te beginnen.
De eerste kennismaking - in
Keulen (september 1989) waar
Kraaijenhof de Jamaicaanse
sprintster Merlene Ottey in
een Grand Prix-wedstrijd be
geleidde - mondde al uit in
een vorstelijke aanbieding.
Nadat Kraaijenhof op verzoek
even een geblesseerde Omaan-
se atleet onder handen had ge
nomen, boden de Arabieren
uit dankbaarheid de „wonder
dokter" een dienstbetrekking
aan. „Ik zei eerst: „Oman?
Laat maar zitten". De man
wilde toch mijn kaartje en ik
was nog maar net thuis of hij
belde al. Ik moest maar eens
op hun kosten twee weken ko
men kijken. Ik heb eerst in de
atlas gekeken om uit te vinden
waar Oman eigenlijk lag. Ik
ben er in januari naartoe ge
gaan. De rondleiding was in
drukwekkend. Drie maanden
later zat ik er al".
Het afscheid van Ottey viel
hem niet zwaar. „Het was aan
het einde van het seizoen. Ot
tey kreeg een nieuwe relatie.
Ze woont nu in Italië. Ik had
haar ook aangeraden om daar
te gaan wonen en naar spon
sors te zoeken. Ik heb heel
aardig met haar gewerkt,
maar als ze uitgelopen is, had
ik ook weer opnieuw moeten
beginnen".
Maniakaal
Cooman, Ottey en nu de natio
nale ploeg van Oman. „Drie
verschillende werelden? Het
valt mee. Als je een beetje
flexibel denkt, maakt het ei
genlijk niet zo veel uit of je nu
met een Nederlander werkt of
met een Chinees. Het zijn alle
maal mensen en je moet een
beetje in de marge rommelen.
Als je hen een zak geld op de
rug bindt willen ze wel lopen.
Tachtig procent van de men-
Voor Henk Kraaijenhof ligt nu een heel land aan zijn voeten.
sen zijn honden van Pavlov.
Als ze een bel horen rinkelen,
gaan ze kwijlen. Ik ben nog
even maniakaal als vroeger".
„Het verschil is dat ik me
voorheen op één atleet con
centreerde. Dat is plezieriger
werken. Maar als Ottey onder
een auto komt, heb ik niets
meer. Als Al Malki (Oman's
beste atleet, red.) onder een
auto komt, blijft er nog een
hele ploeg over. Nee, ik be
moei me niet te veel met één
atleet. Ik kan er beter afstand
van nemen. Dat heb ik ook
door de jaren heen geleerd. Bij
Cooman was ik er niet té veel,
maar wel véél bij betrokken.
Ook daar heb ik van geleerd".
„Ik heb geen contact meer met
Nellie. Ik lees de Daily Obser
ver en daar staan de uitslagen
van Cooman niet in. Ik hoor
vrij slechte berichten over
haar prestaties, maar het is
mijn werk niet meer. Als ik
daar nog aan zou denken, is
dat alleen maar een extra be
lasting. Ik vind het wel sneu
voor haar. Ik heb haar vier ja
ren van mijn leven gegeven.
Misschien wel de beste jaren
van mijn leven".
„Met Ottey is het anders. Dat
afscheid ging met minder fric
ties gepaard. Met haar heb ik
nog altijd een goede relatie. Ze
heeft nooit nageschopt en
waardeert nog steeds wat ik
gedaan heb".
Wanneer het oliestaatje de
vruchten plukt van Kraaijen-
hofs arbeid laat de Nederland
se trainer nog in het midden.
„Dat is moeilijk te voorspellen.
Als één schaap over de dam is,
volgen er meer. Het land heeft
twee miljoen inwoners en dat
zijn niet allemaal atleten. En je
kunt van die atleten niet alle
maal een Al Malki maken. Ne
derland heeft vijftien miljoen
inwoners en hier loopt er zelfs
niet zo één rond".
Mohamed Amer Al Malki. De
naam is al enkele keren geval
len. Zo heet het stokpaardje
van Kraaijenhof. De snelste
inwoner van Oman (44,59 se
conden op de 400 meter) werd
achtste op de Olympische Spe
len in Seoul. „Tot nu toe zijn
de atleten vrij onbekend. Er
zijn nog een paar 400 meter-lo
pers die 48 seconden lopen. Ik
denk dat we met de estafette
ploeg Nederland verslaan. Niet
gek voor een landje met twee
miljoen inwoners".
„Het oliestaatje bestaat nog
maar twintig jaar, de nationale
atletiekbond vier jaar. Maar
het is al wel de machtigste
bond. De atletiekunie had hier
in Nederland na vier jaar ook
nog geen vijftigduizend leden.
We zitten nog in een opbouw-,
fase. Dat is ook de uitdaging.
De mensen hebben nog geen
verstand van atletiek. In ben
de enige. Het is dus logisch dat
ik daar dus een stempel op het
beleid druk. In Oman kan ik
de zaak naar mijn hand zetten.
Ik hoef niet bang te zijn om
vast te roesten in een gevestig
de structuur".
Geld
„Ik kan mijn ei kwijt en per
fect werken. Ik mag allerlei
projecten opzetten waar vroe
ger de tijd of de financiën voor
ontbraken. Het geld is er.
Geen probleem. Er zijn geen
beperkingen. Er zijn nu in
Oman drie fantastische atle-,
tiekstadions. Die vind je nog
niet in Nederland, België of
Duitsland. In het stadion waar
ik elke dag werk beschikken
we over drie krachtruimtes
met de beste apparatuur. Na
tuurlijk is het geld ook een be
langrijke overweging geweest.
Het is leuk meegenomen als je
miljonair wordt, maar ik vind
mijn geestelijke gezondheid
belangrijker".
„Ik woon op vijf minuten van
zee, de temperatuur is van ok
tober tot april zomers en 'in de
maanden dat het te heet wordt
moeten we voor wedstrijden
naar het buitenland. Ik noef
daar dus niet weg, dat begrijp
je wel. Af en toe kom ik een
keertje terug, voor de regen.
Ik vind het prima zo. Voor de
atletiek in Nederland is het
mischien wel jammer. Niet
voor mij. Wat kan ik me nog
meer wensen?".
„Ik doe geen stap terug. Dat
heb ik in het verleden ook
nooit gedaan. Ja, ik kan nog
naar Koeweit misschien. Of
Colombia. Naar die Escobar.
Die heeft, geloof ik, 150 man
eigen personeel in zijn gevan
genis. Daar kan ook nog wel
een atletiektrainer bij. Voor
het jaar 2000 zien ze me in ie
der geval niet terug in Neder
land. En daarna is het de
vraag of Nederland nog be
staat".