Jan Raas vindt zich niet zo'n harde V, I Itletiektrainer Henk Kraaijenhof noemt Nederland bekrompen VOETBALLERLEI Niet populairder door kortgeding Sport CeidócSouoatit ZATERDAG 29 JUNI 1991 PAGINA 1 Di Montezemolo weggestuurd bij Juventus TURIJN Luca di Montezemolo is met onmiddellijke ingang bij Juventus vertrokken. Het bestuur besloot het vertrouwen in de vice-president, tevens algemeen manager, op te zeggen. Di Montezemolo was vorig jaar bij het WK in Italië voorzitter van het organisatie-comité. Hij was slechts 300 dagen in functie bij de club uit Turijn. Zijn vertrek heeft te maken met het ontbreken van successen. Ondanks gigantische investeringen plaatste de record-kampioen van Italië zich niet voor Europees voetbal. De leiding van de club besloot het succes-duo van weleer in ere te herstellen. Als trainer keerde al eerder Trapattoni terug, de functie van al- jemeen manager komt vanaf nu weer in handen van de vorig aar februari weggestuurde Boniperti. Luca di Montezemolo. Salaris verdrijft stress BARCELONA Geld vergoedt veel. Vorige week nam Petrovic ontslag als trainer van Rode Ster Belgrado. Het kampioenschap van Joegoslavië en de winst van de Europa Cup 1 hadden teveel stress losgemaakt. Hij wilde rust. Een week later tekende hij een éénjarig contract bij Espanol, de buurman van Barce lona. Het salaris verdreef alle stress. Petrovic gaat 900% meer verdienen. Van Espanol krijgt hij voor één seizoen 900.000 gulden. Naamsverandering Dynamo Zagreb BELGRADO Als gevolg van de onafhan kelijkheidsverklaring van Kroatië heeft de voetbalclub Dynamo Zagreb de naam veran derd in Hask-Gradjanski. Dynamo is de top club van Kroatië, tot maandag een deelstaat van Joegoslavië. De club heeft de naam van twee verenigingen aangenomen waaruit Dy namo in 1945 na een fusie ontstond. Doll in plaats van Gascoigne ROME Lazio Roma ziet voorlopig af van het aantrekken van de zwaar geblesseerde Paul Gas coigne. De Italiaanse club contracteerde als ver vanger Thomas Doll van Hamburger SV. De 25- jarige Duitse international gaf zijn fiat aan een verbintenis van drie jaar met een optie voor nog eens zes seizoenen. In de eerste drie jaar gaat hij 1,6 miljoen gulden per seizoen verdienen. Ham burger SV ontvangt voor de transfer 16 miljoen gulden. Doll verwisselde vorig jaar het Oostduit- se Dynamo Berlin voor Hamburger SV. Rap-plaat Barcelona BARCELONA Ronald Koeman heeft met zijn ploeggenoten Alexanco, Bakero, Beguiristain, Eusebio en Laudrup een rap-plaat gepresenteerd. De plaat werd opgenomen nadat Barcelona het landskampioenschap had behaald. De titel luidt „Aquest any si" (Dit jaar, ja). K door FRANK WERKMAN 5-HEERENHOEK Al rijftien jaar bestaat er een nnige band' tussen Jan laas en het Nederlands ampioenschap, dat dit reekeinde wordt gere- en. De Zeeuw hééft iets net die wedstrijd; dat was als renner en is nu het eval als ploegleider, lij zelf stond drie keer '76, '83 en '84) op het po- ium om de kampioen- rui in ontvangst te ne- ïen en de laatste twee ar gold dat voor een :nner uit zijn ploeg: rans Maassen in '89 en orig jaar Peter Winnen, aas greep in zijn periode als tief renner het NK aan om oeggenoten te belonen voor iwezen diensten. Henk Lub- irding mocht kampioen wor- 'n, evenals Jacques Hane- aaf en Johan van der Velde. weet de nationale titel- ijd op zijn waarde te schat- i, Vooral vanwege het tijd- week voor aanvang n de Tour! enheid hè." Jan Raas heeft linig woorden nodig om de arde van het Nederlands mpioenschap duidelijk te iken. „Met het oog op de Dur de France is het goed dat van mijn renners kam- ?n wordt. Het kweekt ver- mwen. Voor de sponsor is de iliciteit interessant, maar de rui minder. De reclame komt roldoende tot haar recht." k een titel heeft zijn keer- denen as heeft zo zijn redenen om Nederlands kampioen- ap ernstig te nemen. Waar- niet is gezegd dat de titel vanzelfsprekend bij één zijn renners terecht komt. de periode van TI-Raleigh eerde één ploeg het NK, lar daar is met de toegeno- concurrentie geen sprake van. Er moet serieus ijd worden geleverd voor de npioenstrui. 'endien is de titelstrijd zo igrijk dat niet de 'ver fde' renner mag winnen. Bij Buckler start een viertal renners in beschermde positie en vervolgens dient iedereen zich naar de afgesproken ran gorde te schikken. Niet goed schiks dan maar kwaadschiks, zoals twee jaar geleden Nico Verhoeven ondervond. De Brabander leek op weg naar de titel, maar zijn eigen ploeg zette de achtervolging in en voorkwam dat Verhoeven kampioen werd. Zo was het niet afgesproken en Raas wil de Verhoeven niet in de rood- wit-blauwe trui. Hij had na melijk geweigerd zijn contract te verlengen. Over het inci dent wil Raas nu weinig meer- kwijt dan dat Verhoeven don ders goed weet hoe de zaak in elkaar steekt. „Als hij het spel verstandiger en niet zo achter baks had gespeeld was Ver hoeven kampioen geworden", zijn de enige woorden die de Zeeuwse ploegleider er nog aan vuil wenst te maken. Geen talent Mocht de titel worden vero verd door een renner van Raas, dan zal dat iemand zijn die is geselecteerd voor de Tour de France. Voor de trui komt absoluut geen jong, aan stormend talent in aanmer king. De jonge garde bij Buc kler moet zich eerst bewijzen. Zeker bij Raas, die niet de ge makkelijkste ploegleider heet te zijn. „Dat valt wel mee", zwakt hij dat imago af. „Ren ners die beroepsernst tonen en hun vak serieus uitoefenen zullen geen problemen met me krijgen. Wie er echter met de pet naar gooit heeft een hele slechte aan me. Ik ben niet zo'n harde, dat valt echt mee". Doorgaans heeft Raas snel door wat voor vlees hij in de kuip heeft. „Na een half jaar weet ik al genoeg", meldt hij. „De eerste maanden krijgen ze geen opdrachten mee; kat ik ze voor het vaderland weg rij den. Dan blijkt al snel wie er voor een prijsje gaat rijden of wie zich ondergeschikt maakt aan het ploegbelang. Nee, ik trek niet onmiddellijk een conclusie. Iedere neo-prof krijgt bij ons twee jaar de tijd om zich te ontwikkelen. Daar na is het een kwestie van blij ven of vertrekken. Ik zeg dan exact hoe ik erover denk. Er zijn er aan wie ik het advies heb moet geven om terug te keren in de maatschappij, om dat het als prof toch nooit wat zou worden. Inderdaad, dat gold onder anderen voor Pa trick van Passel". Geen uitslagen Bij zijn keuze van amateurs laat hij zich leiden door infor manten en eigen waarneming. Minder door uitslagen. Raas: „Een topamateur geeft aller minst de garantie dat hij ook een goede prof wordt. Het te gendeel gaat eerder op. De beste amateurs leven al als een prof en die verbeteren niet zo veel meer als ze eenmaal be roepsrenner zijn. Resultaten zeggen niet altijd wat. Aan de andere kant weet je het nooit. Renners in wie je niets ziet, kunnen maar zo kanjers wor den. Neem Lemond. Die was wereldkampioen bij de junio ren en bood zich aan bij Peter Post. Die zag het toen niet in de jonge Amerikaan zitten... Ik bedoel maar". Jan' Raas geldt als de no non- sense-ploegleider, die de niet te definiëren eigenschap voor succes bezit. Zolang de Zeeuw ploegleider is, heeft hij grote overwinningen behaald. Wat is zijn geheim? Volgens Raas bestaat dat niet. Intuïtie ver mengd met kennis, is dat het? De ploegleider haalt zijn schouders op. „Mogelijk", luidt zijn antwoord. „Ik werk heel simpel. Om te beginnen ver schaf ik in alle opzichten dui delijkheid. Ik vertel hoe ik over zaken denk en zeg dat eerlijk tegen alle betrokkenen. Wat de programmering betreft mogen mijn renners kleine wedstrijdjes laten lopen, als ze maar zorgen dat ze er staan in de grote koersen. Dat eis ik van ze. Verder vertel ik altijd ruim van tevoren wie welke wedstrijden rijdt. Zeker ten aanzien van de Tourploeg is dat belangrijk. Een renner moet tijdig weten dat hij de Tour rijdt, dan kan hij daar naar toewerken. Het belang rijkste is dat Buckler gewoon over goede renners beschikt. Wij hebben toppers in huis, vergeet dat niet". Na met de nodige scepsis vijf jaar terug aan het ploegleider schap te zijn begonnen, is Jèn Raas inmiddels vertrouwd met zijn rol. Hij zegt vooral te ge nieten van de jongens als Jelle Nijdam, Edwig van Hooy- donck, Gerrit Solleveld en Frans Maassen, die Raas van amateurs met een minimumsa laris heeft zien uitgroeien tot goed betaalde, succesvolle profs. „Zij vormen de harde kern op wie ik blind kan va ren. Bovendien zijn het jon gens die goed met elkaar kun nen opschieten", verklaart Raas ook een deel van het suc- „Zelf doe ik het werk nog graag, ook al zijn er vervelen de kanten. Je bent als ploeglei der nooit klaar. Vakantie? Ik ga wel eens weg, maar echt op vakantie ben ik de laatste ja ren niet meer geweest. Vorig jaar heb ik de week na de Tour de stekker uit de tele foon getrokken. Dat was wel lekker rustig. Heerlijk niets doen en 's avonds uit eten. Dat gaf me wel een vakantiege voel. Dat was trouwens de tweede week al weer over. Toen liet ik mijn vrouw de te lefoontjes beantwoorden. En ach, dan is het maar even of je zit weer tot de nek in het Nieuwe sponsor De ploegleider houdt er overi gens ernstig rekening mee dat hij op zoek moet naar een nieuwe sponsor. Buckler zal hem binnenkort laten weten of het contract wordt ver lengd. Er zijn sterke aanwij zingen dat dat niet gaat gebeu ren, erkent Raas. In het geval Buckler afhaakt en Raas geen vervanger vindt, stopt hij. „Ja, zo simpel, is dat", verklaart de Zeeuw zich nader. „Ik ga de renners en begeleiders echt niet uit eigen zak betalen. Daar moet je ook niet senti menteel over doen. Als ieder een tijdig weet dat het is afge lopen kan een andere werkge ver worden gezocht. Daar ben ik simpel in. En denk maar niet dat ik met iedere sponsor in zee ga. Nee, ik stel geen on gewone eisen. Het moet een sponsor naar mijn zin zijn en ik wil inspraak in het pro gramma. Dat is alles. Dat moet toch geen groot obstakel zijn?',' Volgende week woensdag dient in Den Haag een kort geding, dat ik heb aangespannen tegen mijn hoofdredacteur. Wat was het geval? Een paar weken geleden zat ik achter mijn bureau een stukje te tikken. Als ik mijn verhaaltje op tijd zou afhebben, zou het worden gepubliceerd. Zo niet. dan werd andere tekst afgedrukt. Welk laatste konsekwenties zou hebben voor mijn toekomst als scribent. Alles ging van een leien dakje, tot het laatste kwartier vóór de deadline. Normaal gesproken had ik in een luttel aantal minuten de laatste hand aan mijn schrijfsel kunnen leggen. Maar toen ontstond elders op de afdeling een geweldige deining over het een of ander, waardoor mijn concentratie danig werd verstoord. Ik moest mijn creatieve oprisping staken, nadat ook een bemiddelingspoging van mijn adjunct- hoofdredacteur geen staakt het vuren had bewerkstelligd. Gevolg: de deadline verstreek, mijn stukkie verscheen niet en dat kost me dus geld. Waarna de adjunct liet weten dat het hem geweldig speet, maar dat hij er niets aan had kunnen doen dat toch de story van een ander was gepubliceerd. Daarom sta ik dus volgende week voor de rechter. Ik eis dat mijn stukje alsnog wordt afgedrukt, waardoor ik nog méér verhaaltjes kan produceren en ik daardoor elders ook opdrachten in de wacht kan slepen. Iets waartoe mijn hoofdredacteur tot dusver niet genegen was. Er speelt een extra probleem. Als de rechter woensdag bepaalt dat mijn hoofdredacteur mijn verhaaltje alsnog moet a fdrukken is de actualiteit er af. Ik zal dus een ander cursiefje moeten produceren, nadat mijn plekje dus al was ingenomen door een concurrent. Die daarmee dus al wel wervend had kunnen rondgaan en elders opdrachten had bemachtigd. Waar het mij omgaat is dat ik genoegdoening wil hebben voor het feit dat ik een extra schnabbel dreig mis te lopen. Kijk, die bewuste deadline is gepasseerd: daar valt niets meer aan te doen. Waar ik wel zekerheid over wil hebben is de vraag of ik bij het schrijven van een nieuw stukje ongestoord kan werken. Dus geen rumoerige collega 's om me heen. Ook daar zal de rechter een uitspraak over moeten doen. Mijn hoofdredacteur had namelijk al gezegd dat ik mijn stukje dan maar zou moeten schrijven op een moment dat de meeste collega's afwezig zouden zijn; op een arbeids-onaangenaam uur derhalve en dus bij voorkeur laat in de avond of in de nacht. Dat pik ik dus ook niet. Ik wil werken op een tijdstip waarop anderen eveneens aan de slag zijn, maar zich wel een beetje rustig zullen moeten gedragen. Want zo'n stukje tikken lijkt wel een simpel klusje, maar je moet er niet alleen inspiratie voor hebben maar ook concentratie. Bekvechtende collega's rond de koffie-automaat achter je vormen bepaald niet het beste podium voor een poging tot een creatief en/of stilistisch hoogstandje. Dat weet mijn hoofdredacteur natuurlijk ook wel, maar het is veel gemakkelijker om mij direct een nieuwe poging te ontzeggen; is-ie van alles af, denkt-ie. Ik wil dus gewoon dat stukje zien afgedrukt en daarna meer schrijfsels elders slijten. Vandaar dat ik net als BW Den Bosch naar de rechter stap en zeker mijn gelijk zal krijgen. Waarna mijn hoofdredacteur mij dus wel een kans moet geven. Ik moet dan, zo zal hij verordonneren, vlak voor sluitingstijd een nieuw stukje beginnen te schrijven om voor afdrukken in aanmerking te komen; hetgeen door de klokdruk natuurlijk niet lukt. Waarop mijn collega-schrijver naar de rechter stapt en eist dat zijn stukjes voortaan moeten worden gebruikt. Hetgeen dan door de rechtbank weer wordt toegestaan. Tenzij een jury uiteindelijk bepaalt dat mijn stukje beter is dan dat van mijn concurrent. Dat ik me bij m 'n hoofdredacteur en m 'n collega 's niet populairder heb gemaakt moet ik dan maar op de koop toenemen. DWIN ALBLAS plaa: f 33 1STERDAM Henk ^eaaijenhof heeft het ge- ffen. Na Nellie Fiere- ?er oman en Merlene Ottey nu een heel land aan voeten. In het olie- atje Oman voelt de ïsterdamse atletiektrai- zich de koning te rijk. ar maakt hij geen ge- im van. ,,Ik leef niet als in Frankrijk, maar een God in Oman". En in Oman kijkt ïr op een kikkerlandje Nederland, waar Plu- al dagenlang het ge- van Kraaijenhof be- beii Ügt. „Ik hoef alleen ar even naar buiten te ten", klinkt het veel- gend. f 1 f 3 leeft Kraaijenhof zelf niet meer op met zijn land van _LL? komst; de vaderlandse atle- f 20, wereld is hem nog niet E,eten. Heel af en toe laat Jjn gezicht zien in Neder- f 261. De Koninklijke Neder- f 3D se Atletiek Unie strikte afgelopen zaterdag nog een clinic in Apeldoorn, tientallen clubtrainers en imefde (top)atleten op afkwa- Kraaijenhof mag dan als een excentrieke wijs- 14,45 s worden afgeschilderd, zijn soortgenoten geniet espect. aijenhof kan als geen an- boeiend, soms humoris- soms warrig, over zijn praten. Hij zoekt niet naar [egen en verhult zijn min ing voor de Nederlandse iek evenmin. Als het on- jerp „Nederland" aan de j^^Bkomt, druipt het cynisme ^Hzijn woorden af. „Neder- is een goede en harde leerschool geweest", meent Kraaijenhof in alle ernst. „Van negatieve ervaringen leer je altijd meer". Nu heeft hij er niets meer te zoeken. „Je moet hier in be paalde gedragspatronen bewe gen, je tengels bijna overal van afhouden. Klimatologisch is het niets en het sociale klimaat deugt ook niet. Dat is het pro bleem van Nederland. Daarom gaan mensen als Beenhakker, Cruijff en Arie Selinger weg. Nederland is te bekrompen voor iemand wiens werk iets voorstelt". Zelfstudie Kraaijenhof maakt zich er niet druk meer om. Zo verschijnt een glimlach op zijn gezicht, als hij voor de zoveelste keer zijn naam in één adem met het woord doping hoort vallen. „Typisch Nederlands. Ik weet wel waar het vandaan komt. Ik werkte graag met nieuwe methoden. Nu nog. Er werd toen jaloers naar mij gekeken, omdat Nellie zo hard liep. Maar die naam raak je nooit meer kwijt. Ik doe daar ook geen moeite voor. Ik steek nog steeds veel tijd in zelfstudie. Ik probeer de nieuwste trends te volgen. Dat moet je zelf uit vinden. Je kunt het niet uit boeken halen of op congressen horen. Straks gaat een aantal andere trainers zich daar ook voor interesseren. Ik wil niet afwachten". Kraaijenhof vertoeft nu al an derhalf jaar in het oliestaatje en zegt geen last te hebben van bemoeizuchtige sjeiks die de Nederlander bij het minste of geringste het land uit zullen schoppen. „Ik heb een contract tot en met de Olympische Spe len in Barcelona. Daarna kan ik zo bijtekenen. Het is geen Koeweit of de Emiraten. Oman is het Nederland van de Arabische wereld. Het meest liberale land. Ze toeren er wel allemaal in Mercedessen, maar daar zitten geen gouden deur knoppen aan". Eigenlijk stond hij niet te trap pelen om aan een avontuur in het Golf-gebied te beginnen. De eerste kennismaking - in Keulen (september 1989) waar Kraaijenhof de Jamaicaanse sprintster Merlene Ottey in een Grand Prix-wedstrijd be geleidde - mondde al uit in een vorstelijke aanbieding. Nadat Kraaijenhof op verzoek even een geblesseerde Omaan- se atleet onder handen had ge nomen, boden de Arabieren uit dankbaarheid de „wonder dokter" een dienstbetrekking aan. „Ik zei eerst: „Oman? Laat maar zitten". De man wilde toch mijn kaartje en ik was nog maar net thuis of hij belde al. Ik moest maar eens op hun kosten twee weken ko men kijken. Ik heb eerst in de atlas gekeken om uit te vinden waar Oman eigenlijk lag. Ik ben er in januari naartoe ge gaan. De rondleiding was in drukwekkend. Drie maanden later zat ik er al". Het afscheid van Ottey viel hem niet zwaar. „Het was aan het einde van het seizoen. Ot tey kreeg een nieuwe relatie. Ze woont nu in Italië. Ik had haar ook aangeraden om daar te gaan wonen en naar spon sors te zoeken. Ik heb heel aardig met haar gewerkt, maar als ze uitgelopen is, had ik ook weer opnieuw moeten beginnen". Maniakaal Cooman, Ottey en nu de natio nale ploeg van Oman. „Drie verschillende werelden? Het valt mee. Als je een beetje flexibel denkt, maakt het ei genlijk niet zo veel uit of je nu met een Nederlander werkt of met een Chinees. Het zijn alle maal mensen en je moet een beetje in de marge rommelen. Als je hen een zak geld op de rug bindt willen ze wel lopen. Tachtig procent van de men- Voor Henk Kraaijenhof ligt nu een heel land aan zijn voeten. sen zijn honden van Pavlov. Als ze een bel horen rinkelen, gaan ze kwijlen. Ik ben nog even maniakaal als vroeger". „Het verschil is dat ik me voorheen op één atleet con centreerde. Dat is plezieriger werken. Maar als Ottey onder een auto komt, heb ik niets meer. Als Al Malki (Oman's beste atleet, red.) onder een auto komt, blijft er nog een hele ploeg over. Nee, ik be moei me niet te veel met één atleet. Ik kan er beter afstand van nemen. Dat heb ik ook door de jaren heen geleerd. Bij Cooman was ik er niet té veel, maar wel véél bij betrokken. Ook daar heb ik van geleerd". „Ik heb geen contact meer met Nellie. Ik lees de Daily Obser ver en daar staan de uitslagen van Cooman niet in. Ik hoor vrij slechte berichten over haar prestaties, maar het is mijn werk niet meer. Als ik daar nog aan zou denken, is dat alleen maar een extra be lasting. Ik vind het wel sneu voor haar. Ik heb haar vier ja ren van mijn leven gegeven. Misschien wel de beste jaren van mijn leven". „Met Ottey is het anders. Dat afscheid ging met minder fric ties gepaard. Met haar heb ik nog altijd een goede relatie. Ze heeft nooit nageschopt en waardeert nog steeds wat ik gedaan heb". Wanneer het oliestaatje de vruchten plukt van Kraaijen- hofs arbeid laat de Nederland se trainer nog in het midden. „Dat is moeilijk te voorspellen. Als één schaap over de dam is, volgen er meer. Het land heeft twee miljoen inwoners en dat zijn niet allemaal atleten. En je kunt van die atleten niet alle maal een Al Malki maken. Ne derland heeft vijftien miljoen inwoners en hier loopt er zelfs niet zo één rond". Mohamed Amer Al Malki. De naam is al enkele keren geval len. Zo heet het stokpaardje van Kraaijenhof. De snelste inwoner van Oman (44,59 se conden op de 400 meter) werd achtste op de Olympische Spe len in Seoul. „Tot nu toe zijn de atleten vrij onbekend. Er zijn nog een paar 400 meter-lo pers die 48 seconden lopen. Ik denk dat we met de estafette ploeg Nederland verslaan. Niet gek voor een landje met twee miljoen inwoners". „Het oliestaatje bestaat nog maar twintig jaar, de nationale atletiekbond vier jaar. Maar het is al wel de machtigste bond. De atletiekunie had hier in Nederland na vier jaar ook nog geen vijftigduizend leden. We zitten nog in een opbouw-, fase. Dat is ook de uitdaging. De mensen hebben nog geen verstand van atletiek. In ben de enige. Het is dus logisch dat ik daar dus een stempel op het beleid druk. In Oman kan ik de zaak naar mijn hand zetten. Ik hoef niet bang te zijn om vast te roesten in een gevestig de structuur". Geld „Ik kan mijn ei kwijt en per fect werken. Ik mag allerlei projecten opzetten waar vroe ger de tijd of de financiën voor ontbraken. Het geld is er. Geen probleem. Er zijn geen beperkingen. Er zijn nu in Oman drie fantastische atle-, tiekstadions. Die vind je nog niet in Nederland, België of Duitsland. In het stadion waar ik elke dag werk beschikken we over drie krachtruimtes met de beste apparatuur. Na tuurlijk is het geld ook een be langrijke overweging geweest. Het is leuk meegenomen als je miljonair wordt, maar ik vind mijn geestelijke gezondheid belangrijker". „Ik woon op vijf minuten van zee, de temperatuur is van ok tober tot april zomers en 'in de maanden dat het te heet wordt moeten we voor wedstrijden naar het buitenland. Ik noef daar dus niet weg, dat begrijp je wel. Af en toe kom ik een keertje terug, voor de regen. Ik vind het prima zo. Voor de atletiek in Nederland is het mischien wel jammer. Niet voor mij. Wat kan ik me nog meer wensen?". „Ik doe geen stap terug. Dat heb ik in het verleden ook nooit gedaan. Ja, ik kan nog naar Koeweit misschien. Of Colombia. Naar die Escobar. Die heeft, geloof ik, 150 man eigen personeel in zijn gevan genis. Daar kan ook nog wel een atletiektrainer bij. Voor het jaar 2000 zien ze me in ie der geval niet terug in Neder land. En daarna is het de vraag of Nederland nog be staat".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 11