Afrikaans óók de taal an miljoenen zwarten Senator Boorsma is jong en wil wat PINIE CeidaeSoiMtMit ZATERDAG 22 JUNI 1991 PAGINA 9 NTHONY heard antcr discussie over hernieuwde urele betrekkingen tussen Ierland en Zuid-Afrika ct de kern van wat er op moment in Zuid-Afrika ge- rt. De hamvraag is: moeten betrekkingen zich beper- tot de blanke Zuidafrika- of moeten zij zich uit- tot de gehele Zuida- aanse bevolking? In blan- en zwarte gelederen kun de meningen hierover k uiteenlopen. Nederland de betrekkin- herstellen met de mensen het land nu leiden, of wil t betrekkingen met de men- die van plan zijn het land e toekomst te leiden? De vantschap van de Neder- Ise taal en het Afrikaans Nederland ook wel Zuid- acht caans genoemd) speelt een li rale rol in de kwestie, zeer groot deel van zowel ïuidige blanke leiders als loornamelijk zwarte aspi- •bestuurders beheerst de lanse taal. De afgelopen heeft een toenadering jevonden tussen het Ne- inds en het Afrikaans, ehillende gebeurtenissen en daar toe bijgedragen: bezoek van president De aan Nederland vorig oktober; de pogingen van »rland in de EG de sanc- te versoepelen en de toe- ng van de P.C. Hooft- aan de Zuidafrikaanse eres Elisabeth Eybers, die poëzie in het Afrikaans jft. De lijst wordt elke dag gebeurtenissen zijn voor- i van een grote culturele ihuiving. Die zal verstrek- e gevolgen hebben voor Nederlands en het Afri- voor de boeken- en tijd- ftenwereld en andere :hes - en de zakenwereld t algemeen. Om nog maar 'ijgen over de politiek en iplomatieke leven. die geloven dat Nederlands-Afrikaanse in van de dagen vóór de heid zullen terugkeren, genzinnige, maar nu her- Afrikaners zouden ns deze lezing terugkeren de boezem van hun iland'. Velen zijn van me- dat dit een vrome wens 1 een ander scenario. De ckingen tussen een gede- itiseerd Zuid-Afrika en •land zouden veelomvat- en duurzamer kunnen [Als de Nederlanders de inheid te baat nemen (n zij, dank zij hun affini- let het Afrikaans dat miljoenen zwarten en [en wordt gesproken :n kunnen smeden met ihele Zuidafrikaanse ge- hap. Dat wil zeggen: in met een niet-raciale Een handelsnatie als Neder land kan hiervan op langere termijn profijt trekken. Dat lijkt de Nederlanders ook niet te zijn ontgaan. Minister van buitenlandse zaken Van den Broek heeft al gesteld dat het beleid gericht is op de gehele Zuidafrikaanse bevolking. Ne derland heeft zich er officieel op vastgelegd dat het niets zal doen dat de goedkeuring van het oude apartheidstijdperk met zich meebrengt. Dat is erg verstandig. Maar er zijn in de Nederlandse en in de blanke Zuidafrikaan se gemeenschap, voornamelijk in conservatieve of reactionai re kringen, kennelijk ook mensen die de voorkeur zou den geven aan exclusieve be trekkingen. De zwarten, van wie velen vloeiend Afrikaans spreken, zouden hiervan uit gesloten moeten worden. Niet-blanken President de Klerk heeft laten zien dat hij zich, tenminste in zekere mate, bewust is van de noodzaak van veelomvattende toekomstige betrekkingen tus sen de Nederlanders en élle Zuidafrikanen. Op 20 mei sprak hij in de Nederlandse club in Kaapstad over de „he rontdekking van oude vrien den en familieleden". Hij bracht zijn gehoor echter ook in herinnering dat het Afri kaans niet alleen door 2,5 mil joen blanke Zuidafrikanen wordt gesproken, maar ook door miljoenen zwarte Afrika nen en het grootste deel van de bruine (gekleurde) bevol king van Zuid-Afrika. De logische conclusie is dat op lange termijn veel meer „niet- blanke" Zuidafrikanen dan blanken betrokken zullen zijn bij de toenadering met de Ne derlands taal. En het is duide lijk dat dergelijke taaibanden op de lange termijn een be langrijker rol kunnen spelen dan familiebanden of de histo rische banden tussen de Ne derlanders en de blanke Afri kaners. De Klerk heeft zodoende grote vooruitgang geboekt op het Nederlands-Zuidafrikaanse front. Dat was bijna ondenk baar sinds 1948, toen de be trekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika zich binnen enkele dagen verscherpten. Aanleiding was de verkie- zingsoverwnning van de Na- sionale Partij, die in haar pro gramma de apartheid beklem toonde. De Klerk noemde in zijn rede, naast het beëindigen van de economische boycot door Ne derland, nog een aantal posi tieve veranderingen in de on derlinge betrekkingen. Hij wees op de toenemende stu denten- en jongerenjiitwisse- lingen, op de hernieuwde Ne derlandse belangstelling voor handel en investeringen in Zuid-Afrika, het sterk toene mende toerisme (hoewel slechts 15.000 van de 350.000 rland moet banden aangaan met de gehele Zuidafrikaanse inschap en daarbij profiteren van de verwantschap tussen iderlands en het Afrikaans, dat door blank en zwart wordt Europese toeristen die Zuid- Afrika jaarlijks bezoeken uit Nederland komen), de bezoe ken van Nederlandse muziek groepen en koren, het verzoek aan de Zuidafrikaanse verte genwoordiger in Den Haag om deel te nemen in de Neder landse Taalunie en de „positie ve waardering" in de Neder landse kerken voor de hervor mingsinitiatieven in Zuid- Afrika. Twee bekende anti-apart heidsstrijders uit de Westelijke Kaapprovincie onderstrepen dat veranderde betrekkingen doorgang moeten vinden in de 'nieuwe', en niet de 'oude' Zuidafrikaanse context. Oud voorzitter van de Wereldbond van Hervormde Kerken, Allen Boesak: „Een hervatting van de culturele en taalkundige contacten tussen Nederlanders en blanke Afrikaners alléén is ondenkbaar. Het zullen ban den met de hele Zuidafrikaan se gemeenschap moeten zijn, ook met de miljoenen zwarten die de Afrikaanse taal 'spreken en gebruiken. Het Afrikaans is niet het alleengoed van de blanke Afrikaners". Volgens hem is het taalgebruik van de blanken op de universiteiten, in de kerk, in de bureaucratie, de wet en in het veiligheidsap paraat vaak een heel beper kende versie van het Afri kaans. „Het is een formeel Afrikaans, niet de levende taal die zo spontaan wordt gespro ken door miljoenen zwarten, die op een opmerkelijk expres sieve manier uit andere talen lenen", aldus Boesak. Volgens Allen Boesak moet het Afrikaans bevrijd worden van het stigma van „de taal van de onderdrukker". Het Nederlands is de taal van vrij heid en verzet tegen onder drukking - net als de Neder landse samenleving zelf. Professor Jakes Gerwel is rec tor van de Universiteit van de Westelijke Kaap. De universi teit, een 'gekleurde' instelling die is opgericht door de apart heidsregering, heeft zich on der zijn leiding ontwikkeld tot een sterke kracht in de strijd voor een non-raciale democra tie. De culturele betrekkingen vormen een belangrijk discus siepunt op de universiteit, om dat een belangrijk deel van de studenten Afrikaanssprekend is. Gerwel betitelt het idee dat hernieuwe betrekkingen met Nederland zich moeten beper ken tot blanke Afrikaners als „cultureel narcisme". Dit is de basis van de apartheid, meent Gerwel. „Daarom stelden we het op prijs toen de Neder landse regering de culturele en universitaire banden verbrak, zelfs al leden we er als univer siteit onder". Gerwel wijst erop dat zijn uni versiteit de enige was die de academische boycot in een for mele resolutie steunde. Dat be tekent niet dat alle banden volledig waren verbroken. De universiteit stemde alleen toe in uitwisselingen, als de stu denten in kwestie zich solidair verklaarden met de betrok kenheid van de universiteit bij de strijd voor een niet-raciale democratie in Zuid-Afrika. Ook Gerwel hoopt daarom dat het herstel van de contacten zich niet binnen het 'oude' blanke kader zal afspelen. Ge vaar voor een 'taalimperialis- me' van de kant van de Ne derlanders, gebaseerd op het 'moederland'-concept, ziet hij niet. Het ware moederland van het Afrikaans wordt im mers gevormd door alle ande re Zuidafrikaanse talen. (De auteur, voormalig hoofd redacteur van de Cape Times, is correspondent van onze krant in Zuid-Afrika.) Menig bewoner van een eigen huis zal deze week een steen van het hart zijn gevallen. De CDA-fractie in de Eerste Ka mer blijkt immers geen goed woord over te hebben voor de forse verhoging van het huur waardeforfait, de belasting op het eigen huis, die het kabinet heeft voorgesteld. Aangezien de VVD ook fel tegen zo'n maatregel is en de beide frac ties samen een meerderheid hebben in de Senaat, lijkt het er op dat de mensen met een eigen huis de dans gaan ont springen. Minister Kok van financiën zal minder blij zijn met de houding van de CDA-senato- ren, die op grond van hun par tijlidmaatschap toch geacht zouden mogen worden de re gering te steunen. De door hem nagestreefde, stapsgewijze verhoging van het huurwaar deforfait van 1,8 procent naar 3,3 procent van de waarde in bewoonde staat moet de schat kist vanaf 1994 bijna een mil jard gulden per jaar opleveren. Een wetswijziging a la Kok kost de modale eigenaar-bewo ner dan ook al gauw jaarlijks een extra duizendje. Woordvoerder van de CDA- senatoren in deze zaak is merkwaardigerwijs dr. P. Boorsma. Als hoogleraar open bare financiën (aan de Techni sche Universiteit Twente) moet hij toch als geen ander weten wat een gigantisch gat er in de rijksbegroting gesla gen dreigt te worden? Kwaliteit Natuurlijk weet Boorsma dat, maar hij voelt zich daardoor niet geremd. Hij zit niet in de eerste plaats in de Eerste Ka mer om te zorgen dat er vol doende geld in de schatkist vloeit, vindt-ie, maar om te waken over de kwaliteit van de wetten die regering en par lement samen maken. Boorsma maakt er geen ge heim van hoe hij denkt over de wetswijziging met betrek king tot het huurwaardefor fait: „Ondegelijk en ondeugde lijk". De professor weet zich gesteund door de Raad van State, het hoogste adviescolle ge van de regering. Wat is er dan zo slecht aan het idee van Kok? De hardste kri tiek treft de link die de rege ring legt tussen een forse ver hoging van de huren in de so ciale sector en de voorgestelde bijna-verdubbeling van het huurwaardeforfait. Het idee daarachter is dat als het wo nen voor mensen met een huurhuis duurder wordt, dat ook dient te gelden voor de mensen met een eigen huis. De koppeling van deze twee zaken is het gevolg van een compromis tussen CDA en PvdA in de Tweede Kamer. Beide regeringspartijen waren het erover eens dat er bezui nigd moest worden op de rijks subsidies, ook op de miljarden die worden besteed aan het onderhoud van sociale huur woningen. Zo'n bezuiniging is echter alleen mogelijk als de bewoners meer huur gaan betalen, zodat indirect een gro ter gedeelte van het onder houd voor hun eigen rekening komt en niet voor die van de staat. De moeilijkheden begonnen toen de PvdA, geconfronteerd met een massale exodus van haar kiezers, deze maatregel niet geïsoleerd durfde te ne men. Een forse verhoging van de kosten van huurders diende gepaard te gaan met een forse verhoging van de kosten van mensen met een eigen huis. Onder veel zuchten en steu nen ging het CDA daarmee akkoord. Wat is netto? Het aan elkaar koppelen van huur en huurwaardeforfait klinkt echter vele anderen nog steeds als een vloek in de oren. Een eigen huis, zeggen zij, is een stuk vermogen, waarover immers vanaf een bepaalde grens ook vermogensbelas ting wordt geheven. De eigen huisbezitter verhuurt het vruchtgebruik van dat vermo gen als het ware aan zichzelf. Het is dus wel logisch de op brengst van deze transactie te belasten volgens de inkom stenbelasting. De netto op brengst wel te verstaan. Maar wat is in dit geval netto? Het eigen huis is immers meer een besteding dan een belegging. Daarom heeft men slechts twintig procent van de netto huurwaarde aangemerkt als opbrengst. En op basis van dat percentage is dus ooit het huurwaardeforfait vastgesteld: het bedrag dat een eigenaar- bewoner bij zijn belastbaar in komen moet tellen. Het forfait heeft dus alles te maken met eigendom en niets met bewo nen. De eigenaar-bewoner is niet zozeer huurder alswel vérhuurder. De senaatsfractie van het CDA ontvangt dezer dagen stapels brieven waarin op boven staande feiten wordt gewezen. Prof. Boorsma heeft duidelijk gemaakt dat deze klachten en smeekbeden niet aan dove mansoren zijn gericht. Het CDA in de Eerste Kamer staat pal voor de belangen van de eigenaar-bewoners. Maar voordat deze categorie Nederlanders nu spontaan in juichen uitbarst, dient zij ech ter eerst het antwoord af te wachten op een volgende vraag. Wat doen de senatoren van het CDA als minister Kok op 2 juli, de datum waarop het huurwaardeforfait in de Eer ste Kamer wordt behandeld, met een kabinetscrisis dreigt? Boorsma weigerde desge vraagd daarop in te gaan. Dat zien we dan wel weer, luidde zijn commentaar. In politiek Den Haag wordt al gemeen verwacht dat het CDA door de knieën zal gaan, als Kok het 'machtswoord' spreekt. Er is zelfs iemand die dat zeker meent te weten. Dat is majoor F. Uijen, tot voor en kele weken senator voor de PvdA. „In de Eerste Kamer gaat men nogal vertrouwelijk met elkaar om", vertelt hij. „Sommige CDA'ers hebben duidelijk aan ons laten door schemeren dat zij in deze zaak niet tot het uiterste zullen gaan. Dat zullen zij ook niet durven, zeker niet als zij door Lubbers onder druk worden gezet". Uijen zou het trouwens niet meer dan logisch en recht vaardig vinden, wanneer de premier hevige pressie gaat uitoefenen op zijn partijgeno ten aan de 'overkant' van het Binnenhof. De majoor onthult dat Wim Kok hetzelfde heeft gedaan, toen het erom ging de huurverhoging van 5,5 procent door de Eerste Kamer te lood sen. Een aantal PvdA-senato- ren, onder wie Uijen, had la ten weten grote moeite te heb ben met die maatregel. „Toen kwam Kok bij ons op bezoek", herinnert de gewezen senator zich, „en begon ons te bewerken. We moesten en zouden voor die wetswijziging stemmen, vond hij". Maar Uij en en twee medestanders (een veel te klein aantal om het voorstel te blokkeren) weiger den dit zolang ze niet de ga rantie kregen dat het CDA voor de verhoging van het huurwaardeforfait zou stem men. Die garantie kon Kok ui teraard niet geven. Het tegendeel bleek zelfs het geval. „Als het CDA straks té gen de verhoging van het huurwaardeforfait stemt, ben ik nat", had de PvdA-leider somber tegen zijn senatoren gezegd. Hij bedoelde daarmee dat hij dan met de gebakken peren zou zitten en wel in zul ke hoeveelheden (975 miljoen per jaar!) dat dit voor hem on aanvaardbaar zou zijn. Hij sprak de hoop uit dat de chris ten-democratische leden van de Eerste Kamer zich uitein delijk door Lubbers op andere gedachten zouden laten bren gen. Niet vrolijk Zoals gezegd gelooft Uijen daar wel in. Hij wordt daar echter niet vrolijk van. „Als het CDA opnieuw in het open baar gedwóngen moet worden tot medewerking, is dat weer een vertrouwensbreuk tussen de grootste regeringsfractie en de regering. Daardoor wordt het kabinet, dat er toch al niet zo best voorstaat, opnieuw be schadigd. Dat zal de verhou dingen in de coalitie er ook niet beter op maken". Uijen is er eigenlijk wel van overtuigd dat het CDA begin volgend jaar, wanneer het EG- voorzitterschap van Nederland afloopt, een einde zal maken aan de samenwerking met de PvdA. Het zou hem ook niet verbazen als prof. Boorsma dan, in een kabinet met de VVD, in aanmerking hoopt te komen voor een minister schap. „Hij is immers nog jong (46) en wil nog heel wat. En hij heeft nu duidelijk laten zien waar hij staat: rechts van het midden". (Rik in 't Hout is chef van de parlementaire redactie van deze krant.) EVEN VAN LEZERS Brieven graag kort en duideli)k geschreven De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden stukken in te korten. 1 in de fout verluidt mogen kinder- ïs alleen in opgevouwen id per tram worden ver- Voor mensen is deze si- het openbaar vervoer >nog niet aan de orde. staan bij herhaling kin- ]ens met aanhang en in- rij geregeld in het gang- leel bont maakte het vo- :k iemand in lijn 3 op in van Meerdervoort, rolstoelster met ig en al en helaas >k veel onterechte kap- trampassagiere was. ^rigens aardige bestuur- er kennelijk ook mee chien kan de HTM-di- de regels nog wat aan- in? Het. gaat niet aan vone reizigers in-, uit- d over moeten stappen :elfde rijtuig, omdat er geen doorkomen meer 1. Frank, iAAG. I monument (eer teleurgestelde minis- an WVC en een opge- i Kamer waren het resul- tan het Kamerdebat en arop gevolgde stemming het monument, dat het Jein van het nieuwe He Kamer gebouw zou moeten sieren. Wat zou mooier zijn geweest dan een beeld- •houwwerk van Grieks mar mer en gemaakt door een kun stenaar met een Griekse naam, omdat het oude Athene de ba kermat'heet van de onvolpre zen democratische regerings vorm. Beide redenen waren dan ook geen reden het monu ment af te keuren. De afkeu ring is een gevolg van het feit, dat er bij het volk een steeds sterker wordende afkeer be staat tegen de moderne ab stracte beeldhouw- en schil derkunst. Men wil terug naar kunstwerken, die een concrete vorm vertonen en die voor ie dereen begrijpelijk ziin. Het getoonde ontwerp had in de volksmond reeds een lachwek kende bijnaam gekregen. 'We moeten nu de architect vragen een oplossing te zoeken. Een fonteintje of zo' zei de minis ter. Zodra het ergste leed geleden is en de gemoederen zijn ge kalmeerd zou het misschien overweging verdienen om het standbeeld van raadpensiona ris Johan van Oldenbarnevelt, dat thans op de Lange Vijver berg staat, naar dit voorplein over te plaatsen. Oldenbarne velt is een nationale figuur en een belangrijk politicus ge weest. Ieder kind kent zijn naam en weet uit de geschie denis over zijn leven, zijn werk en zijn droevig levens- Johan van Oldebarnevelt op het voorplein van de Tweede Kamer? einde te vertellen. In tal van steden kent men een J. van Oldenbarneveltlaan. Deze po liticus heeft in de allereerste 1618 de belangen van Holland beginjaren van onze nationale en de aangesloten gewesten onafhankelijkheid van 1586- gediend. Hij heeft de Oranje's trouw betuigd en bevorderde, waar hij kon, de handelsbelan gen. Hij richtte de blik van de kooplieden op de zee. Zo'n plaats voor het Kamergebouw zou ook in zekere zin eerher stel betekenen voor zijn droe vig levenseinde. Bij het passe ren van dit beeld kunnen Ka merleden altoos de wisselval ligheid van hun ijveren voor 's Lands welzijn indachtig zijn. Dr. W. J. A. Visser, DEN HAAG. Basisvorming De basisvorming, waarover deze week in de Tweede Ka mer een akkoord is bereikt, leidt tot een verspilling van ta lenten, ten nadele van zowel de kinderen als de maatschap pij als geheel. Het politieke streven naar zo gelijk mogelij ke behandeling van alle kin deren gaat voorbij aan het ver schil in capaciteiten dat er nu eenmaal is tussen kinderen. Meer praktisch ingestelde kin deren worden wellicht tot hun zestiende geplaagd met vak ken waar ze moeite mee heb ben. Hun leermotivatie wordt daarmee grondig verpest. Ver dere praktische studies volgen ze niet door de afkeer die ze zo krijgen van de school. Wat voor werk moeten deze kinde ren later doen. Bakker, kap per, loodgieter of zo worden ze niet meer en wie wel? Vlottere leerlingen hoeven in de basis vorming niet te presteren en leren dat misschien nooit meer. Hoe komen zij aan het doorzettingsvermogen om een hogere opleiding succesvol te doorlopen? De staatssecretaris spreekt van een „pijnlijk on vermijdbaar" compromis van een compromis van een com promis. Ik vindt het voorstel onvermijdbaar pijnlijk. Onder wijsvernieuwing moet reke ning houden met de kinderen en ze niet kind van de reke ning laten worden. Kees van Roosmalen, ZOETERMEER. Vredesconferentie Als voorwaarde voor de komst van een vredesconferentie over het Midden-Oosten wordt gesteld dat Israël moet stoppen met het bouwen van nederzet tingen in de 'bezette gebieden'. Wat de edele motieven achter deze wens mogen zijn, mag een volslagen raadsel heten. Of het zou zo moeten zijn, dat het ongehoord wordt geacht wordt dat Egypte nu maar vijftig keer zo groot is als de 'bezetter' en niet de kennelijk absoluut vereiste eenenvijftig keer?! Mr. Nic. Pleumekers, DEN HAAG. Naleving van milieuregels vereist strenge controle en sancties Idoor DICK TOMMEL Nederland is een vergunnin genland. Je kunt vrijwel niets bedenken of er is een vergun ning voor nodig. Wie een schuurtje wil bouwen of het trottoir voor het huis wil ver hogen om het beter toeganke lijk te maken voor een rol stoel, mag dat niet voordat er een vergunning voor is ver kregen. Buitenlanders, en ze ker Amerikanen en Canade zen, begrijpen hier niets van. Wie een schuurtje wil bouwen doet dat toch? Nu is het logisch dat je in een dichtbevolkt land als Neder land meer moet regelen dan in Canada, waar de boeren zo ver uit elkaar wonen dat velen er een vliegtuigje op na houden. Maar het nut van onze inge wikkelde en uitgebreide regel geving mogen wij best eens kritisch bezien. Neem het milieubeleid. Vrij wel elk bedrijf is vergunning- plichtig en aan die vergunnin gen behoren voorwaarden te worden verbonden ter be- Bedrijven die milieubelastend werk verrichten moeten ge bonden worden aan goede vergunningen en streng wor den gecontroleerd. FOTO: PR scherming van het milieu. In de praktijk blijkt dat in veel gevallen zo'n vergunning in het geheel niet is aangevraagd. Waar dit wel het geval is en de vergunning is verleend, worden de voorwaarden vaker niet, dan wel nageleefd. Dat kan ongestraft want er is nau welijks sprake van controle en als er bij hoge uitzondering wél wordt gecontroleerd en overtredingen worden gecon stateerd, leidt dit nauwelijks of niet tot sancties. Noch de ge meente, noch justitie pleegt in zo'n geval in te grijpen. Econo mie gaat nog altijd boven mi lieu, alle mooie woorden over het milieubeleid ten spijt. Niet doorgaan Duidelijk is dat het zo niet kan doorgaan. In grote meerder heid willen de Nederlanders een strenger milieubeleid. De overheid zal hier dan ook uit voering aan moeten geven. Voor de gemeenten is het re cept heel eenvoudig. Gemeen ten moeten niet langer doen alsof zij een soort vrije keuze hebben om de milieuwetten wel of niet toe te passen. An ders gezegd: de wethouders moeten zich weer aan de wet houden. Natuurlijk brengt dit extra werk met zich mee, maar daarvoor is door de rijks overheid extra geld ter be schikking gesteld. Het gemeentelijk milieubeleid moet daardoor echt vorm gaan krijgen. Gemeentebestuurders moeten inzien dat zij het niet kunnen maken een loopje te nemen met het vergunningen beleid. Zorgvuldigheid tegen over de inwoners is een eerste vereiste. Daar ontbreekt het nog maar al te vaak aan. Wat te denken van de gemeente Den Haag die zichzelf de ver gunning geeft om een stukje bos midden in de stad om te hakken? Uiteraard riep dit protesten op, maar nog vóór de behandeling van de bezwaar schriften rooide de gemeente in allerijl de bomen. Anno 1991 is dit niet te geloven. Niet alleen Het is natuurlijk niet zo dat de gemeenten de milieuproble matiek alleen kunnen oplos sen. Politie en ook Justitie (het 'ministerie van vrijlating en ontsnapping') zullen aan het bestrijden van de milieucrimi naliteit een hoge prioriteit moeten geven. Overspannen verwachtingen mogen wij hier niet van hebben. Vergunnin gen zijn vaak moeilijk contro leerbaar en metingen zijn technisch lastig en meestal kostbaar. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Al deze problemen mogen de politie en justitie er echter niet van afhouden om er stevig te genaan te gaan. Waar een wil is, is een weg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1991 | | pagina 9