UöM!
t
I 20
jnr
O
C
Ie
Wee:
Nr.21
Woordzoeker
f5
£eidóe6oirta/nta
ZATERDAG 1 JUNI 1991 PAGINA 36
Oplossing vorige puzzel
I'lC I A I P lo IVI *|,S lo I4i~ I *[vTHvn
GB' SGB 3GPI
QriBBHGH 1SGE3 H
H HGB HG3
De winnaars van puzzel nr. 20 zijn:
M. v.d. Meer, Heemraadsingel 23, 2461
SP Langeraar.
G. Nederlof, Jacob van Ruijsdaellaan
112343 EN Oegstgeest.
Zij krijgen hun prijs binnen drie weken
per cheque toegestuurd
Oplossingen onder vermelding van
puzzel nr. 21 moeten uiterlijk
woensdagmiddag in bezit zijn van:
Puzzelredaktie
LEIDSE COURANT,
Postbus 11, 2300 AA Leiden.
Vermaak. Van links naar rechts en
omgekeerd; van rechts naar links en
omgekeerd; van linksboven naar
rechtsonder en omgekeerd; van rechts
boven naar linksonder en omgekeerd.
Sommige letters worden vaker ge
bruikt. De overgebleven letters vor
men van boven naar beneden, achter
elkaar gezet, een woord wat helemaal
met deze puzzel te maken heeft.
Amusement.
Dolletjes.
Doodleuk.
Echt.
Enig.
Fideel.
Fijn.
Grappenmaker.
Guit.
Hansworst.
Humor.
Jofel.
Joker.
Jolijt.
Jool.
Keet.
Knus.
Koddig.
Lauw.
Leukweg.
Leut.
Lol.
Lolmaker.
Luizig.
Nar.
Oele.
Olijkerd.
Paljas.
Pias.
Pret.
Schalk.
Schik.
Snaak.
Spel.
Tof.
Uiig.
Uilenspiegel.
IJspret.
p
9
P
w
s
s
t
e
r
P
s
y
f
g
r
r
r
u
f
a
a
j
l
l
P
a
y
u
e
d
e
a
e
0
i
j
0
0
e
m
l
i
k
r
s
l
P
n
t
P
l
0
t
u
0
t
a
e
c
s
e
P
d
h
z
a
l
s
j
f
m
k
h
s
c
9
e
t
0
u
P
e
f
s
t
'j
i
s
n
h
e
n
h
9
0
m
i
r
0
l
k
t
u
a
a
i
m
c
i
e
d
0
l
0
e
u
i
n
a
l
P
a
e
n
e
w
l
r
l
e
i
g
k
k
k
s
k
t
e
s
u
k
e
t
9
i
d
d
0
k
n
e
l
n
i
e
0
u
u
n
e
r
a
z
t
e
e
k
e
k
t
h
i
r
j
0
k
e
r
l
i
9
n
ij
f
e
f
0
j
u
s
e
j
f
e
l
l
0
d
Het woord luidt:
Naam
Adres
Postcode Woonplaats
Maarstoernooi
Van het door wereldkampioen Tsjizjov
gewonnen Maarstoernooi hebt u in de
vorige rubrieken al een en ander kunnen
zien. Toch wil ik ook deze en de volgen
de keer op dit evenement ingaan. Er zijn
in dit in Harderwijk gehouden top-toer-
nooi namelijk zeer veel interessante par
tijen gespeeld. In deze rubriek laat ik er
een drietal volgen. Om te beginnen de
hardhandige nederlaag die uitdager Val-
neris in de tweede ronde leed tegen Tsji-
zovs secondant Wirni (zoals bekend
heeft Sijbrands zich voor de herkamp
met Valneris teruggetrokken omdat hij
niet accoord kon gaan met de voorwaar
de dat bij gelijk eindigen het S.B. de be
slissing brengen zou):
G. VALNERIS-W. WIRNI
Tweede ronde Maars-toernooi 1991.
1.32-28 19-23; 2.28x19 14x23; 3.34-30
18-22; 4.40-34 12-18; 5.31-27 22x31;
6.36x27 7-12; 7.33-29 1-7; 8.39-33 10-
14; 9.44-39 20-25; 10.50-44 5-10; 11.37-
32 17-21; 12.41-37 21-26; 13.46-41 11-
17; 14.44-40 17-21; 15.49-44 12-17;
16.30-24.
Een heel belangrijk moment. Wit moet
zich hier in zijn berekeningen ergens
hebben vergist want de Roozenburg-op-
stelling die hij nu inneemt is helemaal
niet gezond. Aangewezen was achteraf
16.33-28, waarna zwart het met zijn om
singeling nog zal moeten bewijzen.
14-19 17.33-28 19x30; 18.35x24 7-12;
19.28x19 17-22!
Onder prachtige condities speelt zwart
de offer-strategie die op naam staat van
Drost.
Bronstein
In de uitslagen van het Pinkstertoernooi
van BSG (Bussum), kwam ik tussen de
vele Nederlandse hoofdklassers en mees
ters de naam Bronstein tegen. Dat moest
wel een naamgenoot zijn geweest van de
grote David, want afgezien van het feit
dat deze persoon niet won, zou zo'n
grootheid toch niet in een simpel week-
endtoernooitje spelen. Bij nadere bestu
dering van het bulletin bleek het wel de
gelijk om deze schaakreus te gaan. De
reden van zijn deelname kon ik niet vin
den, maar vermoedelijk vindt deze, nu
67-jarige, grootmeester het spel gewoon
te leuk om alleen maar als een stuk ge
schiedenis rond te lopen.
Zijn bekendheid begon na de tweede we
reldoorlog sterk toe te nemen, vooral
door het winnen van het interzone- en
kandidaten-toernooi. In 1950 mocht hij
de toenmalige wereldkampioen Botwin-
nik uitdagen en toonde zich diens gelij
ke! Net niet genoeg voor de titel, maar
het leek zeker dat hij nog een andere
kans zou krijgen. Zijn partijen vielen
vooral op door combinatierijk aanvals-
spel. Een voorbeeld uit die tijd:
L. PACHMAN-D. BRONSTEIN
Stedenwedstrijd Moskou-Praag. 1946.
Stelling na de 20e zet van wit.
Wit heeft zijn gevaarlijke tegenstander te
veel kansen gegeven, Bronstein profi
teert op fraaie wijze.
20...Txal! 21.Txal Lxd4 22.Txd4 Pxb3
23.Txd6.
Het lijkt allemaal niet zo moeilijk, maar
na 23...Pxal 24.Pd5! krijgt wit een ge
vaarlijke tegenaanval. Bronstein heeft
echter zeer diep gerekend.
23...Dxf2! 24.Ta2.
Gedwongen, want na 24.Dxb3 hxg3+
25.Khl Lxh3 26.Tagl Lxg2+ 27.Txg2
Dfl+ loopt wit mat en 24.gxh4 is niet
mogelijk vanwege:
24...Pxal 25.Dxal Df4+ en zwart wint.
24...Dxg3+ 25.Khl Dxc3 26.Ta3 Lxh3
27.Txb3 Lxg2+ 28.Kxg2 Dxc4 29.Td4
De6 30.Txb7 Ta8 31.De2 h3+.
Wit gaf het op.
In de daaropvolgende WK-wedstrijden
haalde Bronstein echter de top niet
meer. Waarbij het volgende dramatische
fragment uit 1958 in het intereonetoer-
nooi, vermoedelijk het definitieve af
scheid uit de wereldtop betekende.
R. CARDOSO-D. BRONSTEIN
Stelling na de 27e zet van wit.
Deze partij werd gespeeld in de laatste
ronde, waarbij Bronstein moest winnen
om zich te plaatsen voor het kandida
tentoernooi. Na een rommelig begin van
de partij was zwart duidelijk in het voor
deel gekomen. Na 27...Lxd3 28.cxd3
Txa4 heeft zwart winnend voordeel,
daar Lbl voorlopig buitenspel staat. De
zenuwen van Bronstein speelde hem
hier helaas parten.
27...Txa4? 28.c3 f6 29.Pg7!
Hier blijk de kracht van Lbl: 29...Lxg7?
30.hxg7 Kxg7 3l.Txh7+! Kxh7 32.Pb2+
en wit wint. Zwart moet nu deze gevaar
lijke loper onschadelijk maken.
29...Tal 30.PT2 Txbl 3l.Txbl fxe5
32.Pxe6.
En wit won zonder problemen.
Hierna speelde Bronstein nog wel veel
toernooien, maar de grote successen ble
ven uit. In Bussum liet hij nog wel af en
toe zien hoe men moet combineren.
D. BRONSTEIN-J.v.d. BERSSELAAR
Bussum 1991.
Stelling na de 20e zet van zwart.
De witte stukken staan dreigend op de
zwarte koning gericht, maar een terug
tocht zou zwart nu voldoende lucht ge
ven.
21.Pf6+! gxf6.
Gedwongen, want na een koningszet is
het mat op f7, of h7.
22.exf6 Th4.
Zwart probeert nog enige verwarring te
zaaien, daar normale zetten niet meer
helpen: 22...Dc6 23.Le4! Txe4 24.Dxh6!
met ondekbaar mat, of 22...Dd8
23.Dxh6 Df8 24.Dh7 mat.
23.Lxh4 hxg5 24.Dh6.
Zwart gaf het op.
Spellen van K H
Vorige week hebben we een aantal spel
len laten zien uit de ijselijk spannende
finale van het Koning en Hartman Brid-
gecircuit, om het open Nederlands but
lerkampioenschap. Tony Forrester en
Andrew Robson wonnen die finale
dankzij 1 imp voorsprong op Berry
Westra en Enri Leufkens op de laatste
speeldag. Twee rondes voor het einde
speelden Forrester-Robson tegen de
Groningers Piet Jansen en Jan Wester
hof, die een zeer goed seizoen achter de
rug hebben, en dit spel kwam op tafel:
z/ow
NOORD
8 3
A 10 9 7 6 2
A 8 5 2
4
WEST
OOST
-
H 10 9 6
H 8 5 4
B 3
VB
9 7 6 3
A V B 10
3 2
965
ZUID
AVB 7 5 4 2
V
H 10 4
H 7
Forrester opende de zuidhand met 44 en
Jan Westerhof volgde als west met 54.
Noord, Robson. stond nu voor de keus:
doubleren of 54 bieden. Er is een stelre
gel die zegt dat het vijfniveau voor de
tegenpartij is, maar dat gaat natuurlijk
niet in alle gevallen op. Zo gaat dat met
stelregels.
Robson bood 54 en dat werd door Piet
Jansen op de oostzetel gedoubleerd.
West startte met 4V, voor 4A, en For
rester speelde 43 voor, een onschuldig
lijkende kaart. Piet Jansen speelde daar
de 46 op bij en toen was het spel plotse
ling voorbij, want Forrester legde in de
hand 47! En die mocht de slag houden.
Wanneer Piet Jansen een iets hogere
Architectuur en filatelie
nauw verweven
Architectuur en filatelie zijn sterk met
elkaar verbonden. In het begin hebben
architecten regelmatig postzegels ont
worpen. Maar ook het werk van de ar
chitecten, gebouwen, zijn veelvuldig op
postzegels te zien. Plus dat bekende ar
chitecten op de kleine stukjes papier zijn
afgebeeld. De PTT voegt daar volgend
jaar opnieuw een uitgifte aan toe. De
band tussen architectuur en filatelie
wordt beschreven in het boekje 'archi
tectuur en postzegels' van de architec
tenberoepsvereniging BNA.
Het begint met postzegels die zijn ont
worpen door architecten. In 1913 ver
schijnen ze. Het gaat de jubileumzegels
ontworpen door De Bazel. Hij gebruikte
daarvoor een voor die tijd bekende stijl:
Art Nouveau. Zeker in die tijd oriënteer
den de Nederlandse vormgevers de stijl
van zegels sterk op wat in die tijd
'mode' was.
Tien jaar later verschijnen opnieuw
postzegels van de hand van een archi
tect. Het is de serie cijferzegels uit 1923.
Ontwerpers: M. de Klerk en N.J. van de
Vecht.
De PTT schroomde niet alleen om be
kende architecten aan het werk te zetten
om postzegels te ontwerpen, ze sloeg ook
nieuwe wegen in. Dat gebeurde met een
zegel die het onderwerp architectuur
heeft: de ANVV-zegel uit 1932. Daar is
voor het eerst in de PTT-geschiedenis
een fotomontage op een postzegel geko
men.
In 1933 maakt architect Piet Kramer een
serie zegels: die van het Reddingswezen.
Kramer was destijds ook de vormgever
van het monument voor Reddingswe
zen, in 1934 gereedgekomen in Den Hel
der.
Internationaal was en is er veel waarde
ring voor de grafische vormgeving van
de Nederlandse zegels. De grote man
achter de PTT-lijn was J.F. van Royen,
algemeen secretaris van het hoofdbe
stuur van de PTT.
ALGEMENER
Na de oorlog komen de architecten min
der aan bod bij het ontwerpen. Het ge
beurt nog tweemaal. Slothouber en
Graatsma maken de kinderzegels uit
1970 en de bijzondere zegels van het Pa
leis op dc dam uit 1982 zijn ontworpen
door Jo Coenen.
Beide zijn niet uitgezocht op hun speci
fieke kennis vanuit de architectuur. De
zegels van hun hand hebben echter wel
iets te maken met architectuur.
De architecten voor de Tweede Wereld
oorlog zijn destijds aangezocht omdat ze
allround waren. Volgens de Nederlandse
architectenclub BNA deden de architec
ten in het verleden vaak méér dan het
tekenen van gebouwen. Ze hielden zich
soms met een breed scala aan activitei
ten bezig. Architect Berlage ontwierp
niet alleen gebouwen, maar ook de kop
en schotel die erbij hoorden (zie St. Hu-
bertus jachtslot in het Nationale Park
De Hoge Veluwe).
De BNA denkt dat de reden voor het
verschil in de opleiding is te vinden, die
tegenwoordig puur specialistisch is. In
het verleden zou dat meer een algemene
re kunstenaarsopleiding zijn.
■is
f25
tu s
De PTT heeft de nieuwe standaardserie telefoonkaarten gelanceerd. Ze volgen de jaren
lang gebruikte groene kaarten op.
De jubileumzegels van 1913 door De Bazel
schoppen had ingelegd was 54 kansloos
1 down gegaan. Forrester had terug kun
nen gaan naar tafel om de schoppensnit
te herhalen en zo het verlies in de troef
kleur op één slag te houden, maar dan
was hij niet onder het verlies van twee
klaverslagen uitgekomen, samen goed
voor 1 down.
Nu ging hij het contract maken, want na
met 47 de tweede slag gewonnen te heb
ben, vervolgde hij met 4H, voor wests
4A. Die vervolgde met B voor H en
na een klaverintroever op tafel was 54
gedoubleerd gemaakt. Geen mooi bod,
wel verbluffend afgespeeld, zij het met
iets te weinig tegenwerking van de tegen
partij.
Piet Jansen kreeg een herkansing, want
in het volgende spel was dit zijn oost
hand:
4 9 5 3 2
9
A 8 7 6 4 2
4 10 2
en dit de bieding (W/allen):
WEST NOORD OOST ZUID
54
64
24 is een mancheforcing, conventioneel
bod dat een goed spel met een hartenfit
aangeeft en 34 geeft aan dat de noord
hand geen overwaarde heeft maar wel
een goede hartenkleur. Met 34 zet zuid
het 'principle of slow arrival' in werking
(d.w.z. 44 zou zwakker zijn geweest) en
noord ontkent met 44 een eerste contro
le in een bijkleur. Ondanks dat worden
er keycards gevraagd en na 54 (2, waar
schijnlijk dus 4A en 4H) biedt Forrester
toch 64. Er zal dus wel een aantrekkelij
ke dummy op tafel komen!
Waarmee kom je als oost uit? (Maak een
plan alvorens verder te lezen).
In het echte leven is het vaak al zo
moeilijk om uit te maken waar je goed
mee doet en waarmee niet. Wanneer je
dan ook nog bij leven en welzijn in een
belangrijke wedstrijd een cruciale bridge-
beslissing moet nemen... In welke kleur
zit het lek?
Er zijn 12 maakstarts en maar één
downstart en die vond Piet Jansen: 4A.
Vaak is dit een start waarmee contracten
- of althans slagen - worden weggegeven.
Ditmaal ging dat niet op:
W/allen
NOORD
H V 7
A H B 7 6
10 5
9 7 6
WEST
OOST
B 10 8 4
9 5 3 2
V 3
9
V B 9 3
A 8 7 6 4 2
V B 5
10 2
ZUID
A 6
10 8 5 4 2
K
A H 8 4 3
op de derde schoppen en wordt er
alleen maar een klaverslag afgegeven.
Forrester was duidelijk in de 'winning
mood' en bood daarom het slem. En in--
derdaad: 4V of een doubleton klaver bij
noord was al voldoende geweest. Die
'winning mood' klopte duidelijk, alleen
even niet op dit spel.
Nog een start van Piet Jansen, twee spel
len later. Dit is zijn oosthand:
2SA*
3SA
2SA is een transfer voor klaver. Forres
ter 'weigert' die transfer aan te nemen,
dus die zal wel iets hebben. Waarmee
kom je uit? (Oplossing volgende week).
Correspondentie: p/a Leharstraat 10,
2162 AC Lisse.
20.41-36 22x31; 21.36x27 6-11; 22.27-
22.
Het teruggeven van de schijf met het
naar Wiersma genoemde tegenoffer staat
hier gelijk aan verlies: de witte stelling is
hierna volkomen onhanteerbaar. Maar
wat moest Valneris anders? Na 22.39-33
11-17; 23.47-41 17-22; 24.41-36 22x31;
25.36x27 12-17 is het uit, en op 22.47-41
11-17 faalt zoals bekend de aktie 23.29-
23 18x20; 24.19-14 10x19; 25.27-22
17x28; 26.32x14 op 20-24; 27.14-10 25-
30; 28.34x25 15-20 enz.
18x27 23.29-23 13-18; 24.34-29 9-13;
25.39-33 27-31; 26.32-28 31-36; 27.44-
39.
Nu kan zwart combineren, maar ook na
andere zetten had zwart ongetwijfeld ge
wonnen.
12-17! 28.23x12 2-7; 29.12x1 8-12;
30.1x9 3x41; 31.29-23 26-31; 32.40-35
15-20; 33.24x15 41-46; 34.33-28 10-14;
35.23-18 46x1; 36.39-34 1x40; 37.45x34
17-22; 38.38-33 22-28; 39.33x22 31-37;
40.42x31 36x18; 41.43-38 11-17; 42.38-
33 17-22; 43.48-42 21-27; 44.33-29 14-
19; 45.42-38 16-21; 46.38-33 21-26;
47.35-30 18-23 en wit gaf op.
Als gevolg van deze nederlaag stond
Valneris lange tijd zeer laag geklasseerd.
Pas in de zevende ronde boekte hij zijn
eerste winst, en wel tegen Jansen, die
juist zo goed van start was gegaan maar
in de zesde ronde een verrassende neder
laag geleden had tegen Koeperman.
1.34-30 20-25; 2.30-24 19x30; 3.35x24
18-22; 4.31-26 14-19; 5.40-35 19x30;
6.35x24 10-14; 7.24-20 15x24; 8.33-28
22x33; 9.38x20.
De spelers brengen een interessante ope
ning op het bord.
12-18; 10.20-15 7-12; 11.42-38 1-7;
12.36-31.
Gebruikelijker is 12.37-31 om 17-21;
13.26x17 12x21 met 14.32-27 21x32;
15.38x27 te beantwoorden. De tekstzet
paste Jansen, zij het na eerst 12.47-42 5-
10, ook toe in zijn partij tegen Van der
Pal uit het landskampioenschap enkele
maanden geleden. Zwart deed daarop
13... 19-23 waarna een spannende partij
volgde die later door Jansen werd ge
wonnen. Valneris reageert evenwel an
ders op de door wit gekozen opstelling.
17-21; 13.26x17 12x21; 14.39-33 7-12;
15.44-39 21-26; 16.31-27 18-23.
Zwart wil strijd.
17.47-42 11-17; 18.45-40 5-10; 19.50-45
17-21; 20.39-34 12-18; 21.49-44 2-7;
22.44-39 7-11; 23.40-35 14-19!
Door veld 19 te bezetten voert zwart de
spanning verder op. In de regel is zo'n
gesloten centrum in combinatie met een
witte schijf op 15 gevaarlijk, maar Val
neris laat zien dat de waarde van regels
ook maar betrekkelijk is. In het vervolg
zal zwarts speelplan namelijk niet alleen
correct blijken maar ook heel sterk!
24.41-36.
Vanzelf niet 24.33-28?, en na 24.34-30
25x34; 25.39x30 10-14; 26.45-40 was
zwart vermoedelijk met 26...23-29;
27.33x24 14-20 verder gegaan.
10-14; 25.46-41 8-12; 26.33-28 12-17.
50
In deze stand dreigt zwart dam te nemen
met 26... 17-22; 27.28x17 11x31;
28.36x27 26-31; 29.37x17 23-29 enz.
Daar 26.36-31 uiteraard niets is had wit
uit een van de nadelige varianten 26.28-
22 17x28; 27.34-29 enz. en 26.34-30
25x34; 27.39x30 17-22 enz. moeten kie
zen. De in de partij gespeelde zet bleek
namelijk niet goed: 27.38-33. Lijkt in
eerste instantie een oplossing, want na
17-22; 28.28x17 11x31; 29.36x27 26-31;
30.37x17 23-29; 31.34x12 13-18;
32.12x23 19x46 kan wit 33.17-12 doen,
om vervolgens na 6-11 de zwarte dam
met 34.33-28 enz. af te nemen. Zwart
bleek evenwel nog over een tweede en
heel verassende combinatie te beschik
ken: 17-22; 28.28x17 11x31; 29.36x27
23-28! en wit gaf op, zonder dat
30.32x12 21x32; 31.37x28 13-18;
32.12x23 14-20; 33.15x13 9x36 nog werd
uitgevoerd.
Door deze twee achtereenvolgende ne
derlagen raakte Jansen zijn koppositie
kwijt. Toch stond hij enkele ronden later
nog slechts één punt op het leidende
tweetal Tsjizov en Koifman achter, en
dat dankzij een overwinning op... Wirni!
- en zo was de kring weer rond.
G. JANSEN-W. WIRNI
Negende ronde Maars-toernooi 1991.
1.33-28 13-23; 2.34-30. 12-18; 3.30-25 7-
12; 4.40-34 2-7; 5.40-34 20-24; 6.34-30
18-22; 7.40-34 22x33; 8.38x18 12x23;
9.32-28 23x32; 10.37x28 13-18; 11.39-33
7-12; 12.44-39 9-13; 13.41-37 17-21;
14.43-38 4-9; 15.49-43 21-26; 16.34-29 1-
7; 17.29x20 15x24; 18.37-32 26x37;
19.42x31 18-23; 20.46-41 11-17; 21.41-
37 17-21 22.47-42 7-11; 23.31-27 13-18;
24.37-31 9-13; 25.39-34 21-26; 26.42-37
10-15; 27.34-29 23x34; 28.30x39 18-23;
29.50-45 5-10; 30.45-40 3-9; 31.27-22 1 1-
17; 32.22x11 16x7; 33.28-22 6-11; 34.33-
28 15-20; 35.39-33 11-16; 36.40-34 10-
15; 37.43-39? Dit kost een schijf; ge
dwongen was 37.34-30 met een spannen
de stand.
24-29; 38.33x24 20x40; 39.35x44 16-21!;
40.22-17 12-18; 41.39-34.
Moet in schijfverlies berusten, want op
41.17-12 8x17; 42.31-27 doet zwart 17-
22. Toch komt de gespeelde zet niet al
leen uit wanhoop voort zoals Wirni ver
moedelijk heeft gedacht.
21x12; 42.34-30 15-20?
Loopt in wits val. Correct was 42... 18-
22.
43.30-24! 20x29; 44.28-22 18x27;
45.32x21 26x17; 46.38-33 29x38; 47.37-
32 38x27; 48.31x2 23-28; 49.2-11 28-32;
50.11-16 32-37; 51.16-38 en zwart gaf